Tijdens zijn tweede reis schreef Che opnieuw een dagboek, Otra vez (‘Nogmaals’). Bij het begin van zijn reis schreef hij:“Deze keer is de naam van mijn reisgenoot veranderd van Alberto naar Calica. Maar de reis is dezelfde: twee vagebonden reizen door Amerika zonder precies te weten wat ze zoeken of waar het noorden ligt.”

Che en Calica kwamen in juli 1953 in La Paz aan, de hoofdstad van Bolivia. Ze werden onmiddellijk opgenomen in de revolutionaire beweging die één van de armste en meest Indiaanse landen van Zuid- Amerika op dat ogenblik kende. Een jaar eerder was de revolutie onder de boeren en de mijnwerkers uitgebroken. Deze beweging had de radicale Movimento Nacionalista Revolucionario (Nationale Revolutionaire Beweging) aan de macht gebracht.

Onder het nieuwe regime werd een groot aantal hervormingen doorgevoerd. De boeren dwongen na een lange bezetting van het land een grondige landbouwhervorming af. De mijnen, de voornaamste inkomstenbron van het land, werden genationaliseerd. De mijnwerkers en de boeren hadden zichzelf bewapend. Delen van het leger liepen over naar het kamp van de boeren en de arbeiders. Er werd een militie opgezet en het leger werd zelfs tijdelijk formeel ontbonden. Toch was de revolutie niet volledig voltooid met de oprichting van een regime van arbeidersdemocratie. Uiteindelijk werd de beweging verslagen.

Gedurende deze revolutionaire gebeurtenissen speelden de mijnwerkers een cruciale rol in het oprichten van een nieuwe onafhankelijke arbeidersorganisatie, de COB (Centra Obrera Boliviana, vereniging van Boliviaanse arbeiders). Tijdens de revolutionaire opleving onderschreef de COB zelfs Het Overgangsprogramma, het programma dat Leon Trotski in 1938 scheef voor de oprichting van de Vierde Internationale.

In La Paz bracht Che veel tijd door in café’s, hij vond er politieke vluchtelingen uit heel Amerika. Tijdens de revolutie werd Bolivia het politieke Mekka van linkse revolutionairen die aangetrokken waren tot de woelige gebeurtenissen die er plaatsgrepen.

“La Paz is het Shanghaï van de Zuidamerikanen. Een bonte verzameling van avonturiers bloeit in de kleurrijke mestizostad”, schreef Che in zijn Otra Vez. Hier kwam hij in contact met een waaier van politieke activisten. Hij voerde talloze discussies en debatten. Hij ontmoette ook de Argentijnse gemeenschap van La Paz. Daar leerde hij Norgues kennen, een Argentijnse banneling. Door zijn sociale contacten had Che een dubbelleven in la Paz. Enerzijds als waarnemer van de revolutionaire gebeurtenissen, anderzijds als gewaardeerde gast van de Argentijnse gemeenschap.

Het vuur van de revolutie

Het was het revolutionaire proces in la Paz liet de grootste indruk op Che na. In juli schreef hij zijn vader een brief waarin hij zei dat hij langer in Bolivia wou blijven omdat:“…dit een zeer interessant land is, en het beleeft een bijzonder bruisende periode. Op 2 augustus wordt de landbouwhervorming doorgevoerd en er worden rellen en gevechten verwacht over het hele land. We hebben ongelooflijke, gewapende optochten gezien van mensen met ‘piripipi’ (machinegeweren). Elke dag horen we schoten en zien we doden en gewonden van vuurwapens.”

Che, die de beroemde mijnwerkers zelf wou zien, bracht een bezoekje aan de Balsa Negra mijn, net buiten La Paz. Voor de revolutie hadden de bedrijfswachten het vuur geopend met machinegeweren op stakende arbeiders. Nu was de mijn genationaliseerd. Che zag vrachtwagens, volgeladen met gewapende mijnwerkers die terugkwamen van de hoofdstad om steun te geven aan de boeren en hun strijd voor de landhervorming. Met hun “versteende gezichten en rode plastic helmen leken ze wel krijgers uit een andere wereld.”

Ondanks het contact met de Boliviaanse mijnwerkers heeft Che nooit de belangrijke rol van de arbeidersklasse in de socialistische strijd ingezien, zelfs in een land als Bolivia waar ze een meerderheid vormen. Dit zwakke punt, gecombineerd met andere factoren, had een directe invloed op de latere ontwikkeling van zijn ideeën. In dit stadium van zijn politieke ontwikkeling is het belangrijk te onthouden wat de invloed van de gebeurtenissen op zijn vooruitzichten was. Voor het eerst in zijn leven kwam Che rechtstreeks in contact met de hitte die het vuur van de revolutie verspreidt. Ondanks de opwindende gebeurtenissen bleef Che eerder een waarnemer dan een deelnemer.

Nadat ze hun verblijf in La Paz ongeveer een maand hadden verlengd, zetten Che en Calica hun reis verder. Ze verbleven even in Lima (Peru) bij dokter Pesce en Gobo Nogues. Gobo beweert dat ze enkele keren gingen eten in the Country Club en in het duurste hotel van de stad, het Gran Hotel Bolívar. Ze reisden verder naar Ecuador waar ze vriendschap sloten met een andere groep avonturiers. Che’s bedoeling was om met Calica door te reizen naar Venezuela. Na enkele uitstappen besloten ze echter om naar Guatemala te trekken met een nieuwe reisgenoot, Gualo. Ze waren volledig platzak en moesten een tijdje op een schip werken. Voor ze in Guatemala aankwamen, reisden ze door Costa Rica, Panama en Nicaragua. Onderweg kwamen ze heel wat mensen tegen en voerden ze tal van discussies.

Door naar het noorden te reizen, richting Centraal-Amerika, kwamen ze in een wereld terecht die heel verschillend was van Zuid- Amerika. In het zuiden overheerste het imperialisme en stond de nationale kapitalistische klasse erg zwak. Er was een sterk verstedelijkte arbeidersklasse en de maatschappij was er meer ontwikkeld. Dat was zelfs het geval in de armste landen zoals Bolivia en Peru.

In Centraal-Amerika drong het imperialisme zich brutaal op door lokale tirannen te creëren als staatshoofd, terwijl grote bedrijven, zoals Coca Cola en de United Fruit Company, de economie plunderden.

Che schreef:“…De landen waren geen echte staten, maar privé- landgoederen.”

Dit was slechts 50 jaar nadat de VS Panama had gecreëerd om het kanaal dat ze hadden gebouwd voor handels- en strategische doeleinden te beheren. Nicaragua werd 50 jaar geregeerd door de dictator Somoza. El Salvador was een dictatuur om de eigenaars van koffieplantages te beschermen. Honduras was de kweekbodem voor de United Fruit Company.

De United Fruit Company was het symbool bij uitstek voor de uitbuiting van het continent door het imperialisme. Che’s favoriete dichter, Pablo Neruda, schreef een ironisch versje, La United Fruit co., dat de gevoelens van Latijns-Amerika weergeeft.

Naar Guatemala

De gebeurtenissen in Bolivia veranderden Che’s denken, de gebeurtenissen in Guatemala veranderden Che’s levenswijze. Hij kwam in Guatemala City aan op kerstavond. Hij begon een duidelijk idee te krijgen van hoe hij zijn leven zou voortzetten. Net voor zijn aankomst schreef hij een brief aan zijn tante Beatríz met wie hij een zeer sterke band had. In die brief schetste hij zijn politieke perspectieven. Die waren ongetwijfeld het resultaat van zijn ervaringen in Bolivia. Het was de eerste keer dat hij zich openlijk identificeerde met het socialisme.

“Mijn leven was een zee van mooie verklaringen, totdat ik de moedige beslissing nam om mijn koffers te nemen en met de rugzak op de schouders op het kronkelige spoor belandde dat mij tot hier bracht. Dat spoor heeft me geleid langs de domeinen van United Fruit, die me nogmaals overtuigd hebben hoe afschuwelijk deze kapitalistische veelvraten zijn. Ik heb gezworen dat ik niet zal rusten vooraleer deze veelvraten van de kaart geveegd zijn. In Guatemala zal ik mezelf vervolmaken en afwerken met wat ik nodig heb om een revolutionair te worden.”

Hij beëindigde zijn brief als volgt:“van uw neef met het ijzeren gestel, de lege maag en de stralende hoop op een socialistische toekomst. Chao, Chancho”.

In 1953 was de Guatemalteekse links-populistische regering onder leiding van kolonel Jacobo Arbenz gewikkeld in een strijd met het VS-imperialisme en de rijke elite van Guatemala City. Arbenz voerde een reformistisch beleid, net zoals de vorige regering die in de jaren 1940 aan de macht kwam na de val van de meedogenloze dictatuur van Ubico. Het VS-imperialisme gedoogde veel van deze reformist, maar in 1952 ging Arbenz een stap te ver. Er werd een decreet voor landhervorming uitgevaardigd waarbij het latifundiasysteem werd afgeschaft en de eigendommen van de United Fruit Company werden genationaliseerd. Het leverde Arbenz de haat van de Guatemalteekse elite op. Hij kreeg natuurlijk wel veen steun van de arme boeren en arbeiders. De United Fruit Company en de regering van Eisenhower waren razend. Het duurde niet lang of de CIA zorgde voor de omverwerping van de regering.

Dit ‘socialistische’ experiment trok duizenden Zuidamerikanen aan die de strijd tegen het VS-imperialisme wilden aangaan. Er waren massamobilisaties en er ontstonden milities vanuit de regering en vanuit verschillende politieke partijen. In het begin waren die nog niet gewapend, maar daar kwam snel verandering in.

Bij de Guatemalteekse revolte waren er, naast Che Guevara, nog verscheidene andere toekomstige leiders van linkse organisaties aanwezig. Onder hen ook Rodolfo Romero, de toekomstige leider van het Nicaraguaanse Sandinistische FSLN (Frente Sandinista de Liberacion Nacional) die de dictatuur van Somoza omverwierp in 1979. Che kwam in contact met heel wat politieke activisten en voerde talloze discussies. Hij werkte als dokter in een hospitaal en hij kwam in contact met Hilda Gadea, een verbannen leidster van de jongerenafdeling van de radicale populistische Peruviaanse beweging APRA.

Ze liet hem kennis maken met activisten en leiders van verschillende politieke groeperingen en ze gaf hem politieke werken om te bestuderen, waaronder enkele van Mao Tse Tung.

Het was hier in Guatemala dat Che enkele Cubaanse bannelingen ontmoette. Ze kregen asiel van de regering-Arbenz nadat ze het land waren onvlucht wegens hun deelname aan een poging om de militaire basis van Moncade aan te vallen. Voor het eerst ontdekte Che de strijd tegen het regime van Batista in Cuba.

Volksfront

De snelheid waarmee de gebeurtenissen in Guatemala ontwikkelden, hadden ook een invloed op de rijpheid van Che’s ideeën. Hij begon kritieken te vormen op communistische partijen die de tactiek van het volksfront verdedigden. Een volksfront is een alliantie met delen van de nationale, kapitalistische klasse om het imperialisme te bestrijden en de parlementaire democratie te behouden. Bepaalde communistische leiders beweren dat een stadium van kapitalistische democratie en economische ontwikkeling noodzakelijk is vooraleer de arbeidersklasse de strijd voor het socialisme kan voeren.

Deze politiek ontaardt in ‘communistisch’ leiderschap dat de strijd van de arbeiders aan banden legt om de belangen van de kapitalisten niet te schaden. De arbeidersbeweging werd meermaals lamgelegd door deze politiek, wat regelmatig leidde tot de bloedige onderdrukking van diegenen die hiertegen reageerden. De doorslaggevende delen van de kapitalistische klasse waren bereid om democratische rechten af te schaffen en om repressie te gebruiken om hun eigen belangen te verdedigen.

Che formuleerde daartegenover geen duidelijk alternatief. Hij begreep wel dat de communistische partijen op die manier het contact met het volk verloren met als enige doel te kunnen deelnemen aan regeringscoalities. Hij beweerde foutief dat geen enkele partij in Zuid-Amerika revolutionair kan zijn en tegelijk een verkiezingsstrijd kan aangaan.

Ondanks het feit dat Che zijn ideeën begon te verkondigen, werden ze pas later volledig geformuleerd. Intussen begon Che zich te mengen in de discussies die plaatsvonden in Guatemala. De Verenigde Staten wilden het regime omverwerpen, want de gebeurtenissen in Guatemala vielen in goede aarde onder de bevolking van andere Zuidamerikaanse landen. Er kwam een algemene staking in Honduras. De Nicaraguaanse dictator Somoza vreesde dat zijn bevolking het voorbeeld van de buurlanden ging volgen.

De CIA had een plan beraamd om de Guatemalteekse administratie omver te werpen. Ze creëerden een stroman, Castillo Armas, die de plaats van Arbenz moest inpikken. In Nicaragua werd een paramilitaire militie opgeleid en de pro-Amerikaanse delen van het Guatemalteekse leger werden betrokken bij het complot tegen de regering.

Arbenz weigerde maatregelen te nemen tegen diegenen die binnen het leger bekend stonden als pro-Amerikaans. Hij probeerde ze te kalmeren. Enkele dagen voor zijn regering werd omvergeworpen door de samenzweerders, verzocht hij het leger om wapens uit te delen aan de opgerichte milities. De commandant weigerde waarop de regering viel. Het bestaande kapitalistische staatsapparaat was intact gebleven en er werden geen arbeiders- en boerencomités opgericht van waaruit een leger kon worden opgebouwd. Deze nederlaag en het falen van Arbenz om enige actie te ondernemen tegen het kapitalistische staatsapparaat lieten een diepe indruk na op Che. Hij zou deze ervaring niet zou vergeten tijdens de Cubaanse revolutie.

Nadat hij asiel kreeg in de Argentijnse ambassade, en na zich een tijdje verstopt te hebben, slaagde Che erin om in september naar Mexico te trekken. Als jonge activist waren zijn daden niet onopgemerkt gebleven. De CIA opende een dossier over hem. Na verloop van jaren werd het één van de dikste dossiers die ooit door de CIA over een persoon werd samengesteld.

In Mexico ontmoette Che een leider van de Beweging van de 26ste juli die de dictatuur van Batista bestreed, Fidel Castro. Hun eerste ontmoeting vond plaats in 1955, waarna Che zich uiteindelijk bij de beweging aansloot.

Na zijn ervaringen in Bolivia en na zijn actieve deelname in Guatemala volgde nu een nieuw tijdperk in zijn leven, niet langer als dokter en sociaal waarnemer. Vanaf nu werd hij een actieve deelnemer aan, en uiteindelijk leider van, historische gebeurtenissen.

> Inhoudstafel

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel