Europa en België: geringe groei door zwakke binnenlandse vraag
58. Sinds de publicatie van de jongste Belgische Perspectieven in 2004 bleef de economische groei in het Eurogebied, die in 2003 0,8% bedroeg, zwak met gemiddeld 1,8% in 2004, 1,4% in 2005 en naar verwachting 2,2% in 2006 en 1,8% in 2007.(46) Als belangrijkste reden geeft de Nationale Bank de zeer geringe toename van de binnenlandse vraag, die blijft al 5 jaar onder de 2%. De Nationale Bank wijt dat aan de “matige groei” van het beschikbare inkomen in reële termen, dat, zo geeft ze zonder veel enthousiasme toe, “zelfs enigszins afnam”.
59. Voor heel het eurogebied groeide de bezoldiging per werknemer in 2005 gemiddeld met 1,6%, maar aangezien de inflatie 2,2% bedroeg kan die gemiddelde werknemer met zijn loon -0,6% minder kopen dan tevoren. (47) Diezelfde gemiddelde werknemer in het eurogebied was in 2005 trouwens 0,5% productiever dan in 2004, gerekend per éénheid geleverde productie steeg zijn loon slechts met (1,6% – 0,5% =) 1,1%, zijn koopkracht per gewerkt uur daalde met (1,1% – 2,2% =) -1,1%. (48)
Dat is een gemiddelde, in Duitsland daalde de nominale (49) loonkost per eenheid product zelfs, zowel in 2004 (-0,5%) als in 2005 (-1%). Dat is het meest extreme voorbeeld , maar overal in Europa stegen de loonkosten per éénheid productie trager dan de inflatie.
60. In België bleef de (nominale) loonkost per éénheid product stabiel in 2004 en steeg ze in 2005 met naar schatting 2,1%. (50) Rekening houdend met de inflatie daalde de koopkracht van ons loon per éénheid productie op 2 jaar tijd met maar liefst 2,8%. De verwachtingen van de nationale bank zien er trouwens niet slecht uit voor ons patronaat: in nominale termen zouden onze uurlonen zowel in 2006 als in 2007 niet sneller stijgen dan de inflatie, voor 2007 zelfs niet sneller dan de gezondheidsindex. Per eenheid product voorspelt de Nationale Bank ons een verdere inlevering van koopkracht met 1,6% in 2006 en 1,1% in 2007. (51)
61. Volgens de nationale bank is loonmatiging niet enkel vanuit het standpunt van de internationale concurrentie belangrijk, maar ook omdat “buitensporige loonstijging tevens de substitutie van arbeid door kapitaal in de hand werkt… het is bijgevolg onontbeerlijk verdere inspanningen tot loonmatiging te leveren om de werkgelegenheidsgroei te bevorderen.” Een grotere veroordeling van het kapitalisme kan men zich moeilijk inbeelden. Het was al het enige maatschappelijke systeem uit de menselijke geschiedenis waarin crisis niet veroorzaakt wordt door tekorten, maar door overcapaciteit en overproductie. Nu gaat men echter nog een stap verder: men pleit voor loonmatiging in de hoop daarmee de verdere ontwikkeling van productiekrachten, wetenschap en techniek af te remmen, want anders leidt dat tot “uitstoot van de minst productieve arbeidskrachten”. (52) Iedere humane maatschappij zou een toename van de productiviteit toejuichen: het zou tijd en ruimte opleveren om zich aan andere zaken te wijden waar men voordien niet de kans toe had, onder het kapitalisme betekent het echter meer werkloosheid, uitsluiting en armoede.
62. Het stijgingspercentage van de nominale uurloonkost is afgenomen van gemiddeld 4,2% per jaar in 2001-2002 tot gemiddeld 1,7% in de periode 2003-2004 en weer lichtjes gestegen tot 2,2% in 2005. De nationale bank verwacht voor de periode 2005-2006 een stijging van slechts 4,2% (voor de 2 jaar), dat is minder dan de loonnorm (4,5%) vastgelegd eind 2004 in het Interprofessioneel Akkoord (IPA) waartegen op 21 december van dat jaar 50.000 arbeiders hadden betoogd. (53) Dit IPA werd trouwens niet getekend door het ABVV en éénzijdig doorgedrukt door de regering na aandringen van het patronaat én de ACV-top.
63. Volgens de nationale bank is de lager dan verwachte loonstijging te wijten aan een herziening van de samenstelling van de gezondheidsindex begin dit jaar waardoor de automatische loonindexering afgeremd wordt.(54) Het VBO vindt echter dat er geen enkele reden is om euforisch te doen, ons land zit naar verluidt nog steeds met een zware concurrentiehandicap.(55) Sinds de wet op het concurrentievermogen van ’96 worden de loonkosten in België geacht niet sneller te stijgen dan het gewogen gemiddelde (56) van de 3 buurlanden, Duitsland, Frankrijk en Nederland, meteen de belangrijkste handelspartners. Sinds ’96 zijn de uurloonkosten in Nederland bijna 20% sneller gestegen dan in België en in Frankrijk ruim 5%, in Duitsland liepen ze echter ruim 10% minder op dan in België zodat globaal genomen de uurlonen in België tussen 1996 en 2005 1,8% sneller stegen dan het gewogen gemiddelde van de drie buurlanden.(57)
64. De nationale bank heeft daar een uitleg voor. In Duitsland heeft een langdurige zwakke groei geleid tot een hoge werkloosheidsgraad. Sectorale akkoorden zijn gericht op garanties voor werkgelegenheid ten koste van loonsverhogingen. De loononderhandelingen verlopen er in toenemende mate gedecentraliseerd, dat ging gepaard met kostenbeheersing in de ondernemingen en het verschuiven van activiteit naar Oost-Duitsland waar het loonpeil “concurrerender” is gebleven (sic). Tenslotte, aldus de NBB, oefende de snelle uitbreiding van het aantal laagbetaalde banen, onder meer als gevolg van de zogeheten Hartz-hervormingen, een neerwaartse druk uit op de uurloonkosten in Duitsland. Anders gesteld: in Duitsland is het patronaat er met steun van de regering in geslaagd de uitbuitingsgraad forser op te drijven dan in de buurlanden.
65. Het Belgisch patronaat leert echter snel. Onder de maatregelen die de lonen in ons land hielpen in bedwang houden citeert de nationale bank het feit dat steeds meer paritaire comités voorzien in een marge om binnen de ondernemingen een verhoging af te spreken – decentralisatie dus, de uitbesteding van activiteiten, herstructureringen die leiden tot het uittreden van oudere werknemers met gemiddeld hogere lonen, toegenomen participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt, uitbreiding van deeltijdarbeid en tijdelijke arbeidscontracten. Voorts wijst de NBB erop dat “bepaalde werkgelegenheidsmaatregelen – afgezien van de verminderingen van werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid – eveneens een impact hebben op de loondrift, indien ze de ondernemeingen in staat stellen personeel indienst te nemen tegen minder hoge brutolonen, zoals bij de activering van de werkloosheidsuitkeringen.” (58)
Loononderhandelingen
66. Het belooft alvast voor de loonsonderhandelingen in het najaar. Het patronaat en de regering hebben al diverse ballonnetjes opgelaten. Zo pleit Unizo bij monde van “gedelegeerd bestuurder” Karel Van Eetvelt, ervoor voortaan de nettolonen te indexeren. “Waarom geen indexering op een netto basis? Een indexaanpassing van 2% op een brutoloon van 2000€ levert vandaag bruto 40€ op, maar de werknemer houdt daar netto maar 11€ aan over. Dat is minder dan 1%. Al de rest gaat naar de overheid.” Wie de put die aldus zal ontstaan in de sociale zekerheid vullen? “Als er minder inkomsten zijn voor de sociale zekerheid moeten we misschien ook eens durven te kijken waar er bespaard kan worden… de duur van de werkloosheidsuitkering moet afhankelijk gemaakt worden van het aantal gewerkte jaren. Ik geloof dat het beperken van de uitkering op termijn een activerend effect heeft op de werkzoekende.”
67. Het zal Van Eetvelt alvast de gelegenheid bieden de lonen en arbeidscondities van diegenen die wel nog werken alweer wat meer te drukken. (59) Op het SP.a startcongres in Bredene heeft Johan Vande Lanotte alvast met een “vlammend betoog” tegen de ‘schande van de jeugdwerkloosheid’ de deur op een kier gezet voor de beperking in de tijd van de uitkering, althans voor schoolverlaters. Als die na zes maanden nog steeds geen werk hebben moeten ze een job of een betaalde opleiding aangeboden krijgen. In ruil wil de SP.a de uitkering beperken in de tijd. (60) De OESO van haar kant heeft vastgesteld dat decentralisering van de loonvorming het mogelijk maakt de regionale lonen meer in overeenstemming te brengen met de regionale productiviteit en pleit ervoor de loonvorming over te hevelen naar de regio’s, toevallig ook een centraal thema van de SP.a. (61)
68.Een meer realistisch voorstel van Van Eetvelt is het instellen van een “automatische concurrentiekrachtkoppeling”, een correctiemechanisme waardoor een overschrijding van de loonnorm automatisch gecorrigeerd zou worden en niet langer enkel tijdens de sociale onderhandelingen. Dat is nu net wat betracht wordt met de zogeheten “All-In” en Saldo-akkoorden.(62) Blijkt dat in 2005 al ongeveer 20% van alle werknemers in de particuliere sector onder een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) met een correctiemechanisme valt. Verhofstadt en het patronaat zullen dat in de komende IPA-onderhandelingen wellicht willen uitbreiden naar alle sectoren en het ziet ernaar uit dat de vakbondsleidingen hierin mee willen gaan. Voorts zullen patronaat en regering wellicht proberen om wat af te doen van de brutolonen zonder al te veel te raken aan de nettolonen. De vakbonden hebben echter al aangekondigd een brutoloonverhoging te wensen, ze kunnen moeilijk anders. Sinds de strijd tegen het generatiepact tijdens vorig najaar is hun manoeuvreerruimte fors ingeperkt en bovendien hebben de publicaties over toplonen van de managers de loonsonderhandelingen niet gemakkelijker gemaakt.
Toplonen, dividenden en bedrijfswinsten
69. Luc Coene van Picanol heeft geschiedenis geschreven. Niet alleen leidt het geen twijfel dat die affaire mee de grimmigheid in de strijd tegen het Generatiepact helpt verklaren, maar bovendien heeft hij de toplonen van managers en de kloof tussen arm en rijk bovenaan de agenda geplaatst. Zij collega’s zullen hem dankbaar zijn, in plaats van de wonderkids van weleer, zijn ze nu inhalige geldwolven voor de publieke opinie. Het is nu een publiek geheim dat een CEO van een Bel-20 bedrijf gemiddeld 1,5 miljoen € opstrijkt, dat dit voor sommigen, zoals Michel Tilmant van ING, oploopt tot 4 miljoen €, dat de managerslonen gemiddeld met 12% toenamen in 2005 (63) etc….
70. In een poging een graantje mee te graaien in een debat dat toch al breed uitgesmeerd werd in de media heeft de SP.a er nog een schep bovenop gedaan. Met de bekendmaking van de managerslonen bij de overheidsbedrijven door Staatssecretaris Bruno Tuybens en door Vande Lanottes’ aanval op 1 mei op de lonen van topmanagers en de royale ontslagvergoedingen die ze uitgekeerd krijgen, heeft de SP.a demagogisch willen scoren. Het was en eervolle poging, maar ze werd onmiddellijk ondermijnd doordat Vande Lanotte zelf, als minister van overheidsbedrijven op zijn minst op de hoogte was van die lonen en ze mogelijks mee onderhandeld had, doordat oud SP.a minister Luc Van den Bossche, huidig BIAC voorzitter zelf weigerde zijn loonzakje te laten (64) inkijken en later doordat voormalig Vlaams Parlementsvoorzitter De Batselier zijn royale uittredingsvergoeding als Vlaams parlementslid wil combineren met een royale wedde als directeur van de nationale bank.(65)
71. Vanuit patronale middens wordt erop gewezen dat het economisch impact van die managerslonen al bij al marginaal is. In het algemeen zal dat wel kloppen, maar in heel wat gevallen wordt het bedrijf letterlijk leeggeplunderd. Bij Picanol ging Coene aan de haal met 20 miljoen € op 3 jaar tijd, de totale winst na belastingen bedroeg op die 3 jaar 46,5 miljoen €. Maar ook heuse multinationals zijn echte melkkoeien. Volgens het jaarverslag van InBev werd 31 miljoen euro betaald aan ontslagvergoedingen voor 3 managers, onder wie CEO John Brock. Brock had een half jaar na datum opnieuw werk gevonden.(66) Dat laatste weegt uiteraard niet door in de 1,024 miljard € winst die Inbev in 2005 realiseerde, maar het had wel volstaan om de 360 werknemers die Inbev in 2006 in 5 Europese landen wil wegsaneren drie jaar lang aan het werk te houden.(67)
72. Zelfs als men vergelijkt met wat Inbev aan dividenden uitbetaalt aan de aandeelhouders, blijft het een aardige som. De Belgische families, met toch een 280-tal leden, goed voor 45% van Inbev zullen samen in 2006 124,9 miljoen € (68) uitgekeerd krijgen in dividenden, ze zijn daarmee de op één na grootste couponnetjesknippers van Belgische beursgenoteerde bedrijven, de Braziliaanse Ambev-families ontving 68,2 miljoen €.(69) De 11 leden van het directiecomité van Inbev “verdienden” in 2005 gemiddeld 2 miljoen €, dat is zonder langetermijnbonus; zonder nettobonus en zonder pensioenplannen. Bovendien passeren heel wat “leden van de raad van bestuur” aan de kassa. Een ervan is oud-premier Dehaene, voor zijn deelname aan 15 vergaderingen in 2005 ontving hij 79.000 € bruto, 5300 € per vergadering en daarbovenop 9.364 aandelenopties ter waarde van zo’n 100.000 €. (70)
73. Ondanks de zogenaamde “loonhandicap” boeren onze bedrijven niet slecht. Vooral de banken blijven de recordwinsten opstapelen. Dexia deed in 2005 12% beter dan in 2004 en realiseerde een nettowinst van 2,03 miljard € (meer dan 80 miljard Bfr!). KBC deed met 2,25 miljard € nettowinst, zelfs 39% beter dan vorig jaar. Gemiddeld leverde elk van de 20.000 werknemers een nettowinst op van 112.500 € of 4,5 miljoen bfr.(71) KBC verhoogde voor 2006 haar dividend met 36,4%. Globaal zouden de Belgische bedrijven op de beurs in 2005 7,7 miljard € aan dividenden hebben uitgekeerd, dat zou goed zijn voor de helft van alle inkomsten uit aandelen. De Belgische bedrijven zouden in 2006 gemiddeld 41% van hun nettowinst als dividend of via een kapitaalsvermindering uitkeren.(72) 97 ondernemingen die hun boekjaar eind 2005 afsloten, rapporteerden een gezamenlijke nettowinst van 18 miljard euro, een stijging van 31 procent tegenover 2004.(73)
Winstgroei niet te danken aan ondernemers
74. Die winstcijfers zijn niet het resultaat van stijgende arbeidsproductiviteit. In 2005 bleef die met 0,1% zo goed als stabiel, na een iets forsere toename in 2004 met 1,9%.(74) Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank, noemde onlangs “man en paard.” Hij stelde dat als de groei van de Belgische economie dit jaar een hoogtepunt bereikt – men voorspelt een groei van 2,8% (75)- dit niet te danken is aan de ondernemers. Die “keren teveel geld uit aan hun aandeelhouders, ze investeren te weinig en zijn niet innovatief genoeg. Samengevat: ze presteren ondermaats. En het argument waarachter ze zich verschuilen, namelijk dat de loonkosten hier te hoog liggen, is bovendien vals.” (76)
75. Zoveel openheid zijn de patroons en hun broodschrijvers niet gewoon en Quaden krijgt zijn repliek: “Met zijn uitspraken neemt Guy Quaden duidelijk stelling in het debat… over het concurrentievermogen…Dat is het standpunt van de vakbonden en van het socialistisch kamp…Quaden heeft nu eenmaal een duidelijk PS-etiket.” Kortom: als Quaden “vaststelt” dat de loonkosten te hoog zijn, onze concurrentiepositie ondermijnd is en de arbeiders en hun gezinnen de buikriem moeten aanhalen, is dat objectief. “Beweert” hiij echter dat de patroons hun maatschappelijke plicht verzuimen dan heet dat “een politieke uitsraak”.
76. In zijn ijver om te antwoorden op de schandelijke aantijgingen van de gouverneur dan nog wel, gaat Stefaan Michielsen, broodschrijver van dienst bij De Tijd in overdrive: “Versta: het is hun schuld dat de economie niet sterker groeit en dat er zoveel werklozen zijn. …Waarop baseert hij zich trouwens om de ondernemers de mantel uit te vegen? België is nog altijd de op negen na grootste exporteur ter wereld, goed voor een marktaandeel van 3,3% in de internationale handel. Niet kwaad voor zo’n klein landje. De Verenigde Staten, die zoveel groter zijn, hebben een aandeel van 8,9% in de wereldwijde handel (Duitsland leidt met 10%)…. Hoe durft Quaden stellen dat de Belgische ondernemers niet vernieuwend genoeg zijn. Ze zijn hun tijd soms ver voooruit. Herinner u de spraaktechnologie van Jo Lernhout en Pol Hauspie.” (77) Het is eruit: de Belgische economie is helemaal niet onconcurrentieel, ze is ook vernieuwend, maar helaas verkwanselen enkele parasieten en hebzuchtige oplichters als Lernhout en Hauspie onze inventiviteit. Vreemd dat Michielsen in zijn ijver om zijn broodheren naar de mond te praten net dit voorbeeld aanhaalt, zouden ze dan toch niet zo a-typisch zijn als na hun veroordeling beweerd werd?
Een overdracht van arm naar rijk
77. Als de Belgische economie in de voorbije jaren iets sneller groeide (78) dan het gemiddelde in de Eurozone was dat geenszins door een “expansionistische begrotingspolitiek” zoals Le Soir Peter Vanden Houte, chef economie bij ING, citeert, of toch niet zoals Le Soir die uitspraak interpreteert door er in een nota van de redactie aan toe te voegen: “terwijl het in andere Europese landen besparen is geblazen”(79), alsof in België geen besparingsbeleid zou worden gevoerd. De particuliere consumptie steeg hier zelfs iets minder dan in de Eurozone, maar er werden wel fors meer woningen gekocht door de daling van de rente op hypothecaire kredieten en door de forse stijging van vastgoedprijzen op de secundaire markt waardoor meer geopteerd werd voor nieuwbouw of renovatie. (80)
78. De enige plausibele uitleg daarvoor is de forse afname van de spaarquote, de toename van de schulden van de gezinnen en de stijging van de inkomsten uit vastgoed (huur) en van zelfstandigen (+4,2% in 2005).(81) De spaarquote daalde tussen 1999 en 2004 van 17,2% naar 12,8% van het netto-inkomen van de gezinnen. In 1993 bedroeg die nog 22%!(82) De schuldgraad van de Belgische gezinnen steeg in 2005 tot een recordpeil van 43,1% van het BBP, 20 jaar geleden was dat nog maar 28,1%. Vooral de hypotheekleningen stegen fors met 16%, evenveel als de huizenprijzen en die stegen het sterkst binnen de eurozone. (83)
79. Het is met de Belgische economie ongeveer zoals met de begroting. De voorbije jaren kon die in evenwicht gehouden worden door allerlei eenmalige opbrengsten, die eens weg, voor altijd weg zijn. In het geval van de begroting ging het om openbare gebouwen, pensioenfondsen etc… Kortom al die zaken die door de arbeidersbeweging waren afgedwongen, waarop Verhofstadt zijn oog al in de jaren ’80 als minister van financiën had laten vallen, maar die hij toen niet in beslag had kunnen nemen. In zekere zin mag de “sociaal-liberaal” Verhofstadt vandaag een kaarsje branden voor het feit dat de arbeidersbeweging “Baby-Tatcher” in de jaren ’80 verhinderd heeft de “staat te ontvetten”. Anders had Verhofstadt het vandaag mogen vergeten om zijn saneringsbeleid met de “fluwelen handschoen’ door te voeren. Zo ook in de rest van de economie. Zo drastsich snoeien in de koopkracht had onvermijdelijk tot recessie geleid indien in de voorbije decennia geen vetlaagje was opgebouwd dat nu vakkundig weggesneden wordt door onze patroons.
80. Eigenlijk zijn het patronaat en haar politieke lakeien erin geslaagd een enorme overdracht van de arbeiders en hun gezinnen naar het patronaat te organiseren. De uitvoerders van die overdracht, de topmanagers worden daarvoor rijkelijk beloond. Er greep een overdracht van arm naar rijk plaats. Er zijn nu 63.800 Belgen die minstens een miljoen $ bezitten, dat is zonder de eigen woning! Dat is een toename met 3,4% ten opzichte van eind 2004. samen bezitten die miljonairs zo’n 180 tot 200 miljard $, gemiddeld zo’n 3 miljoen $ of 2,4 miljoen €.(84) Twintig jaar geleden berekende het Centrum voor Sociaal Beleid dat in België maar goed 6 procent van de bevolking arm was (85), volgens de Antwerpse professor Jan Vranken zou dat vandaag 15% zijn (86), daarbovenop slaagt nog eens 40 procent van de Belgen er niet in te sparen, wat hen kwetsbaar maakt bij tegenslagen.(87)
De sociale zekerheid gemolken
81. Als het regeringsbeleid ergens als “expansionistisch” beschreven kon worden, dan was dat uitsluitend in haar fiscale en parafiscale (88) beleid. Zo verminderde de opbrengst uit de progressieve personenbelasting (89) als resultaat van het regeringsbeleid op 3 jaar tijd – 2003 tot 2005 – met -1,9 miljard €, de inkomsten uit BTW en accijnzen daarentegen, die voor ieder gelijk zijn ongeacht het inkomen, namen toe met bijna 1,5 miljard €. De werkgeversbijdragen (90) aan de Sociale Zekerheid namen eveneens af, met in totaal -1,45 miljard €, die van de werknemers namen toe met 0,14 miljard €.(91) Ondanks het systematische afromen van het bruto gedeelte van onze lonen, de misnoemde “werkgeversbijdragen” heeft de Sociale Zekerheid sinds het begin van deze eeuw slechts één keer een tekort vertoont, dat was in 2003. Het inkomensverlies voor de sociale zekerheid passen we immers zelf bij via BTW en accijnzen, de zogenaamde alternatieve financiering.
82. Volgens de regering en het patronaat worden de sociale zekerheidsuitgaven zonder zware ingrepen onbetaalbaar. We hebben het even nagerekend. Volgens de NBB zouden de totale inkomsten van de overheid met 12,03% zijn gestegen tussen begin 2003 en eind 2005, die van sociale bijdragen met 7,37%. Indien de regering de werkgeversbijdragen niet verminderd had in die 3 jaar, dan had die stijging 11,07% bedragen. De totale overheidsuitgaven zonder rentelasten zijn in diezelfde periode gestegen met 15,26%. De sociale uitkeringen waren eind 2002 goed voor 50,69% van die uitgaven, eind 2005 was dat opgelopen tot 50,92%. Van de 70 miljard € uitgaven aan sociale zekerheid gaat ruim 25 miljard € naar pensioenen, bijna 19 miljard € naar gezondheidszorg, ruim 6 miljard € naar werkloosheidsuitkeringen, bijna 5 miljard € naar kinderbijslag en 3,7 miljard € naar ziekte en invaliditeit.(92) Eind 2002 ging 19% van alle overheidsuitgaven exclusief rentelasten naar pensioenen, 13,04% naar gezondheidszorg, 4,54% naar werkloosheidsuitkeringen en 3,87% naar kinderbijslag. Voor 2005 was dat 18,5% voor pensioenen, 13,89% voor gezondheidszorg, 4,57% voor werkloosheidsuitkeringen en 3,62% voor kinderbijslag.(93)
83. Bovenstaande cijfers worden door de regering , het patronaat en de broodschrijvers zodanig gekauwd en herkauwd dat het erop lijkt dat de zieken, de ouderen, de werklozen, kortom iedereen die om één of andere reden niet werkt, potvertiert. Toch behoort ons land “bij de slechtste voor langdurige armoede, armoede onder ouderen en armoede onder uitkeringstrekkers in het algemeen. Ons leefloon is bij de laagste in Europa. Onze uitkeringen zijn laag en de vervangingsratio van onze pensioenen (verhouding pensioen/laatste loon) behoort tot de laagste in Europa”. (94) Men wijst erop dat de babyboomgeneratie massaal op pensioen gaat en dat het aantal bijdragers aan de sociale zekerheid afneemt ten aanzien van het aantal genieters. Men vergeet er echter eveneens bij te vermelden wie dan wel met al die bijdragen van die babyboomers is gaan lopen, zou het kunnen dat de jaarlijkse lastenverlagingen voor onze patroons en de enorme winsten van de bedrijven daar voor iets tussen zitten?
84. Die babyboomers worden niet enkel oud, maar ook vaker ziek. Als we dat in beschouwing nemen vallen de uitgaven voor sociale zekerheid nog best mee. Het zijn trouwens niet al die zieke oudjes, noch het personeel die met het leeuwenaandeel van het budget van het Riziv gaan lopen. In 2004 ging 5 miljard € of 30,8% daarvan naar artsenhonoraria, 17,7% verdween in de zakken van de geneesmiddelenindustrie. De verpleegkundigen moesten het allemaal samen doen met 4,2%.(95) De regering probeert jongere en oudere arbeiders tegen elkaar uit te spelen: zie eens hoeveel inactieven de “hardwerkende Vlaming” moet onderhouden, zouden al die bruggepensioneerden niet beter nog en aantal jaren bijklussen? De participatiegraad in onze economie ligt te laag. Slechts 32,1% van de 55-64 jarigen is aan de slag in België tegenover 43,9% in de Eurozone, in Zweden is dat zelfs 68,9%, in Denemarken 59,8% en in het Verenigd Koninkrijk 56,8%.(96)
Teveel gepensioneerden voor het aantal actieven?
85. Zouden de 25-54 jarigen daar dan mee gebaat zijn, er meer geld aan over houden? Vergeet dat maar. Heel het discours inzake de onbetaalbaarheid van de pensioenen en uitkeringen past in de optiek om de concurrentie op de arbeidsmarkt op te drijven. De redenering daarachter is éénvoudig: hoe meer mensen op zoek gaan naar werk, hoe minder men ze hoeft te betalen en hoe minder men rekening moet houden met arbeidscondities. Zoals een bedrijf enkel rekening houdt met de winstcijfers en een manager uitsluitend met het rendement, is alles in onze maatschappij erop gericht het aandeel van de toegevoegde waarde dat naar lonen gaat terug te dringen ten voordele van de winst. In marxistische termen: de meerwaarde of onbetaalde arbeid van de arbeider te maximaliseren.
86. In België bedroeg de werkgelegenheidsgraad in het tweede kwartaal van 2005 61%, hetzelfde als in 2000, in de Eurozone was dat 65%, komende van 63,2% in 2000. Volgens de Lissabon richtlijn zou dat tegen 2010 in heel Europa 70% moeten worden. Onder werkgelegenheidsgraad verstaat men het aantal 15 – 64 jarigen dat binnen een referentieperiode, doorgaans een week, minstens 1 uur bezoldigde arbeid heeft verricht. Heel het eindeloopbaandebat van eind 2005, het zogenaamde solidariteitspact tussen de generaties, waartegen twee algemene stakingen plaats grepen, had als ultiem doel het opdrijven van de activiteitsgraad door het ontraden en afbouwen van het brugpensioenstelsel.
87. De leeftijd voor het conventionele brugpensioen, voorheen 58 jaar na een loopbaan van 25 jaar, wordt in 2008 60 jaar na een loopbaan van 30 jaar, in 2012 wordt de loopbaanvereiste 35 jaar. Een volledig pensioen zal tegen die tijd nog zelden voorkomen en bijgevolg ook een volledige pensioenuitkering. Voor vrouwen groeit de loopbaanvereiste trager, 26 jaar tegen 2008 en dan 2 jaar erbij om de 4 jaar tot het niveau van de mannen is bereikt.(97) Men hoopt het aanbod aan arbeidskrachten zo verder op te drijven en bijgevolg de lonen nog meer te kunnen drukken. Hoe belangrijk patronaat en regering dat wel vinden bleek uit hun absolute weigering om het pact te laten varen, om het verzet te temperen werd wel de mogelijkheid open gelaten enkele afwijkingen te onderhandelen.
88. Het is echter niet alleen bij oudere werknemers dat de werkgelegenheidsgraad in België lager ligt dan in de eurozone. Bij jongeren van 15- 24 jaar bedraagt de gemiddelde werkgelegenheidsgraad in Europa 39,4% tegen 26,6% in België. Bij migranten zien we een vergelijkbaar beeld, zowel bij migranten uit de andere landen van de Eurozone, een werkgelegenheidsgraad in België van 59,8% tegen 67,2%in de eurozone, als bij migranten van buiten de eurozone, slechts 37%in België tegenover 55,6% in de eurozone. Voor jongeren voorzag het generatiepact onder meer al financiële stimulansen voor stages of voor de vestiging als zelfstandige, voor migranten staan nog specifieke stimulansen op stapel.
10 uur per dag, 48 uur per week
89. We hebben beschreven hoe patronaat en regering de absolute meerwaarde proberen op te drijven, nl. door ervoor te zorgen dat de lonen minder snel stijgen dan de inflatie, door het aanbod op de arbeidsmarkt op te drijven, of door te snoeien in ons uitgesteld loon, d.w.z. het bruto gedeelte dat bestemd is voor bescherming tegen ziekte, werkloosheid en/of ouderdom. In mei jl ondertekenden Agoria, de patronale federatie van de technologische industrie, waaronder de metaal valt een protocolakkoord met de vakbonden voor de auto-industrie. Dat akkoord voorziet onder meer de mogelijkheid om de arbeidstijd te spreiden over 6 jaar, in plaats van 1 jaar, de maximaal toegelaten werkweek te verlengen van 45 tot 48 uur en de arbeidsdag te verlengen van 9 naar 10 uur.(98)
90. Het zou gepaard gaan met een systeem van tijdsparen zodat geen overuren meer betaald moeten worden. In De Standaard (99) beklaagt gedelegeerd bestuurder Paul Soete zich over het verzet van de nationale vakbondsleiders tegen dit opdrijven van de absolute meerwaarde. “Het is tekenend voor hun basishouding: als er op de Titanic onvoldoende reddingssloepen aanwezig zijn voor alle opvarenden, mag er van hen geen enkele opvarende in de sloepen gaan”. Soete is meer gewonnen voor de aanpak “ieder voor zich”, dat de reddingssloepen hierdoor dreigen te kapseizen zal hem worst wezen, als hijzelf maar gered is. Kortom: een “ondernemer” ten voeten uit.
91. In België ligt vooral de relatieve meerwaarde zeer hoog. De Belgische arbeiders behoren tot de meest productieve ter wereld. Gemiddeld produceren we 10% meer per uur dan de Amerikaanse arbeiders. Binnen de OESO doen enkel de Noren en de Luxemburgers beter. Duitse arbeiders produceren per uur 9% minder dan de Amerikaanse, Japanse 30% minder en Koreaanse zelfs 60% minder.(100) Aangezien we echter minder uren presteren dan de Amerikanen, produceren we zo’n 22% minder, dat is nog steeds goed voor een 10de plaats, beter dan Duitsland en Frankrijk en even goed als de Nederlanders. Toch kan het nog beter volgens de NBB. Ons land zou inzake “alternatieve vormen van arbeidstijdorganisatie immers achter liggen bij de andere EU-landen. We presteren weliswaar meer onbetaalde overuren (8,8% van alle werkenden) , thuiswerk (4,4%), avondwerk (13,7%)en deeltijdwerk (21,2%) dan het middelde van de eurozone, maar inzake vormen van tijdelijke arbeid, nachtwerk,weekendwerk, ploegenarbeid en glijdende werktijden blijven we achter op het EU-15 gemiddelde.(101)
Ondanks lastenverlaging nam werkloosheid sinds 2001 met kwart toe
92. In hetzelfde artikel in De Standaard noemt Soete de geplande lastenverlaging op ploegenarbeid bijgevolg een zaak van leven en dood voor de automobiel en voegt er onmiddellijk aan toe “daarna moeten we aan een lineaire lastenverlaging werken, over meerdere jaren.” Op het vlak van lastenverlaging is nochtans al heel wat gegeven aan de patroons, daarover hebben we het reeds gehad. Minister Demotte van Sociale Zaken heeft het ook allemaal laten narekenen. Besluit: officieel gaat 45,36% van het Brutoloon naar de sociale zekerheid, maar in werkelijkheid is dat slechts 24,9%. Het patronaat vergelijkt steeds het officiële cijfer in België met de werkelijke cijfers elders, die zijn hoger in Duitsland (26,9%)en Frankrijk (31,5%), en iets lager in Nederland (24%) dan het werkelijke cijfer in België. Officieel beloopt de bijdrage aan de sociale zekerheid in Duistland echter 41,9%, in Frankrijk 48,6% en in Nederland zelfs 54,9%! (102)
93. Jobs hebben al die lastenverlagingen ons zeker niet opgeleverd. Na twee jaar daling is de werkgelegenheid in 2004 toegenomen met 24.000 en in 2005 met naar schatting 40.000. Door de toename van de bevolking op arbeidsleeftijd – ondanks de vergrijzing – is de werkloosheid echter eveneens blijven stijgen, sinds 2001 van maar liefst 450.000 tot 577.000 of 28,2%! In de industrie gingen tussen 2001 en 2005 maar liefst 63.000 vnl. voltijdse, goede banen inzake verloning en arbeidscondities verloren. Bij de overheid steeg de tewerkstelling met een schamele 34.000 sinds eind 2001 en deed zich in 2005 een daling voor. Die aanwervingen bestaan uit tijdelijke contractuelen, interim en zoals bij de NMBS, vervangers voor diegenen die op pensioen gaan omdat er met de aanwervingstop van de jaren ’80 een leeftijdskloof is ontstaan. Voor zover er al jobs werden gecreëerd, was het hoofdzakelijk in “financiële activiteiten, onroerende goederen en verhuur en dienstverlening aan ondernemingen.
94. Aan 4,35€/u (na de belastingsaftrek van 30%) en een overheid die zelf 16€/u bijpast hoeft het niet te verwonderen dat vooral dienstencheques een succes zijn. Volgens Freya Van den Bossche zetten dienstencheques eind 2004 10.886 werklozen aan het werk gedurende gemiddeld net geen 24 uur per week, van wie 4.911 in Vlaanderen, 4.702 in Brussel en 1.273 in Wallonië.(103) In 2005 zouden de dienstencheques 29.000 mensen aan de slag hebben gezet of twee derde van de toegenomen tewerkstelling. Daarvan 8.700 in Wallonië, goed voor 4.169 voltijdse equivalenten. Hoewel de groei nu vertraagt, zou die tussen januari en juni 2006 toch nog 18% hebben bedragen in Wallonië en 10% in Vlaanderen.(104) Daarmee betaalt de overheid eigenlijk wat eerder in het zwart gebeurde.
Werken op straffe van uithongering
96. Eigenlijk moeten we ons afvragen hoe het komt, na al die fiscale en parastatale stimulansen en ondanks de recordwinsten, dat de patroons niet meer werk creëren. Volgens henzelf is er daar maar één verklaring voor: de werkloosheidsval, of het verschijnsel waarbij iemand liever “potverteert” in de sociale zekerheid, dan aan de slag te gaan. Jan Denys, woordvoerder van Randstad, en zeker geen linkse rakker, wijst op een verschijnsel dat iedere jonge werknemer bekend in de oren zal klinken. “Sommige werkgevers creëerden hun eigen schaarste aan geschikte kandidaten… Ligt het dan zo moeilijk om je als werkgever te onderwerpen aan het eenvoudige marktprincipe van vraag en aanbod? Waarom betalen werkgevers niet net dat beetje meer, zeker nu de bedrijfswinsten toch historisch hoog liggen?” (106)
97. Om werkloze arbeiders te verplichten de flexibele en onderbetaalde jobs in aanbod toch te aanvaarden neemt men hun uitkering af. Sinds de invoering van het “activeringsbeleid” door Vanden Broucke in juli 2004 werden al 13.480 werklozen geschorst, in 2005 waren dat er 6.675, waarvan 4806 in Vlaanderen (72%), 1335 in Brussel (20%) en 534 in Wallonië (8%). In de eerste helft van 2006 zaten we al aan 4927, waarvan 3203 in Vlaanderen (65%), 492 in Brussel (10%) en 1232 in Wallonië (25%). (107)
98. In een extra-nummer van De Nieuwe Werker (108) zet het ABVV enkele interessante cijfers op een rij. Het planbureau wordt erbij gehaald. Dat beweert dat in 1997 15,5% van de bevolking een inkomen had dat onder de armoedegrens viel, daaronder 4% van de loontrekkenden. De zogenaamde “parasieten” die vastzitten in de “werkloosheidsval”, de werklozen dus, moeten het doen met minimaal 751,66 € bruto als alleenstaande en minimum 894,92 € Bruto als gezinshoofd.
99. In 1980 bedroeg de gemiddelde werkloosheidsuitkering 45,7% van het gemiddeld loon, in 2005 was dat nog 27%. Resultaat: 29% van alle werklozen (en 40% van alle werkloze mannen) “potverteren” onder de armoededrempel. De pensioenen en invaliditeitsuitkeringen bedragen gemiddeld 31,7% van het gemiddelde loon, 18% van de gepensioneerden en 24% van de invaliden, leefloners e.a. inactieven leven eveneens onder de armoedegrens. Als die met geen stokken aan de slag te krijgen zijn in de “prachtjobs” die het patronaat voor ons in petto heeft, kan men nog steeds beroep doen op Oost-Europeaanse goedkope arbeidskrachten die in talloze knelpuntenberoepen terecht kunnen. In Nederland klaagt men al over een tekort aan Poolse werknemers.(109)
België: Gemeenschap of NV
100. Hoe komt men met deze politiek weg? Eerst en vooral omdat het voorgesteld wordt als het natuurlijke verloop der zaken. “We kunnen niet anders want de globalisering verplicht ons ertoe.” Alle traditionele partijen, ook het Vlaams Blok uiteraard stappen allemaal mee in de neoliberale besparingslogica. Zelfs de vakbonden gaan erin mee en verklaren zo hun onmacht bij saneringen en rationalisaties. De idee dat een collectief antwoord mogelijk is, wordt erdoor ondermijnd. Wat men ook doet: alle politieke partijen, heel het establishment de media etc… blijven ons bombarderen met “voldongen feiten”. Het ontbreken van een collectieve oplossing leidt tot het zoeken naar individuele remedies. Stijgende criminaliteit, gewelddadige uitspattingen, compleet amoreel gedrag … het lijkt wel alsof heel de maatschappelijke structuur uiteen word gerukt. Dat gevoelen wordt door het establishment alleen maar versterkt en bevorderd terwijl ze tegelijk pretendeert ertegen te vechten en daardoor diegenen discrediteert die zich er echt tegen verzetten. Dat vergt wat uitleg.
101. Het patronaat stelt zich schaamteloos op. Officieel spreekt het zich uit tegen criminaliteit, armoede, racisme, seksisme etc… Sommigen gaan daar zelfs zover in dat ze een deel van hun bijeen gegraaide rijkdom besteden aan liefdadigheid. De miljardairs Soros en zelfs Bill Gates hebben geleerd uit het Victoriaanse tijdperk dat de rijken af en toe een aalmoes moeten gooien naar de armen om ze te sussen en aan zich te binden en vooral om ze ervan te weerhouden zich politiek te organiseren. Tegelijk zijn alle patroons het unaniem eens dat de systemen van overheidswege georganiseerde solidariteit best worden afgeschaft of toch minstens uitgehold.
102. Terwijl als gevolg daarvan het aantal armen in België op minder dan 10 jaar tijd is toegenomen van 6 naar 15% van de bevolking doen de patroons, hierin gretig gevolgd door de betere begoede middenstand, niet de minste poging meer discreet te zijn over hun persoonlijke rijkdom. Voor zover ze al zelf niet schaamteloos de sociale, fiscale en andere wetten met de voeten treden, drijven ze via hun politiek van uitsluiting en uitzichtloosheid de zwaksten richting criminaliteit. Wie niet kan aanhaken is een “loser”. Als die in de hoek worden gedreven vertaalt zich dat steeds meer in “zinloos geweld.”
Hoe dieper de crisis van het kapitalisme wordt, hoe harder de maatschappij wordt voor diegenen die zich onderaan de sociale ladder bevinden. De maatschappij creëert bij veel mensen een individueel schuldgevoel over problemen hierdoor veroorzaakt. Het ontbreken van een collectieve oplossing leidt in sommige extreme gevallen tot wanhoopsdaden zoals zelfdoding of de vele familiedrama’s die we zien. Anderen keren zich dan weer met een blinde, gewelddadige woede tegen deze maatschappij waar ze van vervreemd zijn. Rellen in Parijs en eerder ook in Antwerpen, “zinloos geweld”, de brutaliteit van kleine criminelen, vandalisme, geweld in scholen, …
Onveiligheid is geen vals gevoel, zoals sommige kleinburgerlijke commentatoren wel eens durven beweren, integendeel het is, vooral in de steden, harde realiteit.
Het enige antwoord van de burgerlijke politiek is meer repressie, hoewel dit zijn onnut reeds heeft bewezen. Degelijk werk en gratis onderwijs, een einde maken aan armoede etc… is de enige structurele oplossing, maar binnen het kapitalisme kan ook deze oplossing maar een tijdelijke verworvenheid zijn. Evengoed is versterking van het sociale netwerk, door meer personeel in openbare diensten, in jeugdwerk en –ontspanning, buurtwerk enz… noodzakelijk.
Ook zullen de organisaties van de arbeidersklasse hen, veel meer dan vandaag de dag het geval is, een collectief antwoord moeten bieden op de problemen in de maatschappij en hen actief bij de strijd hiervoor moeten betrekken.
Een kleine minderheid van de meest vervreemde jongeren zal, ondanks het aanbieden van collectieve oplossingen in de opbouw van een socialistische samenleving, minstens in eerste instantie nood hebben aan begeleiding op maat met het oog op reële en vrijwillige deelname aan de samenleving.
103. Het patronaat preekt antiseksisme en antiracisme. Een handvol carrièrevrouwen en een kleine migrantenelite moeten dat kracht bij zetten. Tegelijk zijn vrouwen, onder meer als gevolg van het schorsingsbeleid in de werkloosheid, dikwijls diegenen die gedwongen worden aan steeds lagere lonen te werken in steeds flexibeler arbeidscondities. Migranten en vrouwen worden gebruikt om ook aan Belgische mannen lagere lonen en slechtere arbeidscondities op te dringen. Oudere werknemers worden verplicht langer te werken, terwijl hun jongere collega’s van interim naar interim versast worden. Door de ene categorie arbeiders op te zetten tegen de andere organiseert het patronaat een competitie voor de laagste lonen en de slechtste arbeidscondities.
104. Als arbeiders het aldus aangeleerde seksisme en/of racisme gaan napraten, worden ze van bovenaf met de moralistische vinger terecht gewezen door datzelfde patronaat en de door haar soms letterlijk betaalde politici en media. Als binnenkort vrouwen verplicht zullen worden aan de slag te gaan in prostitutiebars om hun uitkering te behouden of omdat ze die al eerder zijn kwijt geraakt, zal dat gebeuren in naam van de “bescherming” van de prostituees. Wie ertegen in gaat, zal preutsheid worden verweten. Wie zich prostitueert uit armoede wordt immoraliteit verweten.
105. Volgend citaat uit een editoriaal van De Tijd illustreert hoe in patronale kringen en bij de broodschrijvers van het patronaat gedacht wordt over de gemeenschap. “Feit is alvast dat decennia van haast permanente verbouwingen van de nv Belgiê nog lang geen solide bedrijf hebben gemaakt. Om het bedrijf van de ondergang te redden, is nog maar eens een nieuwe, ditmaal liefst structurele ingreep nodig. De enige structurele ingreep die soelaas kan brengen, bestaat erin de deelstaten eens te meer substantieel meer autonomie te geven. daardoor zal België nog meer verdampen tot een structuur zonder inhoud, een holding zonder centen en dus zonder zeggenschap”. (110)
106. We durven erop wedden dat de schrijvelaar van dienst niet eens beseft wat een nonsens hij daar op papier heeft gebraakt. België is dus geen gemeenschap meer van mensen van vlees en bloed, maar een “naamloos vennootschap”, dat moet niet zorgen voor haar “naamloze” onderdanen, maar een solide bedrijf worden. Daarvoor is slechts één structurele hervorming mogelijk die België zal herleiden tot een holding zonder centen en dus – tot daar het democratisch vermogen van onze schrijvelaar – zonder zeggenschap. Geen wonder dat er geprostitueerd, gemoord, gestolen, geïntimideerd en gefraudeerd wordt naar believen. De enige structurele ingreep die echt soelaas kan brengen is naar ons oordeel stoppen met produceren voor de winsten van een handvol parasieten die onze gemeenschap plunderen en omvormen tot een NV en beginnen met produceren in functie van de behoeften van iedereen, zodat we ook eens echt vrij kunnen kiezen. Kortom: de gemeenschap eindelijk besturen als een gemeenschap en niet langer als een casino.
VOETNOTEN
46. Cijfers: Dexia – Economische Vooruitzichten Juni 2006; Nationale Bank van België – economische indicatoren nr 29 – 20 juli ’06 en Jaarverslag 2005 – deel I
47. de koopkracht is dus gedaald met -0,6%
48. 1,1% loonstijging – 2,2% inflatie.
49. nominaal: in absolute cijfers zonder rekening te houden met het koopkrachtverlies door de inflatie
50. Jaarverslag 2005 van de Nationale Bank I tabellen 7 en 8
51. Economische indicatoren voor België – nr 29 – 20 juli ’06
52. Jaarverslag 2005 van de Nationale Bank I blz 84
53. www.socialisme.be “Hoge opkomst vakbondsbetoging: een uitdrukking van de actiebereidheid”
54. De Tijd 13/06/2006 “Belgische loonkosten stijgen veel minder dan verwacht”
55. De Tijd 13/06/2006 “Correctiemechanisme voor loonontsporingen gevraagd”
56. het gewogen gemiddelde houdt rekening met het relatieve gewicht van de betrokken landen
57. Jaarverslag 2005 van de Nationale Bank I Grafiek 39, blz 91
58. Jaarverslag 2005 van de Nationale Bank I blz 86
59. De Morgen 24/01/2006 “Unizo pleit voor indexering op nettoloon”
60. De Morgen 4/09/2006 “Sp.a wil ‘schande van de jeugdwerkloosheid’ aanpakken”
61. De Tijd 14/06/2006 “loonvorming moet naar de regio’s”
62. All-In akkoorden gelden in de sectoren bouw, hout en stoffering en een deel van de reinigingsfirma’s. Het houdt in dat de loonnorm een absoluut maximum is dat onder geen geval mag overschreden worden, ook niet als bij een forse stijging van de inflatie de spilindex teveel wordt overschreden en daardoor de lonen boven de loonnorm zouden uitstijgen. Bij saldo akkoorden, die gelden in de metaal, kan de loonnorm nog steeds worden overschreden, in dat geval mag een deel van de opslag ingetrokken worden, maar aan de indexkoppeling mag niet geraakt worden. Die akkoorden voorzien wel dat de overschrijding van de loonorm eventueel in een volgend akkoord gecompenseerd mag worden.
63. Trends 25.05.’06 “Loonanalyse van ceo’s en directieleden van bel20-bedrijven”
64. Gazet Van Antwerpen 5.05.’06 “Hoe ernstig is SP.a over lonen topmanagers”
65. De Standaard 07.07.’06 “De Batselier laat deel uittredingsvergoeding vallen”
66. Trends 15.05.’06 “Twee jaar salaris is het minimum”
67. HLN 24.02.’06 “InBev: winst van 1,024 miljard euro, toch 360 banen weg”
68. voor een beter begrip: 124,9 miljoen €, dat is ongeveer 5 miljard oude bfr!
69. De Tijd 05.07.06 “CMB, Inbev en Solvay zijn het gulst voor hun families” en De Tijd 06.07.’06 “Brouwers laten bijna 200 miljoen naar families vloeien”.
70. De Financiële Morgen 31.03.’06 “Toplui Inbev en ING strijken miljoenen op”. Voor het gemak vaan de lezer: Dehaene ontving in 2005 van Inbev alleen al zo’n 7 miljoen bfr
71. De Financiële Morgen 03.03.’06 “Belgische banken boeken miljardenwinst”
72. De Tijd 05.07.’06 “Families domineren toptien dividenden”
73. De Standaard 07.04.’06 “Bedrijven keren aandeelhouders 7,4 miljard euro uit”
74. Jaarverslag 2005 I NBB Tabel 22, blz 90
75. Le Soir 27.07.’06 “L’économie Belge est en verve”
76. De Tijd 17.06.’06 “Ondernemers krijgen een standje”
77. De Tijd 17.06.’06 “Ondernemers krijgen een standje”
78. 2003: +0,9% ; 2004: +2,4% ; 2005: +1,5%
79. Le Soir 27.07.’06 “L’économie Belge est en verve” – “alors que dans d’autres pays européens, l’heure est plustôt à l’austérité, NDLR »
80. Jaarverslag 2005 I NBB Tabel I, blz 172
81. Jaarverslag 2005 I NBB Tabel 16, blz 64
82. De Tijd 01.06.’06 “Belg is geen grote spaaarder meer”
83. NBB – Financial Stability Review 2006
84. De Tijd 21.06.’06 “63.800 Belgen hebben minstens 1 miljoen $
85. De Standaard 05.09.’05 “België niet langer sociale topper”
86. De Standaard 03.12.’05 “Anderhalf miljoen Belgen zijn arm, ze hebben als alleenstaande minder dan 772 euro per maand”
87. De Standaard 11.03.’06 “België, kredietland?”
88. Parafiscaal: de inning van de bijdragen voor de Sociale Zekerheid
89. Progressief: neemt toe naarmate het inkomen toeneemt
90. Werkgeversbijdragen: eigenlijk dat deel van ons loon dat de werkgever rechtstreeks doorstort aan de Sociale Zekerheid
91. Jaarverslag 2005 I NBB tabel 27, blz 109
92. Jaarverslag 2005 I NBB tabel XI, blz 182
93. Inzake sociale zekerheid is rapport nr 66 van 12 juli 2005 “met betrekking tot de financiering van de sociale zekerheid “van de Nationale Arbeidsraad een absolute aanrader. Daaruit blijkt dat de patroons sinds 2000 liefst 23,3 miljard € ontvingen aan lastenverlaging.
94. De Standaard 05.09.’05 “Volgens prof. Bea Cantillon zullen de sociale uitkeringen verder zakken”
95. Socialistisch Links jan. 2005 “Gezondheidszorg in ademnood”.
96. Jaarverslag 2005 I NBB kader 10 blz 78
97. Jaarverslag 2005 I NBB blz 83 en 84
98. Voertuigenindustrieën 31 maart 2006 – Protocol akkoord inzake tijdsautonomie en plus-minusconto tussen Agoria, ACV-Metaal, ABW-Metaal en ACLVB
99. De Standaard 12.09.2006 Agoria pleit voor “grotere ambitie” bij onderhandelaars.
100. OESO – september 2005 “Breakdown of GDP per capita in its components”
101. Jaarverslag 2005 I NBB blz 74 kader 9
102. Le Soir 13.09.2006 “Demotte ressort l’idée du bonus lié à l’embauche”. De cijfers dateren van 2003, sindsdien werd voor nog eens 2 miljard aan lastenverlagingen doorgevoerd !
103. Het Nieuwsblad 06/03/2005 “Dienstencheques fenomenaal succes”
104. Le Soir 13/09/2006 “Les titres-services ont créé 8.700 emplois en Wallonie”
105. De Tijd 26/08/2006 “Het overheidsbeslag op onze economie moet naar omlaag”.
106. De Tijd 6/06/2006 “Sommige werkgevers creëren hun eigen schaarste aan geschikte kandidaten”
107. De Tijd 14/09/2006 “Meer Waalse werklozen geschorst”
108. De Nieuwe Werker 1/09/2006
109. Algemeen Dagblad 11/09/2006 “Tekort aan Poolse werknemers dreigt”
110. De Tijd 16/09/2006 “Pijnstillers” Stefaan Huysentruyt