Maar het is vooral de economische positie die Obama moet verontrusten. Niet dat de bedrijven slecht presteren. Integendeel, tijdens het tweede kwartaal klopten driekwart van de Amerikaanse bedrijven de prognoses. Het was al het 5de kwartaal op rij dat minstens zeven op de tien Wall Street bedrijven beter presteerden dan verwacht. Daarbij komt dat voor het eerst ook de omzet doorgaans gestegen was, dat de bedrijfswinsten dus niet enkel te wijten waren aan kostenbesparingen. Voor de S&P500 bedrijven was er en winstgroei van 42,8% ten opzichte van het tweede kwartaal van 2009.(51)  De democraten willen een deel daarvan afromen door de belastingsverlagingen doorgevoerd onder Bush gedeeltelijk terug te schroeven voor individuen met een minimaal jaarinkomen van 200.000 $ en gezinnen met een minimum jaarinkomen van 250.000 $. De 400 rijkste gezinnen van de VS betaalden in 2007 een effectief belastingstarief van slechts 16,6%. Obama stuit echter op weerstand van de republikeinen die het over een massale banenvernietigende belastingsverhoging voor kleine ondernemers hebben, terwijl er nochtans slechts 3% van de kleine ondernemers voldoende verdienen om door de maatregel getroffen te worden. (52)

De illusies in een economische heropleving waren echter van korte duur. De Amerikaanse gezinnen hebben immers hun lesje geleerd en zijn massaal afgestapt van kopen op krediet. Wie kan, tracht zijn schulden af te bouwen en een spaarpotje aan te leggen. De spaarquote is toegenomen van 1% voor de crisis tot 6,4% vandaag. Meer dan de helft van de Amerikaanse beroepsbevolking werd rechtstreeks geraakt door de crisis, hetzij door werkloos te worden, of door minder uren te werken of door loonsvermindering. Bovendien heeft de gemiddelde Amerikaan 20% van zijn vermogen verloren door het kelderen van de huizenprijzen en de aandelenmarkt.(53) Het banenrapport van de VS in juli 2010 luidde het einde in van de kortstondige illusie in een heropleving. Die maand gingen maar liefst 131.000 banen verloren en bovendien bleek dat er in juni 221.000 verloren gingen in plaats van de eerder gemelde 125.000. Het aantal gepresteerde werkuren in de private sector viel na een korte stijging tot gemiddeld 34,2 uur/week in mei terug naar 34,1. Omgerekend komt dat neer op een verlies van 300.000 banen. Tegelijk vielen de gemiddelde uurlonen met 0,1% terug. In de industrie viel de gemiddelde gepresteerde werkweek terug van 40,5 uur naar 40 uur.(54) Blijkt nu dat na een jaar “economisch herstel” minder arbeiders aan het werk zijn in de VS dan ten tijde van het officiële einde van de recessie midden 2009.

Doorgaans gaat een heropleving na een periode van recessie nochtans gepaard met een forse opstoot van de tewerkstelling, hoe dieper de recessie was, hoe groter de opleving van de tewerkstelling, maar dat is deze keer niet het geval.(55) Het kan uiteraard verklaard worden door de lusteloosheid van het herstel, maar het heeft ook te maken met de potentiële sterkte van de arbeidersbeweging. Veel bedrijven en overheden hebben er de voorkeur aan gegeven de arbeidstijd te korten. Waar dat kon hebben ze de lonen effectief verlaagd, maar volgens een studie van onderzoekers voor het Europees stelsel van Centrale Banken in 16 Europese landen, zou “slechts” 3,2% van de bevraagde ondernemingen de lonen hebben verlaagd tijdens de economische en financiële crisis. In 35% van die bedrijven werden de lonen bevroren, nog eens 35% zegt dit in de toekomst zinnens te zijn. In een aantal landen, waaronder België werd uitgebreid beroep gedaan op tijdelijke werkloosheid, daardoor daalde de gemiddelde arbeidsduur in België in 2009 met 1,5% en tegelijk daalde de productiviteit per uur met 1,1%. In de herstelfase van de economie zal eerst de gemiddelde arbeidsduur en de capaciteitsbenutting worden opgedreven vooraleer er aangeworven wordt.(56) 

Maar of het zover komt, valt nog te betwijfelen. De forse toename van de winsten heeft immers niet gezorgd voor dito investeringen. Europese multinationals hamsteren cash als nooit tevoren, nu al 500 miljard €, een stijging met 30% tegenover eind 2007 aan de vooravond van de crisis. Amerikaanse ondernemingen zouden maar liefst 1800 miljard $ op hun rekening staan hebben, 7% van hun balanstotaal, een historisch record. Waar komt dat geld vandaan? Van drastische kostenbesparingen. Waarom wordt het niet geïnvesteerd? Omdat er geen of onvoldoende winst gemaakt kan worden met productieve activiteiten. In de VS verlaagde de FED haar groeiprognose na het tegenvallende banenrapport van juli 2010 en toen bleek dat het handelstekort in juni met 20% gestegen was. China, dat uit vrees voor oncontroleerbare zeepbellen, onder meer in vastgoed, haar soepele kredietbeleid moest verstrakken, melde een groeivertraging van zowel de kredietverlening, als de industriële productie en de kleinhandelsomzet. De Bank of England verlaagde eveneens haar groeiprognose. (57)

Eind juni had de Bank voor Internationale Betalingen gewaarschuwd voor een mogelijk hervallen van de economie “als gevolg van de secondaire effecten van de intensieve zorgen toegepast op de wereldeconomie.” De bank van de centrale banken, gevestigd te Bazel, waarschuwde dat de manoeuvreerruimte voor de overheden fors gekrompen was: “de staten hebben geen geld meer, de rentevoeten hebben hun bodem bereikt en het financiële systeem blijft slechts overeind door de overvloed aan liquiditeit ter beschikking gesteld door de centrale banken.”(58)  Enkele dagen later had het Internationaal Monetair Fonds echter haar groeiprognoses opgetrokken en heette het dat het gevaar van een dubbele dip alvast voor 2010 geweken was.(59)  Begin juli heette het nog dat de Eurozone ’s werelds zorgenkind was. De opleving was naar verluidt vooral te danken aan de groeilanden en China, ook de VS en Japan herstelden best goed, maar het gevaar kwam van de landenrisico’s in Europa die mogelijk andere delen van de wereld konden aantasten. (60)

Nauwelijks een maand later was heel de positie omgeslagen. Begin augustus 2010 bleek de Duitse economie sterk te groeien. De werkloosheidsgraad was er sinds januari afgenomen van 9,1% naar 7,6%, vijf jaar eerder was dat nog 13%.(61)  De schuldencrisis in de zogenaamde PIIGS landen heeft de Euro verzwakt en daarmee vooral de Duitse export gestimuleerd. Voor 2010 zou het land een overschot boeken op haar lopende rekening van bijna 200 miljard $, meer dan Japan (169 miljard $) en China (154 miljard $), terwijl het tekort op de lopende rekening van de VS (-560 miljard $) toeneemt en dat van Frankrijk (-49 miljard $), Italië (-72 miljard $), Spanje (-56 miljard $), Griekenland (-27 miljard $) en Portugal (22,3 miljard $) op hoog niveau stagneert.(62) Sommige commentatoren besluiten daaruit dat de onevenwichten die bestonden voor de crisis en er ongetwijfeld aan bijgedragen hebben, niet alleen terug zijn, maar bovendien het wereldwijde herstel bedreigen. (63) 

Door de schuldencrisis is krediet in de zwakkere Europese economieën bovendien duurder geworden. Investeerders lopen die landen nu voorbij en kiezen voor veiliger, noordelijker gelegen en goedkopere oorden. Volgens George Soros maakt Duitsland het door te besparen op de begroting en te weerstaan aan loonsverhogingen moeilijker voor andere landen om hun competitiviteit te herstellen en verergert de Duitse economische politiek bijgevolg de spanningen in de Eurozone. Maar lang zal dat allemaal niet duren. Intussen blijkt dat de huizenverkopen in de VS in juni met 2,6% zijn gezakt in plaats van de verwachte stijging van 4%. De FED werd verplicht haar exitstrategie te heroverwegen door de geldkraan opnieuw open te draaien. De Japanse economie is zo goed als stil gevallen. De Yen staat op zijn hoogste peil in 15 jaar ten opzichte van de $, dat komt omdat de Yen door verontruste beleggers doorgaans beschouwd wordt als een veilige belegging. Ondanks de enorme overheidsschuld (199% van het BBP!) moet Japan dankzij haar royaal handelsoverschot immers geen beroep doen op buitenlandse kredietverstrekkers. We vermelden eerder al dat de Chinese economie hapert door de verstrakking van het rentebeleid. Met al haar belangrijkste handelspartners in moeilijkheden, zal ook de Duitse economie vanaf de tweede jaarhelft opnieuw vertragen.

De financiële en economische crisis heeft de schrik er goed in gebracht. Het aantal armen is fors toegenomen. In New York hebben voedselbanken naar verluidt 80% meer afnemers.(64)  Geen wonder dat de consumenten achter blijven, nooit eerder waren de rijken zo rijk en de armen zo talrijk. Na het debacle van de afgelopen jaren, kijken velen twee keer uit voor iedere aankoop, zeker voor aankopen op krediet. Tegelijk stijgen de prijzen van voedingsstoffen opnieuw naar recordhoogtes, deels omwille van een daling van de oogst, zoals bij graan, fruit en katoen als gevolg van droogtes. Deels omwille van een stijgende vraag in de groeilanden, maar vooral door speculanten. De prijs van cacao bereikte in juli haar hoogste peil in 33 jaar doordat een firma 7% van de beschikbare markt had opgekocht.(65)  Op deze basisproducten na, gegijzeld door speculanten in de hoop daarmee de waarde van hun beleggingsportefeuille te vermeerderen, vreest men echter vooral voor deflatie, voor een daling van de prijzen omdat de vraag achter blijft. Zo zijn Carrefour en Delhaize in België een prijzenslag begonnen naar aanleiding van de heropening van de scholen.(66)  Deflatie of dalende prijzen doen de winstmarges inkrimpen en hebben doorgaans een zelfversterkend effect omdat potentiële kopers geneigd zijn hun aankopen uit te stellen in de hoop op verdere prijsdaling. Beleggers lijken alvast op deflatie te anticiperen door massaal overheidsobligaties op te kopen. Men spreekt van een deflatie “trap” of valkuil omdat het eens men erin zit moeilijk is er opnieuw uit te raken. Japan zit er al meer dan 20 jaar in vast. 


NOTEN
(51) De Tijd – 29 juli 2010 “Driekwart amerikaanse bedrijven klopt prognoses”
(52) De Tijd – 14 augustus 2010 “Help de rijken”
(53) De Tijd – 18 augustus 2010 “De nieuwe spaarzaamheid”
(54) The Economist – 2 juli 2010 “Labour without force”
(55) The Economist – 12 augustus “Lower, not hire, how jobless is this recovery?”
(56) Nationale Bank van België – Economisch tijdschrift juni 2010
(57) De Tijd – 12 augustus 2010 “Europese multinationals zitten op record van 500 miljard cash” en “Cashreserves als blijk van wantrouwen en onzekerheid”.
(58) Le Soir – 29 juni 2010 “L’économie mondiale pourrait “rechuter” en De Tijd – 29 juni 2010 « Zeer lage rente is risico voor stabiliteit »
(59) De Tijd – 6 juli 2010 “Dit jaar geen gevaar meer op double dip” en Le Soir – 9 juli 2010 “Le FMI rehaussde ses prévisions”
(60) De Tijd – 9 juli 2010 “Eurozone blijft ‘s werelds zorgenkind”
(61) The New York Times – 3 augustus 2010 “In Germany a broad recobvery is under way”
(62) OECD Economic Outlook No. 87, May 2010
(63) Financial Times – 10 juni 2010 “New imbalances will threaten global recovery”
(64) Knack – 28 juli 2010 “De beurskoers heeft niks met soep te maken”
(65) Le Soir – 22 augustus 2010 “Les prix flambent dans l’alimentaire”
(66) De Morgen – 26 augustus 2010

> Inhoudstafel

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel