100 jaar ANC. Van hoop tot desillusie
Begin 2012 werd een evenement gehouden om het feestjaar naar aanleiding van de 100ste verjaardag van het ANC op te starten. Een van sprekers had het over de “dorre beenderen” die zich in de valleien opstapelden toen Zuid-Afrika een kapitalistische economie werd en er grote winsten werden gemaakt ten koste van het bloed, zweet en tranen van de werkende bevolking. De arbeiders waren voor de kapitalisten slechts een stapel levenloze beenderen. Arbeiders en armen hoopten dat het ANC een einde zou maken aan dit moorddadige systeem. Nu blijkt echter dat het ANC dit systeem net in stand houdt.
De strijd tegen het kolonialisme en tegen het kapitalisme is ouder dan het ANC. Gedurende een groot deel van het 100-jarig bestaan van de organisatie werd de massastrijd niet geleid of gekanaliseerd door het ANC. In 1960 werd het ANC verboden en speelde het een grote rol in het verzet. Maar belangrijke ontwikkelingen zoals de stakingen van 1973 in Durban, de jongerenbeweging in Soweto 1976, de vorming van de vakbondsfederatie Cosatu (Congress of South African Trade Unions) of de opstandige bewegingen van de jaren 1980 vonden allemaal los van het ANC plaats. De massa’s hebben zichzelf bevrijd. Daarbij was er de hoop dat het ANC de strijd voor nationale bevrijding en sociale emancipatie zou leiden en een einde zou maken aan het blanke minderheidsbewind en het kapitalisme.
Vandaag blijkt steeds meer dat het ANC een nationalistische formatie is die uit is op een akkoord met het kapitalisme en het kolonialisme. De leiding van het ANC was in de jaren 1950 al zo wanhopig uit op een akkoord met de kapitalisten dat ze bereid was om toe te geven aan de eis van algemeen stemrecht. In onderhandelingen om een einde te maken aan de apartheid stemde Mandela in met een voorstel om het aantal zetels voor zwarten te beperken en pas nadien uit te breiden. Reeds bij deze onderhandelingen vanaf eind 1991 – de zogenaamde Convention for a Democratic South Africa (CODESA) – probeerde het ANC het kapitalisme te redden. De onderhandelingen vonden plaats terwijl er een grote druk was van de opstandige arbeidersklasse. Gelijk welk voorstel dat geen algemeen stemrecht voor iedereen gaf, zou het ANC toen al gediscrediteerd hebben.
Uiteindelijk stemde het ANC ermee in om de economische dictatuur van de kapitalistische klasse te verdedigen en om bewegingen van onderuit te stoppen zodat het systeem niet aan de kant zou geschoven worden. Officieel is Zuid-Afrika nu een democratie, maar de commandoposten van de economie blijven in de handen van de heersende klasse die de economische dictatuur van de 1% rijksten vestigen.
Het ANC werd in 1912 opgezet vanuit de hoop op verandering onder de zwarte bevolking. Aan de oprichting werd vooral meegewerkt door de Afrikaanse elite, stamhoofden, priesters, hoger opgeleide Afrikanen,… Het ANC richtte zich toen niet op arbeidersstrijd of op een socialistische omvorming van de samenleving, een ideologische positie die toen reeds onderdeel vormde van het bewustzijn van de arbeidersbeweging.
Toen een nieuw gevormde vakbond, de ICU (Industrial and Commercial Workers’ Union), in 1919 de macht van het blanke kapitaal begon uit te dagen, botste dit op tegenstand van het ANC. De beweging werd door het ANC afgedaan als geïnspireerd door diegenen die de Russische tsaar vermoordden. Er werd verwezen naar de Bolsjewieken die in 1917 een einde maakten aan het kapitalisme. Deze succesvolle socialistische revolutie had een enorme impact op het bewustzijn van de arbeiders in Zuid-Afrika en de rest van de wereld.
Het ANC is vandaag enkel aan de macht omwille van de steun van de georganiseerde arbeidersbeweging. Maar het ANC heeft steeds een dubbele houding gehad tegenover die arbeidersbeweging. Toen de onafhankelijke vakbonden die uiteindelijk Cosatu zouden vormen een opgang kenden, werden ze door de ANC-leiding in ballingschap afgedaan als ‘gele’ vakbonden (geen echte vakbond). Cosatu werd uiteindelijk omarmd omdat het onmogelijk was om het te negeren. Het werd een reus waartegen het ANC zich niet kon verzetten.
Vandaag blijft het ANC vasthouden aan een alliantie met Cosatu en de sterke communistische partij, de SACP (South African Communist Party). Het resultaat hiervan is dat de arbeidersklasse met handen en voeten wordt gebonden in het belang van het kapitaal.
Georganiseerde arbeidersstrijd maakt het verschil
De arbeidersklasse is zelf rechtgestaan om in verzet te gaan tegen onderdrukking en uitbuiting. Er is heel wat strijd geleverd en ook de strijdbewegingen vandaag geven aan hoe de onderdrukten in staat zijn om terug te vechten. Het ANC doet er vandaag alles aan om deze strijd te stoppen.
Er is immers een sterke traditie van strijd in Zuid-Afrika. Het was niet op basis van guerrilla, maar door de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging en de jongeren dat de kapitalisten tot toegevingen werden gedwongen en het apartheidsregime moesten opbergen. In de jaren 1980 bereikte de kracht van de arbeidersbeweging een hoogtepunt. De oprichting van Cosatu in 1985 was een uitdrukking van een groeiende maturiteit in de arbeidersstrijd.
Het meest vooruitziende deel van het kapitaal besefte dat het de massastrijd enkel kon controleren doorheen de leiders van die strijd. Repressie op zich zou immers niet meer volstaan. Dat leidde tot onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van het regime met Mandela die nog gevangen zat en Mbeki die in ballingschap was. Het onderhandelde akkoord bracht verandering maar bleef beperkt tot het feit dat iedereen stemrecht kreeg. Burgerlijke democratie betekent dat we wel mogen stemmen, maar dat er intussen niets wordt gedaan aan kwesties als armoede, werkloosheid, onderwijs, gebrek aan gezondheidszorg, dakloosheid,… Het is geen democratie voor de arbeiders en de armen, maar democratie voor de kapitalisten om hun winstsysteem verder te zetten.
18 jaar ANC aan de macht maar uitbuiting is niet verdwenen
Het ANC was opgezet om het onderscheid tussen de zwarte en de blanke bevolking weg te nemen. Nu het ANC 18 jaar aan de macht is, blijft het onderscheid voor de overgrote meerderheid van de zwarte arbeidersklasse even groot als voorheen. Het ANC staat aan het roer van een samenleving die op heel wat vlakken op het oude Apartheidsregime lijkt. De ongelijkheid tussen arm en rijk is bijzonder groot. Het is niet omdat er nu ook rijke zwarten zijn, dat er gelijkheid is.
Racisme was een historisch wapen van het kapitalisme in Zuid-Afrika om de arbeidersklasse onder de knoet te houden. Onder het ANC-bewind hebben delen van de zwarte middenklasse zich kunnen opwerken, maar het lot van de arbeidersklasse is niet verbeterd. Toen het ANC in 1994 aan de macht kwam, was het niet om het systeem omver te werpen maar wel om het te hervormen. Het kapitalistische systeem werd aangepast aan de nieuwe omstandigheden die werden opgelegd door de enorme strijdbewegingen van de arbeidersklasse.
Tot vandaag blijft racisme een belangrijke factor in Zuid-Afrika. Het racisme is uit de wetten en regels geschrapt, maar het blijft voortbestaan in het dagelijkse leven. Vrouwen worden nog steeds fysiek en emotioneel misbruikt en verkracht. Er kan niet over welvaart worden gesproken als een meerderheid van de werkende bevolking tot absolute armoede is veroordeeld. Enkel een socialistisch Zuid-Afrika kan daar een antwoord op bieden.
Zuid-Afrika is een kapitalistisch land dat gebaseerd is op de goedkope arbeid van de werkende bevolking. Een socialistische revolutie zou daar een einde aan maken. Het potentieel voor zo’n revolutie was in het verleden reeds erg groot. Maar de geschiedenis liet de arbeidersklasse niet toe om een revolutionaire leiding te creëren die in staat was om de arbeidersklasse tot een overwinning te brengen.
Net zoals elders speelde het stalinisme een verraderlijke rol in Zuid-Afrika. Het stalinisme kwam voort uit de degeneratie van de Russische revolutie. Het leidde tot een verzwakking van de revolutionaire partijen in heel de wereld en tot verraad door het vormen van allianties tussen kapitalisten en arbeiders. In Zuid-Afrika leidde de stalinistische koerswending in 1929 tot een fusie van de toenmalige SACP en het ANC. Door de belangen van de bureaucratie in de voormalige Sovjetunie te verdedigen, werd in de praktijk ook het kapitalistische bewind in de rest van de wereld verdedigd.
De afgelopen 100 jaar heeft het ANC heel wat verraad gepleegd en daarbij werd het vaak bijgestaan door de SACP. Die partij blijft tot vandaag de arbeidersbeweging een mes in de rug steken.
Het kapitalisme omverwerpen
Het kapitalisme zit wereldwijd in een crisis. Dit systeem is niet in staat om de samenleving vooruit te trekken. Hoe zou het ANC ook maar iets van vooruitgang kunnen bekomen op kapitalistische basis?
De oplossing bestaat uit het omverwerpen van het kapitalisme en dat te vervangen door de democratische heerschappij van de arbeidersklasse, socialisme dus. Dat vereist een bewust begrip onder de arbeiders, armen en jongeren van het feit dat een betere toekomst enkel mogelijk is door voor socialisme op te komen. Er is nood aan revolutionaire vakbonden, lokale organisaties en politieke partijen met een socialistisch programma.
De Democratic Socialist Movement (DSM) in Zuid-Afrika vormt onderdeel van de wereldwijde strijd voor socialisme. Daarbij moeten we ingaan tegen het beleid van het ANC, de reformistische leiding van Cosatu en de oude stalinistische leiding van de SACP. Die organisaties genieten nog steeds veel steun, maar hun rol is niet langer progressief. Het vraagt geduld en vastberadenheid, maar we zijn ervan overtuigd dat de arbeiders en jongeren in Zuid-Afrika uiteindelijk het bewustzijn en vertrouwen zullen hebben om de strijd voor een arbeidersregering aan te gaan.
Artikel door Thamsanqa Dumezweni