Feminisme en socialisme gaan hand in hand – een antwoord op Turtelboom en Capoen

Met een interview in DS Weekblad heeft Anja Meulenbelt, samen met Rachida Aziz, de toorn opgewekt van onder meer Annemie Turtelboom (Open VLD) en An Capoen (N-VA). Ze kropen in hun pen om zich te verdedigen tegen de uitspraak “een liberale feministe, dat bestaat niet.” Geen van beide produceerde echter argumenten die de hoofdstelling van Meulenbelt zelfs maar enigszins onderuit halen. In feite doen ze niet eens de moeite: ze antwoorden naast de kwestie.

Bij ROSA zijn we blij met het nieuwe boek van Meulenbelt: verschillende leden hebben het boek al in handen, anderen wachten tot hun bestelling ter plaatse is. Een recensie zal niet uitblijven. Maar we kunnen nu al, op basis van de interviews met de schrijfster, stellen dat we het in grote lijnen eens zijn met die hoofdstelling dat het “liberale feminisme” geen antwoorden en oplossingen heeft voor de grote meerderheid van vrouwen.

“Misbruik het feminisme niet” (Annemie Turtelboom, Open VLD)

Turtelboom beschouwt de uitspraak als een “persoonlijk verwijt” en verdedigt haar eigen blazoen en dat van haar partij in de strijd voor vrouwenrechten in een opiniestuk gepubliceerd in De Standaard (22/06). Het stuk draagt als titel “Misbruik het feminisme niet.”

Zo stelt ze de eerste te zijn die het thema pensioenkloof op de agenda van het federale parlement heeft gezet, “in 2006 al.” In 2016 heeft ze in de Kamer een resolutie ingediend over gendercide. “Daarmee vroeg ik aandacht voor de vele vrouwen die in sommige delen van de wereld worden gedwongen tot abortus of postnatale moord op pasgeboren meisjes, puur en alleen omdat een meisje opvoeden een te zware last zou zijn.”

En dan verwijst ze naar de liberale Lucienne Herman-Michielsen en haar “baanbrekende werk” rond “huwelijksgoederenrecht, rechten voor ongehuwde moeders en abortus.”

Na dit – toch bijzonder korte – lijstje, stelt ze dat de lijst van initiatieven van liberale feministen “eindeloos” is en niet enkel werden “geboekt door blanke hoogopgeleide vrouwen.” Waarna ze geen initiatieven opnoemt, maar slechts namen van vrouwelijke verkozen politici afkomstig uit migrantengemeenschappen: Assita Kango, Khadija Zamouri en Ayaan Hirsi Ali.

“Dat de een daarbij focust op emancipatie van de vrouw als individu en de ander op de emancipatie van de vrouw als groep, is hoogstens een verschil van aanpak. Het doel is nog steeds gemeenschappelijk. Misbruik het feminisme dus niet om socialistische propaganda te verkondigen. (…) Laten we samen de links-rechtst-antithese overstijgen en ons focussen op wat er echt toe doet: gelijke rechten voor vrouwen en mannen.”

Er valt hier zoveel op te zeggen dat het moeilijk is te zien waar je ermee begint…

Wat de pensioenkloof op de agenda zetten betreft, heeft ze het enkel over de Kamer. In 2006 was het in de reële wereld al lang een vaststaand feit dat vrouwen lage pensioenen hebben. Waar ze niets over zegt, is over de maatregelen die sinds eind jaren 1970 door opeenvolgende regeringen – met en zonder liberalen – zijn genomen die het vrouwenpensioen nog verder hebben ondermijnd.

Zoals de invoering van steeds meer beperkingen op het recht op werkloosheidsuitkeringen voor samenwonenden, waarbij de eerste stappen werden gezet door christendemocratische/liberale regeringen eind jaren ’70 en in de eerste helft van de jaren ’80. De grootste slachtoffer hiervan waren vrouwen, de gevolgen van het verlies van uitkeringen worden doorgerekend in de pensioenen.

Zoals de verhoging van het aantal carrièrejaren voor een volledig pensioen naar 45, of gelijk aan mannen terwijl het ook toen geen geheim was dat vrouwen het door de dubbele dagtaak al moeilijk hadden om een volledige carrière van 40 jaar te presteren. Dit werd doorgevoerd door een christendemocratich-sociaaldemocratische regeringen, maar ik herinner mij niet dat er veel protest kwam van de liberale banken. Dit moest hoe dan ook leiden tot een daling van het aantal vrouwen met recht op een volledig pensioen.

Zoals de ongebreidelde uitbreiding van deeltijds, tijdelijk, flexibel, laagbetaald werk, waarbij opnieuw vrouwen het grootste slachtoffer waren. Lage of deeltijdse lonen, onderbroken door werkloosheid met lage uitkeringen leiden tot lage pensioenen. Opnieuw vinden we Turtelbooms partij echter in de voorste linies in de patronale strijd voor deregulering en afbouw van de rechten van werkenden.

Maar laat ons dan zeggen dat Open VLD tot de komst van Turtelboom er alles aan heeft gedaan om de pensioenkloof verder te verdiepen, maar dat zij dan toch het punt op de parlementaire agenda heeft gezet. Laat ons dan zien wat er tot hiertoe met deze discussie is gebeurd.

Vrouwen hebben nog steeds lage pensioenen en de komende generatie vrouwen zullen ook lage pensioenen hebben omdat ze nog steeds oververtegenwoordigd zijn in het deeltijds werk en in lage loonsectoren en omdat ze nog steeds vaak genoodzaakt zijn stappen achteruit te doen op de arbeidsmarkt vanwege het feit dat heel wat zorgtaken op hun schouders vallen. Bovendien heeft de huidige regering – mét Open VLD – de pensioenleeftijd nog verhoogd – en dus de pensioenen verlaagd van mensen die niet in staat zijn tot op die leeftijd te werken.

Omdat het voor de liberalen – zoals voor alle partijen die het neoliberalisme aanhangen, t.t.z. alle gevestigde partijen en de N-VA – uitgesloten is de wettelijke basispensioenen te verhogen tot een degelijk niveau en dus voor de sociale zekerheidskassen het geld te gaan zoeken waar het zit: bij de ultrarijken en de grote banken en bedrijven – gaat de discussie over de pensioenkloof enkel in één richting: het verlagen van de pensioenen van mannen via “pensioendelen” voor de jaren waarin vrouwen een stap terug zetten voor hun gezin. En dat terwijl de mannenpensioenen niet te hoog zijn, slechts iets meer leefbaar. En dat terwijl er steeds meer éénoudergezinnen zijn, waar gewoon niemand is om mee “te delen”. En dat terwijl een dergelijke maatregel de verdeeldheid tussen mannen en vrouwen enkel kan opdrijven terwijl enkel de eenheid van mannen en vrouwen in het kader van de strijd voor een andere samenleving zonder het patronaal profitariaat kan verzekeren dat alle vrouwen het recht genieten op een comfortabel leven zonder afhankelijkheid.

In alle eisen die van belang zijn voor de vrouwenpensioenen staat de partij van Turtelboom aan de foute kant, niet aan de kant van vrouwen die lijden onder financiële onzekerheid, afhankelijkheid en/of tekorten. Maar goed, ze heeft het punt op de agenda gezet. Mij lijkt het alvast dat zij het is die het feminisme misbruikt om te verbergen dat het haar politiek is geweest waardoor vrouwen lage pensioenen krijgen.

Wat de gendercide betreft, de moord op vrouwelijke foetussen en baby’s, gaat het niet toevallig over iets wat gebeurt “in sommige delen van de wereld”, maar niet bij ons. Het ligt volledig in de lijn van het valse “feministische” discours dat luidt dat enkel het “liberale westen” de gelijkheid van vrouwen en mannen heeft bereikt en nu aan de rest van de wereld lesjes moet geven.

Wat hen er overigens niet van weerhoudt om economische deals te sluiten met landen die allesbehalve die vrouwenrechten respecteren. Wat bijvoorbeeld het kabinet van de Franstalige liberaal Reynders er niet van weerhield Saoedi-Arabië in de vrouwenrechtencommissie van de VN te stemmen. Veel blabla, maar als het erop aankomt, staat het economisch belang van de rijken en de grote bedrijven voor Open VLD – en ook voor Turtelboom persoonlijk – voorop en moet al de rest wijken, ook vrouwenrechten.

Hun discours over de “verlichte, liberale waarden” dient naast het zichzelf een bloem opspelden echter vooral in een racistische aanval op de migrantengemeenschappen in dit land. Ze spreken liever over religieuze of traditionele gebruiken in een aantal moslimlanden dan over wat hun regering doet om moord op en systematische mishandeling van vrouwen in België in het kader van geweld binnen het gezin te bestrijden. De huidige regering heeft deze problematiek van de prioriteitenlijst voor het politiewerk geschrapt!

Niet dat het zeer veel uitmaakte, want ook toen het een “prioriteit” was, kwamen de meeste daders ermee weg en werd aan die vrouwen geen uitweg geboden. Je mag dan wel het recht hebben om weg te gaan, maar als je geen job hebt of een laag loon, geen of een te lage uitkering, geen huisvesting en wel kinderen, blijft het een bijzonder harde noot om te kraken. Liberale feministen willen je wel het juridische recht geven om weg te gaan, maar niet de middelen aanbieden om dat ook effectief te doen.

Dat is overigens meteen duidelijk als je hun meestal tot niets concreet leidende initiatieven of retoriek tegenover vrouwen in de rest van de wereld vergelijkt met hun houding tegenover de vrouwen die uit die delen van de wereld vluchten en hier asiel zoeken. Hoeveel vrouwen uit die landen heeft Turtelboom asiel geweigerd, hen veroordelend tot een terugkeer naar die landen of het verblijf hier als mensen zonder papieren en dus zonder rechten, met alle gevolgen voor hun economische en seksuele uitbuiting hier?

Daarom juist is een socialistische oplossing – en een socialistisch feminisme – nodig, om niet te stoppen bij het juridische recht, maar verder te gaan en het recht in de praktijk op te eisen. Via de strijd voor gegarandeerde degelijke en betaalbare huisvesting voor iedereen door huisvesting van de greep van de markt en haar winstprincipe te bevrijden. Via een einde aan de jacht op werklozen en de strijd tegen werkloosheid en lage lonen via een algemene arbeidsduurvermindering zonder loonverlies. Via de strijd voor een degelijke sociale zekerheid en degelijke uitkeringen voor al wie niet (voltijds en volledig) kan werken. Via een strijd tegen de massale diefstal die de superrijken dagelijks plegen op de rest van de samenleving die nochtans die rijkdom produceert.

Het is juist dat de liberale Lucienne Herman-Michielsen een belangrijke rol heeft gespeeld in het tot stand komen van het recht op abortus. Maar het is ook juist dat het in 1990 geen nieuwe eis was en dat noch de liberalen noch de sociaaldemocraten die voorstander waren van abortus er ooit een breekpunt heeft van gemaakt in hun coalities met de christendemocraten. De CVP en PSC vroegen hun coalitiepartners immers om de garantie geen wisselmeerderheden te vormen rond ethische kwesties. En beide anderen stemden daar tot aan 1990 mee in. Liever in de regering zonder het recht op abortus dan uit de regering met het recht op abortus.

Het “liberale feminisme” van Turtelboom is hypocriete window-dressing. Veel grote woorden over vrouwenemancipatie terwijl hun politiek in het voordeel van de grote bedrijven en de rijken vrouwenemancipatie in de praktijk steeds meer bemoeilijkt. Er zijn dan wel liberale feministen, genre Turtelboom of Clinton, maar ze hebben de grote meerderheid van werkende en arme vrouwen niets te bieden en al zeker geen concrete vooruitgang. Ze instrumentaliseren het feminisme zelfs in het kader van een racistische aanval op minderheidsgroepen in de samenleving om het dagelijkse seksisme en discriminatie in hun eigen dominante gemeenschap te verstoppen. In die zin zijn ze valse feministen en feitelijk dus geen feministen…

Ik wil er tot slot op wijzen dat het niet aan Turtelboom is om het ultieme doel te bepalen. Voor haar is dat “gelijke rechten voor vrouwen en mannen.” Voor mij, voor ROSA en ik veronderstel ook voor Anja Meulenbelt, is dat niet voldoende. En voor de meerderheid van de vrouwen is het niet voldoende: meerdere decennia van quasi volledige gelijke rechten hebben de loonkloof en de pensioenkloof niet aangepakt, de druk van de dubbele dagtaak niet verminderd door een uitbreiding van de diensten, … We zien integendeel dat de afbouw van de sociale zekerheid, gezondheidszorg en openbare diensten de uren dat vrouwen aan onbetaalde zorg voor anderen besteden opnieuw doen toenemen.

Voor ROSA is de strijd voor vrouwenrechten een strijd voor basisrechten voor iedereen, de enige manier om dat duurzaam te maken en de kracht om dit te bekomen op te bouwen. Wij willen geen loongelijkheid als dat bekomen wordt door het doen dalen van mannenlonen. Dat lost voor vrouwen niets op en vergroot gewoon de laag van mensen die het moeilijk heeft. Wij willen degelijke lonen en degelijke contracten voor iedereen. En we willen sociale diensten die de dubbele dagtaak verlichten. We willen een goed leven voor iedereen, brood en rozen voor iedereen. We hebben niet de illusie dat we de liberale feministe Turtelboom aan onze kant van de barricade zullen terugvinden.

“Het socialisme heeft geen alleenrecht op het feminisme” (An Capoen, N-VA)

Ook An Capoen was verontwaardigd door de uitspraak dat er geen liberale feministen zijn. De gedachtegang in haar open brief voor Knack (21/06) is wat verward en zeer subjectief, maar fundamenteel treffen we dezelfde lijn als bij Turtelboom aan, hoewel ze meer in de verdediging gaat rond de tegenstelling blank/niet blank, die ook aan bod komt in Meulenbelts aanval op het “liberale feminisme”.

Ze vraagt zich af of het zo is dat “rechtse feministes enkel bezig zijn met de situatie van witte, hoogopgeleide vrouwen.” En geeft er uiteindelijk zelf verder geen antwoord op.

Wel weet ze te melden dat ze dan wel op economisch en maatschappelijk vlak “een gezonde rechtse reflex” (?) heeft, maar dat er in haar “een progressieve dame verscholen” zit, “niet eens zo diep volgens sommigen.” Bewijs hiervoor: ze is voorstander van abortus en euthanasie. Ze is “opgevoed volgens het principe ‘alles wat je broer kan, moet jij ook kunnen’ en ‘zorg dat je later zelf voor je onderhoud kan instaan’. Beide principes werkten trouwens in beide richtingen.”

Ze gaat uit van gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen en is “dus per definitie een feministe.” Ze vraagt retorisch: “is mijn feminisme minderwaardig omdat ik blank ben en lang heb kunnen studeren?”

Het antwoord op de laatste vraag is uiteraard neen. Maar uitgaan van de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen en vervolgens niets anders doen dan stellen dat het voor haar als individu een verworvenheid is, i.p.v. te vechten voor een politiek die maakt dat het een verworvenheid wordt voor alle vrouwen, maakt van haar een zeer luie feministe. Ze kan zich waarschijnlijk niet eens inbeelden welk een hindernissenparcours er ligt voor de meerderheid van vrouwen die niet de zin, de studiedrang of wiens ouders simpelweg niet de middelen hebben om 12 jaar studie te betalen, om het credo “zorg dat je later zelf voor je onderhoud kan instaan” toe te passen. Wat heeft An Capoen en haar partij in aanbod voor die vrouwen die enkel een job in de dienstenchequesector vinden, met pakweg een maximum van 18 à 20 uur/week in aanbod? Nog meer aanvallen op de uitkeringen, zodat ze wel verplicht zijn onleefbare lonen te aanvaarden!

Maar Capoen heeft – net als Turtelboom met haar gendercide – het buitenland op het oog, die mensen die niet leven volgens liberale westerse normen, niet de vrouwen die in België aan lage lonen moeten werken en dagelijks vechten om rond te komen. “Ik heb bewust gekozen om te zetelen in de commissie Buitenlandse Zaken in het parlement, waar ik onder andere het thema mensenrechten opvolg. Ik probeer me (…) ook toe te spitsen op thema’s als vrouwenrechten en seksuele en reproductieve gezondheid.” In het buitenland, dus. We moeten niet wachten op voorstellen van de N-VA en An Capoen rond gratis en toegankelijke contraceptiva in België, noch op de strijd tegen geweld binnen het gezin die in elke “liberale westerse samenleving” aanwezig is.

Ze verdedigt het palmares van haar partij met hun goedkeuring van een resolutie tegen kindhuwelijken. En in de commissie Buitenlandse Zaken werd haar “eigen resolutie voor meer aandacht voor onderwijs – en dan specifiek kwaliteitsvol onderwijs voor meisjes in ontwikkelingslanden – goedgekeurd.” (…) “Als ik alles optel, lijkt het mij dat ik toch tenminste probeer om ‘intersectioneel’ feminisme te beoefenen.”

Net als bij Turtelboom zijn intenties (resoluties) belangrijker dan concrete resultaten. Wat zullen de gevolgen zijn van deze resoluties voor de vrouwen in de “ontwikkelingslanden”, t.t.z. die landen die door de vroegere liberalen werden gekoloniseerd en vandaag nog steeds in de wurggreep blijven van het neoliberale imperialisme? Waarschijnlijk gewoon niets. En ondertussen wordt het “kwaliteitsvol onderwijs” in eigen land steeds verder afgebouwd en moet het personeel het met steeds minder middelen doen.

Ze stelt één pertinente vraag. Na het aanhalen van Meulenbelts stelling dat het (liberale) feminisme gefaald heeft in het doen verdwijnen van de ongelijkheid, vraagt ze “hoe kan het dan dat het goede, linkse feminisme er niet in geslaagd is de ongelijkheid aan te pakken.”

Omdat we tot nu toe de strijd voor socialisme en de machtsovername door de arbeidersklasse en de meerderheid van de bevolking in het grootste deel van de wereld verloren hebben of nog niet hebben gevoerd. We hebben de macht niet gehad om de ongelijkheid aan te pakken. Daar waar dat kortstondig wel het geval is geweest, in de eerste democratische jaren na de Russische Revolutie, heeft het linkse feminisme in twee jaar tijd de Russische vrouwen een gigantische sprong van het verleden naar de toekomst doen nemen.

Onder druk van het bestaan van de Sovjet-Unie en later ook het Oostblok en de progressieve maatregelen die daar werden ingevoerd voor alle werkenden, o.a. voor vrouwen, en dat ondanks de ondemocratische misvormingen die onder het stalinisme bestonden, moesten ook de “liberale westerse landen” toegevingen doen, zoals stemrecht, sociale zekerheid, sociale woningen, algemeen toegankelijk onderwijs en gezondheidszorg… Dat alles om te voorkomen dat ook in de westerse kapitalistische landen een strijd voor de machtsovername op gang zou komen.

Eens de Muur gevallen was, de sociale structuur in die landen ineenstortte en de dreiging voorbij was, waren de kapitalisten en hun partijen waartoe ook steeds meer de sociaaldemocratie behoorde, er als de kippen bij om steeds meer op die toegevingen terug te komen. Met de hulp van de N-VA – die daarvoor zelfs haar onafhankelijkheidseis on hold zette – werden nieuwe en fundamentele stappen gezet in de afbouw van de naoorlogse welvaartstaat. Of denkt Capoen dat de wet-Peeters vrouwen helpt om “in hun eigen onderhoud te voorzien” of dat het integendeel nog moeilijker wordt om werk te combineren met gezinszorg, die toegenomen is door de nadruk van de Vlaamse regering op wat mensen zelf kunnen doen om hun familieleden die zorg nodig hebben te ondersteunen? Het meest waarschijnlijke is dat Capoen daar helemaal niet over nadenkt…

“Het socialisme heeft geen alleenrecht op het feminisme”, stelt ze. Maar wel op het feminisme dat er is voor alle vrouwen, en niet enkel voor zij die tot de meest bevoorrechte groepen behoren. Op het echte feminisme, met andere woorden.

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel