“Iskra” en de geboorte van het Bolsjewisme
In de zomer van 1983 publiceerde maandblad Vonk een dossier dat vertaald was uit de Britse Militant. Het gaat om een tekst over het ontstaan van de Bolsjewieken en de rol hierin van de krant Iskra.
De geschiedenis van de arbeiderspers kan een bron zijn van ideeën en inspiratie voor onze eigen hedendaagse politieke activiteit. In het bijzonder kunnen we zeer veel leren uit de ervaringen van de marxistische – om duidelijk het onderscheid te maken met de nu bestaande stalinistische – pers in Rusland. Dit land blijft immers nog steeds het enige waar de arbeiders door een bewust ingrijpen het kapitalisme voorgoed omver hebben geworpen.
Het blad van de Russische “Sociaal Democratische Arbeiderspartij” (RSDAP) zag het eerste daglicht in een economisch achterlijk land, dat gebukt ging onder een brutale repressie. Het tsaristische rijk nam een zesde van het totale landoppervlak in beslag en heerste over 130 miljoen boeren. Toen in december 1900 het allereerste nummer van Iskra (Russisch voor vonk) verscheen, waren de Russische industrie en arbeidersklasse nog relatief jong en klein van omvang. De arbeiders waren echter in grote aantallen geconcentreerd in bedrijven van zeer grote omvang en in enkele belangrijke industriële districten.
Deze concentratie, die in scherpe tegenstelling stond met de wijde verspreiding van de boerenbevolking, gaf aan de arbeidersklasse een politieke betekenis die deze van haar numeriek aantal ver oversteeg.
Bovendien bestond het Russische stadsproletariaat hoofdzakelijk uit jonge arbeiders van boerenafkomst. Al deze factoren samen droegen sterk bij tot het sterk ontwikkelende revolutionaire karakter van de Russische werkende klasse.
Daar zij in tegenstelling tot hun Europese kameraden, nog geen jarenlange geschiedenis van discipline, eigen aan het werk in de fabrieken, met zich meedroegen, waren zij nog veel minder geneigd zich aan het systeem te onderwerpen.
Rusland werd met ijzeren hand geregeerd, en stakingen werden bloedig neergeslagen. Aan de Russische arbeiders werd elk democratisch recht ontzegd. Dit waren de historische omstandigheden waarin de arbeiderspers ontstond.
In de jaren ’90 van de vorige eeuw verschenen de eerste pamfletten, gedrukt op zelfgemaakte handbediende persen, en werden deze illegaal verspreid in en rond de fabrieken. Deze pamfletten werden al snel een algemeen verschijnsel. In elke industriestad van betekenis deden kleine groepjes revolutionairen (radicale studenten en arbeiders) met wisselend succes pogingen om vlugschriften te produceren en te verspreiden. Elke poging zou echter steevast eindigen met het oprollen van deze groepjes en de opsluiting of verbanning van tientallen revolutionairen.
De wijde verspreiding en korte levensduur van deze groeperingen komt tot uitdrukking in de talrijke plaatselijke blaadjes, die dikwijls slechts een of twee bladzijden telden, en die zelden verder kwamen dan hun eerste of tweede nummer.
Trotski, die voor Iskra schreef, werd hierdoor tweemaal verbannen naar Siberië, en slaagde er tweemaal in om te ontsnappen. Over deze periode schreef hij later: “Ons verbergend in de nokken en de spleten van de wettelijke samenleving, hadden we de oorlog verklaard aan de autocratie: een strijd op leven en dood. En wat was ons wapen? Het woord.”
“Als iemand eens het aantal uren gevangenis en verbanning die onze partij betaalde voor elk revolutionair woord, zou berekenen, dan zou hij tot een ontstellend resultaat komen: een huiveringwekkende statistiek van levensenergie en vitaliteit.”
“Op de lange weg tussen de illegale schrijver en de illegale lezers, die bezaaid is met valstrikken en tegenslagen staan een groot aantal illegale tussenpersonen: de typist, de bode, de verdeler. Een indrukwekkende aaneenschakeling van inspanningen en gevaren! Eén misstap en al het geleverde werk is vernietigd.”
“Hoeveel drukpersen werden er niet in beslag genomen vooraleer zij hun werk konden beginnen! Hoeveel literatuur werd er niet verbrand op de binnenplaatsen van de gendarmeriekazernes, vooraleer enkele exemplaren de lezer bereikten! Zoveel verloren gegaan werk, zoveel krachten tot stilstand gebracht, zoveel individuele levens geruïneerd!”
De revolutionaire geest van het socialisme bleek echter niet gemakkelijk neergeslagen te kunnen worden. De generatie die in de jaren 1890 harde praktijkervaring had opgedaan, bracht de leiders voort die de daaropvolgende gevechten zouden organiseren. Tot hen die deze periode van gevaarlijke strijd overleefden behoorden Lenin en andere uitgevers van Iskra: Plechanov, Martov, Zasulich, Axelrod en Protesov.
Lenin zelf werd voor vijf jaar verbannen: zoals vele anderen werd hij gedwongen zijn politiek werk voort te zetten in de verschillende landen van West-Europa. Iskra moest in het buitenland gedrukt worden (eerst in Duitsland, dan in Londen en tenslotte in Genève) om vervolgens illegaal in Rusland binnengesmokkeld te worden. Werken in verbanning stelde veel praktische problemen en velen bezweken dan ook voor de algemene sfeer in de emigratie, die strijdbare mensen veranderde in steriele academici.
Een positief gevolg was echter dat de groep rond Iskra in nauw contact kon blijven met de arbeiderspartijen van West-Europa. In de meeste Europese landen hadden de arbeiders reeds elementaire democratische rechten verworven, zoals het stakingsrecht, het recht op organisatie, stemrecht en persvrijheid.
Als gevolg hiervan werden er machtige arbeiderspartijen, vakbonden en socialistische kranten opgebouwd in deze landen. Bijna alle partijen van de Socialistische Internationale, met uitzondering van de nog zeer jonge Britse Labourpartij, noemden zichzelf marxistisch.
De Europese arbeiders waren door hun strijd tot marxistische besluiten gekomen. Iskra gaf deze ervaringen en deze marxistische theorieën door aan de in de politiek opzicht minder ontwikkelde Russische werkende klasse.
Bijna alle kopij die Iskra vanuit Rusland ontving, werd gepubliceerd. Lenin deed herhaalde oproepen om het aantal artikels geschreven door de arbeiders zelf te verhogen, om op die manier van Iskra een authentiek arbeidersblad te maken.
De uit Rusland opgestuurde, in code en in onzichtbare inkt opgestelde artikels, werden door de uitgevers met volle belangstelling gelezen.
Iskra behaalde een volledige overwinning op de anti-marxistische stromingen in de arbeidersbeweging. De groep der “economisten” was de belangrijkste onder deze tendenzen: de kern van hun ideeën was dat de ‘economische’ (i.e. syndicale) strijd de taak is van de arbeiders, de politieke strijd die van de liberalen. In de praktijk betekende dit natuurlijk dat de arbeiders aan de politieke partijen van de middenklasse radicalen werden overgeleverd.
Een voorbeeld hiervan was de steun die de Britse vakbonden hadden verleend hadden aan de liberalen aan het eind van de vorige eeuw, vooraleer de werkende klasse de noodzaak van een eigen arbeiderspartij had aangevoeld.
Ondanks hun radicale taal, konden de economisten de arbeiders niet het perspectief bieden van de omverwerping van het tsarisme. Integendeel, de arbeidersbeweging werd veroordeeld tot een eeuwigdurende syndicale strijd in illegale omstandigheden!
Iskra, en de talrijke lokale pamfletten die erdoor geïnspireerd waren, wonnen de harten en de geesten van de politiek bewuste arbeiders voor socialistische ideeën. Zijn berichtgeving over de arbeidersstrijd in Rusland en elders was het enige lichtpuntje in de duisternis van de tsaristische repressie. Het blad verspreidde de hoop en de overtuiging dat het niet zolang meer zou duren vooraleer het volk in opstand zou komen om zichzelf te bevrijden in een Rusland van arbeiders en boeren.
De exemplaren van Iskra (gedrukt op goedkoop papier, maandelijks verschijnend op slechts één bladzijde) gingen in de fabrieken van hand tot hand, tot zij onleesbaar waren en in flarden uit elkaar vielen. Aan groepen ongeletterde arbeiders werden de artikels voorgelezen. Minder dan een jaar na zijn eerste verschijnen werd Iskra een veertiendaags blad, wat onder de gegeven tijdsomstandigheden wel een heel bijzondere prestatie was.
De overwinning van Iskra op de economisten was zo groot dat de middenklasse- intellectuelen waaruit deze strekking bestond, de marxistische beweging vervoegden. Zij ontwikkelden zich tot een tendens die vanaf het RSDAP-congres van 1903 bekend raakte als het “mensjewisme”.
Natuurlijk staat de moed waarmee sommigen van deze mensen het tsaristische regime bevochten, buiten kijf. Zij bleven de kapitalisten echter beschouwen als bondgenoten in het gevecht voor de democratie. In werkelijkheid achtte het kapitalisme zijn belangen beter gediend door de feodale reactionairen, dan door een revolutionaire arbeidersklasse die aan haar controle ontsnapte. De hardnekkigheid waarmee de mensjewieken aan hun verkeerde analyse vasthielden, dreef hen steeds verder weg van het socialisme in de richting van de klassencollaboratie.
In 1903 viel de redactie van de Iskra in de handen van de mensjewieken. De bolsjewieken, die nog steeds de meerderheid hadden bij de Iskra-aanhangers en in het bijzonder bij de arbeiders, bouwden echter verder op dezelfde revolutionaire basis als de oude publicaties, waaruit later de Pravda ontstond.
In de hoofding van Iskra stond vermeld: “van een vonk zal een vlam opflakkeren”. Iskra deed de vlam van het bolsjewisme bij de Russische arbeiders ontbranden. Dit was de aanzet van de grootste revolutionaire brand uit de geschiedenis. In gegeven omstandigheden, waarin de opbouw van een werkersorganisatie uitermate sterk werd bemoeilijkt, nam een arbeidersblad een zeer belangrijke plaats in.
Natuurlijk bevinden wij ons nu in een totaal andere situatie dan in 1900. De arbeidersklasse is onvergelijkbaar veel groter en beter georganiseerd. Tal van democratische rechten werden afgedwongen. Het enige gegeven dat onveranderd is gebleven, is de brutale hebzucht van de kapitalistische klasse en haar systeem van winstbejag.
Vandaag bestaat er een geweldige nood aan een socialistisch strijdblad met een massale oplage, een blad met een duidelijke visie en perspectief, en met een vast vertrouwen in de arbeiders. Met dezelfde strijdlust als destijds Iskra, willen wij zo’n blad opbouwen!