12. Conclusie
Onze analyse van de wereldrelaties toont een systeem en haar leiders die geconfronteerd worden met een reeks crises en die met gesloten ogen afstevenen op rampen, zoals Trotski het omschreef in 1938. Economisch gezien is hun systeem bijzonder fragiel. Zoals we eerder ook stelden wordt de burgerij geconfronteerd met twijfels en angsten. De beloftes en de hoop na de val van de Berlijnse Muur hebben zich niet gerealiseerd. Er is een krachtig en massaal verzet tegen de politiek van kapitalistische globalisering en neoliberalisme. Dat verzet kwam zelfs in het moeilijke decennium van de jaren 1990 tot uiting, maar werd in dit decennium op een grotere schaal duidelijk. De antiglobaliseringsbeweging was voornamelijk een beweging van jongeren, waarbij de georganiseerde vakbeweging hoogstens deelnam als aanhangsel van de beweging (met uitzondering van Italië). Naarmate de schaal van de aanvallen op de rechten en voorwaarden van de arbeidersklasse intenser werd, hebben we het begin gezien van een massaal arbeidersverzet in Europa en Latijns Amerika (Chili, Bolivië, Venezuela, Ecuador,…). Dat verzet kan voor het einde van dit decennium verder doorstoten in Afrika, de vroegere Sovjetunie en Oost-Europa.
In Azië waren er ook een reeks sociale opstoten en in het hol van de leeuw, de VS, waren er nooit geziene stakingsacties van Latino-arbeiders die protesteerden tegen de repressieve aanpak van migranten. De bewegingen van arbeiders in Europa omvatte zowel studenten als arbeiders. In dat proces hebben ze een tendens om de meer kleinburgerlijke ‘leiders’ van allerhande ‘sociale fora’ wat aan de kant te schuiven. In Duitsland, Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië heeft de beweging een duidelijker arbeiderskarakter aangenomen. In andere, minder ontwikkelde, regio’s van de wereld ontwikkelen nog tal van brede ‘populistische’, en soms sociaal niet onderscheiden, bewegingen. Dat zijn voorlopers van bewegingen van de arbeidersklasse, de zware bataljons, op een later ogenblik. We mogen ook zeker de immense beweging van de arbeiders in India met een algemene staking tegen de privatisering van de overheidssector niet vergeten.
Deze en de vele andere bewegingen – in het bijzonder ook de grote anti-oorlogsbetogingen sinds het vorige CWI Wereldcongres – tonen aan dat we in een periode van massabewegingen zitten en niet zozeer in de rustige fase die de burgerlijke commentatoren ons proberen voor te houden. Maar er is een enorme ongelijkheid, wellicht de grootste in de geschiedenis, tussen de onderliggende objectieve crisis van het wereldkapitalisme en het bewustzijn daaromtrent onder de massa’s van de arbeidersklasse. Alleen onze internationale organisatie heeft de redenen daarvoor uitgelegd die vooral voortkomen uit de val van het stalinisme en de ideologische campagne die hieruit voortkwam door de burgerij die inging tegen de mogelijkheid van socialisme, een geplande economie,… De economische groei van de jaren 1990 zorgde ervoor dat deze propaganda in stand kon blijven en een effect had. De gevolgen daarvan zien we nu nog.
De objectieve moeilijkheden van het kapitalisme leiden onvermijdelijk tot het in vraag stellen van de overlevingskansen van dit systeem en leiden tot een zoektocht naar alternatieven. In die ideologische zoektocht zullen de massa’s uiteindelijk wel hun weg vinden naar de opvattingen van het socialisme, maar dan wel op basis van heel wat nederlagen en stappen achteruit. Een revolutionaire tendens, en in het bijzonder een massale partij, kunnen die ervaringen van de massa’s sneller tot hun conclusies laten komen door een analyse en een strijdprogramma naar voor te brengen. Onze taken zijn gelijkaardig als die van de pioniers van het socialisme en marxisme in de periode voor de Eerste Wereldoorlog. Maar in zekere zin is het complexer omdat het socialisme toen als een idee van een grootse toekomst werd voorgesteld waarbij de massa’s tot een beter leven zouden komen.
Gedurende een korte periode werd deze ‘droom’ door de Russische revolutie vertaald in een tastbare realiteit. De stap achteruit die het stalinisme vormde, heeft het bewustzijn van de massa’s beïnvloed. De herinnering aan wat dit betekende, met het monsterlijke totalitarisme en de vernietiging van wie had gevochten voor het socialisme, zorgde voor een belangrijke hindernis voor de massa’s en zelfs voor een belangrijk deel van de meest vooruitstrevende arbeiders om onmiddellijk tot socialistische opvattingen te komen. In het verzet tegen het huidige systeem zijn allerhande opvattingen, die reeds werden verworpen door vorige generaties, terug opgedoken als manieren om tegen het kapitalisme te strijden. De gebeurtenissen en de tussenkomst van bewuste socialisten, marxisten en revolutionairen zullen ertoe leiden dat de massa’s een correcte weg vooruit vinden. Het is de taak van het CWI om verder te bouwen op het werk van de jaren 1990, dat in een aantal landen heroïsch was, om onze krachten substantieel uit te bouwen als een stap in de richting van een latere massale invloed.
Het dominante element van de komende periode zal er steeds meer één zijn van het failliet van het kapitalisme, van een reeks crises – economisch, sociaal en ecologisch – die enorme mogelijkheden zullen bieden aan ons om de basis te ontwikkelen die samen met een nieuwe generatie in strijd zal komen en een massale Internationale zal vormen die aan de basis zal liggen van een wereldwijd socialisme.
September 2006
>>