Donkere Dexia-wolken zijn niet verdwenen. Wie zal de crash betalen?
Het lekte weer eind april, in het parlement. Daags nadat Luc Coene, de gouverneur van de Nationale Bank, tijdens een parlementaire zitting een zeer donker toekomstbeeld kwam schetsen over Dexia, stond het verhaal in alle kranten. Hoewel een groot deel van de discussie ging over de vraag wie er gelekt had en of Coene bewust op een lek had aangestuurd, werd het opnieuw duidelijk dat de problemen bij Dexia nog niet opgelost zijn. Wat kunnen de gevolgen zijn van een ontploffing bij Dexia?
Toen de Belgische federale regering eind oktober 2011 overging tot de nationalisatie van het noodlijdende Dexia, nam ze de Belgische tak van de bank over voor 4 miljard euro. Tegelijk werd een fictieve ‘restbank’ opgericht: alle risicovolle beleggingen van de groep werden bij elkaar gestoken, en de Franse, Belgische en Luxemburgse overheden stelden zich samen voor 90 miljard euro garant voor het geval het toch fout zou gaan met deze restbank. België zou dan het grootste deel van de kost dragen: 54 miljard euro. De Belgische tak van Dexia, nu dus een staatsbank, werd intussen omgedoopt tot Belfius. De hoop was dat het nu maar eens uit zou zijn met de negatieve berichten over Dexia.
“A rose by any other name would smell as sweet,” liet Shakespeare een verliefde Julia aan haar Romeo vertellen. Maar wat leuk is voor verliefde koppeltjes, is veel minder leuk voor grootbanken: met de naamsverandering waren de problemen niet opgelost. Eigenlijk weet vandaag niemand hoe erg het gesteld is met Dexia: de analyses gaan van “weinig optimistisch” tot “apocalyptisch”.
Enkel oud-topman Mariani durfde nog beweren dat het “misschien nog wel goed kon komen”, maar dat kwam waarschijnlijk eerder omdat hij zijn laatste kansen op een gouden parachute niet wou verliezen… Eén zaak is zeker: de Dexia restbank is fundamenteel verlieslatend, alleen weten we niet hoe erg.
Naar een gecontroleerde ontmanteling…
De Belgische regering heeft voor de restbank Dexia een “gecontroleerde ontmanteling” voor ogen: de bedoeling zou zijn om het fictieve bedrijf zo lang mogelijk te laten voortbestaan, de winstgevende delen van de bank te verkopen, en met de opbrengst de verlieslatende delen op te vangen. De hoop is dat de rekening op het einde van het verhaal niet negatief zou uitkomen.
Op de parlementaire zitting eind april werd over dit scenario gesproken en kwam er een waarschuwing van Luc Coene. Hij vreest dat de “restbank” veel te positieve toekomstperspectieven heeft, en dat de kostprijs voor de ontmanteling een pak duurder zou kunnen zijn dan wat de regering hoopt.
De voorzitter van de Nationale Bank is duidelijk waar dit extra geld vandaan moet komen: “de belastingbetaler.” Lees: nieuwe besparingen en belastingsverhogingen voor de werkende bevolking. Zelfs in het meest positieve scenario komt er dus een nieuwe factuur aan voor de Dexiacrisis, opnieuw mogen wij opdraaien voor de verliezen van de speculanten!
Vandaag reeds zoeken de Belgische gemeenten wanhopig naar manieren om de verliezen die zij leden door Dexia te verhalen op hun inwoners door verborgen taksen op energie of overlastboetes. Na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober kunnen we ons echter aan de volledige factuur verwachten.
… of een ongecontroleerde crash?
De speculaties over Dexia die de voorbije weken in de pers werden gemaakt, gaan vooral over het feit of het officiële perspectief voor de Dexia restbank niet veel te optimistisch is. Er zijn heel wat elementen die daarop wijzen: de verliezen die reeds werden aangekondigd, gaan onder meer over investeringen in Griekenland, Spanje, Italië en Portugal. Er is heel wat discussie over de grootte van deze verliezen: zo heeft de bedrijfsrevisor van Dexia, Deloitte, voorgerekend dat de verliezen voor 2011 niet op 11,6 miljard moeten worden geschat, zoals Dexia beweert, maar wel op 16,4 miljard euro.
Dit zou betekenen dat het eigen vermogen van Dexia, de waarde van de onderneming min de schulden, negatief zou uitkomen. Een oplossing zou kunnen zijn dat de aandeelhouders extra geld zouden inbrengen in de onderneming. Buiten de Belgische staat is niemand daar vandaag toe bereid: elke investering is immers bij voorbaat verloren.
Als de Belgische staat met extra geld over de brug komt, wordt ze meerderheidsaandeelhouder van de restbank, en moeten alle schulden bij de officiële staatsschuld worden opgeteld: meer dan 400 miljard euro extra schulden, of meer dan het BBP van België! Dat betekent meer dan een verdubbeling van de staatsschuld.
Bovendien houdt dit scenario enkel rekening met de situatie zoals ze vandaag is voor Dexia: wat als morgen de Griekse regering haar schulden helemaal niet meer terugbetaalt, of als Spanje, Ierland of Portugal hun schulden niet meer kunnen betalen? Wat als Dexia geen toegang meer krijgt tot ECB-fondsen? De Belgische regering hoopt dat ook Spanje, Duitsland en Italië mee garant willen staan voor de Dexia-dochters daar, maar hoe groot is die hoop?
Kortom: de Belgische regering is als het Titanic-orkest dat blijft spelen terwijl het Dexia-schip zinkt, hopende dat er plots nog een reddingsboot zal opduiken als het schip volledig onder water duikt.
Is Dexia een geïsoleerd geval?
Eigenlijk is de situatie bij Dexia tekenend voor de situatie van de wereldeconomie in het algemeen. Vandaag wordt een economisch perspectief niet meer uitgedrukt in jaren, maar eerder in maanden of weken: de onzekerheden zijn zo groot dat een langer perspectief niet meer realistisch is. Dagelijks zijn er nieuwe ontwikkelingen die het perspectief van gisteren weer onderuithalen.
De fundamentele reden hiervoor is dat het kapitalisme een overproductiecrisis uitzweet: wereldwijd hebben de grootste bedrijven de voorbije jaren gezamenlijk duizenden miljarden euro’s cashreserves verzameld door megawinsten, lastenverlagingen en fiscale cadeaus. Wanhopig zoekt men naar manieren om die middelen terug te laten investeren in de reële economie, maar de ondermijning van de koopkracht door achtereenvolgende besparingsoperaties maakt dat er fundamenteel geen goede investeringpistes meer zijn.
In zo’n scenario is ook elk reddingsplan voor Dexia absurd: wie zal tegen die achtergrond investeren in een noodlijdende bank?
Welk alternatief?
Een gecontroleerde ontmanteling van Dexia lijkt in de huidige internationale economische context uitgesloten. Bovendien is het niet aan de werkende bevolking om nogmaals op te draaien voor zo’n scenario. Maar welk alternatief kunnen we naar voor brengen?
Vandaag wordt er in de discussie over de crisis in de financiële sector gesproken over het oprichten van een publieke bank. Wij denken dat één openbare bank in een zee van private financiële giganten weinig zal oplossen, en de vraag blijft: in wiens belangen wordt er genationaliseerd?
Hetzelfde kunnen we zeggen over het scenario van een “audit” van de schulden, om dan te beslissen welke schulden rechtmatig zijn en welke niet. Wie zal deze audit uitvoeren, en wat zijn “rechtmatige schulden”? Voor ons moet een dergelijke audit openbaar gebeuren en door vertegenwoordigers van vakbonden en arbeiderspartijen.
We willen een nationalisering van de hele financiële sector zonder compensaties voor de speculanten. Wij willen een openbaar onderzoek naar schulden en verliezen van Dexia, en enkel de kleine aandeelhouders zullen vergoed worden. We willen bankbestuurders aan een gemiddeld arbeidersloon die werken onder democratische controle, en die permanent afzetbaar zijn. Een openbare financiële sector zou een veilige haven zijn voor spaargeld en goedkope kredieten verschaffen aan arbeiders en hun gezinnen en middelen voor investeringen in openbare voorzieningen.
Artikel door Tim (Brussel)