Europa en België: geringe groei door zwakke binnenlandse vraag
Gevaren en mogelijkheden
166. Uiteraard zal LSP/MAS binnen die nieuwe partij haar programma niet verbergen, maar met haar eigen, revolutionair socialistische, voorstellen uitpakken. Wellicht zullen we op veel vlakken van mening verschillen met Jef, Lode en Georges, maar net als hen willen wij het debat aangaan in plaats van het te betonneren. Une Autre Gauche (UAG), opgezet rond de publicatie van een oproep in La Libre Belgique van 22 februari, en waarbij LSP/MAS van bij de eerste federale vergadering op 11 maart betrokken was vooraleer zich terug te trekken op 20 juni, is helaas zowat het tegengestelde van CAP.(126) Het programma en de beginselverklaring wil UAG snel vastleggen – ze zijn al druk in discussie over een charter -want dat overlaten aan de arbeiders zelf, is naar verluidt populistisch. Begrijpelijke taal vindt men er maar “cafépraat”. Mee op aanstoken van de SAP/POS, die vreest dat LSP/MAS een nationale formatie zou domineren, wil UAG een confederaal model en vervoegt daarmee de gevaarlijke communautaire spelletjes van de burgerlijke politici.
167. UAG bestaat uit een handvol leden van radicaal links, ex-leden van diezelfde organisaties die zich nu “onafhankelijk” verklaren en hopeloze individualisten die eigenlijk een nieuwe klein linkse organisatie willen, maar één met zichzelf aan het hoofd en een basis die zwijgt en luistert. Op de laatste “algemene vergadering van UAG” waaraan LSP/MAS heeft deelgenomen werden enkele “aanbevelingen” gestemd: organisaties hebben voortaan recht op één woordvoerder, mogen allen samen geen meerderheid hebben in om het even welk bestuur en moeten hun voorstellen eerst overmaken aan het secretariaat. Om die ondemocratische maatregel te verantwoorden verwijst men in UAG graag naar het Links Blok in Portugal. Dat werd op een UAG-meeting te Luik echter weerlegd door een Europarlementslid van het Links Blok. “Het Links Blok is een interessante ervaring om van te leren, niet om te kopiëren”, stelde hij. Hoelang zal het duren voor die aanbevelingen in UAG wet worden?
168. Soms moeten we het bureaucratisch gemanoeuvreer van de “leiders” erbij nemen omdat dit de enige manier is om met de basis in contact te komen. Het is met die idee in het achterhoofd dat we niet al op 1 mei UAG achter ons hebben gelaten. Achteraf bekeken was dat een vergissing. UAG probeert zich op te werpen als enig mogelijke Franstalige gesprekspartner van CAP, een blokkeringminderheid te vormen, haar eigen politieke benadering op te dringen en wellicht de creatie van en nationale formatie te boycotten. Door binnen UAG te blijven, dreigden we opgeslorpt te worden door allerlei schijngevechten die noch onszelf, noch de beweging, noch CAP ten goede komen.
169. Bovendien vreesden we dat UAG ofwel 28 oktober zou proberen afvoeren door systematisch alles telkens opnieuw in vraag te stellen ofwel de conferentie zou herleiden tot een interessante discussiedag. Door uit UAG te stappen en in CAP te bekomen dat men met 28 oktober wou doorgaan “met of zonder UAG” en ook door het succes van de eerste publicaties omtrent CAP hebben we hen kunnen dwingen de conferentie op 28 oktober te aanvaarden en te onderschrijven. Daarmee hebben we 28 oktober met een relatieve zekerheid op de agenda kunnen plaatsen, maar het gevecht is nog lang niet voorbij. Zo vindt UAG dat op 28 oktober niets gestemd kan worden en zeker geen leiding kan worden verkozen. De mensen kennen elkaar immers niet. Zoals elke dictator besluiten ze uit de aldus gedefinieerde “onbekwaamheid” van de congresgangers dat ze zichzelf dan maar moeten opvolgen en ze stellen een fusie voor van de twee secretariaten, waarbij UAG met al haar ondemocratische regels de Franstalige tegenhanger wordt van CAP.
170. In CAP is eigenlijk niemand, op de SAP en misschien iemand die het allemaal niet te goed begrijpt na, het daarmee eens. Maar binnen CAP zijn ze er ook niet happig op om LSP/MAS teveel gewicht te geven en dus zou het wel eens kunnen dat UAG ermee weg komt en zo de toekomst van CAP mee hypothekeert. UAG heeft zich alvast ingegraven in haar positie en mogelijks zal een deel van CAP daaraan toegeven om de 28ste niet in gedrang te brengen. Ook wij willen niet dat CAP op 28 oktober door de communautaire manoeuvres van SAP en UAG uiteen spat. Wij zullen het gevecht buiten de conferentie, op het terrein voeren door Une Autre Politique uit te bouwen en te zorgen dat CAP een valabel en aantrekkelijk alternatief heeft in de Franstalige en de meertalige landsgedeelten.
Reformisme en revolutie
171. De creatie van een nieuwe formatie bevat uiteraard ook andere, wellicht zelfs grotere gevaren. Reformisme zal nooit veraf zijn en kan die formatie stuk doen lopen. Het bestaan van een brede, meer toegankelijke formatie, met vooral veel minder vereisten aan de leden en een op het eerste gezicht minder grote uitdaging als een revolutionaire organisatie, kan een aanzuigeffect uitoefenen op onze leden. Onze leden kunnen de nieuwe formatie, vooral daar waar we die zelf moeten dragen, modelleren op onze revolutionaire organisatie en er daardoor in opgeslorpt geraken of zelfs de nieuwe formatie kelderen door te hoge vereisten. We moeten daar allemaal rekening mee houden.
172. Zonder deze gevaren te willen negeren en/of minimaliseren, denken we dat dit op dit moment niet de grootste gevaren zijn. Het grootste gevaar tot nog toe is dat die formatie helemaal niet van de grond komt. Dat zou betekenen dat we voor onvoorziene tijd aangewezen zijn op onze eigen krachten en dat rechts nog een tijdlang haar politiek monopolie in stand kan houden. De overgrote meerderheid van LSP werd politiek actief in de jaren ’90, in onze contreien jaren van milde reactie. Ze hebben nooit kunnen ervaren wat het betekent de stroom mee te hebben of alvast niet tegen. Ze zijn gewoon voor ieder blad, iedere euro strijdfonds, iedere contact te moeten knokken. Dat is goed, maar het kan leiden tot een conservatieve reflex, het niet zien of onderschatten van de mogelijkheden. Het opbouwen van een revolutionaire organisatie gebeurt nochtans in hoofdzaak op basis van het grijpen van de kansen als ze zich voordoen.
173. Een dergelijke partij zou uiteraard een weerspiegeling zijn van het bewustzijn dat overheerst binnen de arbeidersbeweging. Een revolutionair socialistisch programma, zoals dat van LSP, zou er op dit ogenblik slechts een minderheid beroeren. Tegelijk zou zo’n partij echter een forum zijn voor politieke actie en debat, en aangezien het bewustzijn gevormd wordt in actie zou dat het gehoor voor ons programma aanzienlijk verruimen. Een nieuwe arbeiderspartij beantwoordt aan de huidige noden van de arbeiders en hun gezinnen. In tegenstelling tot wat sommigen beweren, is het geen concurrent voor de bestaande revolutionair socialistische organisaties, maar net een instrument dat ons het gehoor kan bieden dat we reeds jaren bij gebrek aan middelen niet bereiken.
Concrete gebeurtenissen
174. De vorming en het succes van een nieuwe formatie wordt zoals eerder vermeld bepaald door concrete gebeurtenissen. Na het Generatiepact lanceerde het VBO haar Strategie 2010, een combinatie van de Lissabon-strategie en Agenda 2010 van Schröder. Dat neoliberaal receptenboek pleit onder meer voor verlenging van de arbeidstijd zonder aanpassing van de lonen, afschaffing van de index, een verdere daling van het indirecte loon, een beperking van het recht op een werkloosheidsuitkering tot 3 jaar, een forse inkrimping van ambtenaren etc… In het sociaal overleg mocht UNIZO, de organisatie van kleine ondernemers, een ballonnetje oplaten om de index af te schaffen. Zowel het VBO, als de SP.a, de VLD en de MR haastten zich echter om te stellen dat de index in dit stadium niet ter discussie stond, wellicht omdat ze ook wel begrijpen hoe gevoelig dat ligt. Het weerhield hen er echter niet van de samenstelling van de indexkorf aan te passen aan de realiteit en wel zodanig dat de spilindex pas in november in plaats van april overschreden wordt. Op die manier steken overheid en patroons alweer een flinke duit op zak.
175. Begin november publiceert de CRB haar loonrapport. Dan start het tweejaarlijks sociaal overleg onder meer over een nationale loonnorm. Zowel de politici, als het patronaat en de vakbondsleiders hebben deze keer goede redenen om een confrontatie uit de weg te gaan. Nog deze maand en ook voor juni volgend jaar staan verkiezingen op de agenda. Bovendien moet de regering een gat van 5 miljard € dichtrijden om de begrotingsdoelstelling te halen. Ruimte om naast de komende staatshervorming ook het loonoverleg te smeren met bijkomende middelen, is er niet. De patroons weten ook wel dat het sociale klimaat in de bedrijven overkookt. Deze keer geen provocaties over de 40-urenweek. Zelfs Van Eetvelt van Unizo wil praten over hogere minimumlonen in ruil voor lastenverlaging op overuren. Het VBO wenst lastenverlaging op ploegenarbeid, maar vooral een meerjarenplan voor lineaire lastenverlaging en flexibiliteit. De bedrijfswinsten draaien op volle toeren, managerslonen en dividenden op aandelen vullen de rijke portefeuilles, bijgevolg verkiezen de patroons een akkoordje met de vakbondstop boven sociale onrust.
176. De vakbondsleiders willen een herhaling van najaar 2005 vermijden. ACV-voorzitter Cortebeeck wil “enkel een akkoord als dat ook sociale vooruitgang betekent”, zonder er eindeloos over te palaveren. Liever geen akkoord dus, dan een nieuwe, mogelijks fatale, confrontatie met de basis. Het krediet bij de basis staat immers onder nul. Provocaties van op de patronale banken kunnen ze missen. Daartoe verklaarden de vakbondsleiders zich al op 27 maart ‘stoemelings’ akkoord met een “correctiemechanisme” tegen het gevaar van galopperende inflatie. De zogenaamde saldo- en all-in akkoorden. Vorige maand is de vakbondstop in ruil voor de – reeds eind 2005 beloofde – verhoging van de minimumuitkeringen, bereid geweest 300 miljoen € extra uit onze sociale zekerheid te tillen.
177. Vanaf september volgend jaar neemt de minimumuitkering voor wie 20 jaar in het stelsel zit met 2% toe, voor anderen en sowieso voor werklozen pas vanaf 1 januari 2008. Dat kost volgend jaar 52 miljoen en loopt tegen 2008 op tot 263 miljoen. De patroons krijgen in ruil jaarlijks 270 miljoen lastenverlaging op ploegen- en nachtarbeid. Die maatregel gaat al in op 1 juli 2007. In het verleden had de regering 70 miljoen € teveel uitgetrokken voor lastenverlaging. Dat blijft onder de vorm van lastenverlaging op overuren aan de patronale vingers plakken. Er is wel een voorwaarde: “overuren mogen niet goedkoper worden dan gewone”.
178. ACV-voorzitter Cortebeeck en zijn ABVV-collega De Leeuw noemen dit “evenwichtig”. De vakbondstop zou in het offensief moeten zijn, maar streeft blijkbaar naar een voor het patronaat gemakkelijk verteerbaar akkoord. Als het van hen afhangt krijgen we een minimale loonnorm waarbij enkel de minimumlonen sneller stijgen dan de index en de baremieke verhogingen. De “looneisen” van de vakbondsleiders laten het ergste vermoeden: hogere minimumlonen voor het ACLVB, hogere brutominimumlonen voor het ACV en hogere brutolonen voor het ABVV. Vooraleer we daar aan toe zijn moeten echter nog belangrijke hindernissen genomen worden. De bepaling voor welke zware beroepen een uitzondering op het generatiepact geldt bijvoorbeeld of welke nu juist de gelijkgestelde jaren zijn. Patroons, regering en vakbondstop zijn het fundamenteel eens over een mat akkoord waarbij niet teveel potten worden gebroken, de vraag luidt echter of de arbeiders daar genoegen mee zullen nemen.
179. Zelfs als de vakbondsleiders een zwak akkoord verkocht krijgen, dan nog blijven enkele belangrijke conflicten en/of herstructureringen als donkere wolken boven het sociale klimaat hangen. Zowel in De Post als bij de NMBS, het onderwijs en de non-profit is de spanning te snijden. Toenemende werkdruk, slecht onderhoud en verwaarlozing van de infrastructuur, het niet nakomen van eerdere beloften, personeelstekort, onvoldoende verloning en het ondermijnen van de arbeidscontracten zijn er de gemeenschappelijke oorzaken van. In de private sector wordt geherstructureerd naar hartelust. Agfa Gevaert zag haar winst in het tweede kartaal van 2006 stijgen met 42,6% tot 77 miljoen euro, 11 miljoen euro meer dan verwacht. Toch wil het bedrijf wereldwijd 2.000 banen schrappen, waarvan minstens 893 (op 4.000) in Mortsel. Bij Tessenderlo Chemie moeten in het kader van het plan “Target 2007” 197 jobs weg op een totaal van 2.150 in België.
Naar vervroegde verkiezingen
180. De regering, het patronaat en de vakbondsleiders kunnen m.a.w. nog niet op hun lauweren rusten. Bovendien moet de regering nog een “rekenfout” van 883 miljoen euro bij de fiscus wegwerken uit de begroting 2006. Financiënminister Reynders wou zich er gemakkelijk vanaf maken, maar werd terecht gewezen vanuit financiën zelf. “Dit is het resultaat van een verkeerd beleid”, stelt en zekere Marc Nijs van de christelijke ambtenarenvakbond CCOD.(127) De regeringsloyauteit van Begrotingsminister Van den Bossche reikt nu ook weer niet zover, ze stelde dat Reynders het probleem heeft gecreëerd en het dus ook maar moet oplossen.(128)
181. Uiteindelijk werd het gat gedicht doordat Belgacom een extra interim-dividend uitkeert. Dat brengt 53 miljoen euro extra op. Daarnaast mag de overheid rekenen op een roerende voorheffing van 25 procent op de dividenden van de andere aandeelhouders. Een snellere inkohiering van de vennootschapsbelasting, kan naar verluidt “enkele honderden miljoenen euro” opleveren. De verkoop van overheidsgebouwen levert ook op: de ambassade van Tokio 350 tot 400 miljoen euro en de vastgoedbevak-operatie met Cofinimmo 592 miljoen. Alles samen moet dat niet alleen de rekenfout op Financiën, maar ook de tegenvaller van de fiscale regularisatie compenseren.(129)
182. De begrotingsopmaak voor 2007 is andere koek. De regering moet op zoek naar 4 tot 5 miljard euro om een overschot van 0,3 procent te bereiken. “Om de begroting voor 2007 rond te krijgen, zal er een nieuwe grote begrotingstruc nodig zijn, zoals de overname van het Belgacom-pensioenfonds”, stelt voormalig CVP-begrotingsminister Herman Van Rompuy en verwijst naar de geruchten dat de regering de nucleaire spaarpot van Synatom (4,3 miljard euro) zou overnemen. “Het alternatief voor zo’n truc is dat de regering ingrijpende maatregelen neemt.” In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen ziet Van Rompuy dat evenwel niet gebeuren.(130) Van Rompuy beweert dat Paars sinds haar aantreden maar liefst voor 14,7 miljard € overheidseigendommen verlapt heeft en op 15 september liet het Rekenhof nog een striemende kritiek horen op voor de overheid onrendabele verkoop van vastgoed.
183. Het recente conflict tussen PS en VLD naar aanleiding van een reeks ontsnappingen van zware criminelen had een gelegenheid geweest om de regering te doen vallen. Zo kort voor de gemeenteraadsverkiezingen lijkt dat echter onwaarschijnlijk. De VLD doet het sowieso slecht in de peilingen (eind september 2006) met slechts 17,2% tegen 19, 8% in 2004. De PS is nog herstellende van haar dieptepunt dat volgde op talloze schandalen, in juni gaven peilingen de PS 30%, dat is intussen opgelopen naar 33% , maar weliswaar nog fors minder dan de 36,9% van 2004. SP.a en MR zijn evenmin in beste doen, staan springen om naar verkiezingen te gaan doen ze niet echt. Kortom: vanuit electoraal standpunt mogen de verkiezingen nog even uitblijven. Op dit ogenblik zijn CD&V/N-VA (28,8%), Vlaams Belang (25,6%) en FN (9,3%) de enige winnaars.(131)
184. Het is echter zeer twijfelachtig of Paars haar volle termijn zal uitzitten. Een forse besparingsbegroting opstellen voor de federale verkiezingen heeft veel weg van politieke zelfmoord. De politici zullen dat liefst uitstellen tot na de verkiezingen. Bovendien kondigt zich een stevige communautaire ronde aan, waarin de Vlaamse partijen ongetwijfeld extra bevoegdheden zullen bedingen en de Franstalige partijen de prijs zullen opvoeren. Men vergelijkt nu al met de regeringsvorming in 1988, toen vereiste dat 150 dagen. Als de verkiezingen plaats grijpen op de limietdatum van 13 juni, gaat 2007 de mist in als begrotingsjaar, althans vanuit het standpunt van de patroons en de politici. Dat zal men willen vermijden door de verkiezingen te vervroegen naar maart 2007. Dat zorgt er meteen voor dat CAP voor een stevige uitdaging staat.
185. Verdere vertragingsmanoeuvres vanwege SAP/POS en UAG kunnen een historische kans kelderen om een antineoliberale stem te laten horen. Als CAP er echter in slaagt zich klaar te stomen voor deze verkiezingen en een redelijke uitslag te behalen van 2,5 tot 3%, kan dat het begin zijn van de aanwezigheid van een voor bredere lagen geloofwaardig alternatief. LSP/MAS is met enkele andere individuen rond CAP de stuwende kracht geweest om dat mogelijk te maken. Wij zullen van de ruimte die aldus wordt gecreëerd gebruik maken om de positie van de arbeiders en hun nieuwe formatie op te bouwen en tegelijk onze stroming verder in te planten in de klasse, zodat we kunnen beginnen om in de klasse een positie op te bouwen vergelijkbaar met die we hebben onder jongeren.
VOETNOTEN
126. Voor onze argumentatie zie: “Waarom LSP/MAS werkt met Een Andere Politiek, maar niet langer met Une Autre Gauche” https://socialisme.be/
127. De Standaard 13/09/2006 “Belastingsblunder ondermijnt begroting”
128. De Tijd 14/09/2006 “Begrotingscontrole van juli moet helemaal worden overgedaan”
129. De Standaard 20/09/2006 “Gat in begroting 2006 is al bijna gedicht”
130. De Standaard 16/09/2006 “CD&V verwacht nieuwe begrotingstruc”
131. De Morgen en La Libre Belgique 25/09/2006