Sovjet-Unie: de staking in Novotcherkassk van 1962
Na de dood van Stalin (1953) kwam Nikita Chroesjtsjov naar voren als de leidende figuur in de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU), nadat hij zijn gevaarlijkste rivaal Beria, de chef van de politieke politie, had uitgeschakeld. De volgende jaren werden gekenmerkt door gewelddadig onderdrukte arbeidersopstanden in verschillende Oost-Europese landen: de staking en opstand van bouwvakkers in Berlijn in 1953, de stakingen in Polen in 1956 of nog de Hongaarse opstand van 1956 die door Sovjettanks in bloed gesmoord werd.
”De Sovjet-Unie zal de Verenigde Staten inhalen in productie per hoofd van de bevolking”
Aan het eind van de jaren vijftig ontwikkelden de Sovjets een ambitieus ruimtevaartprogramma waarmee zij de Verenigde Staten voor waren in de verovering van de ruimte: de eerste kunstmatige satelliet (Spoetnik) in oktober 1957, de eerste mens in de ruimte (Gagarin) in april 1961. Deze successen in de ruimte brachten Chroesjtsjov ertoe ambitieuze en totaal onrealistische voorspellingen te doen.
In oktober 1961 liet hij het 22e partijcongres een nieuw programma goedkeuren waarin werd aangekondigd dat de Sovjet-Unie de periode inging van “de opbouw van een communistische maatschappij waarin de bronnen van maatschappelijke rijkdom vrijelijk zullen stromen.” Hij kondigde aan dat binnen tien jaar “de Sovjet-Unie de Verenigde Staten zal overtreffen in productie per hoofd van de bevolking.”
Tegelijkertijd groeiden de rijen voor winkels met bijna lege etalages en schappen. Er deed een grap de ronde: journalisten gaan naar het huis van de beroemde kosmonaut Joeri Gagarin om hem te interviewen. Hij is er niet, maar zijn kinderen zeggen: “Hij is in de ruimte en zal over 30 minuten terug zijn.” En waar is jullie mama? “Ze is even in de rij gaan staan bij de slager, ze is hopelijk over vier of vijf uur terug.”
Novotcherkassk 1962
Chroesjtsjov verhoogde de prijs van vlees met 30% en die van melk, boter en eieren met 19%. De aankondiging wekte de bezorgdheid van de ambtenaren en de woede van de bevolking op. In de locomotieffabriek NEVZ in Novotcherkassk, een industriestad met 100.000 inwoners in het zuiden van Rusland, veranderde deze woede in opstand. Vooral nadat de lonen er verlaagd waren.
Op de ochtend van 1 juni kwamen een twaalftal werknemers van de walserij, die de dag tevoren een loonsverlaging van 30% te slikken kregen, in de werkplaats bijeen en ze bleven discussiëren in plaats van naar hun werkplek te gaan. De manager kwam naar beneden om hen de les te lezen. De arbeiders besloten naar buiten te gaan en lieten de sirene van de fabriek loeien om anderen mee te krijgen. Ze maakten kartonnen borden: “Vlees! Boter! Loonsverhogingen.” De populairste slogan was ongetwijfeld: “Chroesjtsjov in de pan”!
Een delegatie van NEVZ ging langs de fabrieken om de beweging uit te breiden. Drie uur later stonden 4.000 arbeiders voor het kantoor van de directie. De partijsecretaris stuurde een detachement van 200 soldaten, die in een oogwenk door de menigte werden weggejaagd. ‘s Avonds kwamen er machinegeweren en enkele pantservoertuigen om de directeurs te bevrijden die ‘gegijzeld’ waren door de stakers. Het Kremlin werd gealarmeerd. Chroesjtsjov stuurde Mikojan, één van zijn plaatsvervangers, ter plaatse.
De volgende ochtend betoogden 10.000 arbeiders met spandoeken met eisen en portretten van Lenin. Tanks blokkeerden hun pad. De menigte scandeerde: “Maak plaats voor de arbeidersklasse!” Een delegatie van stakers, aangevoerd door de arbeider Mokrooussov, had een ontmoeting met Mikojan. Ze eisten de terugtrekking van de troepen en de opheffing van de prijsstijging. Mikojan verklaarde niets te kunnen doen aan de prijsstijging. Het gesprek leverde niets op, maar voor het eerst werd het apparaat dat de arbeidersklasse beweerde te vertegenwoordigen rechtstreeks geconfronteerd met de klasse.
Repressie
De plaatselijke partijleider belde naar het Kremlin en vroeg Chroesjtsjov toestemming om de betogers uiteen te drijven. Een detachement speciale troepen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken kwam ter plaatse. Gewapend met machinegeweren, schoten ze op de menigte. Tientallen mensen raakten gewond. Er vielen veel doden. Hoeveel doden? Het cijfer is onzeker omdat de politie ‘s nachts de lichamen meenam om op een geheim gebleven plaats te begraven.
De volgende dag gingen de arbeiders niet aan de slag. Rond 9 uur ‘s morgens verzamelden 500 arbeiders zich voor het centrale politiebureau om de vrijlating te eisen van de betogers die de vorige dag waren gearresteerd. De plaatselijke partijleider verklaarde op de radio dat de actie het resultaat was van “hooligans, dronkaards en provocateurs” die “enkele onwetende arbeiders” op sleeptouw hadden genomen.
Zeven ter dood veroordeelden
De bureaucratie nam brutaal wraak voor de angst die de staking bij haar had opgeroepen. Veertien arbeiders kwamen voor de rechter. Ze werden als criminelen berecht en behandeld. Zelf mochten ze niet spreken, dat werd aan de door de rechtbank aangestelde advocaten overgelaten. Uiteindelijk werden zeven arbeiders, waaronder Mokrooussov, ter dood veroordeeld en de zeven anderen tot 10 à 15 jaar in een kamp of de gevangenis.
Novotcherkassk was het begin van het einde voor Chroesjtsjov. Het werd door het partijapparaat als één van de redenen aangegrepen om zich te ontdoen van de bijzonder onpopulaire partijleider.