De Zhenotdel: socialistisch feminisme in de Russische Revolutie
Dit artikel van Saana Taussi (van onze Ierse zusterorganisatie) bespreekt de werking van Zhenotdel, de vrouwenafdeling van het centraal comité van de Russische Communistische Partij, en de lessen die we kunnen trekken uit hun werk in de strijd tegen onderdrukking vandaag.
Zhenotdel werd opgericht door bolsjewistische vrouwen, zoals Alexandra Kollontaj en Inessa Armand. Dit gebeurde in Rusland na de revolutie van 1917. De afdeling werd opgericht om de volledige deelname van vrouwen aan de Sovjetmaatschappij te garanderen. Ondanks de uitzonderlijke inspanningen van de Zhenotdel om vrouwen uit de arbeidersklasse en de boeren bij het sociale en politieke leven te betrekken, is dit unieke werk vandaag niet algemeen bekend.
De positie van vrouwen in de aanloop naar de revolutie
Zoals in landen over de hele wereld waren vrouwen in het Rusland van voor de revolutie het slachtoffer van onderdrukking. De bolsjewieken – de revolutionaire partij die in de Oktoberrevolutie de controle over de regering zou nemen – noemden de specifieke last die vrouwen uit de arbeidersklasse droegen een dubbele onderdrukking in de maatschappij. Dit verwijst naar een onderdrukking die geworteld is in zowel het kapitalisme als het boerenpatriarchaat. Arbeidersvrouwen werden beperkt door klasse, maar ook door het ’traditionele gezin’, dat vrouwen beperkte tot de rol van moeder en echtgenote. Het Russische Rijk was semi-feodaal, met een heersende klasse van landheren en een machtige kerkelijke hiërarchie. Beperkt tot specifieke rollen, hadden vrouwen weinig mogelijkheden om economische onafhankelijkheid na te streven en vaak geen toegang tot onderwijs of zelfs de mogelijkheid om te lezen en schrijven. Deze factoren, naast het ingebakken seksisme in de samenleving, vormden enorme belemmeringen voor de betrokkenheid van vrouwen bij de politiek, om nog maar te zwijgen van andere basisrechten zoals toegang tot abortus of echtscheiding. Hoewel de onderdrukking van vrouwen meer uitgesproken was in het tsaristische Rusland, was het niet anders dan het onderdrukkende patriarchaat dat we vandaag ervaren en dat nog steeds de vrijheid van vrouwen en mensen in het algemeen beperkt. Dit is vooral duidelijk in bijvoorbeeld de recente aanvallen op onze lichamelijke autonomie, zoals het ongedaan maken van Roe V Wade in de Verenigde Staten, en in de welig tierende rechtse aanvallen op trans-rechten wereldwijd.
In de samenleving van voor de revolutie waren ook werkende vrouwen zeer ontevreden en in de jaren daarvoor waren ze vaak gemarginaliseerd binnen vakbonden. Werkende vrouwen bleven echter zoeken naar collectieve oplossingen voor hun uitbuiting en het aantal werkende vrouwen nam sterk toe doordat mannen werden uitgezonden om te vechten in de Eerste Wereldoorlog. De Februarirevolutie van 1917 werd geleid door het initiatief van vrouwen, die op Internationale Vrouwendag de straat op gingen. In de meeste fabrieken en werkplaatsen werd een staking uitgeroepen en op de eerste dag sloten ongeveer 900.000 arbeiders zich aan bij de stakende vrouwen. Deze revolutionaire geest bestond niet alleen onder vrouwelijke arbeidsters, maar ook onder vrouwen die in de rij stonden voor brood en brandstof. In de zomer na de Februarirevolutie maakten vrouwen deel uit van een grote stakingsgolf die een breed scala aan werknemers in de dienstensector omvatte. Hoewel de Februarirevolutie uiteindelijk achterbleef bij wat volgde in oktober, was het belang van vrouwen voor de revolutie duidelijk voor de bolsjewieken en ze deden hun uiterste best om de strijdende en radicaliserende vrouwen te bereiken. Vrouwelijke kaders van de bolsjewieken richtten bijvoorbeeld studiekringen op voor vrouwelijke stakers om hen te helpen hun strijd te politiseren.
Onder bolsjewieken bestond het besef dat de bevrijding van vrouwen essentieel was voor het bereiken van een socialistische samenleving, zoals bijvoorbeeld Lenin en Engels decennialang in de aanloop naar de revolutie hadden benadrukt. Voor marxisten vandaag is dit punt nog duidelijker. De onderdrukking van vrouwen heeft altijd deel uitgemaakt van klassen- en ongelijk verdeelde samenlevingen. Het verlangen om eigendom en politieke macht binnen de familielijn te houden, leidt tot een paranoïde controle over de lichamen van vrouwen. Onder het kapitalisme speelt de onbetaalde, niet erkende arbeid van vrouwen in de huishouding, het baren van kinderen en de zorg voor kinderen een rol in de reproductie van de beroepsbevolking van het kapitalisme. Waar de kapitalistische staat faalt in het leveren van diensten en de bazen falen in het leveren van voldoende inkomen, wordt er door de maatschappij verwacht dat ‘het gezin’, dat wil zeggen vrouwen, het werk overneemt. Anders dan in het tsaristische Rusland werken de meeste vrouwen vandaag, maar ze doen nog steeds veel meer dan hun deel van het huishouden en de zorg voor kinderen. Op de werkvloer zijn vrouwen geconcentreerd in uiterst belangrijke maar onderbetaalde sectoren van de economie zoals kinderopvang, verpleging, schoonmaak en textiel. Hier komen werkgevers door seksistische stereotypen weg met superuitbuiting. Deze punten worden onderstreept door de inspirerende rol van vrouwelijke textielarbeidsters bij de revolutionaire gebeurtenissen in Myanmar in 2021.
Niet alleen is onderdrukking uiteindelijk geworteld in de klassenmaatschappij waartegen we vechten, maar een strijd voor de rechten van vrouwen is ook een strijd tegen de staat en de heersende klasse. Wanneer socialisten en de arbeidersbeweging de strijd uitbreiden naar andere bevrijdingsbewegingen, dan blijkt dat, in de woorden van Clara Zetkin, “een sterke steunpilaar” te zijn. Stakingen tegen seksuele intimidatie en transfobie herinneren ons eraan dat er geen barrière is tussen verschillende gevechten tegen onderdrukking en uitbuiting.
Ook binnen de bolsjewistische partij bekleedden vrouwelijke kameraden leidinggevende functies op zowel nationaal als lokaal niveau. Toen de voorlopige regering in oktober 1917 werd omvergeworpen, waren er vrouwen bij om het Winterpaleis te bestormen.
Post-revolutie en de vorming van de Zhenotdel
Nadat de bolsjewieken er in 1917 in slaagden om het kapitalisme en het landherendom van de Russische heersende klasse en het tsaristische regime omver te werpen, ontstonden er ongekende mogelijkheden voor radicale veranderingen in de maatschappij, zoals we die vandaag niet meer kennen. Dit leidde tot de snelle invoering van enkele van de belangrijkste en meest fundamentele rechten voor vrouwen, zoals de afschaffing van het religieuze huwelijk en de legalisering van gemakkelijk toegankelijke echtscheidingen.
Kort na de revolutie brak er een burgeroorlog uit, waardoor de samenleving nog steeds in beroering was en de stappen in de richting van een socialistische samenleving onder enorme druk stonden. Hoewel de mannelijke bolsjewieken de bevrijding van vrouwen steunden, was vrouwenemancipatie voor sommigen van hen nu ondergeschikt aan de economische en militaire uitdagingen waar de staat voor stond (ook al vochten er duizenden vrouwen letterlijk voor de revolutie, onder andere als guerrillaleiders en bij het gebruik van machinegeweren). Dit is misschien deels te wijten aan het feit dat het materiaal over vrouwenemancipatie binnen de partij enigszins marginaal was vóór 1917. Lenin bekritiseerde het gebrek aan geavanceerde ontwikkeling van de mannelijke kameraden als het ging om hun begrip van de positie van de vrouw.
Kameraden als Kollontaj, Armand en enkele andere leden van de leiding stelden op hun beurt dat het mobiliseren van vrouwen om de revolutie te verdedigen een centrale manier was om de crises waarmee de nieuwe Sovjetrepubliek geconfronteerd werd, te bestrijden. Om dit te kunnen doen, moesten vrouwen de revolutie identificeren als een bevrijdende kracht, en velen stelden dat dit in elk onderdeel van het partijwerk moest worden opgenomen. Om van de revolutie een bevrijdende kracht te maken, werd de Zhenotdel opgericht. In november 1918 organiseerden Kollontaj en Armand de eerste geheel Russische conferentie van werkende vrouwen, waaraan meer dan duizend vrouwen deelnamen. Hun boodschap was dat vrouwenemancipatie hand in hand ging met de opbouw van het socialisme.
Nieuwe initiatieven en vrouwenemancipatie
Omdat het nucleaire gezinsmodel vrouwen vaak gevangen hield en hen gelijkstelde aan bezit, lanceerde de Zhenotdel een aantal initiatieven en projecten om vrouwen te bevrijden van de beperkingen van hun huishouden. Ze organiseerden de opening van kantines, wasserijen en kinderdagverblijven en organiseerden programma’s om vrouwen op gelijke voet met mannen aan een baan te helpen. Ze zetten fabrieks- en werkplaatsinspecties op om de naleving van wetten ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van werkende vrouwen af te dwingen en buiten de werkplek organiseerden ze werkloze vrouwen en richtten ze coöperaties op. De arbeidswetgeving werd vernieuwd om betaald zwangerschapsverlof voor en na de geboorte en toegang tot borstvoedingsruimten op de werkplek mogelijk te maken. De Zhenotdel slaagden er ook in om in 1920, als eerste land ooit, abortus gratis beschikbaar te maken in Sovjetziekenhuizen. Dit duurde tot 1936 toen Stalin het weer verbood.
Door vrouwen beter in staat te stellen deel te nemen aan de arbeidsmarkt en het leven buitenshuis, kon de vrouwenemancipatie beginnen. De Zhenotdel probeerde vrouwen actief te ondersteunen in het voeren van actie, bijvoorbeeld door het opzetten van afgevaardigdenvergaderingen om vrouwen uit de arbeidersklasse te vertegenwoordigen op hun werkplek en in hun gemeenschap, en door stageprogramma’s om vrouwen op te leiden voor nieuwe rollen in fabrieken en overheidsdepartementen. Vrouwen werden buiten de Communistische Partij om in de afgevaardigdenvergaderingen gekozen, hoewel velen uiteindelijk actief lid zouden worden.
De Zhenotdel in Sovjet-Centraal-Azië
De Zhenotdel lanceerde ook de Communistische Vrouwen Internationale en deed politiek werk in heel Sovjet-Centraal-Azië om de deelname van vrouwen aan het sociale en politieke leven te bevorderen.
De Russische Revolutie was niet alleen Russisch, maar omvatte vele nationaliteiten die door de tsaar werden onderdrukt. Centraal-Azië had een zeer diverse bevolking, waaronder veel gemeenschappen die volledig gedomineerd werden door landheren en moslimgeestelijken. Oezbekistan was een van de landen waar de Zhenotdel hun werk deden. De gemeenschap daar was sterk verdeeld volgens traditionele opvattingen over genderrollen, waarbij vrouwen zich afzonderden, gesluierd waren en geen contact mochten hebben met mannen buiten de directe familie. De Zhenotdel was vindingrijk en cultureel gevoelig in het betrekken van vrouwen bij sociale en economische participatie door het oprichten van vrouwenclubs en -coöperaties, met kinderopvang, medische consulten en culturele activiteiten die daaromheen georganiseerd werden. Omdat de ruimten alleen voor vrouwen waren, konden vrouwen ze bezoeken zonder in conflict te komen met hun echtgenoten en andere mannelijke familieleden. In een artikel in Kommunistka beschreef Kollontaj dit als “scholen waar vrouwen door hun eigen zelfwerkzaamheid worden aangetrokken tot het Sovjetproject en de geest van het communisme in zichzelf beginnen te cultiveren.” (zoals geciteerd in McShane, 2019).
In Oezbekistan werd de deelname van vrouwen aan de economie aangemoedigd door het opzetten van winkels voor alleen vrouwen, waar vrouwen hun producten rechtstreeks aan andere vrouwen konden verkopen in plaats van afhankelijk te zijn van de belangrijkste coöperaties om hen te helpen. In deze winkels waren er voorzieningen voor kinderopvang, discussies en alfabetiseringscursussen. Het aantal Oezbeekse vrouwen in producenten-consumentencoöperaties steeg van 225 in 1925 tot 1.500 het jaar daarop. Hoewel de aantallen relatief gezien niet enorm waren, toonde het aan dat er potentieel was om vrouwen op een cultureel gevoelige manier economische onafhankelijkheid te bieden. Het was belangrijk om vrouwen de weg naar het beroepsleven te wijzen, omdat ze dan meer economische onafhankelijkheid zouden krijgen en zichzelf als gelijkwaardige leden van de maatschappij zouden zien door er actief aan deel te nemen.
Clara Zetkin bracht in 1924 verslag uit van een moslimvrouwenclub in Tblisi, Georgië. De club verkondigde de volledige gelijkheid van vrouwen op alle sociale gebieden en de vrouwen binnen de club wilden graag deelnemen aan de transformatie van de maatschappij die sinds de revolutie was begonnen. De club was in 1923 opgericht met veertig leden en een jaar later waren het er meer dan 200, een aantal dat snel toenam. Zetkin citeert een van de vrouwen die spreekt over het lijden en de onderdrukking die ze hebben doorstaan onder het patriarchaat, en hoe er nu hoop is op verbetering: “Nu, mijn lieve zusters, hoe alles veranderd is! De revolutie is aangekomen als een machtig onweer. Ze heeft onrecht en slavernij verpletterd. Ze heeft gerechtigheid en vrijheid gebracht aan de armen en onderdrukten. Onze vader kan ons niet meer meenemen als we jong zijn en ons op het bed van een vreemde echtgenoot dwingen. We zijn in staat om onze echtgenoot uit te kiezen en hij mag nooit meer onze meester worden; in plaats daarvan zal hij onze vriend en kameraad zijn. We willen naast hem werken en vechten en meehelpen aan de opbouw van een nieuwe maatschappij.” (Zetkin, 1984, p.161).
Hoe het socialisme genderonderdrukking bestrijdt
Sovjet-Centraal-Azië biedt ook een rijk voorbeeld van hoe we alleen met socialistische veranderingen een begin kunnen maken met het beëindigen van genderonderdrukking. De Sovjet-Unie vertegenwoordigde een poging om socialisme op te bouwen in een geïsoleerde en semi-feodale samenleving, die werd gekaapt door een moorddadige en incompetente bureaucratische kaste tijdens de contrarevolutie onder leiding van Stalin – onder wiens heerschappij de volkeren van Centraal-Azië veel soorten onderdrukking en geweld leden.
Toch kunnen we nog veel buitengewone voordelen voor mensen in het algemeen en voor vrouwen in het bijzonder aanhalen. In een interview uit 1990 sprak de Central Asian Service van de BBC met een oudere lerares die in haar leven gebruik had gemaakt van gratis gezondheidszorg voor kinderen, twee jaar zwangerschapsverlof met behoud van loon en een gegarandeerde kinderopvangplaats voor haar kinderen.
Ze wees op de rol van de Oktoberrevolutie voor deze verandering. “Ik voelde me het gelukkigste meisje in de hele wereld. Mijn overgrootmoeder was als een slavin, opgesloten in haar huis. Mijn moeder was analfabeet. Ze had dertien kinderen en zag er haar hele leven oud uit. Voor mij was het verleden donker en afschuwelijk, en wat iemand ook zegt over de Sovjet-Unie, zo was het voor mij.” (Dilip Hiro, Inside Central Asia, p 56)
Wat maakte de weg vrij voor deze sociale verworvenheden? Het belang van directe politieke interventie in de vorm van Zhenotdel is duidelijk. Maar ze waren ook het gevolg van de omverwerping van de landheren en geestelijken. Een egalitaire planeconomie met uitgebreide welvaart biedt enorme nieuwe mogelijkheden voor vrouwen en andere onderdrukte groepen, waaronder de arbeidersklasse en arme mensen in het algemeen. Dit alleen maakt geen einde aan seksisme of genderonderdrukking. Maar ten eerste schept de ervaring van gemeenschappelijke strijd een diepe band van solidariteit. Ten tweede gaat de strijd voor de rechten van vrouwen en de queer-gemeenschap, in een dergelijke samenleving niet tegen de stroom in, maar kan het met de stroom mee snelle vooruitgang boeken.
Hujum en het einde van Zhenotdel
Het politieke potentieel in arbeidersvrouwen, zelfs in de meest afgezonderde omstandigheden, was niet zo moeilijk aan te wakkeren, ze moesten alleen de middelen krijgen om hun emancipatieproces uit te voeren. In tegenstelling tot deze ongelooflijke vooruitgang die de Zhenotdel hadden geboekt in de Sovjet-Unie en in Centraal-Azië, werd in 1927 een cultureel ontwrichtende campagne genaamd ‘Hujum’ geïmplementeerd.
Hujum was een campagne die beweerde de emancipatie van moslimvrouwen af te dwingen met een sterke en massale oproep om de hoofddoek af te doen. De campagne werd voorgesteld door diegenen in de Sovjet-Unie die zich naar het stalinisme hadden gekeerd. Het Eerste Al-Russische Congres van Moslimvrouwen was overeengekomen dat het dragen van de hoofddoek niet verplicht mocht zijn, naast andere rechten voor vrouwen. Nu kwam er echter een campagne die vrouwen verplichtte om hun hoofddoek af te doen. De Zhenotdel kreeg de opdracht om hier prioriteit aan te geven, omdat het zogenaamd ging om de emancipatie van vrouwen. De Zhenotdel heeft nooit aangezet tot een massale ontsluiering, omdat ze begrepen dat zo’n actie alleen maar vijandigheid tegen hun werk zou oproepen bij de lokale gemeenschappen en de veilige ruimtes die ze voor vrouwen hadden gecreëerd in gevaar zou brengen. En dat is precies wat er gebeurde – terwijl tienduizenden gedwongen de hoofddoek afnamen, werden veel activisten van de Zhenotdel en vrouwen die deelnamen aan hun projecten fysiek aangevallen en zelfs vermoord. Deze vrouwen werden martelaren voor een zaak die zogenaamd voor hun bevrijding was, terwijl ze in werkelijkheid beroofd werden van de zeggenschap die ze zo kort daarvoor voor zichzelf hadden bereikt.
In de daaropvolgende jaren werd de Hujum sterk veroordeeld door de Zhenotdel en door andere kameraden. Dit was echter al het begin van het einde voor de afdeling. Er was geen plaats voor de Zhenotdel in het autoritaire regime van het stalinisme. Tegen 1930 werd beweerd dat er geen aparte vrouwenafdeling nodig was, en de Zhenotdel werd gesloten.
Conclusie
“Zelfs als we overwonnen worden, hebben we grote dingen gedaan. We maken de weg vrij en schaffen de oude ideeën af.”Alexandra Kollontaj
Hoewel de Zhenotdel ten onder ging, samen met de oprechte pogingen om het socialisme te bereiken die aan het stalinisme voorafgingen, zijn er veel lessen te trekken uit het werk van deze vrouwenwerking. Sommige historici hebben de Zhenotdel beschreven als een van de meest ambitieuze pogingen van een regering om vrouwen te emanciperen. De aanpak van de Zhenotdel bestond uit het actief en praktisch veranderen van de materiële omstandigheden waarin vrouwen leefden – door hen uit huis te brengen, door de lasten van de kinderverzorging te verdelen, door discussies en alfabetisering, en door economische participatie. Dit stelde vrouwen in staat om collectief oplossingen te zoeken voor maatschappelijke problemen en hun zelfvertrouwen op te bouwen – en uiteindelijk een beter leven na te durven streven. Bevrijding is niet iets dat aan mensen kan worden opgelegd door middel van dwangmaatregelen zoals het uitdoen van de hoofddoek – we zien hier vandaag overigens een verderfelijke versie van in het verachtelijke islamofobe beleid van de Franse staat. Bevrijding vereist dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat is precies waarom socialistisch feminisme revolutionair is en moet zijn – het gaat over zelfemancipatie, de onderdrukte en uitgebuite massa’s die opstaan en de macht in eigen handen nemen.
Het geval van de Zhenotdel leert ons ook dat onderdrukking, of het nu van vrouwen is van de arbeidersklasse, van mensen met een migratie-achtergrond of van de queer gemeenschap, diep begrepen moet worden door ons als socialisten die proberen een einde te maken aan alle onderdrukking. We moeten serieus de taak op ons nemen om een gezamenlijk begrip van deze kwesties op te bouwen en daardoor solidariteit op te bouwen tussen ons allen die onderdrukt en uitgebuit worden. Want in solidariteit kunnen we vechten voor blijvende verandering en voor bevrijding voor iedereen. Met de genocide in Gaza, de ecologische ineenstorting, de antifeministische en anti-trans backlash en de dreiging van extreemrechts, is de behoefte aan een revolutionaire socialistische strijd en een alternatief dringender dan ooit. De revolutionaire en inspirerende lessen van de Zhenotdel moeten worden opgenomen en als een rode draad door onze inspanningen in dit opzicht lopen.
Verwijzingen
- Cox, J. (2017). The Women’s Revolution: Russia 1905–1917. Haymarket Books.
- Engels, F. (1884). The Origin of the Family, Private Property, and the State (4th ed). Pantianos Classics.
- Hiro, Dilip. (2011) Inside Central Asia. Overlook Duckworth.
- Lenin, V. (1977). On the emancipation of Women. Progress Publishers.
- Marxist Internet Archive. (n.d.). Baku Congress of the Peoples of the East, Seventh Session September 7 1920. https://www.marxists.org/history/international/comintern/baku/ch07.htm#women.
- McShane, A. (2019). Women at the Heart of the Revolution. Jacobin. https://jacobin.com/2019/08/alexandra-Kollontaj-soviet-womens-rights-revolution-zhenotdel-uzbekistan
- Taber, M. & Dyakonova, D. (Eds.). (2023). The Communist Women’s Movement, 1920-1922, Proceedings, Resolutions, and Reports. Brill.
- Zetkin, C. (1984). Clara Zetkin Selected Writings. Foner, P., S. (Eds.). Haymarket Books.