Deel 4. Loonhandicap?
In dit gedeelte bespreken we de voorstellen in aanloop naar de onderhandelingen over een Interprofessioneel Akkoord. We lichten de moeilijkheden toe voor de begrotingen 2008 en 2009, die normaal op 14 oktober moeten afgerond zijn. In het laatste gedeelte onthullen we de sociale drama’s die nu al aanwezig zijn, nog voor de crisis zich echt heeft verspreid naar de reële economie.
Vanwaar dan toch die hardnekkigheid bij de arbeiders om telkens weer in actie te komen? Het klopt dat we niet de winsten incasseerden van de bedrijven of de dividenden van de aandeelhouders of de loonsverhogingen van de managers. Maar stijgen onze lonen dan niet sneller dan die van de arbeiders in de buurlanden, is het niet zo dat we een loonhandicap hebben? Onze nominale lonen per uur zullen in 2007 en 2008 naar verluidt met 7,5% zijn gestegen, ruim meer dan de loonnorm van 5,1% waarmee de vakbonden akkoord gingen in februari 2007.(1) Met statistieken kan men echter alles bewijzen. Het cijfer van het Planbureau voor 2007–2008 is een schatting. Bovendien raamt het Planbureau voor diezelfde periode de inflatie op 6,5%. Na aftrek van de inflatie blijft amper 1% loonsverhoging over. Dat moet zowel de productiviteitsstijging, als de loondrift en de baremieke verhogingen vertegenwoordigen. De Nationale Bank raamt de productiviteitsstijging in 2007 voor het eerst sinds 2001 lager dan 1%. De loondrift schat ze op 1% voor datzelfde jaar, dat is het fenomeen van loonstijgingen als gevolg van het afnemen van het aantal laaggeschoolde betrekkingen ten voordele van het aantal hooggeschoolde.(2) Bovendien gaat het hier om gemiddelden die door bepaalde categorieën fors vertekend worden.
In augustus pakte het Planbureau uit met ontnuchterende cijfers. De reële brutolonen, dat is aangepast aan de inflatie, van de mannelijke arbeiders in de nijverheid zouden van juli 2007 op juli 2008 met maar liefst -2,6 gedaald zijn.(3) Dat bevestigt een eerdere gelijkaardige vaststelling van het Planbureau in februari dat jaar, toen waren de reële brutolonen van diezelfde arbeiders op jaarbasis nog maar gedaald met -2%.(4) Bovendien bevestigen cijfers van de Nationale Bank dat die trend ook geldt voor bedienden en arbeiders in alle sectoren. Als belangrijkste reden daarvoor houdt het planbureau het op de gezondheidsindex. Het zag er nochtans al niet zo denderend uit voordien. Eind 2007 was immers gebleken dat “de vergoeding van de Belgische loontrekkenden”, dat is de lonen inclusief sociale bijdragen, voor het eerst sinds ‘71 waren gezakt tot minder dan 50% van het bruto binnenlands product.(5) In zijn reactie zei Cortebeeck van het ACV: “dit kan niet blijven duren”, Rudi Thomaes van het VBO noemde dit cijfer “puur symbolisch”
114. Om de haverklap verschijnen studies die stellen dat de Belgische loonkosten ontsporen, dat de loonkostenhandicap toeneemt etc. Meestal komen die studies van de OESO, die zijn cijfers krijgt van de nationale regeringen, die ze krijgt van de patroons. Volgens het VBO bedraagt de loonhandicap 12%. Je zou je haast afvragen hoe het komt dat België zo aantrekkelijk blijft voor investeerders. Een blik over de grens leert ons dat snel. Blijkt dat in de buurlanden net diezelfde verhalen de ronde doen. De bedoeling van de OESO, van de nationale regeringen etc. is immers nooit om de lonen omhoog te praten, integendeel. De Nationale Bank is het echter aan zichzelf verplicht de reële cijfers te publiceren. Daaruit blijkt dat de loonkosten per gewerkt uur in de particuliere sector tussen ’96 en 2007 in Duitsland daalden met bijna -10%, in België met -1% en in Frankrijk en Nederland toenamen met respectievelijk 6% en ruim 15%.(6) Het feest in Duitsland loopt trouwens ten einde. De toonaangevende vakbond voor heel Europa, IG-Metall met 3,5 miljoen leden, eist dit jaar 8%, het hoogste in16 jaar. Doorgaans realiseert ze maar de helft, maar dat zou nu wel eens anders kunnen uitdraaien.(7)
Geen wonder dat de aanvallen van ECB-voorzitter Trichet op de indexkoppeling weinig indruk maakten.(8) De patroons lopen zelf niet echt warm voor een confrontatie daarover, maar met een indexaanpassing eind 2007, twee in 2008 en mogelijk nog een in het voorjaar van 2009, kan de patronale appetijt gewekt worden. Toen Thomas Leysen voorzitter werd van het VBO, dat volgens hem 33.000 bedrijven vertegenwoordigt, hield hij het op “er moet dus wel iets gebeuren”.(9) Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank suggereerde een indexering in centen, in plaats van procenten. Op die manier zouden de hogere inkomen inleveren op de index, redeneerde hij. De vakbonden trapten echter niet in de val. “Door de iets betere verdiener een stuk index af te pakken, ondergraaf je het draagvlak van het hele stelsel”, antwoordde Luc Cortebeeck.(10)
Een interprofessioneel akkoord in het najaar
In tegenstelling tot wat de patroons voortdurend suggereren, heeft de Belgische arbeider zichzelf niets te verwijten. Telkens weer blijkt hij aan de top te staan inzake productiviteit. Op het gebied van geproduceerde waarde per uur arbeid moet hij, met een gemiddelde van 53,4 $/uur enkel Luxemburg (71,3 $) en Noorwegen (63,5 $) voor laten gaan.(11) In Noorwegen is dat hoofdzakelijk te wijten aan de petroleumsector. De arbeiders in de VS (52,3 $), Nederland (52,2 $), Duitsland (49,3 $), Frankrijk (51,3 $) en zeker Japan (37,5 $) zijn allemaal minder productief. Betreffende geproduceerde waarde per arbeider staat België ‘pas’ op de vijfde plaats. Belgische werknemers werken jaarlijks gemiddeld 1610 uur, Amerikaanse 1785 en Ierse 1870. Nederlanders werken gemiddeld 1413 uur, Fransen 1559 en Duitsers 1432.
Toch is het voor sommigen nooit genoeg. Unizo-provocateur van Eetvelt heeft ons niet echt verast met zijn bewering dat er geen ruimte is voor loonsverhogingen. “Het zal al een hele kunst zijn om ons indexsysteem overeind te houden”. Voor lastenverlaging anderzijds, ziet hij wel nog mogelijkheden.(12) Zijn natte droom? ‘Zes dagen werken, geen opslag’. “Waarom trekken we werkweek niet op van 38 naar 48 uur? In drukke periodes moet meer gepresteerd kunnen worden.”(13) Daarmee speelt Van Eetvelt zijn klassieke rol: hij laat de ballonnetjes op, die anderen niet durven uitspreken. Ook het VBO trekt naar de IPA-onderhandelingen met duidelijke ordewoorden. Het zijn er vijf: de koopkracht is geen probleem, de lonen zijn te hoog, de arbeidsmarkt mist flexibiliteit, de Belgen werken te weinig en de overheid is kortzichtig want de carrières blijven kort ondanks de stijgende levensverwachting. Peter Timmermans, de algemeen directeur, voegt eraan toe dat de onderhandelingen over een akkoord moeilijker dan ooit zullen zijn.
Wij verkondigen al jaren dat de kleine en middelgrote toeleveringsbedrijfjes zeer kwetsbaar zullen zijn in geval van een recessie. De eerste acht maanden van 2008 telden we al 5191 faillissementen, 8,3% meer dan in 2007 en zijn we op weg om het record van 2004 van 7.935 faillissementen te breken. Daarbij gingen 12.000 jobs verloren, het ging vooral om kleine bedrijven. De sanering van farmagroep UCB, waardoor 555 jobs bedreigd worden in Brussel en Eigenbrakel, is daar niet bij. Het gaat er niet om een faillissement. Het is wel een kaakslag voor de Waalse regering omdat het tot de spitssectoren van het Marshallplan behoort. De grootste stijging in faillissementen deed zich voor in Brussel (+20%) en Wallonië (+10%) en veel minder in Vlaanderen (+1,4%), waar toch 2387 faillissementen werden opgetekend. Maar dat was nog voor de recessie echt begon.(14)
In september trad ook in Vlaanderen een forse versnelling op. Al voor de zomer had Bekaert haar staalkoordproductie in Lanklaar gesloten: 136 jobs weg. Tijdens de zomer deed Punch International hetzelfde met haar velgenfabriek in Hoboken: -315 jobs. In september besliste Barco 113 jobs te schrappen, waarvan twee derde in België. Diezelfde maand kondigde Picanol aan 190 jobs te schrappen in Ieper. Het textielbedrijf Beaulieu herstructureert in Wielsbeke, -209 banen, en sluit de vestiging in Ninove, -178 banen. Bij Gilbos in Herdersem, bouw van textielmachines, verdwijnen 48 jobs als gevolg van de afbouw van activiteiten als toeleverancier. Domo Gent sluit haar afdeling Cushion Floor in Zwijnaarde, 91 arbeiders en 47 bedienden verliezen hun baan. Op het gebied van faillissementen is er de sluiting van het Gentse UCO, -400 jobs en van meubelfabrikant Sint-Jozef uit Aarschot -33 banen. Dat allemaal alleen al in september 2008.
Voor het patronaat is dat de ideale situatie om de druk op te drijven en zich meteen van overtollig personeel te ontdoen. Wellicht hoopt het de arbeiders de schrik op het lijf te jagen en bevriende vakbondssecretarissen als Herwig Jorissen van de communautair opgedeelde metaalcentrale van het ABVV, te voorzien van een schrikbeeld waarmee die de basis kan verlammen. Hoewel de faillissementengolf wellicht enkele weken vertwijfeling kan veroorzaken, geloven we er niet in dat dit de arbeidersbeweging zal verlammen. De warrige oproep van het ABVV voor een actiedag op 6 oktober drukt dat uit. Verschillende centrales schatten de situatie verschillend in.
Sommige pleitten terecht om de mobilisatie op gang te trekken via een nationale betoging. In Brussel grendelden op 25 september al de lokale en regionale besturen de stad af met filterblokkades. Bij Belgacom hielden de drie vakbonden voor het eerst in 40 jaar een gezamenlijke militantenvergadering.(15) In de Brusselse en Waalse metaalcentrale wou men onmiddellijk gaan voor 48-urenstaking, met als gevaar dat men teveel vooruit loopt op het bewustzijn in andere sectoren. Bij AC en BBTK werd terecht gepleit om eerst en nationale betoging te organiseren. Bij de Lijn en het MIVB is men vrijwel onmiddellijk begonnen met het organiseren van een stakingsdag op 6 oktober. In Oost-Vlaanderen organiseert men ter voorbereiding interprofessionele vergaderingen. In Antwerpen wil men een filterblokkade aan de Scheldelaan. Deze chaotische situatie zal echter de sfeer van actie van voor de zomer herstellen en de krachten voorbereiden op een krachtsmeting in aanloop naar de onderhandelingen over het interprofessioneel akkoord.
122. Binnen de vakbondsapparaten zal de tegenstelling tussen diegenen die de beweging volledig willen atomiseren en wellicht reeds dromen van een carrière elders, en anderen die gevoeliger zijn voor de druk van de basis en er, hoe beperkt ook, uitdrukking willen aan geven, ten top worden gedreven. Mogelijk vertaalt die tegenstelling zich ook politiek. De meer radicale onderdelen van de patronale organisaties (Voka, Unizo, VKW, Agoria) zullen zich op die tegenstelling willen baseren om steeds driestere eisen te stellen en wellicht te belanden in een zeer communautair discours. De verstandiger onderdelen van het patronaat, de top van het VBO, zal de druk van die radicalere fragmenten af en toe weerspiegelen en gebruiken als het past, maar in het algemeen trachten te temporiseren zodat de vakbondsleiders de controle over de basis niet verkwanselen en de politici tijd krijgen om de stabiliteit te herstellen.
Een deel van de patronale organisaties is wellicht van oordeel dat een interprofessioneel akkoord niet hoeft. De grotere bedrijven en hun vertegenwoordigers zien in een IPA echter een instrument om een vloed van acties en stakingen in de sectoren en de bedrijven af te remmen, en zullen wellicht een akkoord wensen, zelfs als ze daarvoor beperkte toegevingen moeten doen. Een van de problemen daarbij is dat de regering wellicht niet over de middelen beschikt om een akkoord te smeren met bijkomende middelen.
Begrotingsopmaak
Die overheid zit trouwens met een enorm probleem. Na 15 maand communautair gekibbel moet ze nog steeds haar eerste begroting rond krijgen. De vorige werd nog afgehandeld door de paarse ministers. Dat de begrotingsminister onder Leterme I ‘staatssecretaris’ Melchior Wathelet werd, die bovendien ook verantwoordelijk is voor gezinsbeleid, was al een teken aan de wand. Met Reynders op financiën is dat dodelijk. Die heeft zich alweer misrekend. Volgens de studiedienst financiën zullen de belastingen in 2008 1,1 miljard euro minder opleveren, dan voorzien was tijdens de begrotingscontrole van juli.(16)
Vooral de btw-inkomsten door de zwakkere consumptie, en de bedrijfsvoorheffingen, door de lastenverlagingen op overuren, ploegen- en nachtarbeid vielen tegen. Maar voor Reynders is een tekort van -0,3% geen probleem. Dat zou trouwens -0,5% kunnen worden. De Suez-bijdrage van 250 miljoen euro is nog niet binnen en de bijdrage van de Vlaamse regering van een kleine 400 miljoen euro gaat niet door omdat er nog geen staatshervorming is.
Voor 2009 wordt de begrotingsopmaak nog moeilijker. Volgens het Planbureau zakt de groei naar 1,2 procent en moet bij ongewijzigd beleid minstens 5 miljard worden gevonden om een evenwicht te bereiken. Bovendien heeft de regering beloofd de uitkeringen welvaartsvast te maken (200 miljoen in 2009), de bedrijfslasten nogmaals te verlagen en een overschot van 0,3 procent te boeken.(17) Leterme beweert naar 5 miljard te zoeken, maar volgens Knack en Trends moet hij ongeveer 7 miljard “bijeen zien te harken”. Op 14 oktober moet hij met een nieuwe beleidsverklaring in het federale parlement verschijnen. Luc Coene, vice-gouverneur van de Nationale Bank van VLD-signatuur, lanceerde begin september al enkele pistes. “De voorbije jaren zijn de sociale uitgaven met 2,3% van het BBP meer gestegen dan oorspronkelijk voorzien. Dat groeiritme van uitgaven moet naar omlaag.” Voorts vindt hij dat “de overheidsuitgaven onder controle moeten gehouden worden”
Coene bedoelt daarmee niet dat de regering de politiek van lastenverlaging moet verlaten, dat niet, want “na Zweden staat België nog steeds op de tweede plaats ter wereld op vlak van belastingsdruk”, beweert hij. Wat moet er dan wel gebeuren? Een bloemlezing uit De Standaard. Die titelt op 6 mei 2008 “40 procent ambtenaren over 5 jaar met pensioen”. Op 22 mei: “Vervang maar één op drie ambtenaren”. Op 26 juni: “Met 72.000 ambtenaren minder gaat het ook.” Tenslotte schrijft Van Eetvelt in een opinie aan de pers het volgende: “staat moet de tering naar de nering zetten, zoals elk bedrijf”. Wie besloten heeft dat de staat een bedrijf is, vermeldt hij niet. Voor Van Eetvelt kunnen de komende 10 jaar 11.000 ambtenaren afslanken, zonder sociaal bloedbad nog wel en zonder de efficiëntie van de overheid aan te tasten. Daarmee wil Van Eetvelt antwoorden op een aantal financiële experts die enkele dagen eerder verkondigden niet te geloven in besparingen op ambtenaren en gezondheidszorg. (18)
Volgens die experts levert een besparing op de 80.000 federale ambtenaren maar weinig op. De grootste personeelskosten liggen trouwens bij de gemeenschappen en de lokale besturen. Besparen op onderwijzers vinden ze echter niet aan te raden. Van Eetvelt en co zijn het daar uiteraard niet mee eens. Zij weten ook wel dat een op de drie bedrijven volgens de sociale inspectie de wetgeving overtreedt (19) , dat de belastingsdiensten steen en been klagen over personeelstekort. De federale ambtenaren die op pensioen gaan niet meer vervangen, betekent meteen de ondermijning van storende overheidsdiensten als de sociale inspectie en fraudebestrijding. Ook voor wat het onderwijs betreft, hebben Van Eetvelt en Co een antwoord klaar: economische migratie, dat is goedkoper. Met Open VLD-minister Turtelboom hebben ze wat dat betreft een ijzeren tante op post.
Ook besparen op de gezondheidszorg vinden de specialisten onrealistisch. “Door de vergrijzing zullen de uitgaven voor de gezondheidszorg almaar groeien waardoor besparen moeilijk wordt.” Marc De Vos, van de ultraliberale denktank Itinera, totaal buiten verdenking voor linkse sympathieën, stelt dat de gezondheidszorg zonder hervormingen regelrecht op tekorten afstevent. Het aandeel dat patiënten betalen in de ziekenzorg is, tegen de Europese trend in, voortdurend gestegen, terwijl de kwaliteit is afgenomen. De OESO klasseert onze gezondheidszorg slechts op de 18de plaats (van de 26 OESO landen) inzake performantie. Het aantal verstrekte zorgen is zeer goed, maar de gezondheidsresultaten als levensverwachting, kindersterfte, overlijdens aan geneesbare kankers etc… trekken ons systeem naar beneden. Enkel in de VS, Canada, Zwitserland, Spanje en Portugal betalen de patiënten zelf een groter aandeel van de ziekenzorg. Toch pleit Itinera voor een beperking van de groei van het budget “omdat anders de hervormingsdrang niet gestimuleerd wordt”
Van Eetvelt heeft berekend dat door de groeinorm te verlagen van 4,5% naar 2,8% in 2009 365 miljoen uitgespaard kan worden in de gezondheidszorg. “Zonder problemen voor de volksgezondheid”, voegt hij eraan toe. Op het terrein is men daar niet van overtuigd. Daar wijst men erop dat moet rekening gehouden worden met de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Knieprotheses, heupprotheses of operaties van cataract zijn – gelukkig maar – veel toegankelijker geworden dan op het einde van de jaren ’80, maar tillen de uitgaven op. De huidige groeinorm bedreigt trouwens heel de sector. Ziekenhuizen klagen over structurele tekorten. In het Brusselse staan verschillende ziekenhuizen op de rand van het faillissement. Aan het huidige tempo evolueren we steeds meer naar een gezondheidszorg met twee snelheden, met slechts een basiszorg voor diegenen die het zich niet meer kunnen veroorloven. Men doet steeds meer beroep op slecht betaalde verpleeghulpen en de werkdruk wordt voortdurend opgedreven.
Waar zien de experts dan wel mogelijkheden om de begroting in evenwicht te krijgen? “Aan de inkomstenzijde kan wel een en ander gebeuren. De belastingsontvangsten liggen nu al voor het tweede jaar op rij 1 miljard achter op schema. Indien er meer gecontroleerd zou worden, is een deel van het begrotingsprobleem opgelost.” En voorts: “De federale regering moet afstappen van de klassieke recepten en kapitaal belasten.” De internationale kredietcrisis en de veralgemeende verontwaardiging over de hebzucht van enkelingen ten koste van de overgrote meerderheid van de bevolking, sijpelt door in heel de maatschappij. Het verklaart die plotse opwelling van realiteitszin bij enkele experts, die in de hebzucht van Van Eetvelt en co een bedreiging zien van de legitimiteit van het winstsysteem. We zijn hier getuige van een klassiek verschijnsel, namelijk dat revolutie zich het eerst manifesteert aan de top van de maatschappij en niet, zoals men meestal verkeerdelijk denkt, aan de basis ervan.
Bij de meeste (klein-) burgerlijke strategen en hun politieke marionetten dringt het gevaar pas door als het zich onder hun neus bevindt. Meestal doen ze er eerst nog een schepje bovenop. In juni nog eiste de VLD een lastenverlaging ten belope van 4,2 miljard euro. Op Vlaams niveau wil de VLD daarbij een belastingskorting, een zogenaamde jobkorting van 600 euro, een verlaging van de vennootschapsbelasting ten belope van 350 miljoen euro en een verhoging van de vrijstelling op de bedrijfsvoorheffing op nacht- en ploegenarbeid van 10,7 naar 15,6%. Tenslotte wil de VLD ook nog grotere fiscale voordelen voor overuren.(20) Eind februari 2009 zullen alle werkende Vlamingen een belastingskorting van maximaal 300 euro krijgen die kan oplopen tot 600 euro per gezin. De korting wordt deze keer niet gespreid over twaalf maanden, maar verrekend in de bedrijfsvoorheffing op het loon van februari, drie maanden voor de verkiezingen. “Op die manier is de korting voor iedere Vlaming zichtbaar.”
Op federaal niveau heeft de VLD eveneens een verlanglijstje: intensievere activering van 50-plussers, inkorting van de termijnen om werklozen uit te nodigen op een controlegesprek, degressiviteit van de uitkeringen, soepeler invulling van de 38-urenweek en economische migratie. Tenslotte wil Open VLD de sociale fraude aanpakken. Bij monde van Rik Daems valt daar 3 miljard euro te halen, toch slechts een tiende van de vermoedelijke fiscale fraude die, volgens een studie van Mc Kinsey en de VUB, jaarlijks 30 miljard euro beloopt. Daems viseert uiteraard niet de sociale bijdragen die door de werkgevers ontlopen worden, noch de in het zwart betaalde overuren of de koppelbazen die illegaal mensen tewerk stellen. Hij heeft het uitsluitend gemunt op diegenen die een uitkering combineren met hier en daar wat zwartwerk. Volgens ULB-criminologe Carla Nagels heeft Daems en wel zeer liberale visie op het bestrijden van sociale fraude.
Sociale drama’s in de maak
Daems en co kunnen zich nauwelijks voorstellen wat mensen ertoe drijft zwartwerk te aanvaarden, niet dat het hen interesseert. Philip Defeyt, OCMW-voorzitter in Namen, kwam in een studie voor het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling tot de conclusie dat steeds meer gezinnen voortaan weigeren hun kinderen ten laste te nemen. Eén op twintig jongeren onder de 25 jaar is afhankelijk van een OCMW-uitkering. (21) Het aantal leefloontrekkers is toegenomen van 75.400 in 2005 naar 82.000 in januari 2008. (22) Eén op zeven Belgen (14,7%) heeft een inkomen dat minder bedraagt dan 60% van het mediaan inkomen, de officiële armoedegrens. Die bedraagt 860 € voor een alleenstaande en 1.805 € voor een gezin met twee kinderen.(23) In Wallonië zijn dat er 17%, in Vlaanderen 11,4%. Het minimumloon bedraagt 1355,78 € bruto. Liefst 260.000 Belgen combineren twee of meer jobs. Volgens onderzoekster Elsy Verhofstadt aan de RUG is dat hoofdzakelijk om “brandstof-, vastgoed- of voedingsprijzen de baas te kunnen”.(24)
De voorstellen van de VLD om het activeringsbeleid op te drijven en voor degressiviteit van de uitkeringen, komen op een moment dat één op acht in België leven in een gezin zonder job. In Europa (de 27 lidstaten) doen enkel het VK en Hongarije het slechter op dat vlak. 16 % van de Europeanen leeft met een inkomen onder de armoedegrens, de helft daarvan maakt deel uit van een gezin waarin minstens één persoon werkt. Het verschijnsel ‘working poor’ doet zich dus ook in Europa voor. (25) Sinds 2004 werden 12.516 werklozen geschorst, waarvan 3.605 definitief, de anderen tijdelijk, doorgaans voor vier maanden. Meer dan de helft daarvan werd echter alleen al in 2007 opgelegd! In Vlaanderen laat men steeds weer uitschijnen dat Wallonië en Brussel inzake activeringsbeleid onvoldoende doortastend optreden. Hoewel Vlaanderen goed is voor 32,96% van de werklozen, werden er ‘slechts’ 28,63% van de schorsingen doorgevoerd. Wallonië is goed voor 49,62% van de werklozen en 50,02% van de geschorsten, Brussel voor 17,42% van de werklozen en 21,35% van de geschorsten. (26)
Men zou de indruk krijgen dat werkloosheid niet echt en probleem is, behalve voor een aantal hardnekkige profiteurs. In 2007 zouden maar liefst 116.000 extra jobs zijn gecreëerd. Het totale aantal werknemers bedraagt daardoor liefst 4,4 miljoen tegenover 3,6 miljoen aan het begin van de jaren ‘80. We hebben er steeds op gewezen dat goede jobs vervangen werden door slechte, flexibele, deeltijdse en tijdelijke jobs, uiteraard ook met een laag en partieel loon. Bovendien zijn de meeste jobs van het soort dat betaald wordt met bakken publieke middelen als dienstencheques. Volgens de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) van de federale overheidsdienst was 3,9% van de beroepsbevolking in Vlaanderen, 10,3% van die in Wallonië en 16,3% van die in Brussel werkloos, de EAK-cijfers hanteren de werkloosheidsdefinitie van het Internationaal Arbeidsbureau en liggen lager dan die van de RVA.(27)
In 1964 zakte het aantal jaarlijks gepresteerde arbeidsuren in België voor het eerst onder 8 miljard, in 1973 onder 7miljard. In 1964 gebeurde dat met 3.740.000 werknemers, in 1973 met 3.777.000. Dat was een gevolg van de arbeidsduurvermindering afgedwongen door arbeidersstrijd. In 1999 waren we voor het eerst met meer dan 4 miljoen werknemers, samen presteerden die 6,5 miljard arbeidsuren. Dat verschijnsel was niet langer en gevolg van strijd voor arbeidsduurverkorting, maar van een toename van deeltijds werk tot maar liefst 19,5%. In 2007 presteerden 4.337.000 werknemers, waarvan reeds 23,7% deeltijds, samen 6,9 miljard arbeidsuren, fors minder dan in de gouden jaren ’60.(28) Toen volstond één loon per gezin om rond te komen, vandaag is dat bijna onhoudbaar geworden. Vooral diegenen in een gezin, die het minst verdienen, zijn verplicht het onderhoud van het gezin te combineren met een deeltijdse job, 42,6% van de vrouwen werkt deeltijds, 7,8% van de mannen.(29)
Dat was voordat de crisis was overgeslagen op de reële economie. Intussen stijgt het aantal faillissementen spectaculair. Vorige recessies leidden steevast tot forse explosies van werkloosheid. Die van ’74-’75 koste zowat 350.000 arbeidsplaatsen in de industrie. Dat werd weliswaar gecompenseerd doordat de overheid zowat 250.000 jobs bij creëerde in de openbare diensten, maar de werkloosheidscijfers van de voorgaande periode, zo’n 75.000 behoorden definitief tot het verleden. De crisis van ’81-’83 verdubbelde het aantal officiële werklozen naar 500.000, een cijfer waar we nooit meer echt onder gegaan zijn. Sindsdien zijn opeenvolgende regeringen beginnen sleutelen aan de statistieken. Toch bracht ook de crisis van ’90 een forse toename van de officiële werkloosheidsgraad van minder dan 9% naar 15% tegen de tweede helft van ’95. De minicrisis van 2000 deed het aantal werklozen met bijna 200.000 opveren. De voorbije jaren is de werkloosheid weliswaar gedaald, maar spijts dienstencheques en andere statuten, niet eens tot onder het vorige dieptepunt van juni 2001, laat staan dat van het begin van de jaren ’90.(30) In augustus (2008) vroeg De Tijd zich af: “dreigt herfststorm op arbeidsmarkt?” De krant wijst erop dat de arbeidsmarkt slechts met een half jaar vertraging reageert op conjunctuuromslagen, en dat er voor het najaar wel degelijk redenen zijn tot bezorgdheid.(31) In Brussel neemt de werkloosheid inmiddels opnieuw toe, van 18,8% voor de zomer tot 19,4% in september ’08.(32)
Leterme had wellicht anders gehoopt, maar hij mag zich voorbereiden op een forse toename van de sociale uitgaven. Die waren in de periode 2003-2007 licht afgenomen van 23% van het BBP, naar 22,5%. In diezelfde periode vertoonde de sociale zekerheid drie keer en overschot, één keer een tekort (2003) en één keer een evenwicht (2005). In 2007 bedroegen de ontvangsten van de sociale zekerheid zo een 64 miljard €. Dat is hoofdzakelijk uitgesteld loon – de zogenaamde werkgevers– en werknemersbijdragen – voor 43 miljard € en de zogenaamde bijdrage van de overheid, goed voor 18 miljard €, met als hoofdbrok alternatieve financiering (bijna 10 miljard €). Nog in 2007 gaf de sociale zekerheid 62,5 miljard € uit. Gelukkig hoofdzakelijk aan dat waarvoor het bedoeld is, nl. sociale uitkeringen en personeelskosten, maar steeds meer aan subsidies aan bedrijven (nu al 1,6 miljard). Van de sociale uitkeringen ging in 2007 21 miljard naar gezondheidszorg, 19 miljard naar pensioenen, 7,8 miljard naar werkloosheid (daar zit ook een deel brugpensioen in), 4,5 miljard naar kinderbijslag en 4 miljard naar arbeidsongeschiktheid en invaliditeit.(33)
Jarenlang heeft men ons de stuipen op het lijf gejaagd over de vergrijzing en de onbetaalbaarheid van onze pensioenen. Voor iedere 60-plusser zijn er vandaag 2,5 actieve werknemers, tegen 2015 zijn dat er maar 2,1 meer. Bijna iedereen kent de grootteorde van die cijfers. Ze werden er via het Tv-scherm en andere media ingebrand als merktekens op het vee. Het moest ons de uitholling van onze pensioenen doen aanvaarden. Decennialang zouden besparingen ten laste van onze ouderlingen slechts verontwaardiging opgewekt hebben. Nu nog is er niets erger dan enkele jongeren die ouderlingen beschimpen, bestelen en mishandelen of ze gewoon aan hun lot overlaten. Dat is nochtans het voorbeeld dat onze regeringen nu al jarenlang stellen. De gemiddelde pensioenuitkering voor een mannelijke loontrekkende bedraagt nog slechts 1000 €, voor vrouwen slechts 700 €. Blijkt uit onderzoek dat de zogenaamde aanvullende pensioenen bijna uitsluitend terecht komen bij diegenen die al een hoog wettelijk pensioen genieten.(34)
Intussen vertegenwoordigt de gemiddelde pensioenuitkering na belastingen nog slechts 64,4% van het gemiddelde loon. In Griekenland en Nederland is dat meer dan 100%. In Luxemburg wordt aan een gepensioneerde over het totale verloop, gemiddeld 664.240 € uitbetaald, tegen 179.056 € in België, minder dan in Griekenland dat nochtans gemiddeld een veel lagere levensstandaard kent.(35) De ouderen op die manier in de steek laten, is zowat de meest schrijnende uitdrukking van een maatschappij gebaseerd op hebzucht. Nu het drama gerealiseerd is, pakt het Planbureau uit met nieuws: de vergrijzing zal de komende jaren iets minders sterk zijn, dan was voorspeld. Maar er is geen reden om op de lauweren te rusten: tegen 2050 (de datum is intussen verschoven met 35 jaar), zullen er voor elke 100 actieve werknemers, 44 65-jarigen (men heeft er 5 jaar bij gedaan) zijn. De waarzeggers van het Planbureau voorspellen voor iedere 100 actieven in 2050 30,38 65-jarigen in het hoofdstedelijke gewest Brussel, 42,68 in Wallonië en 47,38 in Vlaanderen.(36)
We hebben de inleveringen op loon en arbeidsomstandigheden van de loontrekkenden al behandeld, de flexibele en onderbetaalde jobs voor jongeren, de selectieve migratie, de aanvallen op werklozen, zieken,en gepensioneerden, en toch zijn we nog niet ten einde. Het blijkt uit de cijfers van het Vlaams Agentschap Personen met een Handicap (VAPH) dat de wachtlijsten voor gehandicapten, 5.689 in 2003 intussen zijn opgelopen tot 8200! (37) Voor een gewest dat in aanloop naar de verkiezingen uitpakt met zogenaamde jobkortingen en andere geschenken getuigt dit minstens van wansmaak.
Noten deel 4
- Federaal Planbureau, communiqué 12 september 2008
- Jaarverslag van de Nationale Bank, 2007, blz. 97 en 99
- De Tijd, 27 augustus 2008, Reële lonen werknemers dalen
- De Tijd, 27 februari 2008, Lonen kunnen prijzen niet volgen
- De Tijd, 3 oktober 2007, Lonen stijgen trager dan BBP. Tussen 2002 en 2006 stegen de (nominale) lonen en sociale bijdragen met 13 % tot 158,2 miljard €, in diezelfde periode nam het bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen, dat vooral de bedrijfswinsten omvat, met 26% toe tot 121 miljard €. Het BBP bedroeg 316,6 miljard €.
- Jaarverslag van de Nationale Bank, 2007, blz. 103, grafiek 41
- De Tijd, 9 september 2008, IG Metall eist 7 tot 8 procent meer loon
- Van de 15 lidstaten hebben er 6 een automatische of een gedeeltelijke indexering: België, Luxemburg, Spanje, Slovenië, Cyprus en Malta. In sommige landen bestaat bovendien een indexering van het minimumloon
- De Morgen, 19 april 2008, De index is geen ideaal systeem
- België en Luxemburg zijn de enige landen met een automatische indexkoppeling. Het systeem is gebaseerd op de prijzen van 507 producten. Zodra de index een bepaald niveau, de spilindex bereikt, wordt een indexaanpassing toegepast. Voor de uitkeringen in de maand erop volgend, voor de openbare diensten en enkele sectoren in de tweede maand erop. Indien sommigen een deel van hun index zouden verliezen, zou dat hun gehechtheid eraan ondermijnen en meteen het front ter verdediging van de indexkoppeling doen afbrokkelen.
- The Conference Board & Groningen Growth and Development Centre –summary statistics en total economy database, januari 2008 – uitgedrukt in 2007 US $
- De Tijd, 25 juli 2008, Unizo trekt streep onder loonsverhogingen
- Het Nieuwsblad, 17 september 2008, Zes dagen werken, geen opslag
- De Tijd, 2 september 2008, Faillissementen op record na acht maanden
- De Tijd, 2 september 2008, CAO-overleg Belgacom nog onzeker
- De Tijd, 3 september 2008, Belastingsinkomsten met 1,1 miljard in het rood
- Knack, 24 september 2008, Rolverdeling met een hoge prijs
- De Tijd, 4 september 2008, We moeten besparen, maar waar?
- De Tijd, 8 februari 2008, Een op drie bedrijven overtreedt wet
- De Tijd, 6 juni 2008, Open VLD eist 4,2 miljard minder lasten
- Le Soir, 12 september 2008, Un tiers de jeunes dans les CPAS
- Le Soir, 5 juli 2008, Le public des CPAS continue de s’élargir
- Mediaan inkomen is het inkomen van diegene die juist evenveel mensen telt met een inkomen hoger en een inkomen lager dan dat van zichzelf. Het gemiddelde inkomen is de optelsom van alle inkomens gedeeld door het aantal mensen met een inkomen.
- Laatste Nieuws, 26 maart 2008
- De Tijd, 26 februari 2008, Een op de acht Belgen leeft in gezin zonder job
- De Tijd, 21 februari 2008, RVA-activeringsbeleid leidde sinds 2004 tot 12.500 schorsingen
- De Tijd, 15 mei 2008, 116.000 extra banen in recordjaar 2007
- The Conference Board & Groningen Growth and Development Centre –total economy database, januari 2008
- Website van de Federale overheid, werkgelegenheid en werkloosheid
- Grafiek:
- De Tijd, 2 augustus 2008, Dreigt Deuxième mois de hausse consécutive pour le chômage herfststorm op arbeidsmarkt?
- Le Soir, 4 september 2008, Deuxième mois de hausse consécutive pour le chômage
- Federaal Planbureau, economische vooruitzichten 2008 – 2013, mei 2008
- De Tijd, 4 oktober 2007, Aanvullende pensioenen erg ongelijk verdeeld
- Le Soir, 18 september 2007, Pensions: vers la fin de l’Etat-providence
- De Tijd, 9 mei 2008, Vergrijzing slaat minder hard toe volgens bijgestelde prognoses
- De Morgen, 3 maart 2007, wachtlijsten voor gehandicapten weer fors langer geworden
>>> Inhoudstafel