Deel 2. Het economisch alternatief – herverdeling van consumptie, of controle over de productie?
Voor socialisten is de groeiende armoede van vele mensen onder het kapitalisme geen verrassing. Ondanks de tot voor kort economische voorspoed in Nederland en de VS, is een aanzienlijk deel van wereldeconomie in recessie of een diepe depressie, waaronder ook sinds meer dan tien jaar de ‘economische grootmacht’ Japan. Ook in de meer ‘welvarende’ delen van de wereld groeien de interne tegenstellingen. Binnen Nederland bleven grote delen van de bevolking (WAO-ers, migranten, ongeschoolde arbeiders, vrouwen, studenten en scholieren, leraren, verzorgend personeel, et cetera, et cetera) buitengesloten van de ‘voorspoed’ van de economische opgang in de jaren ’90 van de vorige eeuw. Tegelijkertijd nam het aantal miljonairs toe en zagen topmanagers hun salaris per jaar met gemiddeld 20 % stijgen (2001), in plaats van een schamele 2, 3 of 4 % (als je geluk had), zoals de meeste anderen. De inflatie is nog hoger (4,6 % in 2001)! Met het aantreden van het kabinet Balkenende 1 in 2002 en na de val ervan in 2003 het aantreden van het kabinet Balkenende 2 is de ongelijke verdeling van de welvaart nog verder toegenomen: waar arbeiders in vele sectoren geen enkele loonsverhoging hebben gekregen in 2003 en 2004 zijn de inkomens van de rijke top in Nederland vrolijk gemiddeld met 20% tot 30% gestegen. In de VS leven zijn steeds miljoenen afhankelijk van gaarkeukens, en zijn de reële lonen de afgelopen tien jaar gedaald wat er toe leidt dat veel arbeiders een tweede baan moeten nemen om het hoofd boven water te houden.
Ook is het onze verwachting dat door ons al eerder voorspelde economische neergang voorlopig niet voorbij is. De VS zijn op het moment nog de motor van de wereldeconomie, na de Azië-crisis van 1997, en dit puur op basis van consumentenvertrouwen dat tot meer vraag naar huizen, auto’s en luxe-goederen leidt.
Maar na het leeglopen van de zeepbel op de beurzen en de aanslagen van 11 september, kwakkelt de Amerikaanse economie. En aangezien alle bestedingen werden betaald op krediet (de cijfers wat dit betreft zijn nog ongunstiger dan die in de periode vlak voor de Beurscrash van 1929), is de Amerikaanse economie zeer kwetsbaar. Dit zien we nu dan ook in de vorm van massaontslagen (Ford die een miljoen auto’s minder gaat produceren, het grootste energiebedrijf ter wereld, Enron, dat failliet ging). De neergang is ook zichtbaar in Duitsland, België en zelfs Nederland (Philips draait verlies, de ABNAmro ontslaat duizenden werknemers, de KPN ‘slankt af’).
De basistegenstelling onder het kapitalisme is de tegenstrijdigheid dat ieder kapitalistisch land en iedere afzonderlijke kapitalist alleen kan concurreren door de lonen en andere arbeidsvoorwaarden zo laag mogelijk te houden. Tegelijkertijd heeft iedere kapitalist belang bij een koopkrachtige afzetmarkt. Het achterblijven van de lonen bij de groei van de productie leidt steeds weer tot crises van overproductie, werkloosheid etc. Marxistische socialisten hebben altijd betoogd dat de crises van het kapitalisme alleen beëindigd kunnen worden door het in gemeenschapshanden brengen van de grote bedrijven die de economie beheersen en het instellen van een democratisch gecontroleerd en in de bedrijven uitgewerkt centraal socialistisch plan, gericht op de bevrediging van de behoeften van allen en niet op de winst van enkelen.
Hoe zit het met het huidige economische programma van de SP? Stelt dit de noodzaak van afschaffing van het kapitalisme daadwerkelijk aan de orde? En zo niet, kan dit programma dan daadwerkelijk de problemen oplossen? Wie de pagina’s van de Tribune leest zal geen eisen voor het in gemeenschapshanden brengen van bedrijven (socialisatie) tegenkomen. Hooguit worden nieuwe privatiseringen bestreden. Wel wordt op een uitstekende manier de groeiende ongelijkheid oftewel tweedeling aan de kaak gesteld. Maar kunnen we hieruit concluderen dat we op basis van het bestaande systeem alleen maar de welvaart hoeven te verdelen?
Je kunt natuurlijk argumenteren dat de Tribune niet het volledige partijprogramma bevat, dat je daarvoor moet kijken naar het verkiezings- en het beginselprogramma. Maar hoe kun je ooit de harde strijd aangaan voor controle over de economie, als je dit niet eens duidelijk maakt aan de eigen leden en aanhangers via het partijblad? Bovendien, als we de teksten van het verkiezingsprogramma en het beginselprogramma Heel de Mens onder de loep nemen zullen we zien dat dit als uitgangspunt heeft dat de kapitalistische economie voorlopig zal blijven bestaan, ook als de SP het voor het zeggen krijgt.
In 1981 probeerde de regering van de rechtse sociaal-democraat Mitterand in Frankrijk het kapitalisme onder controle te krijgen met een programma dat aanzienlijker radicaler was dan het huidige verkiezingsprogramma van de SP. Enkele grote banken werden genationaliseerd en er werden controles over de investeringen aangekondigd. De ondernemers reageerden als een kat die onder de douche wordt gezet. Een volledige investeringsstaking en een massale kapitaalvlucht, gecombineerd met een hetze vanuit de volledige Franse pers dwongen de regering Mitterand om bakzeil te halen. Natuurlijk had Mitterand ook een beroep op de arbeiders kunnen doen om in actie te komen om zo de sabotage door de ondernemers te stoppen. Verdergaande nationalisaties, zonder vergoeding voor de ex-eigenaren (tenzij het voorzien in een sociaal minimum als inkomen) en de introductie van een echte democratische planeconomie hadden de hervormingen kunnen redden. Maar dat paste niet in het straatje van Mitterand die er allesbehalve op uit was om het kapitalisme omver te werpen.
De kapitalistische crisis is in wezen een crisis van het winstsysteem. Op een bepaald moment wordt de productie van bepaalde zaken (huizen, auto’s, geneesmiddelen…) stopgezet, niet omdat de behoeften volledig vervuld zijn, maar omdat de markt niet winstgevend genoeg meer is. Op dat moment worden massale aanvallen ingezet op de arbeiders, zoals we die vanaf de crisis in de zeventiger jaren zien, om mensen uiteindelijk harder te laten werken voor minder geld en zo de winsten op te krikken. Dat leidt echter op korte termijn tot een verdere verslechtering van de situatie, doordat de koopkracht en dus de markt nog geringer wordt. Echter het verhogen van de belasting op de ondernemers, om de opbrengst aan ‘goede doelen’ te besteden (hogere inkomsten voor de minima, woningbouw, betere gezondheidszorg..) betekent ook een directe aanval op de winsten en zal leiden tot sabotage van de economie door de ondernemers.
Iedere regering ter wereld die niet gebroken heeft met het kapitalisme is altijd gedwongen geweest om naar de pijpen van de ondernemers te dansen. Hoe realistisch is dan het verkiezingsprogramma van de SP dat talloze verbeteringen voor de arbeiders (loonafhankelijken, met of zonder betaald werk) – kortom de bevolking eist – eisen die door OFFENSIEF uiteraard volledig ondersteund worden – terwijl aan de andere kant het programma tegelijkertijd het eigendom, en daarmee de macht, in handen van de ondernemers wil laten?
Er is ook een krasse tegenspraak met het beginselprogramma. Want als wij daadwerkelijk geloven dat wij vele verbeteringen kunnen bereiken, zoals een goede en gratis gezondheidszorg, een fijnmazig en bijna of volledig gratis openbaar vervoernet, een verhoging van alle minimuminkomens, etc. en dat allemaal op basis van het bestaande systeem, waarom zouden we dan nog naar afschaffing van dat systeem streven? Het lijkt er sterk op dat het beginselprogramma bedoeld is om (potentiële) leden ervan te overtuigen dat de SP nog een ‘echt socialistische’ partij is, in ieder geval op feestdagen als de 1e mei, terwijl het verkiezingsprogramma de kiezers (en de mogelijke coalitiepartners?) moet bewijzen dat de SP ‘realistisch’ is en bereid zich te beperken tot wat binnen het huidige systeem mogelijk is.
OFFENSIEF is van mening dat de SP het streven naar een geplande economie onder democratische arbeiderscontrole tot een integraal onderdeel van al haar propaganda en campagne zou moeten maken. In het verkiezingsprogramma, in de parlementaire debatten, in de Tribune, tijdens acties: consequent zou de eis gesteld moeten worden voor de nationalisatie van de 150 grootste bedrijven die in Nederland de economie beheersen, als basis voor een economisch plan dat op een democratische manier wordt opgesteld en uitgevoerd. Ook campagnes en acties zouden niet beperkt moeten blijven tot het aankaarten van misstanden in het hier en nu, maar vooral de mogelijkheid van een alternatief moeten belichten. Uiteraard kan dit niet tot Nederland beperkt blijven.. De strijd moet ook op internationaal vlak verder gevoerd worden.