Kritiek op het program van Gotha: II

II

“Uitgaande van deze principes, ijvert de Duitse arbeiderspartij met alle gewettigde middelen voor een vrije staat -plus- een socialistische maatschappij: ontlediging van het loonsysteem samen met zijn ijzeren wet -plus- van de exploitatie in al zijn vormen; voor het wegnemen van alle sociale en politieke ongelijkheid.”

Op de “vrije” staat kom ik verderop terug.

Dus: de Duitse arbeiderspartij moet bij voorbaat geloven in Lassalles “ijzeren wet”! (5) Om deze een plaats in het programma te geven laat men een onzinnigheid toe door te spreken van “wegneming van het loonsysteem (beter: systeem van loonarbeid) samen met zijn ijzeren wet”. Indien ik deze loonarbeid wegneem, dan neem ik natuurlijk ook de wetten ervan weg, of ze nu van “ijzer” zijn of zo week als een spons. Maar Lassalles strijd tegen de loonarbeid draait bijna uitsluitend om deze zogenaamde wet. Derhalve moet, om te bewijzen, dat de lassalleaanse sekte heeft gezegevierd, het “loonsysteem” worden vernietigd “samen met zijn ijzeren wet”, dus niet los ervan.

Zoals bekend is Lassalles aandeel in de “ijzeren loonwet” niets meer dan het woord “ijzeren” dat hij ontleend heeft aan Goethes “eeuwige, ijzeren, grote wetten”. Het woord “ijzeren” is het vignet waaraan de rechtgelovigen elkaar herkennen. Maar als ik de wet met dit lassalleaanse merkteken aanvaard en daarmee dus ook zijn lassalleaanse betekenis, dan ben ik gedwongen tevens de lassalleaanse theoretische fundering ervan aan te nemen. Wat houdt deze in? Lange wees er reeds kort na de dood van Lassalle op dat het de (door Lange zelf gepredikte) malthusiaanse leer der populatie (6) is. Maar als deze theorie juist is, dan kan ik de “ijzeren wet” op geen enkele manier wegnemen, al neem ik honderdmaal de loonarbeid weg, omdat in dat geval deze wet niet alleen het systeem van loonarbeid bestiert, maar elk maatschappelijk systeem. Met nu juist deze theorie als uitgangspunt trachten de economen al meer dan vijftig jaar aan te tonen dat het socialisme de armoede, die door de natuur zelf is geconditioneerd, niet kan wegnemen, doch slechts universeel kan maken door deze gelijkmatig te verdelen over de maatschappij als geheel!

Maar het belangrijkste deel komt nog. Volkomen onafhankelijk van Lassalles onjuiste opvatting van deze wet, berust de waarlijk verontrustende stap in het volgende.

Sinds Lassalles dood vestigde zich binnen onze partij de wetenschappelijke benadering van het feit dat loon niet is wat het lijkt te zijn, niet de waarde -of de prijs- van arbeid, doch slechts een verhulde vorm van de waarde -of de prijs- van arbeidskracht. Hiermede werd voor eens en voor altijd zowel de burgerlijke opvatting van loon weerlegd, alsook alle kritiek die tot dan toe tegen die opvatting was ingebracht, en werd zonneklaar vastgesteld, dat een loonarbeider toestemming krijgt te werken voor zijn eigen bestaan, oftewel, dat men hem alleen laat leven voor zover hij voor een zekere duur kosteloos de kapitalist spekt (en daarmee ook degenen die samen met hem de meerwaarde verteren); dat de as waarom het hele systeem van de kapitalistische productie draait, het streven is om deze gratis arbeid te vermeerderen door het verlengen van de arbeid of door het productief effect van de arbeid te verhogen, respectievelijk -door meer inspanning te vergen enz.; dat, bijgevolg het systeem van loonarbeid een systeem van slavernij is, die des te zwaarder drukt, naarmate de gemeenschappelijke arbeidskrachten zich ontwikkelen, los van het feit, of de arbeider beter of slechter voor zijn werk wordt betaald. Maar zie eens, nadat deze opvatting steeds meer en meer gangbaar wordt in deze partij, keert men terug naar Lassalles dogma’s, hoewel men nu toch wel zou moeten weten, dat Lassalle niet begreep wat loon was en evenals de burgerlijke economen de uiterlijke schijn voor de kern van de zaak hield.

Dit is hetzelfde als wanneer de slaven uiteindelijk het geheim van hun slavernij zouden ontdekken en in opstand kwamen, doch één van hen, nog geheel in de greep van de verouderde voorstellingen, in het programma van de opstand zou schrijven: de slavernij moet worden geliquideerd omdat onder het systeem van slavernij de levensmiddelenvoorziening van de slaven niet kan uitstijgen boven een zeker, zeer laag minimum!

Alleen al het feit dat de vertegenwoordigers van onze partij in staat waren om zo’n monsterlijke aanslag te plegen op een onder de partijgetrouwe massa’s verbreide opvatting, -toont alleen dit al niet aan, met welk een misdadige lichtzinnigheid zij het opstellen van een programma vol compromissen ter hand hebben genomen!

In plaats van de vage slotfrase aan het eind van de paragraaf: “het wegnemen van alle sociale en politieke ongelijkheid”, zou er moeten staan, dat de liquidatie van de klassenverschillen de automatische verdwijning inhoudt van alle eruit voortvloeiende sociale en politieke ongelijkheid.

VOETNOTEN

5. Volgens de ijzeren loonwet van Lassalle zou de arbeider gemiddeld slechts het minimum aan loon ontvangen omdat er steeds een overschot aan arbeiders zou zijn ten opzichte van de vraag van de kapitalisten naar arbeid. Marx toonde in Het Kapitaal juist aan dat de wetten volgens dewelke de loonvorming plaatsvindt juist heel ingewikkeld zijn en dat er heel goed omstandigheden mogelijk zijn waaronder de arbeider meer ontvangt dan het voor zijn dierlijk voortbestaan en voortplanting noodzakelijke minimum. In het 23ste hoofdstuk toont Marx aan hoe de levensstandaard van de arbeiders ook volgens de marktwetten kan stijgen wanneer bij een ongewijzigde samenstelling van het kapitaal (=verhouding tussen kapitaal besloten in productiemiddelen en kapitaal besloten in lonen voor de arbeiders) de vraag naar arbeid toeneemt. (Zie Het Kapitaal, dl.I, hfst.23,I, Lipschitsvertaling, p.473 e.v.)
6. Malthusiaanse bevolkingswet. Genoemd naar Thomas Robert Malthus(1766-1834), alhoewel zijn auteurschap m.b.t. de beruchte bevolkingswet moet gerelativeerd worden met de bedenking dat deze reeds twintig jaar eerder te boek was gesteld door economen als Townsend e.d. In zijn Essay on the Principle of Population uit 1798 verdedigt Malthus de opvatting dat het een hersenschim is dat armoede en ellende ooit zullen worden overwonnen. Volgens Malthus zal de bevolking steeds de neiging vertonen sneller aan te groeien dan de voorhanden hulpbronnen tot levensonderhoud, met periodieke catastrofes en eeuwigdurende armoede tot gevolg. Hoewel hij voornamelijk een partijganger was van het aan de liberale bourgeoisie vijandig gezinde verburgerlijkte grootgrondbezit (de grondrenteniers) en zijn leer goed uitkwam om de nijpende situatie goed te praten die de importbeperkingen op graan (de Corn Laws) teweegbrachten, werd zijn leer algauw geadopteerd door de industriële bourgeoisie. Ook zij zochten namelijk naar een “natuurwetenschappelijke” verklaring en dus rechtvaardiging voor de armoede van de werkende klassen.

>> Inhoudstafel

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel