COP26: wereldwijd festival van de greenwashing
Na twee weken sluiten 30.000 afgevaardigden, waarnemers en lobbyisten de VN-top COP26 in Glasgow af. Het resultaat? Loze beloften en passiviteit.
De klimaattop COP26 in Glasgow is een “wereldwijd greenwash-festival en een mislukking,” zei Greta Thunberg al toen ze op 5 november sprak op de betoging ‘Fridays For Future’ in Glasgow. Die betoging werd de volgende dag gevolgd door een grote mars voor het klimaat, waarbij meer dan 100.000 mensen de straten van Glasgow opgingen.
COP26 in Glasgow zal om twee totaal verschillende redenen de geschiedenis ingaan. Ten eerste werd de greenwashing door de heersende elite opgevoerd om hun volstrekt ontoereikende beloften en, vooral, ontoereikende acties te verhullen. Ten tweede was er de verbazingwekkende mobilisatie van degenen die echte maatregelen eisten, die in werkelijkheid leidden tot een nieuwe start voor de strijd om het wereldwijde klimaat te redden, na de door de pandemie veroorzaakte pauze.
De grootste delegatie op de top met meer dan 500 geaccrediteerde personen was die van de fossiele-brandstofindustrie. Dit feit alleen al bevestigt dat COP26 een festival van greenwashing was. Toen de top zijn laatste dagen naderde, gingen de onderhandelingen verder over de reeks nieuwe toezeggingen om de emissies en de temperatuurstijging te beperken.
Het was bij het voortgaan van de besprekingen al duidelijk dat eventuele voorstellen hoe dan ook zeer beperkt zouden zijn. Maar in tegenstelling tot wat er gebeurde na de klimaattop van Parijs in 2015 (COP 21), toen velen geloofden dat er serieuze actie zou volgen, maken de meeste klimaatactivisten zich geen illusies dat de deelnemende regeringen hun beloften zullen nakomen.
De snel dieper wordende klimaatcrisis, en de strijd die daaruit voortvloeit, heeft een nieuw bewustzijn gecreëerd, een groeiend besef dat het systeem moet veranderen.
Vóór de klimaattop hebben regeringen over de hele wereld hun nieuwe klimaatbeloftes ingediend. Deze Nationally Determined Contributions (NDC’s) bleken verre van toereikend om de doelstelling van een stijging van de mondiale temperatuur met 1,5 graad te halen. Wetenschappers hebben erop gewezen dat als de regeringen blijven doen wat ze nu doen, de temperatuur tegen 2100 met een verwoestende 2,7 graden zal zijn gestegen.
Op de klimaattop zijn inmiddels nieuwe toezeggingen gevolgd, waardoor het Internationaal Energieagentschap (IEA) hoopt dat de temperatuurstijging beperkt kan blijven tot 1,8 graden. Maar de berekeningen van het IEA zijn zelf schuldig aan greenwashing.
“We hebben de cijfers bekeken – het IEA-scenario laat in 2030 nog steeds een enorm emissietekort bestaan,” zeggen onderzoekers van Climate Analytics. Zij benadrukken dat de wereldwijde uitstoot binnen tien jaar met bijna de helft moet afnemen om 1,5°C binnen bereik te houden.
Op de klimaattop hebben regeringen beloofd om tegen 2030 een einde te maken aan de ontbossing, met onder meer de Braziliaanse president Jair Bolsonaro als ondertekenaar. Tijdens zijn ambtstermijn als president was er de grootste ontbossing in het Amazonegebied ooit.
“Er is een goede reden waarom Bolsonaro zich comfortabel voelde bij het ondertekenen van deze nieuwe overeenkomst. Het laat nog een decennium van bosvernietiging toe en is niet bindend. Ondertussen staat het Amazonegebied al aan de rand van de afgrond en kan het jaren van verdere ontbossing niet overleven. Inheemse volkeren roepen op om 80% van het Amazonegebied te beschermen tegen 2025, en ze hebben gelijk, dat is wat er nodig is. Het klimaat en de natuur kunnen zich deze deal niet veroorloven,” aldus Carolina Pasquali, uitvoerend directeur van Greenpeace Brazilië.
COP26 bereikte een overeenkomst om de uitstoot van methaangas tegen 2030 met 30% te verminderen, maar de drie grootste vervuilers – Rusland, China en India – hebben niet ondertekend.
De grootste verbruikers en producenten van steenkool weigerden de COP26-overeenkomst te ondertekenen om het gebruik ervan tegen 2030 geleidelijk stop te zetten. De regeringen van de VS, India en China hebben allemaal geweigerd, terwijl de Poolse regering, die eerst had ondertekend, in minder dan een dag van mening veranderde en zei dat steenkool pas tegen 2049 geleidelijk kan worden afgeschaft.
Sinds 2009 beloven de rijke landen om de arme te helpen met klimaatsteun, die tegen 2020 zou oplopen tot 100 miljard dollar per jaar. Die doelstelling is niet gehaald. De klimaathulp, die zowel hulp als leningen omvat en op de voorwaarden van de rijke landen wordt gegeven, bedroeg in 2019 80 miljard dollar. Een druppel op een hete plaat, de subsidies van de regeringen voor fossiele brandstoffen zijn 74 keer groter en staan gelijk aan 11 miljoen dollar per minuut!
Maar op COP26 zal deze mislukking worden toegedekt met nieuwe loze beloften. Zoals Greta Thunberg het uitdrukte: “Netto nul in 2050. Blah. Blah. Blah. Netto nul. Blah. Blah. Blah. Klimaatneutraal. Blah. Blah. Blah. Dit is alles wat we horen van onze zogenaamde leiders. Woorden die geweldig klinken, maar tot nu toe tot geen enkele actie hebben geleid. Onze hoop en dromen verdrinken in hun lege woorden en beloften.”
Sinds de klimaattop in Parijs in 2015 zijn de temperaturen sneller gestegen dan ooit tevoren en de uitstootstijgingen dit jaar zouden wel eens de op één na grootste in de geschiedenis kunnen zijn. De wereldwijde energiemix is nog steeds dezelfde als 10 jaar geleden.
Kinderen die in 2020 zijn geboren, zullen waarschijnlijk gemiddeld bijna zeven keer zoveel hittegolven, drie keer zoveel mislukte oogsten en twee keer zoveel ongecontroleerde branden meemaken als hun grootouders, zo waarschuwt een recent onderzoeksrapport van Save the Children en klimaatwetenschappers van de Vrije Universiteit in Brussel.
Aangezien de beslissingen van de heersende elite worden ingegeven door het kapitalistische streven naar winst en uitbuiting, stevent de wereld steeds meer af op een wereldwijde catastrofe.
De noodzakelijke veranderingen kunnen alleen worden bereikt door een sterke strijd van onderaf, door de klimaatbeweging die haar krachten bundelt met de strijd van arbeiders en vakbonden en zich voorbereidt op beslissende strijd voor maatschappijverandering door middel van stakingen en blokkades.
Alleen zo’n beweging zal krachtig genoeg zijn om een einde te maken aan de passiviteit van de heersende elite, door haar de macht uit handen te nemen en de uitvoering mogelijk te maken van alternatieve plannen voor duurzame productie en distributie als onderdeel van een economie die in publieke handen is en democratisch wordt gepland. Dit zou een echte ‘systeemverandering’ zijn, waarbij het kapitalisme wordt vervangen door democratisch socialisme, waardoor een duurzame ontwikkeling van de wereld mogelijk wordt.