Wereldwijd debat over taksen: doet het kapitalisme straks de rijken betalen?
Waarom pleiten het IMF, Joe Biden en de Britse regering, naast vele andere kapitalistische instellingen en regeringen, plotseling voor hogere belastingen? En zullen dergelijke maatregelen ook maar één van de zich opstapelende problemen in de kapitalistische economie oplossen?
Binnen een kort tijdsbestek zijn de volgende voorstellen aangekondigd:
- De conservatieve Britse regering verhoogt de vennootschapsbelasting van 19 naar 25 procent in de komende 4 jaar.
- De nieuwe president van de VS, Joe Biden, stelt voor de vennootschapsbelasting te verhogen van 21 naar 28 procent, plus een hogere belasting voor mensen die meer dan 400.000 dollar per jaar verdienen, als onderdeel van de financiering van een infrastructuurplan ter waarde van 3 tot 4 biljoen dollar. Bovendien wil de nieuwe regering een wereldwijde (minimum)limiet voor vennootschapsbelastingen.
- Het Internationaal Monetair Fonds, IMF, pleit ervoor dat “grootverdieners en bedrijven die het tijdens de coronacrisis goed deden, uit solidariteit extra belasting betalen.”
Hoe groot is de politieke verandering die met deze voorstellen wordt beoogd? Hier is een commentaar om het antwoord te illustreren:
“Onlangs zag ik een krantenkop waarin stond dat het IMF waarschuwt voor besparingen op de overheidsuitgaven en op het aangaan van leningen. Het bericht deed me stilstaan. Na ongeveer een halve eeuw als hoeder van het heilige vuur van de fiscale voorzichtigheid, vertelde het IMF de beleidsmakers in rijke industrielanden dat ze zich niet al te veel zorgen moesten maken over de enorme opbouw van de staatsschuld tijdens de Covid-19 crisis. John Maynard Keynes was opgegraven, en de wereld stond op zijn kop.
“Dit was het IMF aan het woord… Dit is de organisatie die in de afgelopen jaren een paar eenvoudige antwoorden had op elk economisch probleem dat je maar kunt bedenken: besparingen, een kleinere staat en/of liberalisering van de markt. Het advies werd als de Washington-consensus voorgesteld vanwege de locatie van het IMF.” (Philip Stephens, chef politiek commentaar, Financial Times, 19 februari)
Het is veelzeggend dat deze voorstellen komen van dezelfde partijen en regeringen die de neoliberale golf in de ‘geavanceerde’ kapitalistische landen Groot-Brittannië en de VS in de jaren 1980 en 1990 op gang trokken. Het plan van Biden betekent de eerste belastingverhoging in de VS sinds 1993.
Waarom gebeurt dit?
In de woorden van de OESO: “In 1980 bedroegen de vennootschapsbelastingtarieven over de hele wereld gemiddeld 40,11 procent… Sindsdien hebben landen de impact erkend die hoge vennootschapsbelastingtarieven hebben op investeringsbeslissingen van bedrijven, zodat het gemiddelde in 2020 nu 23,85 procent bedraagt.”
De OESO herhaalt het geclaimde motief van neoliberale belastingverlagingen voor de rijken, om meer ruimte voor ‘bedrijfsinvesteringen’ te creëren. In werkelijkheid waren deze belastingverlagingen aanvallen op de overheidsfinanciën. Naast het verlagen van de lonen en de slechtere arbeidsomstandigheden, was dit een belangrijk onderdeel van de klassenstrijd van de kapitalistische klasse tegen de werkende klasse. Het doel was om de winsten te verhogen.
Het ‘vrijmaken’ van de marktkrachten heeft nooit de doelstellingen van stabiliteit, groei en een beter leven voor iedereen waargemaakt. Dit was nochtans wat beloofd werd door de politici. In plaats daarvan kregen we een ongekende toename van de ongelijkheid, de afbouw van sociale bescherming en een versnelde levensbedreigende klimaatcrisis. Reeds 20 jaar geleden werd dit systeem in vraag gesteld door een beweging tegen kapitalistische globalisering.
De financiële crisis van 2008-2009, gevolgd door de “Grote Recessie”, toonde de kwetsbaarheid van het systeem. Ideeën zoals de “Tobin-taks” op financiële transacties en soortgelijke voorstellen van de econoom Thomas Piketty weerspiegelden een groeiend besef bij kapitalisten en politici dat er iets moest worden gedaan. Sommige miljardairs begonnen te pleiten voor hogere belastingen en zelfs het IMF waarschuwde voor ongelijkheid.
Maar geen enkele regering doorbrak het patroon. Besparingen voor het volk en miljarden voor de rijken, dat was het medicijn van het establishment in de jaren 2010. Dit leidde in de loop van dat decennium tot verschillende golven van strijd en protestbewegingen van arbeiders en onderdrukten. Op het einde van het decennium, in 2019, volgde een massale golf van opstanden over de planeet. De pandemie zorgde voor een korte pauze, maar het protest zet zich door.
De bocht in het gevoerde beleid heeft dan ook volgende basisredenen: (1) het falen van de neoliberale ideologie van de afgelopen decennia om de economie te stabiliseren, (2) de angst voor ontevredenheid en opstanden van onderaf, waardoor het kapitalisme en zijn politieke partijen nog verder ondermijnd zouden worden.
Natuurlijk speelden de pandemie en de crisis die zij teweegbracht een belangrijke rol. Massale staatsinterventie was in de meeste landen nodig om een totale economische ineenstorting te voorkomen. Bedrijven werden betaald om niet failliet te gaan en zelfs werknemers kregen wat geld, vooral in de VS, om de consumptie op peil te houden (die 70% van de Amerikaanse economie uitmaakt).
De OESO legt uit: “Ramingen voor de OESO als geheel in 2020 wijzen op een stijging van het voor de conjunctuur gecorrigeerde primaire tekort met 5 procentpunten van het bbp (een maatstaf voor het begrotingsbeleid); en een stijging van de bruto overheidsschuld met bijna 17 procentpunten van het bbp.” De gemiddelde schuld voor de G20-staten steeg van 82,1 procent van het bbp in 2019 tot 103,2 procent in 2021.
“Zonder die fiscale en monetaire maatregelen zou de wereldwijde krimp vorig jaar drie keer zo erg zijn geweest. Dit had een nieuwe Grote Depressie kunnen zijn,” aldus IMF-directeur Kristalina Georgieva.
Belastingoorlog en belastingparadijzen
Al meer dan een decennium onderhandelen de OESO en de G20 over mondiale oplossingen voor belastingconcurrentie tussen regeringen. De verschillen in vennootschapsbelasting zijn, ondanks het feit dat ze overal zijn verlaagd, nog steeds groot. Van Barbados (5,5%), Hongarije (9%) en Ierland (12,5%) tot Frankrijk (32%) en veel Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen met ongeveer 35%. Er zijn ook landen met nultarieven, belastingparadijzen zoals de Kaaimaneilanden, Jersey, de Verenigde Arabische Emiraten en andere.
De website en NGO Global Alliance for Tax Justice schat dat “landen elk jaar in totaal meer dan 427 miljard dollar aan belastingen mislopen door internationaal misbruik van vennootschapsbelasting en private belastingontduiking, wat landen samen het equivalent van bijna 34 miljoen jaarlonen van verpleegkundigen per jaar kost – of elke seconde het jaarloon van één verpleegkundige.”
De ‘Panama Papers’ van 2016 toonden hoe constructies werden opgezet om belastingen te ontduiken. Dit gebeurde met medeplichtigheid van bekende grote banken en bedrijven. Bedrijven gaan allerlei transacties en manoeuvres aan om de volledige omvang van hun winsten te verbergen en zo belasting te ontwijken. Belastingparadijzen staan wagenwijd open voor criminelen en witwaspraktijken.
De belastingoorlog tussen landen is al lang beschreven als een race naar de bodem. Minder inkomsten voor de publieke sector is onvermijdelijk gunstig voor rechtse regeringen die willen besparen en privatiseren. De VS hadden een vennootschapsbelasting van 35%, maar Trump en de Republikeinen verlaagden die in 2017 tot 21%, net onder het mondiale gemiddelde. De door Biden voorgestelde verhoging, tot 28%, maakt slechts de helft van de daling ongedaan.
In Europa is de EU een belangrijk vehikel voor het neoliberalisme, door privatiseringen en deregulering door te drukken. Binnen de EU is de belastingconcurrentie en andere onderlinge strijd doorgegaan. Toen de EU-commissie Apple opdroeg 13 miljard euro belasting te betalen aan Ierland, weigerde de Ierse regering dit te accepteren, met het argument dat Apple al “het juiste bedrag” had betaald. De Socialist Party (ISA in Ierland) wees erop hoe lage belastingen voor grote bedrijven gepaard gingen met scherpe besparingen voor de werkende bevolking.
Wat kan Biden bereiken?
De door Biden voorgestelde belastingverhoging in de VS zou de staatsinkomsten met 2 tot 2,5 biljoen dollar doen stijgen. Aangezien dit over een periode van 15 jaar is, is het eigenlijk een bescheiden verhoging. Ter vergelijking: de waarde van de Amerikaanse aandelenmarkt bedraagt meer dan 50 biljoen dollar.
Het internationale voorstel van Biden is in het kader van de belastingonderhandelingen van de OESO onder 135 regeringen verspreid. Er kwamen positieve reacties uit Berlijn en Parijs. Een definitief voorstel zou tegen de zomer klaar moeten zijn.
Het voorstel omvat wat de OESO twee pijlers noemt: 1) een wereldwijd minimumtarief voor de vennootschapsbelasting van 21% en 2) een voorstel dat multinationals belasting moeten betalen in verhouding tot de omzet in elk land. Dat laatste was een no-go voor Trump, die de voorkeur gaf aan verdere belastingverlagingen. Met het voorstel van Biden zouden Google of Microsoft in sommige landen meer belasting moeten betalen, maar het is tegelijk een manier om de zogenaamde digitale belastingen in verschillende landen te vermijden.
Een wereldwijd minimum zou de belastinginkomsten van de VS verhogen. Dat komt omdat er minder reden zou zijn om hoofdkantoren om belastingredenen naar het buitenland te verplaatsen. Het zou ook voor extra inkomsten zorgen van Amerikaanse bedrijven in het buitenland die nu 10,5% belasting betalen. Er zit een sterk nationalistisch element in het schijnbaar “mondiale” voorstel van Biden. Andere nieuwe beleidsverklaringen van Biden, zoals het toekennen van een grotere rol aan de staat en plannen voor investeringen in infrastructuur, maken ook deel uit van de nieuwe koude oorlog met China.
Dit mondiale voorstel is eigenlijk zeer bescheiden. Het zal de rijkere landen ten goede komen en niets doen om de toenemende ongelijkheid in de wereld te stoppen. Het bestrijkt slechts minder dan tien procent van de 2300 bedrijven in het oorspronkelijke plan van de OESO omtrent wereldwijde belastingen.
Biden’s populariteit op korte termijn als gevolg van zijn stimuleringspakketten en de recentelijk positievere prognose voor de Amerikaanse economie geven hem enkele voordelen. Toch zal de Republikeinse rechterzijde, samen met ten minste een deel van de grote bedrijven, zich tegen zijn plan verzetten. En natuurlijk zullen veel regeringen bezwaren hebben tegen een globaal belastingtarief, vooral in een periode van toenemend nationalisme van kapitalisten en politieke partijen.
De voorstellen van het IMF zijn eveneens beperkt, hoewel zij een koerswijziging betekenen. Het IMF stelt een tijdelijke, beperkte belasting voor op de superwinsten die tijdens de pandemie zijn gemaakt.
Vitor Gaspar, hoofd fiscaal beleid van het IMF, zei: “Vaccinatie is waarschijnlijk het wereldwijde investeringsproject met het hoogste rendement dat ooit is overwogen.” Nu zo velen negatief door de crisis zijn getroffen, zou een “solidariteitsbelasting” op buitengewone winsten een “symbolische impact” hebben, zei hij.
Hoewel het IMF zich ook positief heeft uitgelaten over vermogens- en successierechten, onderstrepen zowel het IMF als het OESO-voorstel dat alle steunmaatregelen en overheidsuitgaven tijdelijk zullen zijn. Werkende mensen mogen niet wennen aan overheidssteun.
Socialisten en belastingen
Hoge belastingen worden door politici en de media vaak omschreven als socialistisch. Natuurlijk zijn wij voorstander van hogere belastingen voor miljardairs en grote bedrijven. Tegelijkertijd waarschuwen wij voor de beperkingen van een beleid van hogere belastingen.
In het geval van Biden worden positieve maatregelen, zoals extra kinderbijslag, van bovenaf opgelegd. De boodschap is: ‘De president lost het probleem op, een democratisch georganiseerde massabeweging is niet nodig’. Alle maatregelen onder het kapitalisme zijn tijdelijk, en in dit geval is er zelfs een expliciete tijdslimiet voor de maatregel: september of december 2021. Terwijl Biden aanvankelijk voorstelde om dit voordeel permanent te maken, waren er in feite geen verworvenheden van langere duur voor de werkenden in het stimuluspakket van 1,9 miljard dollar dat in maart werd goedgekeurd.
Belastingverhogingen zullen door bedrijven en de rijken niet gewoon stilletjes worden aanvaard. Ze zullen duizenden belastingontduikingsexperts inhuren en ze zullen de prijzen verhogen of de lonen verlagen om de lasten op de werkende klasse af te wentelen.
Zweden werd gedurende een periode, ruwweg van 1945 tot 1980, gezien als een model waar hogere belastingen en openbare voorzieningen het leven van de werknemers verbeterden. Maar daar kwam een eind aan, omdat de belastingen het werkelijke evenwicht van economische macht en eigendom niet veranderden. De kapitalisten konden terugslaan, omdat de sociaaldemocratie binnen het kader van het kapitalisme bleef. Een ‘sociale markteconomie’ à la Piketty is onmogelijk.
Het is waar dat relatief milde belastingverhogingen voldoende zouden zijn om goedkopere huisvesting, hogere pensioenen, financiering van scholen en ziekenhuizen enz. te betalen. Maar dergelijke stappen onder het kapitalisme zijn tijdelijk. De rekening zal uiteindelijk worden gelegd bij de arbeiders en de armen, in eigen land en internationaal.
De recente beleidswijziging zal het kapitalisme niet uit de crisis redden. Nationale spanningen en tegenstellingen, enorme schulden en het gevaar van inflatie in een later stadium zullen nog eens bovenop alle andere factoren komen die dit systeem in een crisis storten.
Socialisten zijn geen cheerleaders voor politici die de belastingen verhogen. Wij steunen positieve hervormingen, en we bereiden ons voor op strijd om deze te verdedigen en te verbeteren. In het komende jaar zullen politici waarschijnlijk op problemen stuiten wanneer zij tijdelijke steunmaatregelen voor werkende mensen willen afschaffen.
Wij begrijpen de nood aan politieke partijen van de arbeidersklasse, en van massale, democratische sociale bewegingen die strijden voor een verandering van systeem, voor de afschaffing van het kapitalisme en de vestiging van een democratisch socialisme.
De grote bedrijven, de Amazons en Jeff Bezoses, onder controle brengen met belastingen is even onmogelijk als de klimaatcrisis een halt toeroepen door te proberen de private oliemaatschappijen op betere gedachten te brengen. Voor socialisten is het belasten van de grote bedrijven en superrijken niet genoeg, de kernvraag is wie de rijkdom bezit. Om de economie echt in handen te krijgen, is nationalisering van het grootkapitaal nodig, onder democratische controle van arbeiders en armen, en in echte internationale samenwerking.