Document van politieke eenmaking: Izquierda Revolucionaria en het Committee for a Workers’ International

Op het eenmakingscongres eind juli

Dit document probeert een brede schets te geven van de politieke basis voor een belangrijk proces voor beide organisaties en voor de strijd om de ideeën van het marxisme wereldwijd te versterken en te ontwikkelen: de eenmaking van Izquierda Revolucionaria (IR) en het Committee for a Workers’ International (CWI).

De discussie over en goedkeuring van dit document in de democratische structuren van onze organisaties en op de eenmakingsvergadering van 22 juli, vormen een beslissende stap in onze eenmaking. Het leidt tot de opname van de organisaties van IR in de Spaanse staat, Mexico en Venezuela in het CWI en haar structuren als nationale afdelingen. Het betekent ook de fusie van de organisaties van IR en CWI in Venezuela en de Spaanse staat.

Een nieuwe periode voor de wereldwijde klassenstrijd

Deze historische eenmaking heeft een duidelijke materiële basis in de diepgaande verandering in de wereldwijde klassenstrijd vanaf de kapitalistische crisis die in 2008 begon. Deze crisis is vandaag verre van opgelost, ze blijft aanhouden, verdiept en verscherpt met elke nieuwe ontwikkeling in de wereldsituatie. Dergelijke periodes van scherpe veranderingen en onrust worden steevast ook weerspiegeld in ontwikkelingen binnen de arbeidersbeweging en de linkerzijde, waaronder de revolutionaire linkerzijde. Het leidt tot splitsingen, nieuwe banden en fusies. Dit gebeurt naarmate ideeën, organisaties en tendensen uitgetest worden. Het is ons gezamenlijk begrip van en antwoord op deze nieuwe periode en een akkoord over de methode waarmee we hierin tussenkomen en welke centrale taken hieruit voortvloeien voor de arbeidersklasse en voor het marxisme, die de basis vormen voor onze eenmaking.

De crisis van het wereldkapitalisme is diepgaand en hardnekkig. Geen enkele poging van de heersende klassen om ermee om te gaan, bracht een ‘oplossing’ of leidde tot het hervestigen van het verloren evenwicht van dit systeem. Het vergrootte integendeel het potentieel voor nieuwe crises en conflicten. Het pessimisme en slechte voorgevoel van de strategen van het wereldkapitalisme zijn daar een uitdrukking van. Een constant terugkerend gegeven in deze nieuwe periode is het gebrek aan ‘legitimiteit’ van het kapitalisme: op economisch vlak, het verlies aan legitimiteit van de gevestigde instellingen, in de wereldverhoudingen, op vlak van milieu, klimaatverandering. Het komt sociaal en politiek tot uiting in het bewustzijn van miljoenen mensen. Bovenal is er binnen de heersende klasse een reële vrees, die grotendeels onuitgesproken blijft, dat de voor de hand liggende mislukkingen van het kapitalisme betekenen dat we “op de rand van een vulkaan” leven, met de dreiging van massale opstanden en zelfs van revolutionaire verandering.

De crisis en de daaruit voortvloeiende aardbevingen, hebben het interne evenwicht verstoord van de korte, relatief meer stabiele wereldsituatie die dominant was sinds de val van het stalinisme. Dit blijkt uit de politieke crises die wereldwijd plaatsvinden, het ondermijnen van de stabiliteit van de na-oorlogse tweepartijenstelsels in de West-Europese ‘democratieën’ en alle diverse regeringen in de neokoloniale wereld. De verkiezing van Donald Trump, tegen de wil van de meerderheid van de kapitalistische klasse in, en de campagne van Bernie Sanders voor de Democratische nominatie in de presidentsverkiezingen, waren voorbeelden van deze organische politieke crisis in de belangrijkste imperialistische macht ter wereld. In Europa worden tweepartijenstelsels ondermijnd, wat een uitdrukking vormt van een enorme politieke en sociale polarisatie. We zien het ter rechterzijde met mini-Trumps zoals Marine Le Pen en co. Ter linkerzijde zien we het met de opkomst van nieuwe linkse partijen en formaties zoals Podemos, het Links Blok, ‘France Insoumise’ en voorheen Syriza, dat na een pijlsnelle groei snel uitverkocht en nu naar rechts is opgeschoven. Dit alles bevestigt dit proces. Ook in Latijns-Amerika vormen het falen van de reformistische regeringen die ontstonden uit massabewegingen en de Bolivariaanse revolutie, de opmars van de contrarevolutie in Venezuela, en het sterke antwoord van de werkenden en jongeren op het reactionaire beleid van Macri (Argentinië), Temer (Brazilië) en Nieto (Mexico) samen met de economische crisis een uitdrukking van een nieuwe fase in de klassenstrijd.

In de wereldverhoudingen komt het tot uiting in het einde van de ‘unipolaire’ wereld die volgde op de dooi in de Koude Oorlog en de val van het stalinisme. De komst van een meer instabiele ‘multipolaire’ wereld, waarin de VS terrein verliest aan de opkomende Chinese economische macht en, in mindere mate, aan het Russische militarisme, geeft een beeld van de nieuwe krachtsverhoudingen op wereldvlak. Alle voorheen bestaande internationale burgerlijke blokken en samenwerkingen – niet in het minst de kapitalistische Europese Unie – werden uitgetest en raakten ondermijnd omdat het kapitalisme er niet in slaagt om een stabiel evenwicht te herstellen in de wereldverhoudingen nadat dit evenwicht verdween in deze crisis.

De wereldwijde economische overproductiecrisis, gekenmerkt door een crisis van investeringen en een chronisch gebrek aan vraag, staat niet dichter bij een oplossing dan op het ogenblik van het uitbreken van de crisis. Alle pogingen van het wereldkapitalisme om deze fundamentele problemen aan te pakken, hebben compleet gefaald. De triljoenen dollars die in de wereldeconomie werden gepompt in de vorm van ‘quantitative easing’ hebben niet tot de gewenste resultaten geleid, ze hebben niet geleid tot het herstel van de investeringen of de vraag. In plaats van een nieuwe motor te worden voor de wereldgroei, zoals gehoopt door veel burgerlijke commentatoren, werden de zogenaamde ‘opkomende’ economieën – met China op kop – meegesleurd in de maalstroom van de wereldcrisis. De globale investeringsstaking van het kapitaal geeft een duidelijk beeld van het obstakel dat het private bezit van de rijkdom en de productiemiddelen samen met de natiestaat vormt voor de ontwikkeling van de wereldeconomie.

Nieuwe kansen voor het revolutionaire marxisme

De crisis heeft al geleid tot diepgaande veranderingen in de sfeer en de kijk van alle klassen, het meest significant onder de arbeidersklasse, jongeren en onderdrukte volkeren doorheen de wereld. Marxisten voorspelden bij het begin van de crisis dat deze zou leiden tot een periode van revolutie en contrarevolutie. Dit was de strekking van de gebeurtenissen sindsdien. Van de revolutionaire opstanden in de ‘Arabische Lente’ van 2011 tot de massabewegingen tegen het besparingsbeleid en de trojka in Europa en de huidige sociale opstand tegen het Trumpisme in de Amerikaanse steden, werd deze periode gekenmerkt door een toenemende toevloed van de massa’s op het politieke toneel van de geschiedenis.

Dit ging gepaard met een polarisering in de samenleving met een bocht naar links in het politieke bewustzijn en, als gevolg van het failliet van het reformisme en de traditionele burgerlijke partijen, een electorale groei van extreemrechts. De ontwikkeling van nieuwe linkse partijen en formaties zoals Podemos, ‘France Insoumise’ en het Links Blok in tal van landen, samen met de massale linkse bewegingen rond Bernie Sanders en Jeremy Corbyn, zijn sterke maar ook complexe en onafgewerkte uitdrukkingen hiervan. Wereldwijd wijzen opiniepeilingen op massale ontgoocheling in het kapitalisme als systeem en een groeiende zoektocht naar een alternatief met een toenemende interesse en steun voor het idee van socialisme, vooral in de VS op dit ogenblik.

Deze nieuwe linkse formaties en bewegingen zijn tegenstrijdig en volatiel. Dat is een uitdrukking van de aard van de periode waarin ze ontstaan. Ze zullen snelle veranderingen ondergaan en door crises, bochten en splitsingen gaan. Pogingen om de reformistische ‘sociaaldemocratische’ ideeën van reformistische leiders uit het verleden te recycleren, zullen falen in deze periode waar de ruimte voor ‘hervormingen’ veel kleiner is dan in vorige decennia. De rol van marxisten bestaat erin dat we met al onze energie tussenkomen in deze processen terwijl we tegelijk stoutmoedig en openlijk voor een socialistisch programma opkomen dat op klassenstrijd gebaseerd is. Terwijl we onze eigen revolutionaire organisatie uitbouwen, doen we er ook alles aan om deze formaties te ontwikkelen tot nieuwe massale partijen van de arbeidersklasse, gewapend met een revolutionair alternatief op het kapitalisme.

Na een historische periode van algemene terugtocht van de krachten van de arbeidersbeweging en het revolutionair marxisme, vormt deze nieuwe periode een keerpunt. Er opent zich een nieuw tijdperk van kansen voor revolutionaire verandering. CWI-afdelingen in de VS en Ierland hebben al een leidinggevende rol gespeeld in massale bewegingen van de arbeidersklasse die belangrijke overwinningen bekwamen (afschaffing van de watertaks in Ierland, $15 Now in de VS). De kameraden van Izquierda Revolucionaria, die de leiding vormen van de Sindicato de Estudiantes (SE), voerden een succesvolle strijd tegen de “revalidas” in de Spaanse staat. Hiermee heeft SE zijn positie geconsolideerd als strijdbaar referentiepunt voor het verzet tegen de besparingen.

Deze overwinningen tonen aan dat we in staat zijn om de massa’s te betrekken en in sommige omstandigheden een reële factor te worden. Dat vormt een onderscheid tussen onze organisaties en andere marxistische organisaties. Het is echter slechts een beperkt beeld van wat er nog komt indien we vasthouden aan een correcte benadering, programma en methode. De komende periode is er één waarin de leiding van de massabewegingen voor een strijd voor sociale verandering binnen het bereik van revolutionaire marxisten komt.  Onze eenmaking versterkt onze mogelijkheden om deze taak aan te vatten en is een voorbeeld voor andere revolutionairen waarmee we in de komende periode kunnen samenwerken rond deze taak.

De eenmaking tussen het CWI en IR volgt na een periode van meer dan 20 jaar waarin we afgescheiden van elkaar werkten na een splitsing in het CWI in 1992. Een significant onderdeel van die splitsing vond zijn oorsprong in de veranderde wereldsituatie die destijds ontwikkelde na de val van de voormalige stalinistische regimes in de Sovjet-Unie en Oost-Europa. De leiders van de toenmalige minderheid in het CWI beweerden aanvankelijk dat de meerderheid van de Britse leiding en van het Internationaal Secretariaat een “kliek” vormde die “bureaucratische” en “administratieve methoden” hanteerde. Die beschuldigingen werden door een overgrote meerderheid van het CWI verworpen na een volledige discussie en debat. De gepersonaliseerde aanvallen (tegen het ‘Taaffeisme’) door de leiding van de toenmalige minderheid, waarbij deze aanvallen als een mantra herhaald werden, bevatten reeds een bureaucratische en stalinistische methode. Achter deze aanvallen zaten er fundamentele politieke verschillen: over de aard van de periode en de perspectieven voor kapitalistisch herstel in de Sovjet-Unie, het Oostblok en China, en onze tactieken en politieke benadering inzake de sociaaldemocratie en de opbouw van revolutionaire partijen, over de benadering van de nationale kwestie en de opbouw van een collectieve leiding, gebaseerd op democratische methoden en tegen een gepersonaliseerde benadering en obsessie met prestige.

De minderheid, die de IMT zou vormen, was niet bereid om de veranderde wereldsituatie te erkennen die voortvloeide uit de val van de voormalige stalinistische regimes. Dit had verregaande gevolgen op de versnelling van het proces van verburgerlijking en een bocht naar rechts van de traditionele massapartijen van de arbeidersklasse, in het bijzonder de sociaaldemocratische partijen maar ook de formaties met stalinistische origine: Labour, de Franse PS, PSOE, de Italiaanse PD, … Dit was een algemeen fenomeen als antwoord op de diepgaande veranderingen in de situatie. Het had ook gevolgen op het bewustzijn van de arbeidersklasse, met een zware slag voor het idee van socialisme als haalbaar alternatief op het kapitalisme. Dit zette de weg open voor allerhande reactionaire en verwarde ideeën, vaak van kleinburgerlijke aard.

Deze historische periode stelde nieuwe taken en uitdagingen voor de arbeidersklasse en voor marxisten, waaronder het CWI. De leiders van de groep die in 1992 van onze organisatie afsplitste, slaagden er niet in om de dramatische veranderingen in de wereldsituatie te vatten en weigerde herhaaldelijk om fouten te erkennen. Ze begrepen niet wat er gebeurde in de Sovjet-Unie en weigerden tot 1997-98 zelfs te erkennen dat het kapitalistisch herstel had plaatsgevonden. Ze hadden nooit de moed om deze fouten te erkennen als onderdeel van een marxistische methode om een nieuwe generatie van kaders te vormen.

Deze fouten werden op heel wat terreinen herhaald, zoals de herhaling van oude formules over ‘entrisme’ op een ogenblik dat de voorwaarden niet aanwezig waren voor een werking in de verburgerlijke sociaaldemocratische krachten en er kansen ontstonden voor onafhankelijk werk. Alle documenten van zowel de meerderheid als de minderheid in deze debatten zijn beschikbaar op de website marxist.net. Maar deze documenten waren nooit toegankelijk voor de basisleden van de toenmalige Spaanse afdeling van het CWI; een indicatie van de bureaucratische methoden die gebruikt werden door de leiding van wat toen de IMT werd.

In 2009 was er een splitsing van de Spaanse afdeling en een meerderheid van de Venezolaanse en Mexicaanse afdelingen van de IMT. Dit gebeurde op een principiële politieke basis. De redenen voor deze splitsing waren, in essentie, dezelfde als de redenen voor de splitsing in het CWI in 1992: fundamentele verschillen over het karakter van de historische periode die begon met de grote recessie van 2008 en hoe tussen te komen in een nieuwe fase van de klassenstrijd, waaronder fundamentele meningsverschillen over de nationale kwestie vandaag, en over de karakterisering van de Bolivariaanse revolutie en hoe de krachten van het revolutionaire marxisme op te bouwen in Venezuela. Er waren ook principiële verschillen over de opbouw van een revolutionaire partij en de tactieken die door marxisten gebruikt worden in de benadering van nieuwe linkse bewegingen en partijen. Een ander centraal aspect in de splitsing was de verdediging van de Spaanse, Mexicaanse en Venezolaanse kameraden van de interne democratie en van het arbeiderskarakter van de organisatie, tegen een intern bureaucratisch regime waar de obsessie met prestige en een persoonlijkheidscultus rond de centrale leiding elke poging om ernstig te bouwen onder de arbeidersbeweging en de jongeren verstikten.

De Spaanse afdeling en een meerderheid van de Venezolaanse en Mexicaanse afdelingen maakten na deze ervaring een grondig politiek en theoretisch bilan op. De conclusies van dit proces trokken we als een onafhankelijke organisatie, Izquierda Revolucionaria, en doorheen onze praktische interventies en een groter begrip van hoe we ons verhouden tot de reële beweging van de werkenden en jongeren. Dit vormde de basis voor deze eenmaking.

Waarom verenigen we ons en met welk doel?

Onze eenmaking is gebaseerd op een breed akkoord rond de perspectieven voor het wereldkapitalisme en de taken die daaruit voortvloeien voor marxisten. Maar het wordt weerspiegeld in veel meer. Onze gezamenlijke ervaring van discussie en gezamenlijke strijd toonde dat we niet alleen op vlak van ideeën en perspectieven overeenkomen, maar ook wat strategie, tactieken, programma en oriëntatie betreft. Zoals Lenin opmerkte is er geen revolutionaire beweging zonder revolutionaire ideeën. Maar ideeën en theorie zonder praktijk zijn eveneens nietszeggend.

Een onderzoek naar elkaars ideeën en activiteiten, naast de rijke maar nog steeds korte ervaring van gezamenlijk werk, bevestigt de basis voor eenmaking die we nu met enthousiasme en vastberadenheid doorzetten.

Onze taak is om te bouwen aan een sterke subjectieve factor, een massale marxistische kracht en een revolutionaire leiding voor de komende massastrijd. Het ontbreken van zo’n kracht en leiding bleek in al te veel revolutionaire kansen fataal. 100 jaar na de onsterfelijke Russische Revolutie blijft het voorbeeld van de Bolsjewistische partij – het vooruitziende theoretische perspectief, de vastberaden ideologische strijd voor duidelijkheid, flexibiliteit in tactieken en beslissende acties – een gids voor onze eengemaakte organisatie.

Onze revolutionaire internationale en haar afdelingen hebben een duidelijke oriëntatie op interventie in massastrijd, vakbonden en politieke organisaties van de arbeidersklasse. We blijven ook vasthouden aan het principe van politieke en organisatorische onafhankelijkheid van de revolutionaire partij, tegen liquidatorische tendensen en druk die de rol van de revolutionaire partij willen weggommen. De revolutionaire organisatie vormt het geheugen van de arbeidersklasse en de continuïteit van haar revolutionaire strijd tegen het kapitalisme. Flexibiliteit in tactieken gekoppeld met een principiële politieke en programmatorische standvastigheid, vormen een kenmerk van onze gezamenlijke politieke oorsprong en methode. Tegelijk verdedigen we het bestaan van een afzonderlijke revolutionaire partij als de ruggengraat – een integraal en cruciaal deel – van de massabeweging van werkenden en jongeren.

We staan op de programmatorische basis van het revolutionaire socialisme. Van de centrale documenten van de eerste vier congressen van de Derde Internationale, aangevuld door de ervaring van de Linkse Oppositie in de strijd tegen het stalinisme, het overgangsprogramma en de overgangsbenadering samen met de wetenschappelijk socialistische methode en de ideeën van Marx, Engels, Lenin en Trotski. De kern van dit programma blijft het beëindigen van het kapitalisme en het burgerlijk regime en de vervanging ervan door een arbeidersregering op basis van het publiek bezit van de productiemiddelen en de financiële sector, en dit onder democratische arbeiderscontrole. We staan voor een geplande economie op wereldschaal en de democratische uitwerking van een wereldwijd socialistisch productieplan, als de sleutel om de meest dringende problemen van de mensheid aan te pakken: crisis, armoede, honger, oorlog en alle vormen van onderdrukking.

Marxisten strijden ervoor om de frontlinie in de strijd tegen alle vormen van onderdrukking in te nemen. Ze verenigen de arbeidersklasse en alle onderdrukten rond een perspectief van socialistische verandering. We verzetten ons tegen nationale onderdrukking in al zijn vormen, en verdedigen resoluut het recht op zelfbeschikking – tot en met inbegrip van het recht op onafhankelijkheid – van onderdrukte naties. Tegelijk verdedigen we de maximale eenheid in de politieke strijd van de arbeidersklasse over nationale grenzen heen. Enkel de werkenden en de onderdrukten – gewapend met een internationalistisch socialistisch programma en perspectief – kunnen een consequente strijd voor nationale bevrijding voeren alsook tegen alle andere vormen van onderdrukking. We plaatsen tegen de retoriek van ‘nationale eenheid’ van de kapitalistische klasse de internationalistische eenheid van de arbeidersklasse tegen de kapitalisten van alle landen in een strijd voor nationale en democratische rechten als onderdeel van de strijd voor socialisme. We verwerpen een eenzijdige schematische benadering van deze fundamentele kwestie voor marxisten en begrijpen dat de veelzijdige aard van de nationale kwestie en van het bewustzijn een flexibele benadering en een grondige studie van elke specifieke situatie vereist.

De strijd voor de bevrijding van vrouwen, en tegen de aanvallen op hard bevochten verworvenheden van de arbeidersklasse in de afgelopen decennia, was de afgelopen periode een van de sterkste uitdrukkingen van de klassenstrijd. We verdedigen een socialistisch feminisme van de arbeidersklasse, dat vertrekt van de kracht van de arbeidersbeweging, de enige die in staat is om dit systeem te bekampen waarin seksisme en misogynie zo diep geworteld zijn. Onze werking in de massale vrouwenbeweging wordt ontwikkeld in strijd met het inefficiënte en steriele burgerlijke en kleinburgerlijke feminisme. Marxisten streven de leiding van de beweging tegen vrouwenonderdrukking, tegen racisme en voor LGBTQ-rechten na.

Voor elke levendige marxistische organisatie die banden heeft met de arbeidersklasse en jongeren zijn discussies, debatten, kameraadschappelijke meningsverschillen en zelfs splitsingen waar nodig onvermijdelijk. Een tumultueuze periode brengt onvermijdelijk allerlei druk mee – opportunisme, gauchisme of andere – voor revolutionairen en geen enkele partij of leiding is daar immuun voor. Een geduldige, open en democratische wijze van discussie en bespreking van meningsverschillen is fundamenteel voor onze gedeelde methoden. Periodes als deze zijn niet alleen periodes van fusies en eenheid, maar ook van discussies op kameraadschappelijke en vriendschappelijke basis die revolutionairen niet uit de weg gaan.

Het Committee for a Workers’ International, samen met de nieuwe kameraden IR, is een internationale marxistische kracht met een reële basis onder arbeiders en jongeren in enkele belangrijke landen. We proberen ons niet uit te roepen tot “dé” massale revolutionaire internationale van de arbeidersklasse. We willen een belangrijke rol spelen als een centrale kracht in de opbouw van zo’n internationale, samen met vele anderen die nu geen deel uitmaken van onze organisatie. We roepen alle revolutionairen die de nood van principiële eenheid op basis van het marxisme ernstig nemen op om in discussie te gaan over hoe we het best kunnen bouwen aan een internationale die in staat is om een internationale op te bouwen die de komende wereldrevolutie kan leiden.

Dit vind je misschien ook leuk...