Na de oorlog: collaborateurs doen verder
Na de oorlog werd een prijs betaald voor de collaboratie. Tal van leiders moesten vluchten naar vooral Oostenrijk (Cyriel Verschave, Robert Verbelen) of Argentinië (Leo Poppe) waar ze hun fascistische activiteiten verderzetten. Zo was er jarenlang een tijdschrift ‘De Schakel’ waarlangs de voormalige collaborateurs in Argentinië hun ideeën verspreidden. De Belgische contactpersoon voor dit blad was Roeland Raes, tot 2001 ondervoorzitter van het Vlaams Blok.
Foto: Robert Verbelen herneemt in ballingschap in Oostenrijk zijn politieke activiteiten en brengt ondermeer het tijdschrift Aula uit. In 1988 spreekt hij op een meeting van de rechtse AFP. Eén van de buitenlandse sprekers is VB-kopstuk Francis Van Den Eynde. |
In België werden de fascisten in het defensief geduwd. Ze zetten groepen op van oud-Oostfrontstrijders (zoals rond het Berkenkruis, de voorloper van het Sint-Maartensfonds). Er waren echter tal van organisaties en de belangrijkste leiders waren naar het buitenland verdwenen. In 1949 werd een eerste poging gedaan om een politieke organisatie op te bouwen in de vorm van de “Vlaamse Concentratie”, een partij waarin onder meer Karel Dillen (de latere ‘voorzitter-voor-het-leven’ van het Vlaams Blok) en Bob Maes (de oprichter van VMO, in 1949 noemde dit nog Vlaamse Militanten Organisatie, nadien werd het Vlaamse Militanten Orde tot de VMO begin jaren ’80 werd verboden als privé-militie) een rol speelden.
Op hetzelfde ogenblik werden de eerste ideeën naar voor gebracht om een partij onder de naam ‘Volksunie’ op te zetten met een solidaristisch en anti-democratisch programma. Door de felle tegenkantingen belandde dit voorstel in de koelkast tot 1954. Karel Dillen werd door de radicaal-rechtse vleugel sterk naar voor geschoven. Er wordt gezegd dat dit vooral onder impact van Walter Bouchery was. Bouchery was een oud-collaborateur en als advocaat actief in Antwerpen. Bouchery gaf het blad ‘Opstanding’ uit waarin melancholisch werd teruggekeken naar de nazi-periode. Tegelijk vinden we in deze kringen ook de eerste ontkenningen van de holocaust. Karel Dillen vertaalde het boek ‘Nürnberg ou la terre promise’ van Bardèche waarin geschreven wordt dat de concentratiekampen na de oorlog gebouwd werden met filmdecors uit (het joodse…) Hollywood. In het blad ‘Opstanding’ wordt geschreven dat er hoogstens 350.000 Joden het leven gelaten hebben in de tweede wereldoorlog. Dit soort standpunten komt dus van diegenen die rechtstreeks uit de collaboratie komen en zelf mee verantwoordelijk waren voor de misdaden van het nazisme!
Met de VMO en het blad Dietsland Europa treedt extreem-rechts toe tot de Volksunie. Dillen wordt in 1957 voorzitter van de Antwerpse Volksuniejongeren. In de jaren ’50 en ’60 vormt vooral de VMO een verzamelplaats voor fascisten in Vlaanderen. De organisatie wordt geleid door Wim Maes, een voormalig lid van de Zwarte Brigade (de militie van het VNV) die veroordeeld werd voor z’n collaboratie met de nazi’s. Andere actieve leden van de VMO waren toen reeds de latere VB-parlementsleden Xavier Buisseret en Wim Verreycken (beiden werden in september 1963 opgepakt bij een VMO-actie in Oostende). Op 5 april 1959 hield de VU een verboden betoging in Lier om amnestie te eisen. De sprekers op de betoging waren VU-voorzitter Vander Elst, Leo Wouters (één van de oprichters van het VNV) en Karel Dillen.
Foto: Een betoging eind jaren ’40. Karel Dillen (vooraan) brengt de Hitlergroet
De onafhankelijkheid van Congo in 1960 betekent volgens Dietsland-Europa, het blad van Karel Dillen, een “blanke zelfvernedering en zelfbevlekking”. Het blad vreesde dat Europa , “het vaderland van de blanke man”, teveel migranten zou krijgen als het de voormalige kolonie als onafhankelijk land erkende. Ook de algemene staking van 1960-61 kon niet op de goedkeuring van de groep rond Dillen rekenen. Dillen had het over de “degeneratie van het proletariaat”.
Eind jaren ’60 kwam de VMO in de problemen wegens een aantal gewelddadige manifestaties. Zo waren er zware rellen bij een VMO-herdenkingsactie in het Wase Stekene ter ere van de SS-gesneuvelden in WO 2. In 1971 kwam er een “nieuwe versie” van de VMO onder leiding van figuren als Bert Eriksson (vanaf 1943 lid van de Hitlerjugend) en Luc Vermeulen (de oprichter van Voorpost en vandaag verantwoordelijk voor de ordedienst van het VB). Begin jaren ’70 werd door de rechtse vleugel meer afstand genomen van de Volksunie, omdat deze “te links” zou geworden zijn. De aandacht ging opnieuw vooral uit naar bewegingen als Were Di (dat het blad ‘Dietsland-Europa’ uitgeeft) en de VMO. In 1973 werd de leiding van de VMO vervangen door een groep rond Xavier Buisseret, Siegfried Verbeke (die later het ‘Vrij Historisch Onderzoek’ oprichtte, een groep die de holocaust ontkent) en Roeland Raes.
In het VMO-blad Alarm schreef huidig VB’er Xavier Buisseret in 1977: “Met alle middelen moeten we in Vlaams Brabant (en ook elders, de kust, Gent, Kortrijk, Mol,…) een klimaat van terreur, gevaar en onveiligheid scheppen ten aanzien van de Franstaligen en de Vlaamse overlopers. (…) Wij bedoelen praktisch: met katapulten en moeren de ramen van villa’s kapotschieten, auto’s en bezittingen vernielen (..), brandstichting van privé-woningen of bedrijven die een verfransende invloed uitstralen, (…), dreigbrieven, telefoonoproepen, kidnapping, (…).”
In 1977 leidde Buisseret een uittocht uit de VMO en stichtte hij het blad ‘Haro’. Eriksson kon opnieuw de leiding van de VMO opnemen. In het blad ‘Haro’ werd de ideologische basis nog eens duidelijk gemaakt, voor zover er daar nog twijfel over kon bestaan. Roeland Raes bracht er bijvoorbeeld een lovende bespreking van het boek “Contribution à une éthique raciste” van René Binet, een oude vriend van Karel Dillen. In het blad werd ook de holocaust ontkend.
Intussen ging de groep rond Buisseret aan tafel zitten met Karel Dillen om verantwoordelijkheden op te nemen in de pas opgerichtte Vlaams Nationale Partij (VNP), een partij opgezet uit protest tegen het feit dat de VU het Egmontpact had goedgekeurd en die zich inschakelde in het federaliseren van België.
In 1978 bracht VMO-leider Bert Eriksson de leiders van de VNP en de VVP (een andere rechtse Vlaamsnationalistische partij onder leiding van Lode Claes) samen in Antwerpen. Vanop deze bijeenkomst worden gesprekken gestart voor een gezamenlijk politiek initiatief. Bij de verkiezingen van 17 december 1978 werd samen opgekomen onder de naam Vlaams Blok, een referentie naar de naam waarmee het VNV in 1936 deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen (‘Vlaamsch Blok’). Begin 1979 verbrak Lode Claes het kartel wat leidt tot een splitsing binnen de VVP. Een groep rond Roeland Raes verlaat de VVP en vormt samen met de VNP een gestructureerde samenwerking in de vorm van een nieuwe partij die de naam van het kartel overnam: het Vlaams Blok was geboren.
Het Vlaams Blok ging van start met Karel Dillen als voorzitter. Roeland Raes werd ondervoorzitter. Het Vlaams Blok kon rekenen op de volledige steun van de VMO, Were Di, Voorpost,…
De gewelddaden van de VMO
Eind jaren ’70, begin jaren ’80 liet de VMO geregeld van zich horen:
|
Een aantal VMO-kopstukken uit de jaren 1970 en 1980 werden achteraf parlementslid voor het VB. Zo is er Wim Verreycken die betrokken was bij tal van ‘operaties’, maar ook het parlementslid Pieter Huybrechts die veroordeeld was wegens een aanslag op een migrantencafé in St Niklaas. Bert Eriksson bleef steeds beweren dat hij trouw was aan zijn “führer” en bleef het nazisme verdedigen. Toen hij recent overleed, waren op zijn begrafenis een aantal politici van het VB aanwezig, waaronder parlementslid Pieter Huybrechts. Tot midden jaren 1990 waren er berichten over de aanwezigheid van tal van wapens in deze kringen. Zo was er in 1995 in het Roeselaarse VB-café ‘De Gezelle’ een bijeenkomst van figuren als Roger Spinnewijn (zie hierboven) en andere figuren van radicale fascistische groepen in Europa. Er vond een discussie plaats over het leveren van wapens voor rechtse blanke groepen in Zuid-Afrika (waaronder de Afrikaner Weerstandbeweging). Met het verdwijnen van de apartheid nam de machtspositie van de neo-nazi groepen in Zuid-Afrika af. Om een blank ’thuisland’ te creëren in Zuid-Afrika waren wapens en huurlingen nodig. Het leveren daarvan gebeurde onder toezicht van Roger Spinnewijn. In 1995 werd hij hiervoor gearresteerd door de Duitse politie.
De VMO in actie: