Niet onze schuld! “Better to break the law, than break the poor”

1982. Het afval hoopt zich op in Luik door een staking van de afvalophalers

De voorbije jaren waren zwaar voor de lokale overheden, met de Covid-crisis, de inflatiecrisis en de dodelijke overstromingen van juli 2021. In Wallonië en Brussel zijn ze blijven investeren (3,2 miljard euro in zes jaar, dubbel zoveel als onder de vorige legislatuur) in wegen en in de modernisering en energierenovatie van gebouwen in het bijzonder. Na decennia van onderinvestering is er echter veel meer nodig.  

door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist

Verzet of berusting?

Zonder de financiële steun van het Gewest zouden de lokale overheden in Wallonië dit jaar een tekort van 467 miljoen euro kennen. Welke houding zal de Waalse regering van MR en Les Engagés aannemen? Eén van de eerste beslissingen was om de verlenging van de tram van Luik naar Herstal en Seraing te begraven. Dat het om twee arbeidersgemeenten gaat waar de MR en Les Engagés niet echt naar stemmen vissen, speelt ongetwijfeld ook een rol. Er is echter nood aan een nooit gezien plan van investeringen in zachte mobiliteit en in de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering op de bevolking. De volledige bevolking, niet enkel de inwoners van villawijken. 

De gemeenten kampen met de beruchte “pensioenbom”, de pensioenen van statutaire ambtenaren. Lokale overheden zijn de enige die de volle verantwoordelijkheid dragen voor de financiering van de pensioenen van hun personeel. De drastische afbouw van het aantal statutaire ambtenaren en de opgang van contractueel personeel, bedreigt de financiering van de ambtenarenpensioenen. “We staan nog maar aan het begin van het probleem en de vooruitzichten zien er zorgwekkend uit”, waarschuwde Arnaud Dessoy afgelopen juni, een expert in lokale financiën bij Belfius, de belangrijkste schuldeiser van de gemeenten.

Vandaag ondergaan 11 van de 19 Brusselse gemeenten een financieel herstelplan van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHGT), tegenover 8 tien jaar geleden. In Wallonië kregen 114 gemeenten sinds 2004 buitengewone leningen van het CRAC (Centre régional d’Aide aux Communes), voor een totaalbedrag van bijna 2,5 miljard euro. Daarvan hebben er 47 hun schulden kunnen terugbetalen. Er blijven dus 67 gemeenten over die onder de financiële voogdij van het CRAC staan. 

Georges-Louis Bouchez, Maxime Prévot en hun vrienden zijn van plan om hier de last van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd aan toe te voegen. Die maatregel zou volgens het ABVV 90.000 mensen in het hele land naar een leefloon van het OCMW duwen. De gemeenten zouden er dus voor opdraaien. 

Er zijn geen 10.000 opties. Ofwel worden er middelen op andere bestuursniveaus gezocht en wordt de betaling van de publieke schulden herzien, ofwel gaan de lokale belastingen drastisch omhoog en wordt de dienstverlening aan de bevolking nog verder afgebouwd. 

Terugblik op de Luikse schuldencrisis

Dit is geen nieuwe kwestie en een terugblik op de situatie in Luik in de jaren 1980 is leerrijk. (1) In 1982 brak in Luik een ernstige schuldencrisis uit. Die kwam vooral voort uit de naoorlogse wederopbouw: tussen 1945 en 1964 verachtvoudigde de schuld. Om de gemeenten te helpen bij de heropbouw, had de regering de nodige fondsen kunnen halen uit het kapitaal van bedrijven, holdings, banken en grote landgoederen. In plaats daarvan koos ze ervoor om de fiscale regels in hun voordeel te veranderen. Klinkt dat bekend? Het gevolg was dat lokale overheden ten prooi vielen aan banken en schuldeisers. 

Aan het begin van de jaren tachtig bereikten de rentetarieven wereldwijd historisch hoge niveaus. Dit zette alle bestaande problemen, die al ernstig verergerd waren door de economische crisis van de jaren 1970, onder druk. In 1983 betaalde Luik 20 miljoen Belgische frank (500.000 euro, als we geen rekening houden met de inflatie sindsdien) per dag aan interesten op zijn schuld! Maar de crisis was al een jaar eerder uitgebroken, in 1982, toen de schuld van de stad 45 miljard BEF (1,12 miljard euro) bedroeg. 

In maart bevroor de rechtse regering de middelen van de stad en stelde ze elke uitgave afhankelijk van een drastisch herstructureringsplan. In april verklaarde de stad dat ze niet meer in staat was om te betalen, ook de lonen werden slechts deels of weken later betaald. In juni wees een rapport in opdracht van de vakbond ACOD op de enorme schuldenlast, die 36% van de totale gemeentelijke uitgaven uitmaakte. De vakbond veroordeelde de leningen die waren aangegaan tegen rentetarieven tot 22,5% ten gunste van het Gemeentekrediet en een aantal privébanken. 

Er volgde een lange strijd, met verschillende stakingen van april ‘82 tot juli ‘83. In sommige sectoren duurde de staking meerdere weken. Brandweermannen gingen in hongerstaking en anderen sloten zich hierbij aan. Enkele centrale toegangswegen tot de stad werden geblokkeerd. Het stadhuis werd omringd door vuil. 

Woede leidt tot patstelling 

In oktober ‘82 waren er gemeenteraadsverkiezingen. Het kartel van de PS met het Rassemblement Populaire Wallon haalde 40%. Samen met Ecolo was er een grote meerderheid. Het bestuursakkoord stelde dat er zou voortgebouwd worden op de sterke mobilisaties om een moratorium op de schuldaflossing af te kondigen en de banken een sterke schuldvermindering op te leggen. En toen? Toen gebeurde er helemaal niets. 

De lege beloften van de PS-top – die in tegenstelling tot haar basis nooit van plan was om de strijd ernstig te voeren – zorgden voor desoriëntatie en desorganisatie van de beweging. In juli 1983 kwam het bestuur met een eerste besparingsplan. Er zouden er nog volgen, onder meer in 1985 en 1989. De werkweek werd met twee uur verlengd, de lonen met 15 tot 30% verlaagd. Een derde van het aantal jobs bij de gemeente verdween, tegen 1993 ging het om een daling met 45%. Verschillende diensten werden gesloten, waaronder ziekenhuizen. Andere werden geprivatiseerd, zoals de afvalverwerking. In 2008 was de afbetaling van de schuldenberg nog steeds goed voor 28% van de totale uitgaven van de stad!

Strategie en programma

Deze impasse was niet onvermijdelijk. Er was geen gebrek aan woede en strijd. De problemen in Luik bestonden ook in tal van andere steden en gemeenten. Staalarbeiders vochten tegen het verlies van jobs. In september 1983 was er de grootste staking van de publieke sector sinds de algemene staking van 1960-61. De rechtse regering ging over tot een algemene aanval op de bevolking, met onder meer indexsprongen, belastingverhogingen en forse besparingen. Het zou leiden tot massaal protest, met op 31 mei 1986 een betoging van 200.000 werkenden die een einde maakte aan de rechtse regering. 

Het ontbrak niet aan strijdbaarheid in 1982-83, maar deze moest beter georganiseerd worden aan de basis. Het ontbrak aan banden tussen de verschillende groepen die in actie gingen, al dan niet aangesloten bij een vakbond. Een consequent links gemeentebestuur had het voortouw kunnen nemen in het organiseren van massaal verzet voor een beleid dat vertrekt van de sociale noden en niet van de belangen van de aandeelhouders van de grootbanken. Een weigering om de publieke schuld af te betalen, zou daar een belangrijk onderdeel van geweest zijn. Het zou een confrontatie betekenen met de rechtse regering van christendemocraten en liberalen die toen aan de macht was. De PS-top weigerde echter deze weg op te gaan. Partijvoorzitter en burgemeester van Flémalle, André Cools, stelde het gemeentepersoneel stelselmatig voor als bevoorrecht. 

“Better to break the law, than break the poor”

Een strijdbare benadering zou betekend hebben dat er eerst een begroting met een tekort gestemd werd om uit het budgettaire keurslijf te breken. Rechts zal antwoorden dat dit wettelijk niet mag. Links antwoordt daarop dat het beter is om de wet te breken, dan de arme bevolking. De slogan “Better to break the law, than break the poor” was niet toevallig het mantra van de 47 gemeenteraadsleden van Liverpool die tussen 1983 en 1987 een voorbeeld stelden van een consequent links gemeentebeleid gebaseerd op actieve klassenstrijd. 

De situatie in Liverpool leek in 1983 sterk op die in Luik. Het bestuur in Liverpool werd geconfronteerd met een regering onder leiding van ‘Iron Lady’ Thatcher. Maar in Liverpool werden het programma, de strategie en de tactiek die de boventoon voerden in de strijd van het Labour-gemeentebestuur in wezen bepaald door de Militant groep, de marxistische vleugel van de partij. In die tijd werden er in Liverpool meer sociale woningen gebouwd dan in alle andere gemeenten in het land bij elkaar! 

Om de toekomstige uitdagingen aan te gaan, zal ons sociaal kamp dergelijke inspiratiebronnen zorgvuldig moeten bestuderen, naar het voorbeeld van de rijke geschiedenis van algemene stakingen in België of die van fabrieksbezettingen en spontane stakingen, beslist en georganiseerd door de vakbondsleden zelf. 

  1. We raden aan om het uitstekende document van het Luikse collectief ACiDe (Audit citoyen de la dette) te lezen, getiteld “Aux origines de la dette de la ville de Liège”, beschikbaar op cadtm.org.

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel