5. Het Dertiende Partijcongres, januari 1924

Na de discussie over het economische beleid, presenteerde Stalin het verslag over de opbouw van de partij. Hij concentreerde zijn aanval op Trotski en ging verder om de ideeën, zoals die in “De Nieuwe Koers” naar voren werden gebracht, te verdraaien en verkeerd voor te stellen. Stalin introduceerde de persoonlijke noot in zijn aanval, door te verklaren dat ” Trotski zichzelf als een superman had verheven, boven het Centraal Comité”. Als laatste en belangrijkste, maakte hij voor het eerst de bepalingen openbaar, zoals vastgelegd in de resolutie over Partijeenheid van het Tiende Congres in 1921, in relatie tot disciplinaire maatregelen tegen leden van het Centraal Comité. Pyatakov en Rakovsky, zowel als Trotski, waren Centraal Comité leden van de oppositie. Dit was een dreigement om de oppositie te onderdrukken. Preobrazhensky gaf, namens de oppositie, weerwoord aan Stalin.

 

De toespraak van Preobrazhensky.

Kameraden, we zullen niets begrijpen van de processen die op dit moment in de partij plaats vinden, als we, van begin af aan, blijven weigeren om deze processen te verbinden aan de fenomenen die plaatsvinden op sociaal en economisch gebied en de onderlinge klasse verhoudingen. Onze partij heeft zeer goede tradities op dit gebied –ze heeft bijna altijd bij een nieuwe wending, hoe groot deze ook was, zowel binnen als buiten de partij, in de eerste plaats en als basis, een inschatting gemaakt van de algemene situatie. En daarna, op een marxistische manier, een beschouwing van de situatie in de partij. Daarom ben ik het oneens met het voorstel van kameraad Stalin, om het niet te hebben over de geschiedenis van het ontstaan van onze verschillen; omdat deze geschiedenis nauw verbonden is aan, en noodzakelijkerwijs nauw verbonden is, aan de analyse van al deze processen, die in ons land plaatsvinden en, boven alles, binnen de arbeidersklasse, wiens voorhoede wij in feite zijn. Daarom zal ik mijn verslag vanuit dat gezichtspunt beginnen

Wij zijn de NEP periode in 1921 begonnen. In onze partij hebben we een unanieme wending in de richting van de NEP gemaakt. Wij hebben de eerste fase doorgevoerd, de eerste stap in de NEP, onder leiding van kameraad Lenin. Maar vanaf 1923 zijn we een nieuwe periode van de NEP ingegaan, daarover kan in de partij geen misverstand meer bestaan. Waar bestaat die uit? Welke invloeden zullen er in de toekomst op de partij worden uitgeoefend, in toenemende mate, van maand tot maand, jaar na jaar? Wat is de kern van deze nieuwe periode? De inhoud bestaat uit het volgende: terwijl we eerst onze productiekrachten in onze economie spontaan lieten ontwikkelen, de invloed van onze staatsindustrie beteugelend, lieten we het aan onze trusts zelf over om zich onder marktomstandigheden te ontworstelen aan de moeilijkheden waar zij zich in bevonden; terwijl we, in zijn algemeenheid, vonden dat er een ontwikkeling van de productiekrachten, in alle vormen van de economie plaats zou vinden, omdat er grote ruimte was voor ontwikkeling, van zowel het NEP kapitaal, de staatsindustrie en de kleine industrie, enzoverder. In zoverre deze antagonistische vormen niet met elkaar in conflict kwamen, was het in deze periode grotendeels een kwestie van spontane ontwikkeling.

Het economische beleid van onze partij in die periode bracht nieuwe problemen niet aan het licht en dat kon grotendeels ook niet anders. Maar 1923 was, wat dat betreft, een keerpunt. In de lente hadden we de eerste tekenen van een crisis in de verkopen. Al in maart en april van 1923 waren er duidelijke aanwijzingen dat de “schaar” zich verder aan het openen was, precies waar kameraad Trotski een gedeelte van zijn verslag op het Twaalfde Congres aan wijdde. En dus waren we een nieuwe periode ingegaan en was het de taak van onze partij om alle tendensen van die periode bijtijds in te schatten en ons interne beleid en interne partijpolitiek, navenant aan te passen. Maar wat zien we en hoe wordt dit weerspiegeld in onze partijbesluiten?

We zagen dat op het Twaalfde Congres een resolutie over de industrie werd aangenomen, dat dit proces onderkende en dit bijtijds deed. Maar wat gebeurde er daarna? Hebben we de hier uit volgende aanpassingen binnen de partij doorgevoerd? Dat hebben we niet. Kameraad Lenin heeft eens gezegd dat er na de overgang naar de NEP, een paar jaar zouden volgen en er dan een nieuwe situatie zou ontstaan, in relatie tot de kwestie van partijeenheid. Ik denk dat die paar jaar, zoals kameraad Lenin stelde, een juiste inschatting was. Maar de meerderheid van het Politburo in het Centraal Comité blijft maar volhouden dat het twee en een half is. Ik denk dat zelfs kameraad Lenin toen niet kon voorzien welke snelle vooruitgang we, met name, in de industrie, zouden boeken. Maar vanaf dat punt groeide er een verschil tussen het interne partijbeleid en de objectieve taken van de partij in de NEP periode, omdat het proces van ‘ontklassen’ van de kapitalistische elementen af begon te nemen en de arbeidersklasse begon te groeien. Met het oog op dat proces hadden we de bureaucratische tendensen moeten verzwakken, niet versterken. Daarenboven groeide er een verschil tussen de processen binnen de partij en de omstandigheden waaronder we onze taken in het partijwerk, moesten verrichten.

Hierin ligt de fundamentele fout die door het Centraal Comité is gemaakt. Sinds kameraad Lenin zijn werk heeft moeten verlaten, zijn er diverse fouten gemaakt, waaronder een aantal grote. Deze fouten hebben allemaal een punt gemeen en kunnen onder één algemeen kenmerk worden samengevat. Dit gemeenschappelijke kenmerk in de fouten van het Centraal Comité ligt in het feit dat ze niet in staat is, (zoals dit in het verleden wel het geval was met kameraad Lenin in het centrum) om ruim van tevoren te voorspellen, welk ontwikkelingsproces, al dan niet spontaan, tot wasdom is gekomen en hier dan in een vroeg stadium op te reageren door een beleidswijziging en die dan volledig door te voeren, in plaats van halverwege deze weer af te blazen. Ik zal dit aantonen met een aantal voorbeelden.

We kunnen zien dat we nu, uiteindelijk, uit die staat van lamlendigheid en een zekere bureaucratische gemoedelijkheid binnen het apparaat zijn getrokken, die was ontstaan door de steeds unaniem aangenomen resoluties en het gebrek aan discussie over vooraf gefabriceerde besluiten, die van bovenaf neerdaalden, waarover kameraad Kamenev al schreef. En wie heeft ons uit die staat van lamlendigheid gesleept? De arbeidersklasse. Ze sleept ons uit onze lamlendigheid door haar stakingen, met andere woorden, de partij wordt spontaan gedwongen haar koers te veranderen. En dat betekent dat ten aanzien van de nieuwe koers, waaraan deze kwestie ten grondslag ligt, het Centraal Comité, en vergeef me de historische vergelijking, ‘op sleeptouw moest worden genomen’, de oude Bolsjewieken weten wel wat ik bedoel. De partij werd opgeduwd door deze spontane processen, in plaats van ze te voorzien. Alleen als gevolg van een zich verdiepende en duidelijk manifesterende crisis, in de vorm van abcessen zoals de “arbeiders-waarheid groep” en de ‘arbeidersgroep’, alleen hierdoor werd het Centraal Comité wakker en voelde zich genoodzaakt de werkmethodes in de partij te herzien.

Maar, daarbij, staan de zaken op het economische vlak er precies hetzelfde voor. Op het Twaalfde Congres hebben we een resolutie over de industrie aangenomen, die al deze discrepanties, die zich later ontwikkelden, al had voorzien en dus ook de noodzaak tot meer planning al voorzag. Tenminste, dat is hoe het gisteren door dit congres in een resolutie is vastgesteld.

Sta mij dan nu toe over te gaan naar de volgende fout van het Centraal Comité, die zij maakte op de plenaire vergadering van het Centraal Comité en de Centrale Controle Commissie in oktober. Ik moet jullie vertellen dat voor ons, die het document van de 46 hebben ondertekend, deze situatie al heel duidelijk was, zelfs voor we het document hebben ondertekend. We nemen het onszelf kwalijk, dat we over deze kwestie niet eerder aan de bel hebben getrokken. Het zou een paar nuttige gevolgen hebben gehad, als we eerder hadden getekend. Maar om dit document op zijn waarde te kunnen schatten, moeten de omstandigheden waar we ons toen in bevonden, wel worden meegewogen. De omstandigheden waren er een van een toenemende crisis, waarvan niemand de grenzen kon overzien. De breuk tussen de arbeidende massa’s en de partijorganisaties werd genadeloos aangetoond door de stakingen, die met name in Moskou schade aan de partij toebracht, als gevolg van een zeer gezagsgetrouw comité, dat, helaas, de onderliggende processen die onder brede lagen van arbeiders plaatsvonden, over het hoofd zag. Wat is die schade? De gebeurtenissen van juli en augustus en de navolgende gebeurtenissen, hebben dit laten zien. En dus, door naar buiten te treden met het Document van de 46, hebben we helder en duidelijk de twee fundamentele kwesties aan de orde gesteld; ten eerste de overgang naar meer arbeidersdemocratie en ten tweede, de overgang naar een systeem van meer economische planning.

Maar boven alles moet ik protest aantekenen tegen een volledig ontoelaatbare verdraaiing, die plaatsvond in relatie tot dit document, niet alleen in de bijeenkomsten in Moskou, maar ook in het officiële document van het Politburo. Op pagina 34 kunt u lezen: “Deze verklaring van de 46, die grotendeels een herhaling van de brief van kameraad Trotski was en bij kameraad Trotski bekend was, voordat zij in het Centraal Comité werd gebracht, stelde dat het Centraal Comité de partij en het land naar de ondergang leidt”.

Ik heb deze passage tussen aanhalingstekens gezet. Deze woorden komen in ons document niet voor. Je mag zulke aanhalingen niet maken in een officieel document. Overal waar de kameraden Kamenev en Boekarin op bijeenkomsten spraken, hebben ze deze woorden, als woorden uit ons document, aangehaald. Wij hebben een scherp omlijnde resolutie op de plenaire bijeenkomst over de kwestie van arbeidersdemocratie geponeerd. Om duidelijk te zijn over hoe de discussie op de plenaire bijeenkomst van het Centraal Comité en de Centrale Controle Commissie in oktober verliep, praktisch gezien en niet formeel, dan was de kwestie deze; over de kwestie van arbeidersdemocratie stelden wij voor dat het plenum een resolutie aan zou nemen, die uiteindelijk werd overgenomen, omdat ze terecht kwam in het document van 5 december, in een betere, preciezere en scherpere vorm.

Dus wat is dan hier de hamvraag? Waarom, toen er over de resolutie gestemd moest worden in oktober, werd deze afgewezen, met maar 2 stemmen voor en 5 of 6 onthoudingen? Waarom accepteerde het Centraal Comité en de Centrale Controle Commissie ons voorstel niet? Wat is dit voor iets? We hebben een aantal processen in onze partij waargenomen en hebben onze angst over het beleid van het Centraal Comité geuit. Laten we de situatie bespreken, hoor ons aan en luister naar ons voorstel, hebben we gezegd. Er werden er twaalf van ons uitgenodigd, we werden aangehoord en ons voorstel werd met overweldigende meerderheid afgewezen, bijna unaniem zelfs. En een lange resolutie werd aangenomen, waarin allerlei beschuldigingen tegen ons werden geuit. Moet het Centrale Comité van onze partij echt zo reageren op een voorstel, dat van een aantal verantwoordelijke kameraden afkomt, wiens jaren partijlidmaatschap, dat van de 46, bij elkaar opgeteld, niet minder is dan dat van het gehele Centrale Comité? Serieus, zulke methodes kun je toch niet naar eer en geweten gebruiken, wanneer er onrust in de partij is, er crisissen zijn ontstaan en wanneer elke zichzelf respecterende Bolsjewiek, die ze kan zien groeien en de naam communist en Bolsjewiek waardig wil zijn, naar het Centraal Comité dient te stappen en zeggen: “Ik ben tamelijk verontrust, maar dit is hoe ik een uitweg uit deze situatie zie”?

Toen in oktober het Plenum onze resolutie verwierp en haar eigen resolutie vol beschuldigingen naar voren schoof, was de kern van ons betoog, in al onze toespraken en artikelen, dat we de overgang naar de nieuwe koers van bovenaf moesten maken, zonder de partij met zware discussies in beroering te brengen. Op het plenum zeiden we dat onze positie dusdanig was, de gebeurtenissen in Duitsland waren tot uitbarsting gekomen, dat we deze maatregelen niet uit konden stellen, omdat we anders niet strijdvaardig genoeg zouden zijn, om de uitzonderlijk ingewikkelde situatie in de Duitse revolutie het hoofd te bieden. En ook was er geen tijd voor een echt uitgebreide discussie. Het Centraal Comité wees deze formulering af en dat was een vergissing.

Sterker nog, het Centraal Comité verwierp de houding om meer nadruk op de planning van de economie te leggen en noemde onze toespraak, ik kan me de precieze woorden die kameraad Rykov en de anderen gebruikte niet herinneren, maar lovend waren ze niet, academisch, schoolmeesterachtig enzovoort, om ze daarna voor driekwart op te nemen in de resolutie van 5 december! Wij hadden voorgesteld dat het Centraal Comité deze overgang zou doorvoeren, niet op basis van paniek of door druk van onderaf, maar van bovenaf, op een zeer georganiseerde manier. Het Centraal Comité verwierp echter zo’n aanpak van deze kwestie en de navolgende gebeurtenissen verliepen spontaan, precies zoals we het Centraal Comité hadden voorspeld en voor gewaarschuwd.

In het antwoord van het Politburo aan kameraad Trotski vinden we het volgende punt: “We ondervinden een snel groeiende partijcrisis. Kameraad Trotski vindt dat vanzelfsprekend en verklaart deze dan ook niet nader”. Dit, kameraden, werd geschreven op het moment dat wij waarschuwden dat een partijcrisis onvermijdelijk was geworden, maar de kameraden van het Centraal Comité beweerden bij hoog en bij laag dat er geen sprake van een crisis was –en dat met een optimisme, welke in toenemende mate tot uitdrukking komt in haar inschatting van de situatie, sinds kameraad Lenin zich heeft teruggetrokken. Een optimisme dat voor onze partij zeer gevaarlijk is.

Kameraden, wij kunnen ons zulke grote politieke fouten niet permitteren. Want wat hier is gebeurd, is een grote politieke fout. In de loop van de discussie hebben we een heleboel verklaringen van leden van het Politburo aangehoord; dat de partij een crisis doormaakt, dat de partij last van koorts heeft en dergelijke. Maar dit werd in december gezegd, terwijl het in oktober nog categorisch werd ontkend. Kunnen we werkelijk zo een gebrek aan een vooruitziende blik toestaan? Maar het is toegestaan en we nemen nota van dit feit.

Hoe ging het daarna verder? Kameraad Zinoviev schreef zijn artikel waardoor de discussie werd geopend, een publieke discussie, in onze partij. Als gevolg hiervan kwamen er veel reacties uit alle richtingen binnen, terwijl in de districten in Moskou een debat over deze kwestie op gang kwam. Op de Sverdlov Universiteit kreeg kameraad Zinoviev de gelegenheid de stemming die daar was gerezen, te proeven, die ook voor ons onverwacht kwam. (een stem vanaf een zetel: En wat over het artikel van Preobrazhensky?)

Er was ook nog mijn eigen artikel. Het verscheen op dezelfde dag, als de gebeurtenis op de Sverdlov Universiteit. Hoe heeft deze kwestie zich verder ontwikkeld? Jullie kennen de inhoud van de toespraken. Er werd niet ontkend dat er zich een zekere verschuiving binnen onze partij had voorgedaan, maar dit was totaal niet voorzien door het Centraal Comité. Kameraad Kamenev presenteerde zijn verslag in het Bauman district, waar de door ons voorgestelde resolutie werd aangenomen, met maar zes stemmen tegen.

En dus waren de kameraden van het Centraal Comité er nu van overtuigd dat de zaken er serieus voorstonden. Maar alles ontwikkelde zich spontaan. De Centraal Comité leden vinden nu de tijd rijp om het document van 5 december te lanceren, op de golf van de publieke opinie die door de partij waarde. Dit besluit had eerder genomen kunnen worden, het had in oktober kunnen worden genomen, toen de hele koerswijziging nog doorgevoerd had kunnen worden met veel minder opschudding. Maar dankzij het feit, dat ook hier het Centraal Comité heeft gewacht op een stoot van onderaf, bevond ze zich wederom in een positie, dat ze op sleeptouw moest worden genomen. En die situatie verscherpte daarna in de discussie.

En hoe ging het daarna verder? Hier in Moskou konden we zowel voor, als tegen de voorstellen zijn, met als gevolg, dat de organisatie in Moskou optimaal in de gelegenheid was, naar alle gezichtspunten te luisteren en haar eigen inschatting over de meningen en gevoelens te maken. Maar voor de provincies was dit niet het geval, want hier werd de grootste rol gespeeld door de informatie, die in de Pravda verscheen., inclusief de leuzen, die het centrale orgaan van de partij vanaf het begin van de discussie, naar voren bracht.

Dit vraagstuk is van grote betekenis. Wanneer er zich een discussie voordoet, draagt het Centraal Comité op dat gebied een grote verantwoordelijkheid; wat zijn de uitgangspunten die ze naar voren brengt in die discussie? Hoe moet ze de ontstane situatie definiëren? Hoe moet ze de beweging karakteriseren, die in de partij plaatsvindt? Dat is bepalend voor het vervolg. En dus zagen we dat het Centraal Comité, volslagen in paniek geraakt door de gebeurtenissen in de Moskouse organisatie, een uitgangspunt naar voren bracht, welke een ultra negatieve rol ging spelen gedurende de hele discussie, door de partij te intimideren en de mogelijkheid te ontnemen om objectief, alles wat er in de partij was gebeurd, te kunnen beoordelen, met als logische consequentie, dat dit werd gevolgd door een reeks kleinere fouten van het centrale orgaan en de provinciale organen van de partij.

Hoe jullie ons beoordelen is het belangrijkste sleutelvraagstuk. Hierover bestaat veel verwarring en verschil van mening –hoe definieer je de sociale achtergrond van wat de Oppositie wordt genoemd? Het Centraal Comité stelt in haar uitgangspunt dat we een Mensjewistische afwijking over organisatorische en economische kwesties vertegenwoordigen en deze zeer polemische slogan werd gelanceerd om optimale omstandigheden te creëren om tegen deze stemming van oppositie te vechten en deze te vernietigen. Deze slogan, die in het geheel niet in overeenstemming is met de werkelijke situatie en niet meer of minder is dan volslagen ontoelaatbare zwartmakerij, deze slogan werd door de partij opgepakt, als ware het een decreet van het Centraal Comité.

Op dat moment, een moment van paniek in het Centraal Comité, toen het ons onderwierp aan een waar bombardement van volslagen ontoelaatbare beschuldigingen, zoals nog nooit had plaatsgevonden binnen onze partij, voorafgaand aan een congres, kwamen kameraden met allerlei verschillende voorstellen naar voren, gericht tegen die van het Centraal Comité en de strijd verscherpte zich. En ook voltrokken de gebeurtenissen zich helemaal niet, zoals kameraad Stalin ze beschreef. Hij gaat er van uit dat na de publicatie van 5 december, er geen verschillen meer bestonden. En daar ben ik het dus echt niet mee eens. Laten we het document van 5 december nemen, we hebben meerdere meningsverschillen, niet alleen over het item van het aanstellen van secretarissen, die niet geheel in de geest van arbeidersdemocratie was. Maar dat is het belangrijkste niet, wat telt is hoe we in de toekomst gaan samenwerken. Kameraad Stalin haalde mijn resolutie aan, die ik had voorgesteld in de Kolommenhal (op het provinciale congres in Moskou) en drukte zijn verbazing uit over het feit dat deze niet werd aangenomen –ik weet niet of hij serieus was of een grapje maakte. Ik moet stellen dat dit kenmerkend is voor de huidige situatie. Als gevolg van het decreet van het centrale orgaan, volgend op het document, kregen we een houding tegenover deze kameraden, alsof ze ‘aan de andere kant stonden’ in deze controverse en zo ontstond er, geforceerd door de pressie van het Centraal Comité, geleidelijk aan een groep in de partij. Dat is er gebeurd. En zo, kameraden, is alles wat er daarna gebeurde een logisch gevolg van die stand van zaken. Ik kan alleen een algemene schets van de fouten van het Centraal Comité geven, voorafgaand aan de open brief die kameraad Trotski op 8 december publiceerde. En deze kenmerkt zich in het feit dat, in afwezigheid van kameraad Lenin, het Centraal Comité van de partij een zeer groot conservatisme aan de dag legde, onvoldoende rekenschap nam van het proces dat zich in de partij ontwikkelde en tegelijkertijd een zekere laksheid ten aanzien van de hierover te nemen besluiten.

Het volgende vraagstuk waar we naar moeten kijken is hoe onze relatie zich verder gaat ontwikkelen, naarmate deze discussie voortduurt. Want de slogan van het Mensjewisme van de oppositie is, na haar lancering, nu verder uitgebouwd. Bovendien is de brief van kameraad Trotski verschenen. In dit licht had het Centraal Comité niet mogen doen wat ze heeft gedaan. Ze maakte de navolgende fout, waarvan de praktische gevolgen nu nog niet kunnen overzien. Als het Centraal Comité vond dat kameraad Trotski, door het publiceren van zijn commentaar, hiermee afweek van de resolutie van 5 december en een bepaalde afspraak brak, dan had ze de zaak puur formeel moeten afhandelen. Ze had het Politburo bijeen moeten roepen, een formeel besluit ten aanzien van de brief moeten nemen en dit besluit dan kenbaar moeten maken aan de partij. We hebben kunnen zien hoe, ook hier, de gebeurtenissen zich ongecontroleerd ontwikkelden. Kameraad Stalin publiceerde zijn artikel op 15 december. Niemand weet of hij deze schreef in de hoedanigheid als secretaris van het Centraal Comité, of juist als een oude Bolsjewiek, of zelfs wat het formele standpunt van Centrale Comité ten aanzien van die publicatie was. Een proces kwam op gang waarbij individuele partijleden weren aangevallen op het krediet dat ze in de laatste zeven jaar hebben opgebouwd. Volgend op het artikel van kameraad Stalin, werden andere Centraal Comité leden ‘uitgekleed’, door over oktober 1917 te beginnen en dergelijke. En zo werden leden als individu in diskrediet gebracht. Waarom was dit nodig? Konden jullie deze kwestie niet afhandelen door een formeel besluit van het Centraal Comité? Kortom, de handelswijze van het Centraal Comité was onjuist.

Ik zal nu overgaan tot de basis fout die het Politburo beging ten opzichte van kameraad Trotski persoonlijk. Ik vind dat de basisfout van het Politburo ten aanzien van kameraad Trotski persoonlijk is, dat ze hem behandelen als een vreemde in ons midden. Met zo’n houding is samenwerking onmogelijk. Dat moet heel goed begrepen worden. Het is in onze partij noodzakelijk dat kameraden, die een buitengewone rol spelen en die heden ten dage nodig zijn in de partij, niet te behandelen als leden van Istpart, maar als leidende politieke figuren, als partijleiders, net zoals kameraad Lenin in dat soort omstandigheden handelde. We zien hier een veel hogere mate van impulsiviteit, dan politieke berekening bij onze partijleiders. In een brief van kameraad Lenin over het Nationale vraagstuk, die om een of andere reden nog steeds onbekend is aan de partij, stelt hij, dat in de politiek ‘rancune vaak de achterliggende motivatie is’ (net zoals Lenin, verwijst Preobrazhensky hier naar Stalin).

Dus ook hier vinden we een spontane impuls, maar vanuit een andere hoek; een impuls vanuit de hoek van de persoonlijke verhoudingen, die uiteindelijk de hele toon heeft gezet door dit hele document en alleen maar het effect van een nachtmerrie op de gewone partijleden kan hebben.

De volgende kwestie die door de discussie is aangeboord, is die van het Bolsjewisme en de Mensjewistische afwijking ten aanzien van de organisatorische kwestie. Hier moet volledige duidelijkheid over zijn. Hetgeen hier wordt aangesneden om puur polemische redenen, staat volledig haaks op de hele geschiedenis van de partij. Voor welke redenen doen we nu een beroep op het partijverleden? Kameraden schrijven vlugschriften in een poging aan te tonen, dat het bureaucratisme in ons apparaat in 1923, verklaard kan worden uit onze partijgeschiedenis. Maar ik blijf volhouden dat onze partijgeschiedenis juist bol staat van categorische verwerping van bureaucratisme. Wat voor bureaucratisme hadden we in de ondergrondse organisatie? Geen enkele. Wanneer stak het bureaucratisme de kop op? Eerst tijdens de burgeroorlog en daarna in de NEP periode. Deze periode in de geschiedenis van de partij werd door veel conservatief denkende en handelende kameraden belicht, als zijnde een ideale op organisatorische en partij-intern gebied en dus werd het historisch perspectief volledig verdraaid. We moeten deze benadering afwijzen, want het is zwartmakerij van de Bolsjewistische Partij en een uiting van conservatisme van het apparaat, dat energiek bestreden dient te worden. Laten we dieper op dit vraagstuk ingaan en het juiste licht op de partijgeschiedenis werpen, want wij, de oude Bolsjewieken die niet voor bureaucratisme in 1923 zijn, zullen de tegenstelling die hierachter zit, aantonen.

Het Bolsjewisme staat van nature tegenover bureaucratisme. Zij is verbonden met de massa’s. Het is actief en praktisch en kan het verstijven, dat we hadden toen de stakingen plaatsvonden, niet tolereren. Zulk bureaucratisme is dus anti-Bolsjewistisch en in tegenspraak met de essentie van onze partij. Maar als er een gevecht tegen ons wordt geleverd met dit soort argumenten, betekent dat in feite, dat jullie de hele geschiedenis van de partij er bij slepen om een stuk of honderd bureaucraten in ons apparaat te rechtvaardigen. Dat is hoe jullie de zaak hebben gesteld. Kameraad Lenin heeft ons geleerd dat we geen waarheid op zichzelf konden zien, maar altijd in relatie tot. Dat is waar, maar als jullie dit gebruiken om een leugen te verdedigen, dan moeten jullie je schamen. Want dit is hoe jullie je gedragen. Wij hebben de ruggengraat van de partij van onder tot boven aangetrokken en terecht. Het is een tweezijdig proces geweest, maar als jullie je tot zulke methodes wenden om een paar honderd bureaucraten te rechtvaardigen, dan staan de zaken er slecht voor en wij zijn tegen zo’n formulering. Het is een vervorming van de werkelijkheid om polemische redenen en geeft onze partij een uitermate onjuiste indruk van de werkelijke stand van zaken. Maar, zoals jullie al te goed weten, zijn de provincies hiermee volgepompt.

En dus werd de kwestie van partijeenheid zo voorgesteld, alsof wij een soort splijt-zwammen zijn, die uitgedreven moeten worden. Door de zaak zo voor te stellen hebben jullie, om het bot te zeggen, alle provincies misleid en de gehele partij geïntimideerd. Dat is absoluut ontoelaatbaar.

Dan het laatste vraagstuk, de kwestie van perspectieven. Het is voor ons zeer duidelijk dat er een nieuwe fout aan zit te komen, een die het Centraal Comité wil begaan en die het congres niet moet accepteren. Die fout bestaat hieruit: Waarom kwam onze scheiding van de arbeidende massa’s naar buiten? Omdat in het proces van ontwikkeling van de NEP, we een economie hadden die zich spontaan ontwikkelde en het bureaucratisme toenam in onze partij organisaties. Dat bureaucratisme, die geleidelijke aanpassing van onze partijorganisaties aan het Sovjet staatsapparaat, waar kameraad Stalin over sprak. Als kameraad Stalin vast blijft houden aan wat hij net zei –ik heb absoluut geen probleem met het eerste deel van zijn verslag- als hij vasthoudt aan het feit, dat absoluut waar is, dat onze partij een centralisme in het staatsapparaat ontwikkelde uit het centralisme van onze partij en daarna een degeneratie onderging, als gevolg van de druk van dat apparaat; als dat waar is, dan moet ik jullie waarschuwen, dat de koers die jullie nu volgen ten aanzien van de zogenaamde oppositie, ons rechtstreeks terug zal leiden tot de ellende waar we vandaan kwamen.

Uit de logica van alle grote massabewegingen blijkt dat dit onvermijdelijk is. Waarom zal dit gebeuren? Dat zal hierom gebeuren. Als het congres akkoord gaat met het openbaar maken van het laatste punt in de resolutie, waar kameraad Stalin over sprak; de bepalingen om Centraal Comité leden te disciplineren, als ze akkoord gaat deze versregels uit te brengen, die in theorie tegen de Oppositie is gericht, maar in de praktijk gericht zal zijn tegen de resolutie van 5 december en tegen alle actieve pogingen om de wending naar de nieuwe koers en interne partijdemocratie te maken, waar wij geen fetisj van hebben gemaakt, dan zal er het volgende gebeuren. Dan zal de partij de mond worden gesnoerd. Omdat elk lid die zich uit, dan als opposant kan worden bestempeld, zelfs als hij helemaal geen ideologische binding met de Oppositie heeft. Als hij wordt aangepakt en beoordeeld vanuit het standpunt of de resolutie op dit of dat punt van toepassing op hem is, sturen we de partij op dood spoor. En ondertussen zullen de taken, die we aan de partij hebben voorgelegd op 5 december, voor onbepaalde tijd worden vertraagd.

Nu over ons apparaat. De kloof tussen de partij en de arbeidersklasse zal niet verminderen, maar groeien. Op een aantal bijeenkomsten refereerde kameraad Zinoviev aan de samenstelling van onze partij en wees op de enorme mate van specialisatie en buitengewoon diverse samenstelling ervan, op diverse gebieden. Kameraden, ik durf te stellen dat we nu een situatie hebben, waarin de 18.000 partijleden waaruit het apparaat bestaat, minus diegenen die geen leidende rol spelen, door deze specialisatie, nu de verantwoordelijkheid hebben voor de hele partij en haar totale organisatie. Als gevolg hebben we een gebrek aan contact, niet alleen met de gewone afdelingsleden en met de arbeidende massa’s, maar ook met leidende partijleden, die op andere bijzondere terreinen werkzaam zijn. Dit proces, een zeer schadelijk proces, zal versterken en niet verzwakken, dankzij het feit dat de beleidslijn die jullie hebben neergelegd, een gevecht tegen de Oppositie, onvermijdelijk hiertoe leidt.

Voorafgaand aan het zware geschut dat tegen de oppositie werd ingezet, is het Centraal Comité van de partij begonnen met het zaaien van verwarring. Dit is een teken dat jullie vanuit een gezichtspunt werken, die neerkomt op min of meer dezelfde remedie, die ons uiteindelijk rechtstreeks confronteerde met de stakingen in juli en augustus en zal confronteren met een nieuwe partijcrisis. Wij spreken hier openlijk over. De resolutie van 5 december kan onder zo’n regime in de partij niet uitgevoerd worden. We moeten een duidelijk perspectief voor ons hebben. Ten aanzien van dit vraagstuk stellen wij voor de resolutie van 5 december te implementeren. Eveneens stellen wij voor, alle methodes van strijd die gedurende deze discussie zijn gebruikt, te veroordelen, kenmerkend als ze zijn voor een gevecht van bureaucraten in ons apparaat tegen de groei en ontwikkeling van onze partij.

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel