Chinese crisis kan erger zijn dan Amerikaanse
Het kapitalisme kent wereldwijd haar ergste crisis in 70 jaar. De Chinese economie wordt bijzonder hard geraakt met een werkloosheid die uit de pan rijst, buitenlandse handel die in elkaar stort en een scherpe daling van de huizenprijzen. In het magazine van Chinaworker.info werd een interview gepubliceerd met Vincent Kolo, de politieke verantwoordelijke voor de site Chinaworker.
Ren Ping: Hoe diep is de neergang van de Chinese economie?
Vincent: “Het is schokkend. Bijna 30 miljoen migranten hebben hun job verloren. Het exacte aantal bedrijven dat de deuren heeft gesloten is onduidelijk, maar we vernamen bijvoorbeeld dat er in de laatste drie maanden van 2008 alleen in Guangdong 20.000 fabrieken dicht zijn gegaan. Daarbij gingen twee miljoen jobs verloren. Geen enkele economie kent een dergelijke snelle neergang. Omdat China groter en armer is, heeft de crisis op een aantal vlakken ergere gevolgen dan in de VS. In reële termen was er een nulgroei van de economie in het laatste kwartaal van 2008, terwijl er een jaar geleden nog 10% groei was. In het eerste kwartaal van 2009 ging de neergang verder met een afname van de officiële groei van 6,8% in het vierde kwartaal tot 6,1%. Indien dit op een zelfde wijze zou berekend worden als in de VS of Japan, zou er een nulgroei of zelfs negatieve groei zijn.
“Wat de officiële statistieken ook mogen beweren, China zit in een recessie. Er kan mogelijk een zekere opleving zijn eens de relanceplannen worden toegepast, maar dit zal niet leiden tot een zelfde snelle groei als het afgelopen decennium. Die fase van groei kwam er vooral door de sterke groei van de wereldeconomie, dat behoort nu tot de geschiedenis. Heel wat economen voorspellen nu een “W-vormige” recessie in China met een beperkte groei in de tweede helft van dit jaar, maar nadien een nieuwe duik naar beneden tegen 2010, op een ogenblik dat de wereldeconomie ook nog in diepe problemen zal zitten.
“De meeste internationale voorspellingen voor de Chinese groei in 2009 houden het op 5-7%. Zelfs premier Wen Jiabao stelde recent dat China mogelijk het doel van 8% dit jaar niet zal halen. Hij voegde er aan toe dat doelstellingen niet alles zijn. Dat stukje van zijn verklaring werd niet vertaald voor de buitenlandse media; Het lot van China is verbonden met het wereldkapitalisme waarbij de mogelijkheid van een nieuwe opleving niet voor dit of volgend jaar is. Zelfs dan zal er wellicht slechts een zwak en onstabiel “herstel” zijn gevolgd door een nieuwe crisis. Het kapitalisme wordt wereldwijd onderuit gehaald door een historisch onevenwicht op het vlak van schulden, overproductiecapaciteit en een ineenstorting van de winstgevendheid. Dat zijn allemaal elementen waar Marx al voor waarschuwde. Terwijl velen vandaag nog denken dat de crisis van korte duur zal zijn en wel terug zal overwaaien, denken wij dat dit niet het geval zal zijn. Wat we vandaag zien, zal voortaan “normaal” zijn. Tenzij de arbeiders er in slagen om het kapitalisme omver te werpen en te bouwen aan een socialistische samenleving met volledige tewerkstelling en democratisch geplande economische verhoudingen.”
Ren Ping: Kan China de interne consumptie niet opdrijven om de neergang van de export op te vangen?
Vincent: “De regering heeft daar al jaren over gesproken, ze heeft het over de nood aan een nieuw evenwicht in de economie. Maar daar kwam niets van in huis. De kloof tussen het grote gewicht voor de export en de beperkte interne markt is enkel nog groter geworden. Je moet geen genie zijn om de redenen te zien: de Chinese bevolking heeft te weinig koopkracht om de motor van de economie te worden. Dat is natuurlijk logisch in een land waar het regime haar economisch beleid heeft afgestemd op de vraag naar goedkope arbeid. Vandaag neemt de consumptie af wat evenmin een verrassing is op een ogenblik dat de lonen dalen en de recessie toeslaat. Migranten kregen loonsverlagingen van 100 yuan (14,6 dollar) per maand opgelegd in vergelijking met vorig jaar. De centrale regering heeft de regio’s gevraagd om het minimumloon te bevriezen.
“De arbeiders lijden onder de absolute daling van de lonen na een periode van jarenlange relatieve daling van het inkomen. Het aandeel van de lonen in het nationale inkomen bedroeg nog 53% in 1998, in 2007 was dat nog 41%. Er waren op internationaal vlak gelijkaardige dalingen als gevolg van het neoliberale beleid, maar de afname was nergens zo sterk als in China. Op basis van deze feiten is het niet duidelijk waar de groei van de interne consumptie vandaag zou komen.
“De nieuwe relanceplannen zullen deze trend niet ombuigen. Het belangrijkste doel van de plannen is om te investeren in infrastructuur en om de grote bedrijven te helpen. Wij zijn voorstander van meer infrastructuur. Maar omwille van corruptie, slecht management en regionale tegenstellingen, zal er heel wat verspilling zijn bij het opzetten van de nieuwe projecten. Er zullen bovendien enkel tijdelijke jobs worden gecreëerd. Het werk zal in onderaanneming worden gegeven aan slavendrijvers omdat dit goedkoper is. Arbeiders met een vast contract zijn duurder en je raakt er niet zomaar van af…”
Ren Ping: Kan de regering geen uitweg bieden voor de crisis? Er werd in november toch een stimuluspakket aangekondigd ter waarden van 580 miljard dollar?
Vincent: “De grootste test voor de relanceplannen is de vraag of ze jobs zullen creëren. Er zullen wellicht een aantal nieuwe jobs bijkomen, maar wellicht niet op de schaal die nodig is. Zelfs toen de economie met 10% per jaar groeide, leidde dit slechts tot een groei van het aantal jobs met 1%. De groei zal nu mogelijk tot de helft daarvan terugvallen waardoor de werkloosheid zal toenemen. We zien dat overigens al gebeuren. Het stimuluspakket zal deze tendens hoogstens wat verzachten.
“In het stimuluspakket van de centrale regering wordt gesteld dat de banken meer geld moeten uitlenen en dit lijkt effectief te gebeuren. We moeten echter ook eens onder de oppervlakte kijken om te zien wat er echt aan het gebeuren is. Ten eerste zien we dat een groot deel van de nieuwe leningen – zowat een derde – vergokt wordt op de beurzen. Dat zegt veel over de parasiterende en speculatieve rol die de leiding van de grote staatsbedrijven spelen. Zij krijgen immers het meeste geld van de leningen.
“Ten tweede hebben veel van deze staatsbedrijven niet direct nood aan extra leningen. Ze zitten al op heel wat financiële middelen, de bedrijfswinsten waren de afgelopen jaren ongeveer even groot als het geld dat door de gezinnen werd gespaard: 23-24% van het BBP. Dat is heel veel als we het met andere landen vergelijken, daar zitten veel bedrijven al in de schulden. Er zijn voldoende kapitaalreserves, maar de staatsbedrijven in de staalsector, bouwmaterialen, voertuigen,… zijn toch aan het terugkomen op hun investeringen. De vraag neemt immers af en dat ondermijnt de winsten. Door meer krediet in de economie te pompen, zal daar niets aan worden veranderd. Het is als een atleet die steroïden gebruikt: er is op korte termijn een betere prestatie, maar de gevolgen op langere termijn zijn rampzalig. Dat gebeurt in de Chinese economie dan nog eens op een erg onefficiënte en corrupte wijze. Er is geen enkele discussie over welk soort projecten nodig is. Er is geen lange termijnvisie en er wordt geen rekening gehouden met het milieu.
“China kent een explosie van overheidsschulden. Als we ook met verdoken leningen rekening houden, komt China aan een overheidsschuld van 65% van het BBP en niet de 18% die officieel naar voor wordt gebracht. De overheidsschuld bevindt zich op een zelfde niveau als in Frankrijk en Duitsland en ligt heel wat hoger dan het door het IMF aangeraden percentage van 50% voor “ontwikkelende landen”. Ik steun de argumenten van het IMF natuurlijk niet, maar wil enkel wijzen op de reële situatie van de schulden in China. Om de maatregelen van het relanceplan te financieren, zullen lokale regeringen ook moeten overgaan tot leningen of zullen ze op kapitaalmarkten actief worden via de verkoop van obligaties. Dat kan leiden tot een schuldenprobleem bij de lokale overheden. In de VS zien we waar dit toe kan leiden. Japan ging de jaren 1990 in met quasi geen overheidsschuld, maar na vijf of zes stimulusrondes was het afbetalen van intrest op de leningen al goed voor 65% van alle belastingsinkomsten.”
Ren Ping: Wat zal het gevolg van deze economische crisis zijn voor arbeidersstrijd en bewustzijn?
Vincent: “Er zullen grote veranderingen zijn en we beginnen dit al te zien. De officiële media en de politiediensten zijn al gealarmeerd door het groeiende anti-kapitalistische bewustzijn. Er is een groei van steun voor neo-Maoïsme, voor socialistische opvattingen, maar ook voor liberaal-democratische groepen als Charter 08 dat opkomt voor een “reëel kapitalisme”. Dit is een nieuwe periode en heel wat van de oude opvattingen en vooroordelen zijn verdwijnen.
“China kent een complexe samenleving waarbij er heel wat tegenstrijdige processen tegelijk aanwezig zijn onder verschillende lagen van de bevolking. Er is zelden een eenduidige ontwikkeling. Voorheen kon de Chinese Communistische Partij tegenover het algemeen ongenoegen rond de ongelijkheid en de repressie nog altijd haar troef van de economie uitspelen. Dat is vandaag niet meer het geval. In 2008 waren er 120.000 massa-incidenten in China, dat is meer dan dubbel zoveel als in 2004. De regering is – terecht – ongerust over wat er de komende periode kan gebeuren en wat de gevolgen van de crisis zullen zijn. Maar het bewustzijn zal op ongelijke en tegenstrijdige wijzen ontwikkelen. De stakingen van taxichauffeurs in diverse steden vorig jaar vormden een uitstekend voorbeeld van hoe arbeiders van elkaars ervaringen leren en acties overnemen. Het bracht ook de nood van eigen organisaties naar voor. Dat idee kan verder ontwikkelen als een tsunami. De strijd van de textielarbeiders in Baoding (in maart-april 2009) is ook extreem belangrijk omwille van de ervaringen waar deze arbeiders door zijn gegaan met privatiseringen, ontslagronden, gebroken beloften,… Een aantal arbeiders in deze staking riep zelfs op tot een algemene staking in heel China.
“Zolang er geen georganiseerde arbeidersbeweging is om de woede te kanaliseren en te organiseren, bestaat er het gevaar van terroristische acties. Een groeiend aantal armen en jongeren zal dit zien als een “concrete” manier om iets te doen tegen de corrupte leiders. Er zijn vandaag al arbeiders die bijvoorbeeld zelfmoord plegen door van het dak te springen of zichzelf in brand te steken. Dat zijn wanhoopsdaden. Het is een kleine stap om van dit soort acties over te gaan naar terroristische acties tegen individuele kapitalisten of regeringsverantwoordelijken. De leiding van de CCP is erg bezorgd over de situatie in Tibet en Xinjiang. Dat kan een inspiratie vormen voor jongeren in heel het land om met bommen een individuele strijd te voeren. Die strategie zal echter nergens toe leiden. Marxisten hebben zich altijd al verzet tegen terrorisme, het regime zal enkel verslagen worden door massabewegingen. Als de arbeiders geen collectieve stem hebben en hun stakingen telkens de kop worden ingedrukt, zal de discussie rond dit element aan belang winnen.”
Ren Ping: Wat zullen de politieke gevolgen van de crisis zijn? Is de heerschappij van de Communistische Partij bedreigd?
Vincent: “Het korte antwoord is “ja”. Dit is een levensbedreigende crisis voor de CCP en haar machtsgreep. In het verleden had de partij een grote basis in de samenleving, ze werd gezien als de vertegenwoordiger van een revolutie die had geleid tot belangrijke sociale vooruitgang. De afgelopen periode heeft de partij zich tegen deze vooruitgang gekeerd, ze kon zich naast repressie enkel baseren op snelle economische groei. De economische crisis heeft al geleid tot regeringscrises in landen als IJsland, Letland,… De CCP zal niet zomaar van de macht verdwijnen. Dat zal niet eenvoudig zijn, het zal wellicht een proces zijn: een dieper wordende crisis en politieke verlamming met een toename van splitsingen en confrontaties aan de top. Dit is een nieuwe periode en het regime voelt het al aan dat er heel wat zal veranderen. Voor ons is het beslissende element de organisatie van de arbeidersklasse. De arbeiders moeten hun stempel op de gebeurtenissen kunnen zetten. Er is nood aan een onafhankelijke arbeidersbeweging die ook steun krijgt van andere onderdrukte lagen, de boeren, nationale minderheden.
“We zagen de “kleur-revoluties” – massale bewegingen in Oekraïne, Georgië, Kirgizistan of de Filippijnen. Deze bewegingen leidden er enkel toe dat één vleugel van de elite werd vervangen door een andere. De voorwaarden waaronder de massa’s leven, veranderde niet omdat de elite binnen het kapitalistische raamwerk bleef. Een dergelijke ontwikkeling is ook in China mogelijk, maar als de arbeidersklasse niet in het sociale en politieke vacuüm treedt, zullen andere krachten dit doen en zal één deel van de elite vervangen worden door een andere elite die zichzelf mogelijk als meer “democratisch” zal voordoen en wellicht een nationalistische en militaristische retoriek naar voor zal brengen. Marxisten zijn optimisten en zien dat er zich ondanks alle onvermijdelijke complicaties heel wat mogelijkheden aandienen voor de uitbouw van onafhankelijke arbeidersstrijd en organisaties, dat zal de sleutel vormen voor de toekomst van China. We komen op een historisch keerpunt.”