De misvattingen van burgerlijke economen; een antwoord op prof. Johan Albrecht in De Tijd. Financiële crisis: Marx had wél gelijk
De financiële crisis, de crash van de beurzen en de aankomende economische recessie drijft managers, aandeelhouders en economen vandaag tot wanhoop. De neoliberale recepten en neoklassieke analyses blijken niet meer te werken. De ideologie die volgens Fukuyama de geschiedenis had gewonnen, wordt vandaag – amper 15 jaar later! – door de realiteit in de vuilnisbakken van diezelfde geschiedenis geworpen.
Meer en meer burgerlijke opiniemakers en kapitalisten grijpen daarom vandaag terug naar Marx om de huidige economische ontwikkelingen te begrijpen. De verkoop van ‘Das Kapital’ verdrievoudigde dit jaar dan ook in vergelijking met driejaar terug. Professor Albrecht schuift in zijn opiniestuk van vorige donderdag Darwin als alternatief naar voor om de crisis te verklaren. Volgens ons is de toepassing van het Darwinisme hier totaal misplaatst en bovendien blijkt prof.Albrecht weinig kaas te hebben gegeten van marxistische economie. Hoog tijd dus om eens na te gaan wat de werkelijke oorzaken zijn van de crisis en Albrechts misverstanden over Marx de wereld uit te helpen.
Marx was net als Darwin een wetenschapper; politieke opvattingen en wetenschappelijk denken zijn vooralsnog geen twee elkaar wederzijds uitsluitende zaken. Karl Marx stond samen met Friedrich Engels aan de wieg van belangrijke academische richtingen als sociologie, politieke economie en politieke wetenschappen. Zijn bekendste wetenschappelijke werk gaat echter over economie: ‘Das Kapital’. Én laat het net dàt oude boek zijn dat vandaag antwoorden biedt op de crisis van de wereldeconomie.
Professor Albrecht stelde vorig jaar in zijn lessen dat het probleem van de kredietcrisis terug te brengen was tot ‘economisch analfabetisme’ van de mensen die hun hypotheken niet konden afbetalen. Daarmee heeft hij net als de meeste burgerlijke economen niet begrepen dat het probleem veel structureler is. De wereldeconomie werd de laatste jaren staande gehouden door het kunstmatig verhogen van de Amerikaanse consumptie, meer bepaald door consumeren op krediet te stimuleren. De consument werd op die manier gestimuleerd zijn toekomstig loon op voorhand reeds te verbruiken. Eender welk rationeel denkend mens ziet in dat zoiets natuurlijk onmogelijk kan blijven voortduren. Het was voor het kapitaal echter de enige manier om een recessie zoveel mogelijk uit te stellen.
Onze analyse staat dus in scherp contrast met die van zowat alle burgerlijke economen. De crisis, ook die in de reële economie, wijt men aan een falend banksysteem en aan individuele fouten. Wat men niet vat, is dat het banksysteem juist tot zulke waanzinnige proporties is kunnen aangroeien – tot zelfs 40% van alle winsten in de VS – en juist zulke risico’s heeft genomen omdat de reële economie al decennia in crisis verkeert.
Dit fenomeen wordt vanuit marxistisch economisch oogpunt verklaard met de wet van de dalende winstvoet. Deze verklaart waarom we een daling zagen van de investeringen in de reële economie, en dit ondanks de permanente verlaging van de reële rentevoeten, die op bepaalde momenten zelfs negatief werden. Het kapitaal verplaatste zich naar op dat moment rendabelere investeringen zoals speculatie in grondstoffen en immobiliën. Maatschappelijk heeft deze speculatie uiteraard weinig nut, maar dat deert niet: kapitaal wordt in dit systeem niet geïnvesteerd om behoeften te bevredigen, maar om winst te genereren. Intussen lijdt de reële economie al 30 jaar onder lage investeringen, slinkende werkgelegenheid of zelfs desindustrialisatie van hele regio’s.
Aangezien speculatie op zich helemaal geen meerwaarde oplevert, kon het sprookje van de zeepbellen niet blijven duren. We zagen dit soort ‘bubbles’ het laatste decennium uiteenspatten bij achtereenvolgens de Aziatische crisis, de dotcom-crisis, de speculatie met olie, de crisis op de huizenmarkten… De zeepbellen barstten één voor één in een opeenvolging van crisissen van het systeem als was het een chronische ziekte die zich soms latent, maar even vaak manifest en met vernietigende gevolgen voordeed.
Samengevat ligt de oorzaak van de aanstormende recessie dus niet bij de huidige financiële crisis. De financiële crisis is daarentegen wel een symptoom van een aanhoudende crisis van het kapitalistische systeem die in feite al bezig is sinds eind jaren ’70 en die men telkens weer op kunstmatige manier heeft trachten uit te stellen.
Wanneer ons naar een alternatief gevraagd wordt, verwijst men steeds naar het failliet van de stalinistische Sovjet-Unie. Voor ons was de Sovjet-Unie een afgrijselijke karikatuur van het socialisme. Niettemin was de val van de SU een grote nederlaag voor de arbeidersbeweging omdat met de SU het enig bestaande systeem dat niet op het kapitalisme gebaseerd was, plotseling wegviel. Het kapitalisme heeft in die zin nooit ‘gewonnen’ zoals sommigen stelden, het is alleen‘overgebleven’ na de val van het stalinisme, ook al stond het kapitalisme toen in sommige landen eveneens aan de vooravond van een ernstige recessie. Uitstel leidde in dit laatste geval niet tot afstel.
Wat is nu de rol van de overheid in deze puinhoop? In een kapitalistische maatschappij is de overheid gedwongen om de accumulatie van kapitaal draaiende te houden. Winsten werden de laatste decennia opgedreven via een neoliberaal beleid: afslanking van openbare diensten, privatiseringen en massale lastenverlagingen voor bedrijven. Wanneer men nu naar nationalisaties teruggrijpt om wat over is van het systeem toch veilig te stellen, illustreert dat alleen het failliet van de liberale recepten om de economie te ondersteunen. De kapitalistische klasse is als het ware verplicht om via socialistische recepten haar eigen belangen veilig te stellen. Socialisme van de rijken dus: ‘De winsten incasseren, verliezen collectiviseren’.
Van een socialisme, zoals Marx als alternatief op het kapitalisme zag, is hier geen sprake. Socialisme is volgens Marx een overgangsfase naar het communisme… Socialisme betekent dat de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle geplaatst worden. Energie, voeding, kredietinstellingen, etc… zouden in die optiek openbare diensten moeten zijn; uitgebaat in het belang van de bevolking en niet vanuit de winstlogica. Dit zou op termijn zorgen voor de uiteindelijke uitwissing van klassenverschillen, waardoor de staat – zoals we die nu kennen -overbodig wordt. Waarom Albrecht beweert dat de marxistische ‘doctrine’ voorspelt dat de staat vandaag zou verdwenen zijn, is ons een volslagen raadsel.
Marx heeft steeds gesteld dat het kapitalisme ooit een progressief systeem geweest is. Het heeft de industrialisatie mogelijk gemaakt en tot ongekende stappen voorwaarts geleid. Maar ooit botst elk systeem op zijn grenzen en vandaag is het kapitalisme duidelijk geen progressieve factor meer. Het kapitalisme vormt vandaag een rem op de emancipatie van volkeren, het vernietigt ons ecologische systeem, haar ooit progressieve ideologische voortbrengselen zoals democratie en rationaliteit en uiteindelijk zelfs haar eigen productie. Meer dan ooit is er dus nood aan een socialistisch alternatief.
Moge deze tekst trouwens een bewijs zijn dat de linkerzijde vandaag wel nog Marx leest en bestudeert. Wij kunnen prof. Dr. Albrecht alleen aanraden om dat ook te doen, vooral gezien de enorme kemels die de professor in zijn opiniestuk schiet wat betreft zijn kennis over het marxisme.