VII) Welke strijdmethodes gebruiken?

Velen denken dat het beter is – “realistischer” – om te proberen het huidig systeem aan te passen, eerder dan het omver te werpen. Deze doelstelling – die van organisaties als Greenpeace, OXFAM, ATTAC en andere NGO’s – lijkt ons nu zeer onrealistisch omdat het kapitalisme, zoals we hebben gezien, een roofzuchtig en ontembaar systeem is.

Een deel van de milieuactivisten hebben voor dit politiek en parlementair spoor gekozen, zoals ook de partijen Groen! en Ecolo. Maar om “aanvaardbaar” te zijn voor de andere beleidspartijen volgde de ene toegeving na de andere. In een interview aan het dagblad Le Soir in oktober 2007, verklaarden Isabelle Durant en Jean-Michel Javaux (beiden samen met de MR aan de macht in hun gemeente) dat ze voortaan weigeren zich te positioneren op een links-rechts-as omdat «Ecolo verankert is in de progressieve waarden, maar autonoom is en zich wat betreft coalities met open armen naar de verkiezingen begeeft». Sommigen noemen dit pragmatisme, wij zien het als een logische aanpassing is aan een systeem dat aan iedere belangrijke verandering weerstaat.

Het is waar dat in het verleden binnen het kapitalisme verworvenheden zijn verkregen, maar niet in gelijke welke omstandigheden. Om de kapitalisten tot toegevingen te forceren, is er strijd nodig geweest, massale mobilisaties, zweet, tranen en vaak bloed ten gevolge van repressie. En dan nog konden deze toegevingen slechts bekomen worden in periodes van sterke economische groei, enkele uitzonderingen daar gelaten. De meerderheid van onze sociale verworvenheden stammen uit de jaren 20 die volgden op WO I (een periode die gekenmerkt wordt door de rooftochten in de kolonies) en de “glorierijke 30 jaar” die volgden op de gigantische slachtpartij van WO II. En wat rest er vandaag nog van onze verworvenheden? Ze worden gedurig afgebroken en dat zal blijven duren zolang de arbeiders niet resoluut tot het offensief overgaan. De ruimte waarover de burgerij beschikt om tot soortgelijke toegevingen over te gaan, is vandaag veel kleiner geworden. Het IMF stelde zelf dat we aan het begin staan van een wereldwijde crisis die zware gevolgen zal hebben. En wat geldt voor sociale verworvenheden, geldt ook voor de bescherming van het milieu.

Een periode van crisis spoort aan tot nieuwe oorlogsavonturen – oorlog is immers niets anders dan de voortzetting van een economische politiek met andere middelen. Zolang dit verrotte systeem niet door de werkenden omvergeworpen zal worden, zal deze dreiging blijven bestaan.

Het simpele feit in een fabriek of een kantoor te werken, maakt je geen nobele persoon. Maar het kapitalistische productie-, transport- en communicatieproces is van A tot Z afhankelijk van arbeiders. Zonder hen draait niets. De economische en sociale centrale positie die arbeiders in de productie innemen, hun collectieve organisatie opgelegd door het kapitalisme in de productie maar ook vrijelijk opgebouwd in de syndicale en politieke strijdbewegingen, geeft hen het potentieel om een eind te maken aan het kapitalisme en een nieuwe samenleving op te bouwen. Daarom moeten zij die de samenleving willen veranderen volgens ons een strategie uitwerken om een meerderheid van de arbeiders voor een socialistisch programma te winnen. Enkel een bewuste meerderheid van de arbeidersklasse is in staat de samenleving om te vormen in socialistische richting. Geïsoleerde « terroristische » acties om arbeiders « wakker te schudden » zijn slechts uitingen van onmacht en van gebrek aan vertrouwen in de capaciteiten van de massa’s om revolutionaire conclusies te trekken.

Arbeiders hebben hun macht al verschillende malen tentoongespreid: in Rusland in 1917, maar ook in China (in het bijzonder eind jaren ‘20), in Spanje tijdens de revolutie van 1936, bij de bevrijding van verschillende landen, in Oost-Duitsland in 1953, in Hongarije en Polen in 1956, in Frankrijk in mei ‘68, in Chili in 1970-1973, in Portugal in 1974-1975, in Iran in 1979, in Polen in 1980,… en in Latijns-Amerika vandaag (in Venezuela, in Bolivië, …).

Ook de jeugd heeft een specifieke rol in de samenleving. Omdat ze minder lang onderworpen is aan de heersende ideologie (die een mens “bezadigder” maakt, zegt men) en omdat ze minder het gewicht van vroegere nederlagen met zich meedraagt, is de jeugd heel dikwijls de eerste om bij een crisis in opstand te komen tegen het systeem. Maar haar strijd moet absoluut vervoegd worden door de arbeiders opdat haar energie en haar wilskracht om het systeem te veranderen niet uitdooft vooraleer een duurzaam resultaat bereikt wordt. De gemiddelde leeftijd in de Bolsjewistische partij vóór 1917 was 16 jaar, maar de revolutie had zich niet kunnen ontvouwen als de Bolsjewieken geen aansluiting hadden gezocht en gevonden bij de massa arbeiders en boeren.

Eén van de belangrijkste kritieken die we hebben op de anti-globaliseringsbeweging is juist het voorbijgaan aan deze band, wat grotendeels verklaart waarom deze beweging snel verzwakt is. De laatste protesten tegen een G8-top, deze zomer in Duitsland, hebben deze belangrijke zwakheid nogmaals aan het licht gebracht. Tijdens deze protesten brak een belangrijke staking uit in de telecom-sector. Spijtig genoeg werd geen enkele aansluiting gezocht tussen de anti-G8-activisten en de stakers, nochtans een belangrijk instrument om de G8-samenkomst te verstoren.

Zo ook organiseerden ecologisten in augustus 2007 een “climate action camp” op de Londense luchthaven van Heathrow om te protesteren tegen de uitbreiding van de luchthaven. Zeer positief was de geslaagde samenwerking tussen milieuactivisten en de betrokken lokale bevolking. Dit gaf aan activisten de mogelijkheid om met de inwoners te discussiëren over hun ideeën en gaf ook een ruimer en meer representatief karakter aan de manifestatie, met als gevolg minder gevaar tot isolering van hun acties door media en politie. Er heerste echter een grote verwarring bij de activisten over de te gebruiken politieke methodes en de eisen die naar voor geschoven werden, waren zowel beperkt als vaag. Er werd geen enkele keer gewezen op de verantwoordelijkheid van het kapitalisme in dit probleem en alle dialoog met de vakbonden van de piloten werd afgewezen. Omdat ze niet volledig ingebed zijn in de wereld van de arbeid (studies, financieel onderhouden door de ouders, werkloos, …), ontwikkelen sommige lagen jongeren door de bestaande ideologische verwarring standpunten die voorbijgaan aan de grond van het probleem: de kapitalistische structuur. Zich afzetten tegen GGO’s (genetisch gemanipuleerde organismen) of bepaalde chemische producten, is niet fundamenteel. Net zoals een mes niet slecht is op zich, maar afhankelijk van gebruiker verkeerd kan gebruikt worden, is het volgens ons het kapitalisme dat iedere technologische vernieuwing verziekt.

In Frankrijk waren de gevolgen van de uitzonderlijk barre winter van 1788/89 één van de elementen die de bevolking aanspoorden te revolteren tegen het feodale regime. Vandaag gebeurt hetzelfde. De milieucrisis zal meer en meer mensen aansporen zich vragen te stellen bij het systeem dat verantwoordelijk is voor deze puinhoop die de toekomst van de mensheid bedreigt. Maar het gebrek aan duidelijkheid over de mogelijkheden om een alternatief op het systeem uit te werken, kan de ontwikkeling van een actief verzet en strijdbewegingen afremmen.

Kijk naar het heden zoals het is – het heden bestaat niet enkel uit rampen, catastrofen en het uitsterven van soorten. Ze draagt de kiemen in zich van een toekomst zonder uitbuiting: een echt socialistische toekomst, een harmonieuze samenleving waar het welzijn van producenten, consumenten en hun omgeving prioritair zal zijn.

>

Dit vind je misschien ook leuk...