8. Afghanistan terug in de greep van de Taliban

De politieke, ethische en sociale problemen zijn voor marxisten inde neokoloniale wereld anders en complexer dan in de ontwikkelde kapitalistische landen. Dat geldt zeker voor gebieden zoals Afghanistan. Wel zijn een aantal omstandigheden uit de neokoloniale wereld overgeplaatst naar de ‘Eerste’ Wereld door massale migratie. De basis die wij aan het uitbouwen zijn in Pakistan is een belangrijk vertrekpunt om tussen te komen in dit land en in heel de regio. Afghanistan was zogenaamd ‘veilig’ na het uitdrijven van de Taliban door de Amerikaans-Britse invasie na de aanslagen van 11 september. Nu blijkt echter dat de macht van president Karzai – die gesteund wordt door de financiële middelen en de militaire bescherming van de VS, Groot-Brittannië en andere NAVO-landen – niet verder reikt dan de grenzen van de hoofdstad Kaboel. Er waren anti-Westerse rellen en een aantal methoden die doen denken aan Irak (zoals zelfmoordaanslagen) in Afghanistan. In het zuiden en het grensgebied met Pakistan, is er een schaduwbewind van de Taliban. Middeleeuwse barbarij is er teruggekeerd met scholen die plat gebrand worden en vrouwen die geterroriseerd worden en terug in hun huizen worden gedreven.

Ondanks alle beweringen van de Amerikaanse en Britse troepen dat ze de ‘harten en geesten’ aan het winnen zijn (een echo van een gefaald Amerikaans beleid in Vietnam), slagen de troepen er niet in om het land uit haar feodale verleden te halen. Het falen van de missie in Afghanistan blijkt ook uit de toename van de dodentol van Britse en andere NAVO-troepen in het land. Er zijn zoveel middelen van de NAVO in Afghanistan gestopt dat de Financial Times beweerde: “Niet enkel de toekomst van Afghanistan, maar ook die van de NAVO staat hier op het spel”. Britse generaals waarschuwden dat het Britse leger in Irak op zes maanden van de kaart kan geveegd worden. Ze verklaarden tevens dat de meerderheid van de Afghaanse bevolking wel eens voor een heerschappij van de Taliban zou kunnen kiezen als het daardoor ‘vrede’ kan krijgen. De lessen van de geschiedenis van Afghanistan werden niet getrokken door de Britse en Amerikaanse imperialisten. Er is een vraag naar vrede en stabiliteit onder de hard getroffen Afghaanse bevolking. De meerderheid verwerpt de methoden van de Taliban. Maar de krachten achter Karzai zijn een spiegelbeeld van de Taliban. Het is een bont allegaartje van brutale krijgsheren die ook gehaat worden door de bevolking. Een deel van de Afghaanse bevolking steunt de Taliban omdat “de krijgsheren die aan de macht zijn gesteund worden door het buitenland”.

Ondanks de beweringen van het imperialisme dat het de opiumteelt zou tegen gaan door alternatieven aan te bieden aan de Afghaanse boeren, bleek dat het land in 2006 een nooit geziene hoeveelheid opium zou produceren met de grootste toename in de provincie Helmand waar de Britse troepen betrokken zijn in een confrontatie met de Taliban. Deze provincie zal wellicht minstens een derde van de wereldproductie van heroïne in 2006 produceren, een klassiek voorbeeld van de ‘beschavingsrol’ van de Britse troepen in Afghanistan. Afghanistan staat in voor bijna 90% van de heroïne in de wereld. De dunne lijn van Amerikaanse en Britse troepen is niet in staat om de strijd tegen de Taliban aan te gaan. De regering-Karzai is dermate wanhopig dat het een alliantie aangegaan is met de ‘narco-krijgsheren’ en de milities om zo de Taliban te bestrijden. Tegelijk heeft dit Karzai er niet van weerhouden om in het zuiden tot een akkoord te komen met een deel van de Taliban, net zoals het regime in Pakistan akkoorden heeft met de Taliban langs haar kant van de grens.

Er wordt geschat dat er een “buitenlands legioen” van 150.000 troepen nodig zou zijn om enkel het zuiden van Afghanistan te controleren. Een volledige ineenstorting van de zogenaamd ‘democratische’ regering onder Karzai staat bovendien op de agenda in Afghanistan. Om redenen van strategie en prestige, zal het imperialisme proberen om dit te vermijden, maar een behoud van de actuele situatie is hoogst onwaarschijnlijk in deze onstabiele regio.

Elk regime in het Midden Oosten is onstabiel en kan desintegreren – mogelijk via de tussenweg van een oorlog zoals veel het geval geweest is in de geschiedenis – waardoor de situatie compleet uit de hand kan lopen. Egypte is een voorbeeld van een dergelijk regime. Er is een dictatuur waar verkiezingsfraude de norm is en gecontroleerd wordt door Moebarak en zijn Nieuwe ‘Democratische’ Partij, de politieke uitdrukking van de staat dat het controleert. Deze dunne laag ‘democratisch’ vernis werd echter gebruikt door de Moslim Broederschap om op het parlementaire toneel te verschijnen en de heerschappij van Moebarak te betwisten. 600 leden van de Broederschap zitten in de gevangenis en Moebarak dreigt geregeld met een volledige repressie van de organisatie als het niet langer in de lijn loopt.

De seculiere oppositie wordt ook genadeloos onderdrukt. De meeste seculiere oppositiestromingen zijn bang van banden met de VS omwille van de enorme onpopulariteit van de VS in het bewustzijn van de Egyptische en Arabische bevolking. Op dit punt is er een belangrijk verschil met Oost-Europa. Terwijl het VS-imperialisme heel wat steun geeft aan het Egyptische regime – enkel Israël krijgt nog meer subsidies vanuit de VS – is het duidelijk dat dit onvoldoende zal zijn, zeker niet indien er een economische stagnatie of achteruitgang is, om te vermijden dat de situatie in het land verder overkookt en tot ontploffen komt. Er is een economische tendens om zich minder op de VS te richten. De groei van de handel tussen de verschillende Arabische landen nam toe van 4% in 2002 tot 22% in 2005. De handel van Egypte met andere Arabische landen nam met 60% toe, omwille van een groei in de export van de industrie en de val van het Egyptisch pond naast een toename van de directe investeringen vanuit de Golfstaten.

Anderzijds werd Kaddaffi, het vroegere enfant terrible van het imperialisme, aan boord genomen nadat hij zich uitsprak tegen kernwapens, twee agenten die naar verluidt betrokken waren bij de explosie van een vliegtuig boven het Schotse Lockerbie overleverde en tevens een compensatie van 2,7 miljard dollar betaalde aan de slachtoffers. Een factor die wellicht niet in het minst een rol gespeeld heeft bij het akkoord tussen de VS en Libië is natuurlijk de druk van de oliebedrijven die een normalisatie van de relaties wilden om zo ook de hand te kunnen leggen op de rijke oliereserves in Libië. Het regime van Bush blijft stil over de ‘democratisering’ van Libië, ook al stelde het eerder dat democratisering het centrale principe van haar politiek in het Midden Oosten zou zijn.

De economische perspectieven voor de regio, die kunnen doorbroken worden door sectaire en etnische conflicten, worden gesymboliseerd door het olieproducerende eiland Bahrein. Dat eiland bevindt zich tussen Saoedi-Arabië en Irak. De kloof tussen rijk en arm valt er samen met een dieper wordende sectaire verdeeldheid. Op dit ogenblik ziet het er naar uit dat tegen 2013 zo’n 35% van de inwoners van het eiland werkloos zullen zijn en 70% zal een job hebben dat ‘beneden’ de verwachtingen of de mogelijkheden van de arbeiders is. Het regime wordt geleid door de heersende al-Khalifa familie die toelaat dat een parlement bestaat dat niets in de pap te brokken heeft. Twee derden van de bevolking zijn Sjiieten en er ontstaan meer sectaire spanningen vanuit de Soennietische verdedigers van Al Qaeda die zich tegen de Sjiieten richten. Zoals in Egypte kan een ernstige economische crisis ertoe leiden dat het eiland onbestuurbaar wordt. Hetzelfde kan overigens gebeuren in Syrië en heel wat andere regimes in het Midden Oosten.

Deze onstabiliteit zal ook gevolgen hebben voor de Mahreblanden. Algerije heeft nog steeds te lijden onder de verschrikkelijke gevolgen van een 20 jaar durende burgeroorlog. Gebeurtenissen in deze regio, inclusief Marokko en Tunesië, hebben een effect in Europa. Het feit dat de regimes daar niet in staat zijn om iets aan te vangen met de nieuwe generatie die de universiteiten en scholen verlaat, zal het ongenoegen verder doen toenemen en zal de druk op emigratie vergroten. Dat zet op zijn beurt druk op landen als Spanje, Frankrijk, Italië en Europa in het algemeen.

Het is belangrijk dat het CWI de dialoog aangaat met de nieuwe generatie van arbeiders en jongeren die uit moslimlanden komen of die een moslimachtergrond hebben en die op zoek zijn naar een radicaal revolutionair antwoord op hun problemen. Sommigen van hen zullen mogelijk de richting van het islamitisch fundamentalisme uitgaan, dat zagen we ook bij de Iraanse revolutie. Maar onze ervaring in Pakistan toont aan dat het mogelijk is om met een voorzichtige benadering, via tussenkomsten rond sociale thema’s in het bijzonder en met een nadruk op vakbonden, nieuwe arbeiderspartijen het idee van permanente revolutie naar voor te brengen als antwoord op het falen van de burgerlijk-democratische revolutie die nog niet werd doorgevoerd in deze landen. Dat kan een basis vormen voor socialistische en marxistische krachten.

>>

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel