7. Hoe sterk is de opkomst van de rechtse politieke islam?
De overwinning van de islamisten in Somalië, gesteund door lokale kapitalisten en de massa’s die wanhopig zoeken naar gelijk welk alternatief op de heersende chaos, vormde een belangrijke nederlaag voor de Amerikaanse strategie om het terrorisme te bestrijden vanuit de Hoorn van Afrika. Sinds de val van de dictator Mohamed Siad Barre in 1991 viel het land ten prooi aan corrupte krijgsheren die heel wat rijkdom verzamelden door controle te verwerven op de havens, wegen en luchthavens waar er geen erkende nationale autoriteit aanwezig was. De VS steunde deze heersers steevast, zelfs toen bepaalde Somalische kapitalisten de VS benaderden om hun beleid te veranderen. De VS was bang van een ‘Talibanisering’ van Somalië, maar haar misrekeningen lijken nu net te leiden tot het tegenovergestelde van wat de oorspronkelijke bedoelingen van de VS. Bush heeft gesteld dat hij wil vermijden dat er nieuwe bases komen voor Al-Qaeda, maar na het weinig glorievolle terugtrekken van de Amerikaanse troepen uit Somalië in 1994 (onder Clinton) was de VS niet meer in staat om op een directe wijze militair tussen te komen.
De islamisten zullen in Somalië niet in staat zijn om meer vrede en welvarendheid te brengen voor de bevolking dan wat de Taliban aan te bieden had aan de Afghaanse bevolking. De laatste krijgsheren capituleerden tegenover het nieuwe islamistische regime, maar dat kan snel een theocratische dictatuur worden waar iedere onafhankelijke beweging van de arbeiders of de armen sterk onderdrukt wordt.
De VS zal niet zomaar staan toekijken terwijl een nieuw islamistisch regime aan de macht komt. De VS zal proberen tussen te komen. Niet op een directe manier, maar via bondgenoten. Voor de capitulatie van de krijgsheren waren er verslagen over hoe Ethiopische troepen de grens overstaken om de ‘voorlopige regering’ te ondersteunen. Er is een angst onder een aantal buurlanden dat een opmars van het islamfundamentalisme in Somalië een regionale impact kan hebben.
De algemene bedreiging door de islamisten, en in het bijzonder door Osama Bin Laden en zijn groep, om na de aanslagen van 11 september in de VS de ummah (de wereldwijde gemeenschap van moslims) te mobiliseren achter haar ideeën, is niet gerealiseerd. De aanhangers van de ‘jihad’ rond figuren als Bin Laden en anderen, kunnen vergeleken worden met een soort burgerlijke, religieuze vorm van terroristisch ‘anarchisme’. Een gewelddadig anarchisme denkt dat het de massa’s in beweging kan zetten door een reeks gedurfde acties van een handvol terroristen en dat op die manier fundamentele verandering kan worden bekomen. Het marxisme gaat daar uiteraard tegen in en stelt dat de macht van de massa’s van de arbeiders centraal moet staan. Marxisten stellen dat gewelddadige anarchisten eigenlijk ‘liberalen met bommen’ zijn. De volgelingen van Bin Laden zijn reactionairen met bommen. Bovendien vormen ze een godsgeschenk voor de neoconservatieve bende rond Bush. Die hebben de ‘dreiging’ van het stalinisme als excuus voor een militarisering van grote delen van de VS, kunnen vervangen door een angstklimaat dat moet dienen als rechtvaardiging voor massale defensie-uitgaven, repressieve wetten,… Bovendien zijn de aanhangers van de jihad er niet in geslaagd om massale steun te krijgen van de moslimbevolking. Islamistische opvattingen, de rechtse politieke islam om correcter te zijn, vormen echter nog steeds een probleem en kunnen een centraal gegeven worden in de oppositie van de massa’s tegen de corrupte regimes in de Arabische wereld en der est van de neokoloniale wereld.
Het succes van Hezbollah dat in staat was om de Israëlische aanval op Libanon tegen te houden, heeft er toe geleid dat deze organisatie meer nog dan Al Qaeda een symbool is geworden voor het Arabisch en in zekere zin het ‘islamitisch’ verzet tegen het imperialisme en haar bondgenoten, zoals Israël, in het Midden Oosten. Hezbollah verschilt echter sterk van Bin Laden, zowel qua oorsprong (als antwoord op de Israëlische invasie in Libanon in 1982) als qua actuele samenstelling. Hezbollah heeft onderdelen van de oude ‘linkerzijde’ opgenomen, waaronder leden van de Libanese Communistische Partij en geradicaliseerde Palestijnen.
Nasrallah heeft recent de figuur van Che Guevara aangeprezen als symbool van verzet. Daarmee wou hij het idee van een ‘gezamenlijk blok’ met socialisten en anderen rechtvaardigen. Niet enkel in de neokoloniale wereld, maar ook in Libanon zelf. Bovendien heeft Hezbollah afstand genomen van haar vroegere eis van een ‘islamitische staat’ in Libanon. In die zin heeft het een aantal kenmerken van een burgerlijke democratische verzetsbeweging tegen Israël en het imperialisme opgenomen.
Het zou echter te vroeg zijn om nu al te concluderen dat Hezbollah kan ontwikkelen tot een brede Libanese organisatie, in plaats van een organisatie die vooral omkomt voor de Sjiieten. Het succes van Hezbollah in de ogen van de Arabische massa’s heeft echter bijgedragen tot het algemene beeld dat het de islamitische organisaties zijn die ingaan tegen de lakeien van het imperialisme in het Midden Oosten en niet zozeer de linkse of nationalistische krachten wiens dagen geteld zijn nadat ze hun kans hadden gekregen in de afgelopen 50 jaar. Het zijn organisaties zoals Hezbollah met een element van islamistische opvattingen, en het Soennietische Hamas in Palestina die op de voorgrond zijn getreden ten nadele van een ‘seculier’ type van bewegingen zoals Fatah. De toenemende invloed gaat echter ook gepaard met een groeiende druk om zich aan te passen aan de ‘realiteit’. Dat heeft Hamas, deels onder druk van de Palestijnse gevangenen, voor de invasie van Libanon ertoe gedwongen om zich tactisch uit te spreken voor een ‘twee staten’ oplossing voor het Arabisch-Israëlische conflict. Zowel Hamas als Hezbollah kunnen, zeker in een periode van onstabiele vrede, onder invloed komen van klassentegenstelling en zelfs opgesplitst worden. De catastrofale economische situatie in het Midden Oosten (buiten de olierijke golfstaten) en de gevolgen daarvan voor het dagelijkse leven van de Arabische massa’s kunnen dat versterken.
De massa’s kunnen ‘de opslagkamer van de geschiedenis doorzoeken’ en zelfs hun toevlucht zoeken tot achterhaalde en gefaalde ideologische posities, en dat omwille van de afwezigheid van massale marxistische en socialistische alternatieven. Dit kwam tot uiting in de massale steun in een aantal landen voor islamistische opvattingen of organisaties. Recente peilingen tonen evenwel aan dat de steun voor de opvattingen en methoden van Bin Laden in de islamitische wereld opvallend achteruit gegaan is in 2004-2005. Er was zelfs een sterke achteruitgang in die landen die direct te maken kregen met islamistisch geweld.
Zelfs waar er machtige islamistische krachten bestaan, zoals de Moslim Broederschap in Egypte en elders, moesten deze krachten hun positie aanpassen. Net zoals rechtse neofascistische partijen met een zekere basis in de samenleving hun openlijke fascistische, paramilitaire vleugels moeten verbergen of omvormen, zagen we een gelijkaardig proces bij de krachten van de rechtse politieke islam. Deze krachten kunnen echter blijven teren op het enorme ongenoegen dat bestaat in de neokoloniale wereld en het zullen belangrijke krachten blijven tenzij ze systematisch politiek ondermijnd worden door de opbouw van bewuste socialistische en marxistische krachten. Dat blijft een belangrijke taak voor het CWI dat een rol wil spelen in het bijstaan van de arbeidersbeweging in de regio om voorzichtig om te gaan met bewegingen die gebaseerd zijn op religie en onvermijdelijk zullen moeten splitsen langs klassenlijnen als uitdrukking van de groeiende klassentegenstellingen die ook in het Midden Oosten ontwikkelen.
>>