Toen en nu: extreem-rechts tegen de arbeidersbeweging

De afgelopen periode zagen we een toename van racistisch geweld in Europa. Ook blijft de discussie gevoerd worden over de strijd tegen extreem-rechtse formaties. Welke lessen kunnen we daarbij trekken uit de anti-fascistische strijd tegen het klassieke fascisme in de jaren 1920-30?

Fascisme is meer dan brutaal geweld of racistische opvattingen. Racisme is overigens geen monopolie van neo-fascistische krachten zoals het VB en het FN. Denk maar aan de uitspraken van de liberale populist Geert Wilders in Nederland die stelde dat de islam een minderwaardige godsdienst zou zijn.

Fascisme in de jaren 1920 – 1940

Het fascisme in Italië of Duitsland was niet het resultaat van een “losgeslagen gek” die de maatschappij in haar greep hield. Individuen kunnen een belangrijke rol spelen, maar ze moeten daartoe wel over een maatschappelijke basis beschikken. Historisch hebben we gezien dat fascistische organisaties aan de macht kwamen in periodes van extreme economische en politieke crisis van het kapitalisme. De economie in Duitsland stortte zowat volledig in, begin jaren 1930 had 97% van de bevolking geen kapitaal.

Eerdere pogingen om – in navolging van de Russische arbeiders – het kapitalisme omver te werpen en een arbeidersdemocratie te vestigen, liepen vast op de onwil van de leiding van de Duitse sociaal-democratie die in de regering toetrad om het kapitalisme te depanneren en op het avonturisme van de nog jonge communistische partij. In Italië stelde Mussolini achteraf over de Italiaanse Socialistische Partij dat deze “geen gebruik maakte van een unieke revolutionaire situatie” toen in 1919 en 1920 duizenden fabrieken werden bezet.

Trotski, een medeleider van de Russische Revolutie, stelde in zijn analyses van het opkomende fascistische gevaar dat dit gevaar een uitdrukking van de contrarevolutionaire wanhoop is nadat de revolutionaire hoop heeft gefaald.

De economische crisis en het gebrek aan antwoord van de arbeidersbeweging creëerde een politiek vacuüm, zeker onder die lagen die geen sterke band hadden met de georganiseerde arbeidersbeweging: de middengroepen, veteranen uit de oorlog, werklozen, jongeren,… De geruïneerde middengroepen – zoals de boeren en de vrije beroepen – waren bovendien het voornaamste slachtoffer van de oprukkende inflatie. Ze begonnen uit te kijken naar een kracht die in staat was om voor orde en stabiliteit te zorgen. De sociale basis en het actieve lidmaatschap van de fascistische partijen werd hier gevonden.

Met de steun van de grote burgerij (zeker uit de zware industrie) en een militaire structuur trokken de fascistische milities ten strijde tegen de arbeidersbeweging. Daarbij werd geregeld gebruik gemaakt van een anti-kapitalistische retoriek, maar dat werd snel omgeleid naar racisme en nationalisme. Enkel zo kon het verschil verklaard worden tussen de bankier Rotschild (van Joodse afkomst) en de staalpatroon Krupp (die een graag geziene gast was op nazi-congressen).

De middengroepen werden misbruikt en ingezet als stakingsbrekers. Toen deze ‘stoottroepen van het kapitalisme’ aan de macht kwamen, werd het parlement ontbonden en de arbeidersorganisaties verboden. Door de arbeidersbeweging te ‘atomiseren’ brak er voor het Duitse grootkapitaal een gouden tijd aan van lage lonen en slavenarbeid. Infrastructuurwerken en oorlogsvoorbereidingen – allen in naam van het grote Duitse volk (en haar leider uiteraard) – moesten de economie redden. De gevolgen hiervan zijn inmiddels algemeen bekend.

Tussen droom en daad bij het VB

Ook het Vlaams Belang is in wezen een partij met een programma dat gelijklopend is met dat van de klassieke fascisten in de jaren 1920 en 1930. De Joden werden vervangen door de islam als schuldenbok. Maar de achterliggende idee is dezelfde: de aandacht afleiden van de ware schuldigen, met name zij die ontslaan en besparen.

Het VB beschikt ook over de nodige troepen dat het kan inzetten indien het tot fysieke confrontaties komt. De partij betaalt zelfs iemand om de stoottroepen te leiden: Luc Vermeulen die de actiegroep van Voorpost leidt. Het zijn deze troepen die in 1996 bij de bestorming van de IJzerbedevaart werden ingezet of in december 2004 tegen een anti-NSV betoging.

Ondanks aankondigingen dat neo-nazi’s niet langer welkom zouden zijn in het VB, mag het gevaar van het VB niet onderschat worden. In de jaren 1920 en 1930 hebben we gezien tot wat een onderschatting van het gevaar kon leiden. De Italiaanse Communistische Partij dacht dat er amper gevaar uitging van Mussolini en de Duitse Communistische Partij (inmiddels volledig onder stalinistische invloed) stelde dat ook de andere partijen fascistisch waren, de sociaal-democratische arbeiders waren voor hen “sociaal-fascisten”.

De situatie vandaag is natuurlijk anders dan in de jaren 1920 en 1930. Krachten als het Vlaams Belang of het Front National in Frankrijk (en zeker in België) beschikken niet over een grote actieve basis die bereid is geweld te gebruiken, bovendien staat de arbeidersbeweging vandaag numeriek en potentieel veel sterker. Kleine groepen van voornamelijk marginalen zijn daar wel toe bereid, maar het wordt niet aanvaard door bredere lagen van de bevolking (en zelfs niet door de kiezers van extreem-rechts). Vandaar dat wij dergelijke partijen als neo-fascistisch omschrijven. Dit betekent echter niet dat we rustig kunnen achterover leunen.

De belangrijkste les die we kunnen én moeten trekken uit de anti-fascistische strijd van de jaren 1920 en 1930 is de cruciale rol van de arbeidersbeweging en van onmiddellijk verzet. Door systematisch in het verweer te gaan tegen iedere opstoot van neo-fascistische groepen, kunnen we vermijden dat het zelfvertrouwen van extreem-rechts voor straatacties en straatgeweld toeneemt. Vandaar onze campagne om te betogen tegen de optocht van de VB-studenten (NSV) in Antwerpen op 8 maart. Wij zijn het bijgevolg niet eens met diegenen ter linkerzijde (met name de jongeren van de PVDA) die stellen dat dit onbelangrijk is omdat NSV ‘slechts’ een studentenorganisatie is.

We denken dat een opkomende arbeidersstrijd ertoe kan leiden dat extreem-rechts in het defensief wordt gedrukt. We zagen dit reeds in Frankrijk toen het FN midden jaren 1990 een splitsing kende na de stakingswinter. Het VB is zich bewust van dat probleem. Tijdens de beweging tegen het Generatiepact stelde de partij dat deze maatregelen niet ver genoeg gingen en eiste haar Gentse gemeenteraadsfractie een hard politie-optreden tegen de stakingspiketten. Anderzijds bleek een meerderheid van de VB-kiezers de vakbondsacties te steunen. Het gebrek aan een politiek alternatief voor de arbeidersbeweging, zorgt ervoor dat het VB ermee weg komt om te balanceren tussen tegengestelde standpunten.

De beste manier om neo-fascistische partijen een duurzame nederlaag te bezorgen, bestaat uit een anti-kapitalistisch programma en een politiek instrument dat de belangen van de arbeiders actief verdedigt.

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel