Een korte historiek van het Communistisch Manifest

Het Manifest werd te Brussel geschreven eind 1847 en begin 1848 uitgegeven in meerdere Europese talen. Karl Marx en Friedrich Engels hadden zich in de maanden daarvoor aangesloten bij de revolutionaire groepering die naar hun oordeel het meest geschikt was om zich los te worstelen aan de fantastische, warhoofdige en utopische hersenspinsels die toentertijd het ideologische landschap van de opkomende arbeidersbeweging beheersten.

Marx’ pennentwisten met mensen als de anarchist Proudhon (‘De armoede van de filosofie’-1847), de discussies met de onbeholpen, ruwe sektarische communismen van Wilhelm Weitling en consorten en de gevoelsdweperige en onwetenschappelijke gewrochten van de Duitse socialisten (Marx’ kritiek op de zgn. Ware Socialisten in ‘De Duitse ideologie’ en zijn omzendbrieven uit de jaren 1845-1846) hadden de aandacht getrokken van de in Londen gevestigde Bond der Rechtvaardigen, een linkse afsplitsing van de Bond der Ballingen, die in 1834 was opgericht na de mislukte aanval van radicale studenten en arbeiders op het politiekantoor van Frankfürt (de zgn. Frankfürter Wache). Op het junicongres van de Bond in 1847, inmiddels, zowel om veiligheidsredenen (1) als om redenen van politieke duidelijkheid de Bond der Communisten genoemd, hadden Marx en Engels met succes de denkbeelden van hun pas tot stand gekomen wetenschappelijke socialisme verdedigd. Het daaropvolgende congres bekrachtigde de opdracht om voor de Bond een systematische uiteenzetting te schrijven die moest dienen als programmaverklaring. Na verschillende formules, die meer verband hielden met de vorm dan met de inhoud, leverde de arbeid van Marx en Engels uiteindelijk een geschrift op dat naar verluid een grotere verspreiding heeft gekend dan de bijbel.

Het Manifest bevat een volledige uiteenzetting van de voornaamste richtinggevende ideeën dewelke nog steeds tot leidraad dienen voor iedere marxist die naam waardig. Toch moet er op gewezen worden dat ook het manifest een kind van zijn tijd is. Het werd vooral geschreven met het oog op de komende revolutionaire uitbarstingen in geheel Europa uit de jaren 1848-1849…en de geschiedenis toont aan met welk een vooruitziende blik (en hoe kort) Marx op de bal speelde. Nauwelijks een maand na de eerste uitgave trad de arbeidersbeweging voor het eerst op de voorgrond met zelfstandige, op haar eigen belangen afgestemde klasse-eisen. Maar waren de revoluties van 1848-1849 naar de vorm reeds proletarische revoluties, met als voornaamste en meest strijdvaardige actoren het kersverse industrieproletariaat, naar de inhoud waren de democratische revoluties nog burgerlijke omwentelingen… De moderne in het grootbedrijf tewerkgestelde loonarbeiders waren nog te erg een minderheid onder de bevolking (door de toenmalige ontwikkeling van de industrie) om een duurzame machtsovername van de arbeiders tot gevolg te hebben. Vreselijke nederlagen waren daarvan het gevolg. De ontbinding van de Chartistendemonstratie te Londen door de arbeidersleiders in april 1848 was de eerste grote nederlaag van de beweging. Het bloedig onderdrukken van de juni-opstand van tienduizenden Parijse arbeiders in hetzelfde jaar door de republikeinse regering (door Marx in zijn Achttiende Brumaire “de meest kolossale gebeurtenis uit de geschiedenis van de Europese burgeroorlogen genoemd”) liet vijftienduizend doden achter op de barricaden. Onmiddellijk daarop volgend vierde de Franse bourgeoisie haar overwinning met het ongenadig afslachten van drieduizend weerloze krijgsgevangenen. In Wenen en Berlijn liepen de arbeiders evengoed tegen de sabel van de overwinnende contrarevolutie.

Hoewel Marx deze opstanden in woord en daad heeft gesteund eens ze een feit waren, heeft hij er nooit op aangestuurd. Hij wist maar al te goed dat de democratische revoluties, gezien de toenmalige graad van ontwikkeling in de samenleving hoogstens uitgebreide democratische rechten voor de arbeiders tot gevolg konden hebben. Daarom is de concrete programmaverklaring eerder een overgangsprogramma tussen de democratische eisen van de burgerlijke revolutie en de werkelijke socialistische omvorming van de samenleving. Toch laat Marx niet na om ondubbelzinnig te schetsen dat het einddoel van de communisten veel verder ligt dan enkel de tijdelijke en gedeeltelijke lotsverbetering van de gewone mensen.

 


(1) De arrestatie en ondervraging van één van de in Duitsland werkzame leden had niet alleen een aantal voorname kaders aan de politie overgeleverd, maar tevens het bestaan van de Bond aan alle Europese regeringen bekendgemaakt.

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel