Nieuwe pro-imperialistische alliantie van Kabila en Kagame bezegeld met Congolees bloed
Sinds enkele maanden vindt de operatie Kimia II plaats in het oosten van de Democratische Republiek Congo. De operatie werd opgezet door het Congolese leger (FARDC) en gesteund door de VN-troepen. Het doel is om een einde te maken aan Rwandese hutu-milities van het FDLR. De naam van de operatie, Kimia, betekent “vrede” in het Lingala, de taal van het westen van het land. Maar zal het echt stabiliteit brengen in de regio?
De Rwandese genocide en het FDLR
De oorsprong van het conflict in het Oosten van Congo moet bij de Rwandese genocide van 1994 worden gezocht, ook al gaat het uiteraard ook verder terug met de kolonisatoren die de verschillen tussen hutu’s en tutsi’s benadrukten en uitspeelden.
De tutsi’s werden voorgetrokken door de koloniale heersers die stelden dat de tutsi’s sterker “ontwikkeld” waren. De echte reden was een verdeel-en-heers politiek. Na het vertrek van de Belgen trokken de hutu-elites de macht naar zich toe. Het kwam tot een wraakoperatie tegen de tutsi-minderheid. Een deel (zo’n 200.000 mensen) sloeg al in 1960 op de vlucht naar Oeganda. Sindsdien proberen de tutsi’s onafgebroken om terug naar hun land te keren. Ze organiseerden zich in het FDR (Patriottisch Front van Rwanda).
In 1994 trok het FDR Rwanda binnen. In datzelfde jaar werd de hutu-president Habyarimana vermoord. Het duurde niet lang vooraleer het tot wraakacties kwam. De hutu-elite zag haar macht bedreigd door het FDR en gaf groen licht voor de uitroeiing van de tutsi’s. 800.000 tutsi’s werden omgebracht door hutu-milities. Ook hutu’s die als “verraders” werden bestempeld, ondergingen hetzelfde lot.
Achter deze etnische strijd, die met nooit geziene brutaliteiten werd gevoerd, ging een geopolitieke strijd schuil. Dat is een belangrijke bron van conflicten in de regio en deze geopolitieke belangen blijven de stabiliteit ondermijnen.
Toen de Belgen Rwanda als een dief in de nacht verlieten, hebben de Fransen hen opgevolgd als voogdijmacht die het onafhankelijke hutu-Rwanda de hand boven het hoofd hield. De Verenigde Staten waren daar niet mee opgezet en wilden de macht van de Europese landen in Afrika inperken om zichzelf op te werpen als neokoloniale macht in de regio. De VS begonnen het FDR te ondersteunen. Zonder de tussenkomsten van de verschillende imperialistische machten langs beide kanten van het conflict, zou de etnische strijd in Rwanda nooit tot een dermate omvangrijke genocide hebben geleid. Leden van dezelfde families werden gedwongen om hun echtgenoten, kinderen of ouders de keel over te snijden met machetes (Afrikaans kapmes).
De hutu-milities die mee instonden voor de genocide trokken naar het Zaïre van Mobutu omdat ze bang waren dat ze zouden vervolgd worden voor hun rol bij de genocide. De milities kenden desorganisatie en chaos, ze werden aan hun lot overgelaten door de vroegere Westerse bondgenoten die nu over het “democratiseren” van het regime spraken. Tijdens de strijd tegen het “communisme”, waren bloedige dictaturen geen probleem voor het imperialisme. Maar na de val van de Sovjetunie werd gezocht naar een democratisch masker. Het FDLR (Democratische Bevrijdingskrachten van Rwanda) was een opvolger van de hutu-milities.
De bevrijdingsoorlog van Kabila en de terugkeer van de allianties
Mobutu weigerde om zijn regime te democratiseren, de maskerade van de Nationale Soevereine Conferentie ging niet ver genoeg in de ogen van het Westen. De imperialistische machten met de VS op kop besloten om de druk op het regime op te voeren en pleitten voor een machtsdeling met de zogenaamde oppositie van Tshisekedi.
Ze vroegen de FPR van Paul Kagame en Oeganda om Congo binnen te vallen met behulp van Congolezen. Rwanda en Oeganda wilden dat de Kivustreek een speciale economische zone zou worden. Het is bij deze operatie dat het AFDL (Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre) van Laurent-Désiré Kabila ontstond. Kabila was een ex-maoïst die aan de kant van Mulele en Che stond tijdens diens trip naar Congo in de jaren 1960. De Verenigde Staten wilden Mobutu van de macht verdrijven, de Rwandese en Oegandese regimes wonnen het vertrouwen van de VS, wilden de mineralen in het Oosten van Congo uitbaten en kregen vrijspel om wraakacties uit te voeren om hutu’s die naar Congo waren getrokken. De Interhamwe (hutu-milities) kozen de kant van Mobutu tegen Kabila, Rwanda en Oeganda.
Het imperialisme stelde aanvankelijk dat het zich wou beperken tot een militaire druk op Mobutu om de macht te delen. Het regime was echter zodanig verrot dat de AFDL zonder noemenswaardige problemen kon oprukken tot Kinshasa na een omweg via de Katanga.
Eens Kabila aan de macht kwam, trad die niet op zoals werd verhoopt door zijn imperialistische bondgenoten. Die besloten om de hele operatie nog eens over te doen en vroegen aan de Rwandese en Oegandese regimes om een leger te organiseren om Kabila te verdrijven. Dit werd de RCD (Rassemblement congolais pour la democratie) dat werd onderverdeeld in RCD-Goma, RCD-Kisangani,… Ook de MLC (Bevrijdingsbeweging van Congo) van Bemba nam deel aan de gevechten. De allianties bij dit nieuw offensief werden omgekeerd en Kabila sloot een alliantie met de interhamwe milities die werden omgedoopt tot FDLR (Democratische Bevrijdingstroepen van Rwanda) om een breuk te maken met het verleden van genocide. Kabila steunde ook de creatie van de mai-mai milities, zogenaamd “patriottische” milities.
Kabila werd in de steek gelaten door het imperialisme omdat hij niet volgzaam was. Anderzijds beschikte hij ook niet over een voldoende actieve steun onder de bevolking om het land echt te bevrijden. Zijn stalinistische idee van stapsgewijze revoluties deed hem steun zoeken bij wat hij “goede kapitalisten” noemde, kapitalisten die bereid waren om deel te nemen aan de “nationale ontwikkeling”. Die politiek leidde ertoe dat er geen fundamentele vooruitgang kwam voor de bevolking. Er kwam geen landbouwhervorming en geen nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie.
Ondanks het gebrek aan steun was er toch een heroïsch verzet van de bevolking tegen de oorlogen. De bevolking van Kinshasa hield een inval af. Het imperialisme haalde uiteindelijk haar slag thuis met de moord op Mzee (de oude) Kabila die werd opgevolgd door zijn zoon Joseph Kabila die veel volgzamer was voor het imperialisme en niet op enige principes kan worden betrapt.
Akkoorden en conflicten ten koste van de bevolking
Toen Joseph Kabila de macht overnam en trouw de bevelen van Washington, Parijs en Brussel uitvoerde (die steden waren overigens de eerste die hij bezocht als president), kwam het tot een 4+1 regering (met mensen van Kabila, de RCD en de MLC). Dat maakte een einde aan de strijd tussen Kagame en Congo, beide regimes volgden de orders van dezelfde broodheer.
De oorlog had het Rwandese regime van Kagame echter laten wennen aan de toegang tot de mineraalrijkdommen in het oosten van Congo. Kagame aarzelde niet om milities te sturen om de ontginning van mineralen te controleren om deze via Rwanda naar het Westen te exporteren. Dat is onder meer het geval met Coltan dat in de mijnen van de Kivu wordt ontgonnen en dat wordt gebruikt voor draadloze telefoons.
Telkens opnieuw werd de aanwezigheid van de FDLR als excuus gebruikt, dat vormde volgens de Rwandezen een bedreiging voor hun regime. Dat was bijvoorbeeld het geval in 2008 toen Kagame zijn vriend Laurent Nkunda uitstuurde om de FDLR te verjagen en de toegang tot de mijnen van Kivu te garanderen. Telkens opnieuw onderging de Congolese bevolking nieuwe aanvallen, telkens opnieuw was er misbruik vanwege de verschillende legers die passeerden. De FDLR, het CNDP van Nkunda, de mai-mai,… gingen over tot plunderingen, verkrachtingen en het vermoorden van dorpsbewoners die weigerden om hun oogst, hun vrouwen of hun arbeidskracht af te staan.
Operatie Kimia II
Met de steun van de VN-operatie in Congo (MONUC) besloot Kabila jr. om alle excuses van Kagame weg te nemen door orde op zaken te stellen in het oosten van het land. Het leger trok samen met VN-troepen naar het oosten om er de FDLR aan te pakken. Kabila weet dat hij zijn steun uit het oosten moet halen (hij is zelf swahili) en dat is nuttig voor de komende verkiezingen.
De vrede tussen Kabila en Kagame zou worden bezegeld met het bloed van de Congolese bevolking in de Kivustreek. De VN en het imperialisme laten begaan en moedigen dit aan. Het Congolese volk moet de prijs betalen voor de pro-imperialistische verzoening van Kabila en Kagame.
De Congolese troepen werden vaak maandenlang niet betaald, de staatskas is immers leeg want alle rijkdommen worden geplunderd door westerse en Chinese multinationals. De troepen bedienen dan maar zichzelf op de kap van de boeren in de streek.
Het jagen op de FDLR is een bijkomstige taak geworden voor de Congolese troepen. En de gebieden die voorheen door de FDLR werden geterroriseerd worden nu gewoond door het Congolese leger geterroriseerd. De bevolking reageert hier op met een nieuwe vluchtelingengolf naar veiliger gebied. Het land en de dieren worden onbewaakt achter gelaten.
Deze “vredesoperatie” wordt gesteund door de VN dat hoogstens een aantal “geïsoleerde” gevallen van misbruik aanklaagt. Welke vrede wordt nu eigenlijk bekomen? Het is de vrede van het imperialisme, de stabiliteit in het verdelen van de winsten die op de kap van de Congolese bevolking worden geboekt. De bevolking zelf kent intussen enkel miserie en oorlog.
De oorlogen en plunderingen zijn het resultaat van inter-imperialistische tegenstellingen. De enige manier om er een einde aan te maken, is door te breken met het imperialisme en het kapitalisme. Ook de VN-troepen moeten het land uit, nu vormen zij de gewapende arm van het imperialisme.
Er is nood aan een Congo dat bevrijd is van het imperialistische juk met de mogelijkheid voor de bevolking om het eigen land zelf in handen te nemen. Een dergelijke onafhankelijkheid houdt ook in dat de bevolking de sleutelsectoren van de economie zelf in handen moet krijgen.
De strijd hiervoor kan enkel gevoerd worden door de arme massa’s in de steden en op het platteland. Er is nood aan organisaties van de arbeiders en armen.
Op basis van strijd moeten we komen tot een socialistisch Congo als onderdeel van een socialistische federatie van Afrikaanse staten waarin ook Rwanda en Oeganda betrokken zijn. Dat is de enige mogelijkheid om blijvende vrede te bekomen in de regio.