LSP evalueert CAP en haar rol in het totstandkomen van een nieuwe arbeiderspartij in België
De conferentie van 3 februari
41. Ook de PVDA was onder druk gekomen van de ontwikkeling van CAP. Tijdens de kerstvakantie 2006-‘07 vonden twee gesprekken plaats tussen PVDA en CAP. Nadien liet de PVDA uitschijnen dat CAP zou geweigerd hebben om de naam PVDA in de lijstnaam op te nemen, dus zou geweigerd hebben om bijvoorbeeld in kartel naar de verkiezingen te gaan. Hun eigen artikel in Solidair op 9 januari spreekt dit tegen.
De belangrijkste bezorgdheid van de PVDA was of Sleeckx zou opkomen of niet. Indien hij zou opkomen voor CAP zou dit een serieuze bedreiging betekenen voor hun electorale positie. Dus moest Sleeckx electoraal onschadelijk worden gemaakt. Hun voorstel was dan ook dat er enkel sprake kon zijn van een samenwerking, en dus een kartel, in Antwerpen wanneer Van Duppen de lijst zou trekken en Sleeckx ze zou duwen. Op die manier zou lijsttrekker Van Duppen met de aandacht gaan lopen en konden de stemmen van Sleeckx helpen om Van Duppen in het parlement te krijgen. Tegelijkertijd kon Sleeckx niet gebruikt worden op bijvoorbeeld een Senaatslijst van CAP om in heel Vlaanderen stemmen te trekken voor CAP. De PVDA wist op dat moment al dat Sleeckx allesbehalve van plan was om na zijn politiek pensioen op 74-jarige leeftijd een comeback te maken en op een lijst te gaan staan. Dit oneerlijke aanbod werd niet goed ontvangen bij CAP en nog voor CAP een tegenvoorstel kon uitwerken en voorstellen (bijvoorbeeld in de vorm van kartellijsten in het hele land zonder voorwaarden) belde Peter Mertens met Sleeckx met de vraag of hij al had beslist of hij kandidaat zou zijn. Toen Sleeckx vertelde dat hij bij zijn beslissing bleef om zelf niet te kandideren, wist de PVDA genoeg. De operatie “maak Sleeckx onschadelijk” was geslaagd en de PVDA kon met een geruster gemoed aan haar lidmaatschap uitleggen dat ze niet met CAP zou samenwerken.
42. Ze legden het als volgt uit in de Solidair van 9 januari 2007. Van een weigering van CAP om de naam PVDA op te nemen in de lijstnaam is geen sprake. Integendeel, met veel gevoel voor dramatiek laat de PVDA uitschijnen dat zij heeft zitten wachten op CAP, 2 maanden dan nog wel en dat – o jammer – Jef niet wil deelnemen: “De PVDA+ heeft de hand gereikt om een linkse kartellijst tussen Van Duppen en Sleeckx mogelijk te maken. Er werd twee maanden meer tijd uitgetrokken dan gepland, ondanks het feit dat de verkiezingen wellicht vervroegd zullen plaatsvinden. Aanvankelijk werd verwacht dat de CAP-conferentie van 28 oktober een signaal in die richting zou geven. Pas twee maanden later vloog de kogel door de kerk: Jef Sleeckx komt niet op. Als de bezielers en woordvoerders van een beweging zich terugtrekken, kan er ook geen uitstraling en dynamiek van uitgaan die zo nodig is om een progressief kartel kansen te geven. Het betekent uiteindelijk dat geen enkele van de drie oprichters van CAP, met name Lode Van Outrive, Georges Debunne en Jef Sleeckx, zal deelnemen aan de kiescampagne. Of in die omstandigheden het CAP alsnog apart naar de stembus zal trekken is niet duidelijk. Vanuit de PVDA+ blijft de deur open naar alle CAP-leden om als onafhankelijke kandidaat de kiescampagne voor kiwi-dokter Dirk Van Duppen te steunen op een PVDA+ lijst.”
43. “Sleeckx niet met PVDA, mogelijk wel met Groen!” Dit titelde De Morgen op … dinsdag 09 januari, dezelfde dag als het artikel in Solidair, een dag nadat de PVDA een persbericht de wereld had ingestuurd met de melding dat het kartel in Antwerpen niet doorging, wat een meesterlijke tactische zet was. Op die manier werd de media mee ingeschakeld om de PVDA snel te ontdoen van elke verantwoordelijkheid. Tot hier een zoveelste lesje manipulatie waarbij de PVDA een gevaar waarneemt, het onschadelijk maakt en zichzelf opwerpt als slachtoffer. Een oude vos verliest misschien zijn haren, maar niet zijn streken. Een belangrijke les voor iedereen die in de toekomst bij de PVDA aan tafel moet gaan zitten.
44. Ondertussen blijft de onmondigheid van CAP pijnlijk. Sleeckx beweert in het telefoongesprek met de journalist van De Morgen dat ook Groenen geïnteresseerd zijn in zijn project. De dag nadien lezen we in de krant dat Sleeckx misschien op de Groen-lijst zal gaan staan, wat een totaal verkeerde voorstelling van de feiten is en mee heeft bijgedragen tot de verwarring. Waarna Vera Dua verrast naar Sleeckx belt en dan maar een voorstel doet om tot een gesprek over te gaan.
45. Op 3 februari kwamen nog altijd meer dan 300 mensen naar de CAP-conferentie, zonder een grote mobilisatie (geen affiches of pamfletten) en zonder UAG, om te beslissen over de verkiezingsdeelname. De onduidelijkheid over de toekomst van CAP, die de leden enkel via de media hadden kunnen volgen, had reeds zijn effect gehad in het enthousiasme. Maar desondanks blijft de overgrote meerderheid gewonnen voor een onafhankelijke verkiezingsdeelname. Het beste bewijs hiervoor wordt de stemming waarbij een groep van maximaal 10 personen of 3 % van de aanwezigen stemt voor het voorstel van Groen of zich onthoudt. Groen had CAP het voorstel gedaan om een rode band te vormen op de Groen-lijsten, om de plaatsen 5, 6, 7 en 8 in te nemen op alle lijsten.
46. Onafhankelijk deelnemen aan de verkiezingen was op dat moment de enige optie die CAP het perspectief kon laten aanhouden om een nieuwe politieke beweging van de arbeidersklasse op te bouwen. Onze locomotief aan de trein van Groen hangen, zou de geloofwaardigheid van CAP volledig gekelderd hebben. Bewijze hiervan de verkiezingscampagne van Groen, die volledig in het teken stond van een nieuwe regeringsdeelname met als belangrijkste eis om de minister van klimaat te mogen leveren in de toekomstige regering. Enkele leden van CAP, rond de groep van LEEF-Herzele, zijn opgegaan in het project Rood op Groen en zitten wellicht vast in de logica om binnen Groen een rode vleugel op te bouwen. Sommige mensen binnen CAP twijfelden en stelden zich de vraag of we wel klaar waren voor deze verkiezingscampagne, zeker en vast een terechte vraag. We konden moeilijk ontkennen dat de omstandigheden allesbehalve ideaal waren. Niet deelnemen zou naar onze mening een definitieve rem hebben gezet op de ontwikkeling van het potentieel dat op dat moment nog in CAP aanwezig was. Het zou als niet serieus worden aanzien door diegenen die op dat moment nog hoop koesterden in CAP.
47. Belangrijk resultaat van CAP tussen 28/10/06 en 03/02/07 was haar tussenkomst in de staking bij VW. Wat een verschil met UAG, die binnen de contouren van de vergaderzalen radicaler dan radicaal klonk tot op het moment dat de belangrijkste restant van industrie in het Brusselse dreigde te sluiten. Dan waren de radicalen in geen wegen te bespeuren. CAP was van in het begin intensief aanwezig om de strijd mee te maken, steun te verlenen, te mobiliseren voor de betoging en het politieke debat aan te gaan. De tussenkomst op de VW-betoging van 2 december plaatste CAP duidelijk op de kaart van de arbeidersstrijd. Ondertussen had de verkiezingsoverwinning van de SP in Nederland tot veel discussie geleid met de evidente vraag of zo’n doorbraak voor een linkse partij in België ook mogelijk was. Eerder had Noël Slangen in De Standaard van 02/08/06 beweerd “dat zo’n partij goed kan zijn voor tien procent. Voorwaarde is wel dat de nieuwe partij zich absoluut niet laat verleiden tot een regeringsdeelname.”
Bart De Wever was in een column ingegaan op de kwestie van een nieuwe arbeiderspartij en Spirit-voorzitter Geert Lambert wees het initiatief naar de prullenmand. “Sleeckx komt met een oud verhaal. Hij richt zich specifiek op ‘de arbeidersklasse’, maar er zijn evengoed kleine kruideniers die het moeilijk hebben. De klassenmaatschappij zoals Sleeckx ze kende, bestaat al lang niet meer”
48. Een jaar later staan we in het midden van de belangrijkste financiële crisis sinds de grote depressie van de jaren ’30 en wordt de klassenmaatschappij niet langer ontkend door serieuze commentatoren. “Class is back”, schrijft Naomi Klein in haar jongste boek. De voorbije jaren werd opnieuw uitdrukking gegeven aan de klassenmaatschappij in termen als de kloof tussen arm en rijk, toplonen van managers tegenover dalende koopkracht, elitarisering van het onderwijs, de verharding en amerikanisering van de samenleving. De periode die voor ons ligt, zal er één worden van enorm snelle veranderingen en schokken in het bewustzijn. Een duidelijk geprofileerde arbeiderspartij met een correct programma zou in zo’n situatie geweldig hebben kunnen scoren.
49. Uiteindelijk brachten we een kleine 250 kandidaten op de been (waaronder zes VW-arbeiders), waarvan 90 LSP-MAS leden. Slechts één lijst van de 10, de Kamerlijst in Oost-Vlaanderen, had een LSP-lijsttrekker. Deze bewuste keuze was een duidelijk teken van onze kant dat het ons niet te doen was om CAP te domineren of om de mooie plaatsjes te krijgen op de kieslijsten. We verzamelden een goede 20.000 euro voor de campagne en behaalden 21.252 stemmen voor de Senaat (0,32%) – 8.277 of 0,33% voor het Franse kiescollege en 12.938 of 0,32% voor het Nederlandse kiescollege. In de Europese verkiezingen van 2004 behaalde LSP/MAS in Wallonië 5.675 stemmen of 0.23% en in Vlaanderen 14.166 stemmen of 0,35%. Opvallend genoeg haalde CAP in Vlaanderen minder stemmen dan wij onder de naam van LSP en in Wallonië meer stemmen dan wij onder de naam MAS.
50. De verkiezingscampagne kende op verschillende momenten een bijzonder enthousiasme en dynamiek. Tijdens de verkiezingscampagne werden meer dan 250.000 pamfletten en 20.000 affiches verspreid en sloten een 100-tal nieuwe mensen aan bij CAP. Zonder een secretariaat of een betaalde werkkracht, volledig gebaseerd op het vrijwilligerswerk van enkele honderden activisten, kon CAP hier en daar het gehoor winnen. Zoals in een debat aan een hogeschool in Gent, waarbij de studenten voor en na het debat mochten stemmen. CAP die voor het debat bij de meer dan 200 studenten zo goed als onbekend was, kreeg dan dus ook slechts 1,14%. Na een spetterend debat met enkele nationale politieke tenoren kreeg CAP 23,81% van de stemmen van de aanwezige studenten. Het is een klein voorsmaakje wat mogelijk zou zijn met een sterk programma en goede woordvoerders die een duidelijke taal spreken.
Blijft CAP na 10 juni 2007 op de sporen?
51. De afstraffing van SP.a en PS in de verkiezingen werd door velen voorspeld. Hoe kan het ook anders na 20 jaar deelname aan een neoliberale politiek. Het waren dus de ideale verkiezingen voor het lanceren van een nieuwe formatie. Helaas is alle aandacht in de verkiezingscampagne uitgegaan naar de rechterzijde. De nieuwigheid van de verkiezingen was niet Sleeckx, maar Dedecker. De vraag was of de CD&V of de VLD de premier zou mogen leveren en of de LDD of het VB de proteststem zou ontvangen. Een Sleeckx op de CAP-lijst had dit ook op zijn eentje niet kunnen keren, maar hij had een andere stem in het debat kunnen brengen en dus extra aandacht voor CAP kunnen opleveren.
52. Veel inkt is al gevloeid over deze verkiezingsdeelname en menig LSP/MAS lid heeft al zijn hersenen gepijnigd om de slechte kiesuitslag van CAP te analyseren en helpen verklaren. In ons maandblad Socialistisch Links zijn we verschillende malen ingegaan op wat volgens ons de fouten waren van de verkiezingscampagne. Naast het getalm, de oeverloze discussies, de onduidelijkheid voor het grote publiek en het feit dat geen enkele van de initiatiefnemers kandideerde, heeft de vage verkiezingsslogan CAP volledig de das omgedaan. Helaas bleek die verkiezingsslogan geen accident de parcours, maar de uitdrukking van wat enkelen binnen CAP als politiek project voor CAP in petto hadden.
53. Na de verkiezingen werd de doelstelling van CAP, op aandrang van onze leden binnen het Nationaal Comité, aangepast. De verkiezingscampagne had niet de nodige dynamiek, enthousiasme en nieuwe leden aangebracht om de volgende stap voor te bereiden, deze van verkiezingscampagne naar partij. Integendeel, de demoralisatie na de slechte verkiezingsuitslag had een deel van de CAP-basis tot inactiviteit gebracht. Ter voorbereiding van de volgende nationale CAP-conferentie op 20 oktober hamerden we erop dat de rol van CAP niet was uitgespeeld, maar dat die moest worden bijgesteld.
54. In onze interne conferentietekst van november 2007 stelden we het als volgt:
“De verkiezingscampagne heeft CAP op de politieke kaart geplaatst, maar met een ontoereikend resultaat om reeds nu zich te kunnen opwerpen als de unieke organisatiestructuur via dewelke een nieuwe arbeiderspartij tot stand zal komen. Daarom zal CAP oog moeten hebben voor ontwikkelingen in de klassenstrijd en bereid moeten zijn om samen te werken met nieuwe initiatieven die doorheen die strijd kunnen ontstaan.” Het feit dat CAP op 20 oktober met een grote meerderheid als doelstelling aannam om “als zelfstandige politieke beweging, in dialoog met partners, de vorming van een nieuwe arbeiderspartij (d.w.z. een partij van diegenen die leven van een loon of een uitkering en hun gezinnen) te bevorderen.” was volgens ons een stap in de goede richting.
55. Helaas is deze beslissing dode letter gebleven. Een kleine minderheid binnen CAP, maar dominant binnen het nationale secretariaat, heeft geweigerd deze beslissing in de praktijk om te zetten. Kunnen we dan geen nationale conferentie bijeen roepen om deze beslissing te herbevestigen en de toepassing hiervan op te eisen? Dat zou een optie kunnen zijn. Helaas heeft door de zes maanden amateurisme zonder één geslaagd nationaal initiatief, behalve de interventie op de koopkrachtbetoging die we met LSP/MAS afdwongen, een verdere leegloop van CAP plaatsgevonden. Een nationale conferentie vandaag om terug diezelfde discussie te voeren zou tot niets anders dan een breuk leiden. Niets lijkt erop dat velen daarvoor warm lopen, ook niet diegenen die in feite akkoord gaan met onze kritieken. De kansen die CAP heeft gekregen, waren niet min. Helaas moeten we vaststellen dat ze stelselmatig werden verkwanseld en dat de CAP in haar huidige samenstelling niet in staat zal blijken om CAP nog een reële rol van enige betekenis te laten spelen in de opbouw van een nieuwe arbeiderspartij in België.
56. Reeds in oktober schreven we in een actualiteitsresolutie voor de Nationale Conferentie van 2007 van LSP/MAS dat de toekomst van CAP onzeker was.
“Indien CAP het komende jaar niet in staat blijkt belangrijke stappen vooruit te zetten op dat vlak zal ze wellicht ten onder gaan aan interne discussies. De enige georganiseerde groep, LSP/MAS, zal dan door de minst bewuste lagen met de vinger gewezen worden en door de politieke tegenstanders met alle schulden van Israël overladen worden.
De nieuwe en meest bewuste elementen zullen onze houding als principieel, politiek en open ervaren hebben en zullen interesse vertonen om verder met ons op weg te gaan naar de creatie van een nieuwe arbeiderspartij. “
Conclusie
57. Het anderhalve jaar CAP is een enorme leerschool gebleken voor al onze leden en ook voor veel CAP-militanten. Hebben we met LSP/MAS fouten gemaakt. Zeer zeker. Zo zijn we wellicht te onvoorwaardelijk geweest in onze steun aan het CAP-project; we hadden al vroeger kunnen inzien dat de inherente zwakte zich op een bepaald moment zou wreken. Met onze energieke wil om CAP uit te bouwen, hebben we zelfs gedurende een zeker tijd de zwaktes van CAP toegedekt, hopend dat een goede verkiezingscampagne CAP op het goede spoor kon plaatsen. We hadden dat niet mogen doen. Onze prominente aanwezigheid was dan weer voor sommigen het perfecte excuus om aan de zijlijn te blijven staan.
Het is verstaanbaar dat we in de context van het moment hebben toegegeven in de discussie over de verkiezingsslogan. Achteraf gezien was dit een fout compromis dat we hebben gesloten. Maar we zijn ervan overtuigd dat we in de grote lijnen telkens de correcte posities hebben verdedigd en een correcte houding hebben ingenomen.
58. We denken dat in de huidige situatie CAP niet in staat is uit te groeien tot een nieuwe arbeiderspartij. Indien ze dezelfde weg blijft volgen die ze sinds 20 oktober heeft gevolgd, zal ze volgens ons ook geen constructieve bijdrage meer leveren in die richting. Ze zal daarentegen de kleinste en minst radicale speler worden op het terrein van radicaal-linkse organisaties.
59. Gezien het mislukken van CAP en de bocht van de PVDA, die wellicht electoraal zal renderen, lijkt zelfs een start van een proces in de richting van een nieuwe arbeiderspartij tijdelijk uitgesteld. Wellicht valt voor de verkiezingen van 2009 geen fundamentele ontwikkeling in die richting te verwachten. We staan open voor discussie indien dit wel zou gebeuren.
60. Wij willen diegenen die vandaag nog in CAP aanwezig zijn en het met ons akkoord waren over het potentieel dat CAP bezat niet zomaar laten vallen. Overal waar CAP mensen rond de tafel brengt met de idee om te bouwen aan een nieuwe arbeiderspartij, zullen we mee aan die tafel aanschuiven. In die zin laten we de CAP niet zomaar vallen en zullen leden van LSP/MAS op lokaal vlak mee de handen uit de mouwen steken om activiteiten, waar wij ons achter kunnen scharen, mee te organiseren. Dit zal echter gebeuren met een duidelijke afwijzing van de politieke koers die de CAP de laatste maanden aan de dag heeft gelegd.
61. We staan voor een turbulente periode op economisch, sociaal en politiek vlak. De economische crisis die vandaag in de VS reeds zorgt voor twee trimesters van recessie, grijpt stilaan ook Europa naar de keel. De Belgische burgerij die lange tijd een confrontatie met de arbeidersklasse voor zich uit heeft geschoven, zal geen andere keuze meer hebben dan het neoliberale monster los te laten. Een crisissituatie kan tot verlamming leiden bij delen van de arbeidersklasse, maar kan ook tot verzet leiden wanneer enkel strijd nog een mogelijke uitweg biedt. Uit de bewegingen tegen de regeringspolitiek, tegen de neoliberale maatregelen en de sluiting van bedrijven, zal de nood aan een echt politiek instrument telkens opnieuw duidelijk worden. De vakbondsleiding zal, door haar rol die ze speelt ten dienste van de traditionele politiek, met man en macht een veralgemeende strijdbare beweging proberen tegen te houden.
Gezien de houding van de PVDA die in de bewegingen telkens opnieuw zal zoeken naar de grootste gemene deler – ze noemen dit zelf de strategie van de “syndicale meerderheid” – waarbij ze beste vriendjes probeert te zijn met de leiding van de vakbond, zullen de meest strijdbare groepen zich niet direct in de zachte taal en het reformistische eisenplatform van de PVDA herkennen.
62. Er zullen opnieuw momenten komen waar na een belangrijke strijd groepen arbeiders tot de conclusie komen dat ze moeten bouwen aan strijdbare open en democratische arbeiderspartij om hun belangen politiek te kunnen vertalen. Maar het zal enige tijd vergen vanwege de mislukkingen uit het verleden. Vooral in Vlaanderen hebben we nu de ervaring van de CAP achter de rug, wat betekent dat een nieuw initiatief met het nodige scepticisme zal worden bekeken. In Wallonië is er een gelijkaardige ervaring met de lijst Debout, die electoraal beter scoorde doordat de leiders van de strijd bij Clabecq hun verantwoordelijkheid namen en aan het hoofd van het initiatief gingen staan, maar helaas nadien niet bereid waren op een consequente basis een nieuwe politieke formatie op te bouwen.
63. Voor 2009 lijken de kaarten heel snel gespeeld. CAP heeft de troef die het nog in handen had, weigeren uit te spelen. Ze had, zoals in ons voorstel begin 2008 werd geformuleerd, een grote campagne kunnen lanceren voor antiliberale lijsten in 2009. Maar die kans heeft ze verkeken. Elke poging die nu nog zal worden gelanceerd om te komen tot eenheidslijsten ter linkerzijde zullen stranden in politiek gemanoeuvreer, waarbij iedereen elkaar de zwarte piet zal proberen toeschuiven. Enkel een oproep en petitie voor anti-neoliberale lijsten waarrond maandenlang campagne kon worden gevoerd en waarrond syndicalisten en activisten konden worden samengebracht, had de noodzakelijke kracht kunnen ontwikkelen om alle gesprekspartners die nodig zijn voor een eenheidslijst rond de tafel te brengen. Dit voorstel van LSP/MAS aan CAP in januari 2008 werd afgewezen. Vandaag wil men wel proberen radicaal links te verenigen op een eenheidslijst, maar dit is volgens ons meer een laatste poging om CAP in leven te houden dan een beslissing op basis van een diepgaande campagne binnen de huidige politieke en sociale context.
64. LSP/MAS zal niet deelnemen aan dit politieke schaakspel, waarbij de enige vraag is wie er wie schaakmat zal zetten. Maar als er een reële kans bestaat om tot een brede anti-neoliberale lijst te komen voor 2009, zullen we ons constructief inschakelen. Tot dat moment bereiden wij onze partij, onze militanten en sympathisanten voor op een deelname aan de verkiezingen met LSP/MAS-lijsten. Lijsten die open staan voor elk individu of elke groep die het idee wil propageren van de nood aan een nieuwe arbeiderspartij.
65. Aan de PVDA deden we ondertussen volgend voorstel in onze stellingname naar aanleiding van hun partijvernieuwing:
“In plaats van een draai naar rechts, willen wij voorstellen aan de PVDA om een draai naar links te maken, naar internationaal socialisme en naar een arbeiderseenheidsfront. We nodigen de PVDA uit op die basis, samen met LSP, een oproep te lanceren voor een brede strijdpartij van alle stromingen die zich willen verzetten tegen het neoliberalisme, en er samen met LSP de revolutionaire strekking te vertegenwoordigen. De eerste uitdaging zou er in dat geval uit bestaan om naar de regionale, Europese en/of mogelijk ook federale verkiezingen van 2009 uit te pakken met een gezamenlijk initiatief voor anti-neoliberale lijsten.”
Bijlage 1
Chronologisch overzicht van gebeurtenissen
- 7 oktober 2005. Algemene staking van het ABVV tegen het Generatiepact. LSP intervenieert met een oproep voor een strijdbaar syndciaal Netwerk
- 16 oktober 2005. SP.a-congres waar meer dan 200 ABVV militanten met Sleeckx de rug keren naar de SP.a
- 28 oktober 2005. 2e algemene staking met betoging te Brussel, 100.000 aanwezig. LSP lanceert petitie voor een nieuwe arbeiderspartij
- 2 november 2005. In een open brief vraagt de ABVV-delegatie van Agfa Gevaert de banden te breken met SP.a
- 26 november 2005. Eerste meeting met Sleeckx in Limburg, 20 aanwezigen
- januari 2006. Gesprek tussen Jef Sleeckx en Theo Mewis enerzijds en het Uitvoerend Bestuur van LSP/MAS anderzijds
- 22 februari Opiniestuk van Une Autre Gauche in La Libre Belgique
- 30 april 2006 Mei-avond feest van CAP in Gent met meer dan 100 aanwezigen
- 28 oktober 2006. Dag voor een Andere Politiek met 650 aanwezigen aan de ULB, LSP/MAS neemt de helft van de mobilisatie voor haar rekening
- 15 december 2006. Provinciale CAP-vergaderingen in 8 provincies
- 3 februari 2007/ Nationale CAP-conferentie waar wordt besloten om onafhankelijk deel te nemen aan de verkiezingen
- 14 april 2007 Nationale CAP-conferentie waar het verkiezingsmateriaal en kandidatenlijsten worden goedgekeurd
- 20 oktober 2007 Nationale CAP-conferentie waar de evaluatie van de verkiezingen wordt gemaakt en waar nieuwe doelstellingen worden opgesteld
Bijlage 2
MOTIE CAP-UAG – 28 OKTOBER 2006
Het Comité voor een Andere Politiek (CAP) en “Pour une Autre Gauche” (UAG) zijn slechts de initiatiefnemers van een beweging die wordt gedragen door vertegenwoordigers en militanten van vakbonden en andere sociale bewegingen. De deur blijft wijd open staan voor alle geïnteresseerden die zich willen engageren. Inderdaad, de beweging wil alle mogelijke linkse en progressieve initiatieven samenbrengen en zeker niet vervangen, maar meteen ook overstijgen en zich richten tot allen in België die op zoek zijn naar een geloofwaardig alternatief voor het huidige neoliberale beleid. Het toenemend aantal plaatselijke comités speelt daarbij een belangrijke rol.
De beweging verzet zich tegen het neoliberale beleid van alle traditionele politieke partijen met hun kritiekloze goedkeuring van het liberaal en ondemocratisch ontwerp van Europese grondwet én van het generatiepact. Daar tegenover streeft de beweging naar een basisdemocratisch project waar de productie in functie staat van de behoeften van allen en niet in functie van de winsten van enkelen. Dergelijk project vertrekt van de sociale noden en verzuchtingen van brede lagen van de bevolking, ongeacht of deze Vlaams, Waals of Brussels, mannelijk, vrouwelijk, niet-Belgisch of illegaal zijn. Aan dit eigen politiek project moet in de volgende maanden volop gewerkt worden en vandaag, op 28 oktober, wordt daartoe in werkgroepen slechts een aanzet gegeven. Er moet gewerkt worden aan de toekomst van de sociale zekerheid in ruime zin van het woord, aan tewerkstelling, verloning en afdankingen, aan bescherming van de syndicale rechten, aan een ontvoogdend beleid t.a.v. diegenen die sociaal worden uitgesloten, aan de woningnood, en zeker ook aan het tot stand komen van een werkelijk democratisch en sociaal Europa.
Drie stellingen worden aan de plenaire vergadering voorgelegd:
1. Het is eerst en vooral noodzakelijk de beweging verder uit te bouwen onder de vorm van een strijdbaar politiek programma met concrete voorstellen, dat radicaal het tegenovergestelde is van het huidig neoliberaal beleid. De voorstellen uit de 12 werkgroepen vandaag zijn een eerste aanzet.
2. We moeten verder gaan en dienen deel te nemen aan de eerstvolgende federale verkiezingen, zonder echter afbreuk te willen doen aan de dynamiek die nu eenmaal eigen is aan een beweging. Deze legt lijsten neer waar het volgens de lokale comités binnen een kiesomschrijving mogelijk is. Wij engageren ons om op basis van de voorstellen van deze bijeenkomst en van al onze ervaringen een electoraal programma aan onze beweging voor te leggen.
3. Tussen alle geïnteresseerde inwoners van België, welke taal ze ook spreken, moet zo intensief mogelijk worden samengewerkt. UAG en CAP moeten hun samenwerking onverminderd verder zetten en er naar streven één gezamenlijke efficiënte beweging uit bouwen, die zichzelf naargelang de noodzaak kan uitbreiden.Wij hebben een periode van gemeenschappelijke ervaringen nodig alvorens onze politieke organisatie zich omvormt tot een partij of een beweging blijft, dat zal beslist worden op een toekomstig congres.
Bijlage 3
Voorstel aan de 28/10 evalutievergadering van 06/11.
- De positieve elementen van 28/10, opkomst en beslissing omtrent de verkiezingen, dienen te worden omgezet in een sterke werking van de bestaande en de creatie van nieuwe lokale groepen enerzijds en een concrete politieke structuur, rekening houdend met de verschillende politieke initiatieven die zich inschrijven in het project 28/10, anderzijds.De opbouw van de nieuwe beweging na 28/10 staat of valt met de uitbouw van lokale groepen die de besluiten van 28/10 uitvoeren met krachten en groepen op lokaal vlak op zoek naar een alternatief
- We stellen voor dat alle lokale groepen in december bijeenkomen in een vergadering per provincie, zijnde de kiesomschrijving van de kamerlijsten in Vlaanderen en de bundeling van een paar kiesomschrijvingen in Wallonië. Deze vergaderingen komen er op uitnodiging van alle “aanwezigen op 28/10 CAP/UAG”. Deze vergaderingen bereiden de verkiezingscampagne voor, leggen de nodige politiek kontakten, bespreken de opbouw van lokale groepen en stellen een provinciale kalender op.
- De beslissing op 28/10 om gezamenlijk (Noorden en Zuiden, CAP en UAG) deel te nemen aan de parlementsverkiezingen in 2007 is een onderdeel van het proces waarin wordt nagegaan of we nadien de formatie van beweging naar partij kunnen omvormen.
- De enige structuur die deze beslissing kan aannemen is een tijdelijke campagnestructuur met een duidelijk mandaat. We creëren een nationaal campagneteam die de voorwaarden moet scheppen om de deel te nemen aan de verkiezingen en de campagne coördineert. Ze organiseert op 3/02/07 een nationale bijeenkomst waar één programma wordt beslist, een campagne wordt uitgewerkt, een budget bepaald en een nieuwe naam wordt voorgelegd. Dit team wordt op basis van taalpariteit samengesteld uit diegenen die 28/10 mogelijk hebben gemaakt. De samen-stelling van dit team wordt georganiseerd op basis van het invullen van de concrete mandaten die dit team krijgt. Dit team wordt bekrachtigd op 03/02/07 en dan eventueel uitgebreid.
- Vanaf 03/02/07 kan er gewerkt worden onder de nieuwe noemer van de verkiezingslijsten waarbij een bijdrage aan het kiesfonds en engagement in de verkiezingscampagne de basis vormen voor lidmaatschap van deze nieuwe beweging.
- Daarnaast wordt er rond Lode, Jef, Georges een groep samengesteld die op basis van het succes van 28/10 gesprekken kan opstarten met andere politieke krachten en individuen tegen het Generatiapact en de EU-grondwet die mogelijks willen deelnemen aan de verkiezingen.
- Er wordt een werkgroep (beperkt in aantal, 6-tal) samengesteld die de redactie verzorgt van een voorstel verkiezingsprogramma die op 03/02/07 aan de nationale bijeenkomst wordt voorgelegd. De thematische werkgroepen zullen een belangrijke rol spelen in het voeden van deze werkgroep op basis van concrete programmavoorstellen en campagne-initiatieven. We vragen aan deze werkgroepen om voor het einde van het jaar hun eerste conclusies door te geven.
- Deze methode van werken wordt gehanteerd voor de komende 7 maanden. Na de verkiezingen wordt op een nieuwe evaluatievergadering en werkmethode bepaald om het stichtingscongres eind 2007 te beginnen voorbereiden
kalender:
december – provinciale algemene vergaderingen
03 februari – nationale verkiezingsbijeenkomst
na 03/02 – start pre-campagne – ophalen van handtekeningen
17/03 – provinciale algemene vergaderingen over de kiescampagne
Bijlage 4
Functioneringsprincipes van het Comité voor een Andere Politiek, discussievoorstel ter voorbereiding van het CAP congres van 20 oktober 2007
Het Comité voor een Andere Politiek heeft zich met haar werking en verkiezingsdeelname op de politieke kaart geplaatst. CAP wil een politieke stem geven aan de werkenden, uitkeringstrekkers en hun families. De organisatieprincipes die we hier vastleggen zijn een tijdelijke methode van werken die ons moet in staat stellen om onze doelstelling te bereiken, de creatie van een politiek alternatief.
1. CAP is ontstaan uit de kritiek op de neoliberale EU-Grondwet en uit de politieke steun van Georges Debunne, Lode Van Outrive en Jef Sleeckx aan het verzet van vakbonden en bevolking tegen het generatiepact. CAP heeft zich ontwikkeld via deelname aan de sociale en politieke strijd en op basis van haar verkiezingscampagne van 10 juni 2007.
2. CAP is een zelfstandige politieke beweging die, in dialoog met partners, de vorming van een nieuwe arbeiderspartij (d.w.z. een partij van diegenen die leven van een loon of een uitkering en hun gezinnen) wil bevorderen. CAP komt op voor het vervullen van de behoeften van iedereen door de verdediging en uitbreiding van collectieve openbare dienstverlening en verzet zich tegen een maatschappij die enkel gericht is op winstbejag. De politiek van privatisering en liberalisering ondermijnt ons sociaal weefsel, onze leefomgeving en onze werkvoorwaarden. De eerste voorlopige basis voor CAP vormt de algemene lijn van het CAP-programma voor de federale verkiezingen.
3. CAP is een ledenbeweging. De leden betalen een jaarlijks lidgeld van 25 euro of 12 euro voor diegenen met een laag inkomen. In de mate van het mogelijke dringt CAP er bij haar leden op aan om het lidgeld te betalen via een maandelijkse bijdrage van minimum 1 euro per maand.
4. Het hoogste orgaan van CAP is het ledencongres dat minstens jaarlijks samenkomt. Het congres werkt verder aan het CAP-programma, zet de politieke lijn van de beweging uit en legt de globale acties voor het komende jaar vast. Het congres verkiest minstens jaarlijks een nationaal comité. Alle leden hebben stemrecht op het congres. Alle leden kunnen zich kandidaat stellen voor het nationaal comité.
5. Het basisorgaan is de plaatselijke CAP-groep. Het nationaal comité erkent een plaatselijke groep indien 5 leden in een wijk, gemeente, school of werkplaats daartoe het initiatief nemen. Alle leden van CAP worden opgeroepen zo veel mogelijk actief te zijn in plaatselijke groepen of er zelf op te richten. De plaatselijke groep regelt zijn eigen activiteiten in het kader van de besluiten van het congres en het nationaal comité. Verschillende plaatselijke groepen kunnen per stad, gemeente of regio op een ledenvergadering een uitvoerend comité verkiezen.
6. Plaatselijke groepen kunnen per provincie een uitvoerend comité verkiezen op een provinciale ledenvergadering. Indien geen initiatief wordt genomen tot de vorming van een provinciaal comité dragen de plaatselijke groepen 2 leden als provinciale coördinatoren in het nationaal comité voor aan het congres. Hun taak is de locale groepen per provincie te coördineren daar waar er geen provinciaal comité is. Aan de leden van Brussel Halle Vilvoorde wordt de vrijheid gelaten zich als “provincie” te groeperen dan wel aan te sluiten bij een Vlaams Brabants of een Brussels uitvoerend comité. Deze beslissing wordt genomen op een algemene ledenvergadering van CAP leden uit BHV.
7. CAP-leden kunnen zich ook organiseren in werkgroepen per thema of sector indien deze werkgroepen erkend zijn door het nationaal comité. Vertrekbasis zijn de 10 werkgroepen die zijn samengekomen op 28 oktober 2006.
8. Alle andere afspraken ivm het beheer van de financies, ledenadministratie, de werking van de CAP-organen, en het instellen van werkorganen (redactie, nationaal secretariaat enz.) of locale, provinciale of federale structuren met rechtspersoonlijkheid (vzw bv) worden verder uitgewerkt door het nationaal comité dat op 20 oktober 2007 verkozen wordt. Op alle nationale bijeenkomsten van CAP kan iedereen zijn of haar eigen taal spreken en wordt dus voorzien in gepaste vertaling.
9. Het congres van 20 oktober beslist de startsituatie van het CAP statuut mbt tot de erkenning van locale groepen, werkgroepen en provinciale of regionale comités . Elk lid van CAP erkent deze functioneringsprincipes als basis voor de interne en externe werking van CAP.