De euro in crisis
Eind december namen “de markten” de zwakke leerlingen van de eurozone onder vuur en de zwakste van allemaal was Griekenland. Scheepvaart en toerisme zijn er de belangrijkste sectoren. Griekse reders bezitten de grootste vloot ter wereld met meer dan 3.000 schepen, ongeveer 18% van de wereldcapaciteit. Net die sectoren hadden echter fors te lijden onder de wereldwijde recessie. Zoals overal in Europa had de negatieve groei de belastingsinkomsten verminderd en de sociale uitgaven opgedreven. Tegelijk kostten de reddingsoperaties voor banken en andere bedrijven handenvol geld. Daardoor steeg de openbare schuld tot 115% van het BBP, samen met Italië het hoogst van heel de eurozone. Jarenlang toegang tot goedkoop krediet had in Griekenland, net zoals in Spanje, Portugal en Ierland, de competitiviteit fors uitgehold. Griekenland was een paradijs voor wie snel geld wou verdienen. Belastingsontduiking is er een nationale sport en volgens het Franse dagblad Le Figaro zou de zwarte economie er 40% van het BBP bedragen. Bovendien bleek na het aantreden van de PASOK regering in oktober 2009 dat de vorige conservatieve regering van Kostas Karamanlis haar een begrotingstekort had nagelaten dat niet 6% van het BBP vertegenwoordigde zoals Karamanlis steeds beweerd had, maar 12,7%. Alsof dat niet volstond bleek in februari 2010 dat Goldman Sachs jarenlang de Griekse overheid had bijgestaan om de Europese limieten op overheidsschuld via ingewikkelde constructies te versluieren.
Beleggers, onder wie heel wat Europese en Griekse banken, vreesden dat de Griekse overheid haar schulden niet langer zou kunnen afbetalen. Ze trachtten zich te ontdoen van Griekse overheidsobligaties door die onder de prijs door te verkopen. Als andere beleggers die overheidsobligaties van bijvoorbeeld 1000 € aan een interest van 2%, op de secundaire markt kunnen kopen voor 920 €, dan betekent dit, dat ze na een jaar geen 20 €, maar 100 € meer ontvangen dan ze geïnvesteerd hebben, wat neerkomt op een interest van 10%. Als de Griekse overheid dan nieuwe leningen tracht aan te gaan om leningen die hun vervaldag bereikt hebben te vervangen, is ze wel verplicht om een interest aan te bieden die minstens concurrentieel is, zoniet zal ze geen kopers vinden. Op bepaald ogenblik liep de lange termijnrente in Griekenland bijgevolg op tot boven de 10%. Het toppunt is dat juist die banken die door de overheid gered waren, die met staatswaarborg bij de Europese Centrale Bank konden lenen aan een zeer laag tarief, zelf leningen verschaften aan diezelfde overheden aan dat hoger tarief. Aan een dergelijke rentevoet lenen zou onvermijdelijk een rentesneeuwbal hebben teweeg gebracht en ertoe geleid hebben dat Griekenland in wanbetaling moest gaan.
Griekenland dreigde voor de eurozone te worden wat Lehman Brothers geweest was voor de kredietcrisis. Wanbetaling zou niet alleen een economische catastrofe veroorzaken in Griekenland, maar andere PIIGS-landen meesleuren en een explosie van de eurozone veroorzaken. Het zou een stortvloed aan speculatie tegen de obligaties van andere staten veroorzaken, financiële instellingen doen kapseizen en de geldomloop bevriezen. Het zou dezelfde systemische schok veroorzaken als de val van Lehman Brothers, aldus Etienne de Gallatay, hoofdeconoom bij bank Degroof.(25) “Ik stel voor dat iedereen die aan Griekenland geleend heeft een verlies tot 20% slikt.” Om dat te organiseren, stelde De Gallatay voor beroep te doen op de Club van Parijs, een groep van rijke landen die gespecialiseerd zijn in schuldherschikking, maar tot dan enkel in zogenaamde derde wereldlanden. Voor Geert Noels was een snelle Griekse aftocht uit de Eurozone de aangewezen strategie, maar dan wel een ordelijke, waarbij de eurolanden een rugzakje vullen om de overgang te vergemakkelijken. De drachme zou gekoppeld blijven aan de euro, maar via een gecontroleerde vlottende wisselkoers geleidelijk naar haar reële waarde kunnen evolueren. (26)
Maar Griekenland was niet het enige probleem. Weldra begonnen de markten zich ook tegen Spanje en Portugal te keren. Het was duidelijk dat men moest tussenkomen. Vooral de Duitse regering deed daar moeilijk over. Uiteindelijk ging ze overstag, maar niet zonder de Griekse regering te dwingen tot een forse interne devaluatie. De BTW werd opgetrokken van 19 naar 21%. Ambtenaren verliezen hun 14de maand. De prijs van alcohol werd opgetrokken met 20%, die van tabak met 65%, de benzineprijs met 33 centimes. Nog was het niet genoeg. Om toegang te krijgen tot een lening van 110 miljard moest 30 miljard bespaard worden. Daarvoor moest ook de 13e maand van de ambtenaren wijken en moesten de pensioenen naar omlaag en de pensioenleeftijd naar omhoog. Het BTW tarief zou naar 23% moeten en de ontslagprocedures moeten vereenvoudigd worden, bovendien moeten enkele sectoren geliberaliseerd worden. De Belg Servaas Deroose, die voor de Europese Commissie, de ECB en het IMF het plan in Athene ging onderhandelen, zegt dat als alles wordt doorgevoerd, dit een revolutie is voor Griekenland. Hij bedoelt een contrarevolutie. (27)
Die 110 miljard is trouwens niet gratis, 30 miljard wordt geleend door het IMF. Het tarief daarvan is niet gekend, maar doorgaans vraagt die behalve een reeks bezuinigingsmaatregelen een interest van 3 tot 3,5% voor langlopende leningen. De 80 miljard die de Europese Unie ter beschikking stelt, is een lening aan 5%. Voor België komt dat neer op 3 miljard €, door de overheid geleend aan 1,5% en uitgeleend aan Griekenland voor 5%. Op de looptijd van drie jaar van die lening zou dat België tot 115 miljoen € opleveren.(28) Op die 80 miljard zal Griekenland jaarlijks een interest van 4 miljard € betalen. Dat is wellicht wat men bedoelt als men zegt dat de euro een minimum aan solidariteit vereist. Niet alleen de Griekse arbeiders, maar ook de middenklasse is zwaar ontgoocheld. George Britos, professor economie aan de universiteit in Athene die Papandreou begin dit jaar nochtans had opgeroepen om drastische maatregelen te nemen, drukt dit ongenoegen uit. “Men duwt het land gewoon in een heel lange recessie. En niemand weet hoe lang die zal duren.” (29) Na een inkrimping van -2%, zou de Griekse economie in 2010 met -4% krimpen en in 2011 met -2,5%. (30) In mei 2010 was de werkloosheid al opgelopen tot 12% tegen 8,5% 12 maand eerder.
Daarmee was het Griekse probleem voorlopig van de baan, maar het gevaar van besmetting naar de andere PIIGS was nog niet geweken. Het vereiste een verontrust telefoontje vanuit het Witte Huis naar bondskanselier Merkel en president Sarkozy om bovenop de 110 miljard voor Griekenland een pot van 750 miljard euro aan te leggen om de stabiliteit van de euro te garanderen. Een derde daarvan wordt ter beschikking gesteld door het IMF, de rest hoofdzakelijk door de eurolanden en voor 60 miljard door de Europese Commissie. Bovendien greep de ECB naar wat men de ‘nucleaire optie’ noemt. Ze zal staats- en bedrijfsobligaties opkopen en banken de kans bieden onbeperkt geld te lenen aan een tarief van 1%. De inzet was niet gering, niet voor niets titelt De Tijd van 11 mei 2010 ‘We stevenden al weken af op een ramp’. Er werd gevreesd voor een regelrechte catastrofe, voor het einde van de euro, wat de wereldeconomie in een diepe depressie zou onderdompelen.
Paniek slaat nogal snel over in euforie. “Zeggen dat de eurozone de speculanten op de knieën gedwongen heeft, is wel heel kort door de bocht. Het is veeleer omgekeerd. In enkele maanden tijd sloegen de markten het beeld van een onafhankelijke ECB aan diggelen. En ze kregen gedaan wat 10 jaar muntunie niet kon. Berlijn zal het nooit toegeven, maar voortaan kan Duits belastingsgeld via een ondoorzichtig soort buitenbalansvehikel ingezet worden om de mediterrane putten te delgen. En in ruil zal het mediterrane begrotingsbeleid onder curatele van het ‘noorden’ en het IMF staan”, schrijft De Tijd in haar editoriaal van 11 mei 2010. “Europa komt hier sterker uit dan ooit gedacht”, analyseert Europakenner Hendrik Vos. In werkelijkheid werd na lang twijfelen, toen men net voor de afgrond stond toch maar weer de geldkraan open gedraaid. Hoewel het onmiddellijke gevaar is geweken, wijzen de groeicijfers erop dat de Europese tweespalt sindsdien alleen maar toeneemt.
Uiteraard zal men er alles aan doen om een herhaling van de Griekse schuldencrisis te voorkomen. De Europese Commissie stelt voor dat de Europese landen haar hun begroting telkens in de lente ter goedkeuring zouden voorleggen. Op die manier zou men streven naar een convergentie van de nationale begrotingen, maar ook van sociaal economische hervormingen en fiscaliteit. De budgettaire normen zouden strikter toegepast worden en deze keer zou er wel gesanctioneerd worden, maar men is er nog niet uit hoe. De reden waarom de begrotingsvereisten in het verleden ongestraft bleven, is echter juist omdat men de twistpunten niet ten top wou drijven. Als men dat in de toekomst wel wil gaan doen, zal dit de krachten die de Eurozone uiteen drijven enkel versterken.
NOTEN
(25) Le Soir – 11 februari 2010
(26) De Tijd – 9 april 2010
(27) De Tijd – 7 mei 2010
(28) De Tijd – 4 mei 2010
(29) De Tijd – 4 mei 2010
(30) Verklaring Commissie, ECB en IMF over vorderingen Griekenland (en) – Europese Commissie (Persinformatie)