Kameroen: een marxistische benadering van de nationale crisis
Nationale kwestie: besparingen en repressie drijven spanningen op
Tien jaar geleden barstte de economische crisis los. Het leven van heel wat jongeren en werkenden werd overhoop gehaald. Om de winsten van de economische elite op peil te houden, werd overgegaan tot een brutaler neoliberaal beleid. Zelfs waar er nu opnieuw een zeker economisch herstel is, komt deze enkel dezelfde kleine minderheid van superrijken ten goede. De ongelijkheden nemen toe, net zoals de woede tegen het kapitalistische establishment en alle gevestigde instellingen. Jongeren en werkenden blijven in strijd gaan, maar hebben nood aan een alternatief om vooruit te gaan.
Waar er discriminatie bestaat – marginalisering van bevolkingsgroepen op basis van nationaliteit, etnie, religie, taal of andere – komt de woede tegen het asociale beleid bovenop de afkeer tegen discriminatie. Deze afkeer uit zich in verschillende gradaties, maar kan niet genegeerd worden. De roep naar autonomie, of zelfs onafhankelijkheid, wordt in deze context door een groeiende laag van de bevolking gezien als een antwoord op de dagelijkse problemen. Repressie hiertegen door de centrale overheden versterkt slechts dit gevoel. Het meest recente voorbeeld hiervan is dat van Catalonië. Maar er zijn er nog tal van andere. De versterkte terugkeer van de nationale kwestie en van centrifugale krachten is een proces dat zijn oorsprong vindt in de tegenstellingen van het kapitalistische systeem.
LSP is in België al enige tijd in discussie met een groep uitgeweken marxisten uit Kameroen. Als internationalisten zijn we uiteraard solidair met vluchtelingen die naar ons land komen. Maar we beperken ons daar niet toe: we dragen ook bij aan discussies over en bewegingen rond de situatie in hun landen van herkomst. Ook onze Zweedse zusterorganisatie staat in contact met uitgeweken Kameroeners en analyseert regelmatig de situatie in Kameroen met voorstellen van antwoorden en alternatieven, uiteraard in samenspraak met Kameroense activisten die ook betrokken worden in strijdbewegingen in Zweden. Om tot verandering te komen, moeten we samen strijden op internationaal vlak. Met de analyse hieronder willen we onze kennis en perspectieven over Kameroen aanscherpen, in het bijzonder met betrekking tot de strijd van de Engelssprekende bevolking in dat land.
Een dossier door Stéphane Delcros
Sinds enkele maanden voert de Engelstalige bevolking van Kameroen een strijd voor meer investeringen en respect. De regering onder leiding van president Paul Biya gaat daarbij over tot brutale repressie.
Sinds eind 2016 zijn er grote acties van werkenden en armen in de twee Engelstalige regio’s in het westen van Kameroen. De afgelopen weken is de dodelijke repressie door de Kameroense staat opgevoerd. Dit leidt tot een versterking van de separatistische gevoelens. De Engelstaligen zijn goed voor ongeveer 20% van de bevolking. Ze zijn ondervertegenwoordigd in instellingen zoals het onderwijs, waar er discriminatie is op basis van taal. Sinds de aanhechting van het vroegere Southern Cameroons door Kameroen in 1961, en zeker sinds het opheffen van het federalisme in 1972, voelen die Engelstaligen zich tweederangsburgers.
Zoals in verschillende andere Afrikaanse landen zet het IMF druk op Kameroen om de publieke uitgaven te beperken. President Paul Biya is sinds 1982 aan de macht en legt het neoliberale beleid op dat gevraagd wordt door de Europese imperialistische machten. Dat heeft hem er overigens nooit van weerhouden om zichzelf, zijn familie en vrienden te verrijken. Decennia van besparingen en een gebrek aan investeringen hebben in heel het land geleid tot tekorten, in het bijzonder in de regio’s die volgens de autoriteiten minder belangrijk zijn, zoals het uiterste noorden, waar fracties van Boko Haram terreur zaaien.
Het gebrek aan investeringen, een van de centrale kenmerken van het beleid van Biya, leidt bij de beweging onder de Engelstaligen tot eisen rond infrastructuur (ziekenhuizen, wegen, …). De armoede en het gebrek aan investeringen in het land staan tegenover een heuse plundering van natuurlijke rijkdommen door de overheid. Zo wordt olie gewonnen in de Golf van Guinee, voor de kust van de Engelstalige Zuidwestelijke regio. De beweging voor meer autonomie en afscheiding van de Engelstalige regio’s kan niet los gezien worden van de strijd tegen het gebrek aan investeringen en de besparingen.
Brutale repressie
De autoriteiten, ook een deel van de Engelstalige elite rond premier Philemon Yang, hebben van bij het begin geprobeerd om de beweging in de Engelstalige regio’s het zwijgen op te leggen. Dat gebeurde met langdurige onderbrekingen van het internet, het invoeren van een avondklok, sluiting van radiozenders, verbod op samenscholingen van meer dan vier personen, … Betogingen worden repressief aangepakt en er zijn razzia’s in de dorpen waarbij soms huizen in brand gestoken worden.
De spanningen stegen tegen het einde van de voorbije zomer. Op 1 oktober kwamen de leiders van de afscheidingsbeweging samen om op symbolische wijze de onafhankelijkheid van de republiek Ambazonië uit te roepen. Het is moeilijk om nauwkeurige verslagen van de situatie te krijgen. Wel zeker is dat de repressie reeds geleid heeft tot honderden doden en een uitstroom van minstens 40.000 vluchtelingen naar buurland Nigeria.
De Nigeriaanse autoriteiten hebben sinds januari een vijftigtal separatistische leiders opgepakt en uitgewezen naar Kameroen, waaronder de belangrijkste leider Julius Sisuku Ayuk Tabe. In de gevangenis wachten marteling en mogelijk zelfs de dood. Er is sinds de arrestaties niets meer van de separatistische leiders vernomen.
Het gebrek aan antwoorden op de sociaaleconomische eisen zorgt er samen met de arrogantie en de repressie van het regime voor dat steeds meer Engelstaligen voor onafhankelijkheid zijn. Dit wordt versterkt door de onverschilligheid van de oppositiepartijen en -leiders uit Franstalig Kameroen en de weigering van de linkerzijde om de democratische nationale rechten te erkennen.
De afwezigheid van een alternatief en van politieke perspectieven laat ruimte voor Paul Biya en zijn vrienden om de communautaire verdeeldheid te gebruiken in een poging om het ‘Engelstalige probleem’ te isoleren. Als er geen andere argumenten meer zijn, blijven er enkel de opties van repressie en verdeeldheid. Biya heeft dat nodig: hij wil in de presidentsverkiezingen eind 2018 voor een zevende opeenvolgende keer verkozen worden…
Voor het recht op zelfbeschikking
De enige optie voor de werkenden en de armen in Kameroen is om resoluut in te gaan tegen elke vorm van onderdrukking en discriminatie. Deze zijn immers enkel gericht op de verdediging van de belangen van de heersende elite.
Om te vermijden dat de Bolsjewieken zouden gezien worden als een verderzetting van de Groot-Russische dominantie onder een andere vorm, garandeerde Lenin het recht op zelfbeschikking, met inbegrip van het recht op onafhankelijkheid, aan de vele minderheidsbevolkingen in het oude tsaristische rijk. Dat was de enige manier om de eenheid tussen de werkenden en armen van de onderdrukte gemeenschappen en de werkenden en armen in de rest van het oude rijk te verzekeren.
In Kameroen moet de linkerzijde zich eveneens opwerpen als “echte en consequente democraten” die de eenheid van de werkenden en armen in alle regio’s van het land versterken.
De strijd organiseren
Sommige pogingen tot organisatie van de beweging hebben geleid tot meer coördinatie, waarbij er een goede opvolging was van oproepen tot stakingsdagen in de Engelstalige regio’s. Maar deze successen nemen het algemeen gebrek aan organisatie en perspectieven voor de beweging niet weg. Dit gebrek duwt verschillende kleine separatistische groepen in de richting van geweld. De afgelopen weken werden daarbij verschillende agenten en soldaten om het leven gebracht.
Het is cruciaal dat de beweging erin slaagt om de strijd te organiseren, onder meer door instrumenten op te zetten waarmee de woede tot uiting komt. Er zijn recente voorbeelden die het potentieel op vlak van organisatie en coördinatie van de strijd aantonen. Zo waren er de regelmatige algemene vergaderingen die een zo breed mogelijke betrokkenheid toelieten met de ‘Balai Citoyen’ in Burkina Faso, ‘Y’en a marre’ in Senegal, ‘Lucha’ (Lutte pour le Changement, strijd voor verandering) in Congo of nog ‘Togo Debout.’
Er kan inspiratie uit die bewegingen gehaald worden, maar ze werden vaak gekenmerkt door een afwezigheid of gebrek aan wilskracht om de bestaande macht uit te dagen en zich om te vormen tot een politiek instrument met een programma van verregaande maatschappijverandering. Dat verklaart overigens waarom het oude regime in Burkina Faso zich kon herstellen, ondanks een voorbeeldige strijd van de bevolking.
Bouwen aan klasseneenheid met de Franstaligen in Kameroen
De strijd van de Engelstalige bevolking van Kameroen moet steun zoeken onder de meest strijdbare lagen van de Franstalige arbeidersklasse in het land. Daartoe moet de leiding van de beweging zich uitspreken voor de garantie van de rechten van minderheden in geval van afscheiding en moet gebouwd worden aan klasseneenheid op basis van gemeenschappelijk verzet tegen het despotisme van de clan rond Biya en tegen de armoede als gevolg van de kapitalistische uitbuiting.
De strijd uitbreiden en breken met het systeem
Het is belangrijk om te begrijpen dat de onafhankelijkheid van de vroegere Zuidelijke Kameroeners onder een kapitalistisch stelsel van uitbuiting de bestaande problemen niet zal oplossen. Het kapitalisme is niet in staat om de nationale kwestie op te lossen. Dat is waarom de werkenden en armen niet op de Engelstalige elite kunnen rekenen. Die zal immers niet toelaten dat de strijd zich richt op de enige reële uitweg: een breuk met het kapitalisme en de opbouw van een socialistische samenleving die democratisch beheerd wordt door en voor de werkenden en de armen.
De moedige strijd van de Engelstalige bevolking van Kameroen zou dan snel een voorbeeld worden dat navolging krijgt onder bevolkingsgroepen in de rest van het land en in Nigeria. Dit zou dan een hefboom kunnen zijn om te komen tot een vrijwillige confederatie van socialistische staten in de Golf van Guinee en de regio, als opstap naar een wereld zonder armoede, neoliberale besparingen, tekorten, corruptie, verdeeldheid en sektarisch geweld. Een dergelijke maatschappijverandering is noodzakelijk opdat mensen hun eigen toekomst in handen kunnen nemen.