Frankrijk. Zonder geloofwaardig links alternatief, krijgen we meer van dezelfde politiek
De campagne voor de Franse presidentsverkiezingen is gestart. Dit gebeurt tegen de achtergrond van een groot ongenoegen tegenover het beleid van de regering. De steun van de regering aan de Europese Grondwet werd in 2005 tijdens een referendum afgestraft door de Fransen. Ook zagen we aanvallen op de pensioenen, privatiseringen, nieuwe flexibele contracten voor onder meer jongeren,… Kortom een neoliberaal project.
De politici, de media en de peilingen zijn sterk gericht op een confrontatie tussen Nicolas Sarkozy van de rechtse UMP en Ségolène Royal van de sociaal-democratische PS in de tweede ronde. Uit peilingen blijkt dat de belangrijkste thema’s voor de Fransen werkgelegenheid, lonen, onderwijs, sociale zekerheid,… zijn. Royal en Sarkozy staan voor die punten echter voor een zelfde politiek, namelijk het garanderen van nieuwe recordwinsten voor de aandeelhouders op kosten van de gemeenschap.
De inzet van de eerste ronde wordt naar de achtergrond verdreven. De dreiging van een Le Pen (van het extreem-rechtse Front National) lijkt te worden uitgesloten. Nochtans stond Le Pen in de peilingen van midden februari op zo’n 13%, terwijl hij in 2002 op hetzelfde ogenblik 8 à 10% haalde. Uiteindelijk slaagde Le Pen er toen wel in om naar de tweede ronde door te stoten. Hierop kwamen honderdduizenden jongeren op straat tegen het FN. Het gebrek aan een alternatief dat Le Pen electoraal kan stoppen, zorgt ervoor dat het FN stand kan houden.
Sarkozy, de meest ijverige vertegenwoordiger voor de kapitalisten
Sarkozy is minister van Binnenlandse Zaken en staat gekend voor zijn ultra-repressief en racistisch discours tegenover migranten, jongeren en vakbondsmilitanten. Dat discours werd wat aangepast voor zijn presidentskandidatuur, maar de inhoudelijke basis blijft overeind.
Sarkozy wil een nieuwe stemming over de Europese Grondwet, verdedigt de rijksten met een voorstel om de belastingen op grote fortuinen te halveren door fiscale cadeaus, drastische lastenverlagingen op overuren of het hervormen van de arbeidscontracten. Sarkozy wil een eenheidscontract om komaf te maken aan arbeidersovereenkomsten van onbepaalde duur.
Voor Sarkozy zijn werklozen, gepensioneerden en ambtenaren (waarvan hij er 225.000 op straat wil zetten tegen 2012) luiaards en profiteurs. Hij weet wat hij wil en zegt het ook: een golf van aanvallen op de lonen en de levenscondities van de arbeiders en hun gezinnen.
Om een dergelijk beleid verkocht te krijgen, stelt Sarkozy zich voor als de “sterke man” die een einde kan maken aan onveiligheid en criminaliteit. De steun die hij krijgt van grote delen van de media maken het hem gemakkelijker om dat imago aan te meten.
Royal, een andere verpakking
Royal was voor de start van de campagne de belangrijkste favoriet, maar ze verloor terrein ten voordele van Sarkozy. Het is mogelijk dat Royal de verkiezingen kan verliezen indien ze onhandig communiceert en teveel haar echt programma naar voor brengt. Maar het is nog te vroeg om uitspraken te doen over de resultaten, meer dan de helft van de kiezers is nog onbeslist.
Royal kan mogelijk rekenen op een belangrijke steun voor “het minste kwaad” tegenover de dreiging die uitgaat van Sarkozy. We hebben begrip voor wie voor Royal zal stemmen om Sarkozy te stoppen, maar de politiek van Royal is niet fundamenteel anders. Met Tony Blair als voorbeeld, komt Royal op voor patronale lastenverlagingen.
In de loop van de campagne werd bekend dat Royal van mening is dat de leraars profiteurs zijn en meer uren op school zouden moeten aanwezig zijn. Dat maakt haar houding tegenover de arbeiders duidelijk alsook het feit dat Royal voor een zelfde rechtse neoliberale politiek staat. Het sociale kleurtje dat ze er aan probeert te geven, dient enkel voor de verpakking.
Royal kan wel handig gebruik maken van het gebrek aan een geloofwaardige kandidatuur links van de PS. Buffet (PCF), Besancenot (LCR), Laguiller (LO), Schivardi (PT) en José Bové willen allen apart deelnemen aan de presidents-verkiezingen.
Waarom zoveel linkse kandidaten?
Ondanks de massale mobilisaties van de afgelopen jaren, kwam er geen politiek verlengstuk voor de arbeidersstrijd tot stand. Bij de campagne tegen de Europese Grondwet kwam er een brede antiliberale eenheidsbeweging tot stand, maar het ontbrak die beweging aan duidelijke doelstellingen of een strategie. Er was geen enkele grote kracht die de noodzaak van een nieuwe arbeiderspartij tegen de neoliberale politiek verdedigde.
De PCF hield vast aan haar oude oriëntatie: enerzijds kritiek op Royal, maar anderzijds evenzeer een bereidheid om toe te treden tot een nieuwe nationale regering met de PS. LCR spreekt zich scherper uit tegen een deelname aan een regering met de PS, maar ze heeft dat standpunt niet duidelijk genoeg naar voor gebracht in verschillende bewegingen (onder meer tegen de CPE). LCR koos er al snel voor om haar eigen kandidaat naar voor te brengen in de campagne.
Bové is wellicht de bekendste linkse kandidaat, maar hij houdt zich op de vlakte als het gaat om een toekomstige samenwerking met de PS. Hij was slechts bereid om deel te nemen aan een eenheidscampagne indien hij zelf de eenheidskandidaat was. Lutte Ouvrière tenslotte hield zich buiten alle discussies en stelde steeds dat het zelf zou opkomen (voor een zesde opeenvolgende presidentscampagne).
Onze zusterorganisatie in Frankrijk, Gauche Révolutionnaire, voert campagne voor een nieuwe arbeiderspartij. In de peilingen haalt radicaal-links op dit ogenblik samen 11%, zowat evenveel als in 2002. Die electorale kracht toont het potentieel en de mogelijkheden voor een nieuwe formatie zoals de CAP bij ons. Jammer genoeg maken noch LO noch LCR gebruik van de mogelijkheden die zich voordoen om te komen tot een nieuwe massale arbeidersformatie. Hierdoor blijft de weg vrij voor de traditionele politici.