Stonewall 1969, moderne holebi-beweging kwam tot stand op basis van strijd
De rellen in Stonewall in 1969 vormden een keerpunt in de strijd voor holebirechten. Recente gewelddaden geven echter aan dat de strijd zeker nog niet is gestreden. We gaan na wat het belang was van de gebeurtenissen in Stonewall in het vormen van de holebi-beweging en de strijd voor gelijke rechten.
Op 27 juni 1969 was er een onopvallende gebeurtenis in Greenwich Village in New York. Er gebeurde iets wat duizenden keren eerder was gebeurd in de VS. De politie voerde een razzia uit in een homobar.
Alles gebeurde aanvankelijk volgens het normale ritueel: zeven agenten in burger en een geüniformeerde agent kwamen binnen en kondigden hun aanwezigheid aan. Het personeel van de bar stopte onmiddellijk met het serveren van hun veel te dure drank (aangelengd met water), terwijl hun maffia-bazen snel het hazenpad kozen. De agenten vragen de identiteitspapieren van alle aanwezigen en begeleiden hen naar buiten waar ze in klaarstaande combi’s worden geleid, terwijl anderen opzij worden geduwd.
Op een bepaald ogenblik wordt het normale script verlaten door de “usual suspects” die beslissen om terug te vechten. Er is tot op vandaag een hevige discussie over welk incident leidde tot de rellen. Was het een lesbische vrouw in mannenkleren die inging tegen haar arrestatie of was het een drag queen die tussenkwam en zich ostentatief opstelde tussen de agenten en de ingang van de bar?
Een veteraan van de holebistrijd, Craig Rodwell, stelde: “Er waren een aantal incidenten die tegelijk plaatsvonden. Het was niet één iets dat gebeurde of één persoon, er was gewoon een groepsgevoel van enorme woede”.
De groep van opgepakte klanten van de bar begon met het gooien van muntstukken naar de agenten, een verwijzing naar het beruchte omkopingssysteem waarbij politiechefs grote sommen smeergeld kregen van bars waar holebi’s kwamen. De muntstukken werden al snel gevolgd door flessen, stenen en andere zaken. Er werd geroepen en de opgepakte holebi’s in de combi’s werden bevrijd. Agent Pine stelde later: “Ik had al deelgenomen aan gevechtssituaties, maar ik was nooit zo bang als op dat ogenblik.”
Pine gaf bevel aan zijn ondergeschikten om zich terug te trekken in de lege bar waar alles werd vernield. Zelfs een heteroseksuele folkzanger die op het foute ogenblik binnenstapte, werd hard in elkaar geslagen door de agenten. Later op de avond verloor een tiener twee vingers toen zijn hand klem zat tussen een autodeur. Anderen moesten naar het ziekenhuis omwille van het politiegeweld. De historicus die over de rellen schreef, Martin Duberman, stelde dat de politie probeerde om groepen eruit te pikken voor een speciale behandeling. Jonge mannen of “verwijfde” personen kregen een extra harde aanpak.
Pine en zijn agenten werden bijna levend verbrand toen iemand brandstof binnen goot in de bar en probeerde om vuur te stichten. Een parkeermeter werd uit de grond gerukt en gebruikt als stormram. De omstaanders riepen slogans als “Gay power” en het nieuws van de acties verspreidde snel doorheen Greenwich Village waarop honderden holebi’s, zowel zwarten, blanken als Hispanics en voornamelijk arbeiders, samenkwamen op Christopher Street in de buurt van Stonewall Inn, de bar waar de politie zich bevond. De politie kreeg versterking van de oproerpolitie die gespecialiseerd was in het aanpakken van protestacties tegen de oorlog in Vietnam.
Duberman beschreef dit als volgt: een groep van enkele tientallen sterk uitgeruste oproeragenten probeerden traag vooruit te gaan op Christopher Street. Ze waren ingehaakt en slaagden erin om de betogers traag achteruit te drijven, maar – in tegenstelling tot wat de politie had verwacht – gaven de betogers niet toe en liepen ze niet weg. Een groep liep wel weg maar hergroepeerde zich aan de andere kant van de agenten waardoor deze stilaan omsingeld waren. Hierop sloegen ze iedereen die binnen hun handbereik kwam.
Dit scenario herhaalde zich meermaals. De politie slaagde erin om de betoging te ontbinden, maar ze hergroepeerden telkens op een andere plaats. De politie kreeg op een bepaald ogenblik af te rekenen met een lijn van grijnzende drag queens die met hun armen inhaakten bij elkaar terwijl ze tegelijk hun hoge hakken in de lucht zwierden in pure Rockettes-stijl. Ze zongen een eigen compositie: “We are the Stonewall girls. We wear our hair in curls. We wear no underwear. We show our pubic hair… We wear our dungarees. Above our nelly knees!”
Dat was een antwoord op de repressieve aanpak van de politie die onverwacht aankwam bij die politie. De volgende avond waren er opnieuw betogingen met duizenden deelnemers. Er werden pamfletten verspreid met als titel: “Weg met de maffia en de flikken uit de holebi-bars”. De protestacties duurden zo’n vijf dagen.
Na de rellen waren er intense discussies in de holebi-gemeenschap van de stad. In de eerste week van juli kwam een kleine groep holebi’s samen om een nieuwe organisatie op te zetten, het “Gay Liberation Front”. Die naam werd bewust gekozen omwille van de associatie die kon worden gemaakt met de anti-imperialistische strijd in Vietnam en Algerije. Delen van het GLF namen ook deel aan solidariteitsacties voor de opgepakte Black Panthers. Ze zamelden geld in voor stakende arbeiders en maakten het verband tussen de strijd voor holebi-rechten en de strijd voor socialisme.
Een holebi-magazine uit New York publiceerde een speciale editie van haar blad over de rellen. In dit nummer was er ook een positieve bespreking van John Reed’s boek over de Oktober revolutie, “Tien dagen die de wereld schokten”. In het daaropvolgende jaar werden groepen van het GLF opgezet in ondermeer Canada, Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, België, Nederland, Australië en Nieuw-Zeeland.
Het woord “Stonewall” is de geschiedenis ingegaan onder holebi’s. Het is een symbool voor de opstand van de holebi-gemeenschap tegen onderdrukking en voor de strijd voor volledige gelijke rechten op alle vlakken. Vandaag bestaat het GLF niet meer, maar is het idee van “Gay Power” nog steeds aanwezig. Zo vormde dit de aanleiding voor de jaarlijkse betogingen van “Gay Pride” in tal van landen.
Ontwikkeling van een sub-cultuur
Waarom vonden de gebeurtenissen van Stonewall plaats op dat ogenblik? Hoe was het mogelijk dat acties van minder dan 200 mensen zorgden voor een breder protest en voor de ontwikkeling van Gay Liberation?
De historicus John D’Emilio schreef in zijn boek “Sexual Politics, Sexual Communities” uit 1983 over de voorgeschiedenis van Stonewall. De auteur toont aan hoe het proces van industrialisering en verstedelijking, waarbij de plantage-arbeiders naar de steden trokken om te werken, het makkelijker maakte voor Amerikaanse holebi’s om hun seksualiteit te ontdekken en te beleven. Tegen 1920 was er een holebi subcultuur ontwikkeld aan de Barbary Coast van San Francisco, het Franse kwartier van New Orleans en in Harlem en Greenwich Village in New York.
Er hebben doorheen heel de geschiedenis holebi’s bestaan. De samenleving stond echter anders tegenover hen op verschillende ogenblikken van de geschiedenis. Het belang van de sociale verandering die hierboven werd aangehaald en de ontwikkeling van een subcultuur, zorgden ervoor dat een groeiend aantal holebi’s uit het isolement van de kleine landelijke gemeenschappen wilde stappen. Ze kwamen in aanraking met andere holebi’s en begonnen deel te worden van een bredere holebi-gemeenschap.
In de samenleving waren er nog altijd straffen op homoseksualiteit. Er waren in verschillende Amerikaanse staten wetten tegen seks met een partner van hetzelfde geslacht. Eenvoudige uitingen van affectie op publieke plaatsen kon leiden tot bestraffing indien het ging om twee mannen of twee vrouwen die elkaars hand vasthielden. Zelfs een verklaring dat je homo of lesbo was, kon leiden tot een opname in een psychiatrische instelling zonder enige mogelijkheid tot verweer.
Binnen de embryo’s van de nieuwe subcultuur waren er vooral jonge homo’s en minder vrouwen, omwille van hun grotere economische afhankelijkheid waardoor het voor vrouwen moeilijker was om buiten de sociale normen te treden. Tijdens WO2 kwam daar verandering in. De routine van de vredestijd werd doorbroken, waardoor er ook meer ruimte was voor holebi’s (zowel mannen als vrouwen) om vrijer om te gaan met hun seksuele geaardheid.
Vrouwen kwamen op de arbeidsmarkt en ook in het leger, waardoor er ook meer economische onafhankelijkheid was waardoor er ruimte was om de eigen seksualiteit te zoeken. In de documentaire “Before Stonewall”, stelde een lesbische vrouw die in het leger zat dat ze samen met een andere vrouwelijke militair – wellicht ook een lesbische – bij de generaal werd geroepen.
Generaal Eisenhower – over deze generaal ging het – vertelde haar dat hij wou dat alle lesbische vrouwen uit het bataljon zouden worden verwijderd. Hij vroeg de twee vrouwen om een lijst te maken van lesbische vrouwen. Ze antwoordden hem dat ze graag zo’n lijst zouden maken, maar dat hij dan alle chauffeurs, secretarissen,… zou moeten vervangen en dat hun eigen namen bovenaan de lijst zouden staan. Eisenhower was uit zijn lood geslagen en trok het idee in. Enkele jaren later zou Eisenhower als president de anti-communistische heksenjachten van het McCarthyisme steunen, daarbij werd ook gezocht naar “seksuele perverten”.
Hernieuwde repressie
De terugkeer van de vredestijd zorgde ervoor dat er einde kwam aan de tijdelijke openheid tegenover holebi’s. Miljoenen Amerikanen hadden in het leger homo’s of lesbiennes ontmoet. Maar na de oorlog kwam de normale routine terug. De meeste ontmoetingsplaatsen voor holebi’s sloten de deuren. De vrouwen trokken terug naar huis nu de soldaten terugkwamen en in de fabrieken gingen werken.
Het tijdperk van conservatisme op seksueel vlak kwam terug en er kwam een donkere periode voor holebi’s. Maar de geest van lesbische en homo-experimenten was uit de fles gekomen. De zaken zouden nooit meer hetzelfde zijn. Eén van de blijvende gevolgen was het groot aantal lesbische en homoseksuele ex-soldaten die besloten om de havensteden te blijven omdat er daar enige seksuele vrijheid was, weg van hun families en de druk om te trouwen.
Tijdens de oorlog was San Francisco al wat uitgegroeid tot een centrum en dat was na de oorlog nog steeds zo. Samen met de minder repressieve maatregelen in Californië tegenover bijvoorbeeld holebi-bars, de aanwezigheid van steun voor homoseksualiteit vanuit de literaire beweging van de “Beats” rond schrijvers als Jack Kerouac,… zorgde dit ervoor dat San Francisco de holebi-hoofdstad van de VS werd.
In de VS was er in de jaren 1940 en 1950 een heropbouw van het land en een druk om de consumptie op te drijven. Dat gebeurde tegen de achtergrond van de Koude Oorlog. De autoriteiten legden sterk de nadruk op het model van de orthodoxe gezinskern en familiewaarden. De andere kant van de medaille was een repressieve aanpak tegenover wie buiten dat stelsel stapte, bijvoorbeeld holebi’s.
De onderzoeken van het Comité voor on-Amerikaanse Activiteiten zorgden ervoor dat duizenden holebi’s hun job bij de overheid verloren. Het verbod op de tewerkstelling van holebi’s bij de federale regering bleef van kracht tot 1975. In het district Columbia waren er begin jaren 1950 jaarlijks zo’n 1000 arrestaties. In iedere staat publiceerden lokale kranten de namen van wie vervolgd werd, wat ook leidde tot massale ontslagen. De post opende brieven van holebi’s en gaf de namen van de geadresseerden door. Scholen hielden lijsten bij van wie verdacht werd van holebi-neigingen…
De opkomst van het verzet
Het was tegen deze vijandige achtergrond dat de holebi-rechten beweging in de VS tot stand kwam. In 1948 reeds besliste Henry Hay, een homo en langdurig lid van de Communistische Partij in de VS, om een holebi-groep op te zetten. Dit was een eerste hoofdstuk in wat holebi’s in die periode omschreven als de beweging van “homofielen”.
Net als andere Communistische partijen, stelde de Amerikaanse CP dat het verder bouwde op de traditie van de Oktoberrevolutie in Rusland. Eén van de eerste maatregelen van de Bolsjewieken bestond uit het afschaffen van de criminalisering van holebi’s. Maar de opkomst van het stalinisme in de jaren 1930 leidde tot het terug opkomen van anti-holebi maatregelen. Ook in de CP’s begon er wereldwijd een negatieve houding te ontstaan tegenover holebi’s.
In deze situatie was Hay vastberaden om zijn project door te voeren, wat leidde tot een uitsluiting uit de CP. Hij wees als tegenargument op zijn lange staat van dienst in de partij, maar die weigerde daar rekening mee te houden. Met een kleine groep van medewerkers ging hij verder, daaronder heel wat voormalige leden van de CP. Hij zette de Mattachine Society (MS) op in 1950. De naam kwam van een mysterieuze groep van anti-establishment muzikanten in de Middeleeuwen. Die muzikanten traden enkel op met maskers op en mogelijk ging het om holebi’s.
D’Emilio omschreef het programma van de Mattachine Society als het eenmaken van geïsoleerde holebi’s, het vormen van holebi’s zodat ze zichzelf zien als onderdrukte minderheid, en het organiseren van een strijd voor hun eigen emancipatie. Hay riep op voor een “ethische homoseksuele cultuur” en vergeleek dit met de opkomende culturen van de zwarten, Joden en Mexicaanse bevolkingsgroepen in de VS. De MS had lokale discussiegroepen opgezet om dit “ethisch” programma te promoten. Deze discussiegroepen stelden dat “emotionele stress en geestelijke verwarring” onder homo’s en lesbiennes “sociaal bepaald” werd.
Ondanks de Stalinistische degeneratie in de Amerikaanse CP, waarin Hay twee decennia lang actief was, hadden de oprichters van de MS een marxistische methode in het verklaren van de positie van holebi’s en het uitwerken van een weg vooruit. Voor de structuur van de MS maakte Hay gebruik van de methoden die hij in de CP had geleerd ten tijde van de vervolging door de autoriteiten, maar ook met de achtergrond van een toename van ondemocratische methoden van het stalinisme in de arbeidersbeweging.
Tegenover de onderdrukking van holebi’s in de samenleving vormde de MS een netwerk van cellen onder leiding van een comité met Hay en andere leiders. Die toplaag was niet gekend onder basisleden, er werd gewerkt met vijf lagen in een hiërarchische structuur. Gedurende drie jaar kenden de discussiegroepen van de MS een geleidelijke groei. Vanaf 1952 versnelde de groei na een overwinning op de politie toen die een lid van de MS in Los Angeles had beschuldigd, maar die klachten moest intrekken. Dat gebeurde na een campagne door een frontorganisatie met de naam “Citizens Committee to Outlaw Entrapment”.
Het jaar nadien was er een onderzoeksartikel verschenen door een McCarthyaanse journalist in Los Angeles waarop de leiding besloot om een “democratische conventie” te organiseren. Toen deze bijeenkomst plaatsvond, kwam er kritiek van de basis door conservatieve en anti-communistische elementen. Die eisten dat Hay een loyaliteitseed zou invoeren, een tactiek die meermaals werd toegepast door aanhangers van McCarthy. De radicale leiding slaagde erin om alle resoluties van de oppositie te laten wegstemmen.
Maar Hay en zijn kameraden besloten om geen kandidaat te zijn voor de leidinggevende posities in de organisatie die ze zelf hadden gesticht en opgebouwd. Hierdoor kwam de leiding van de groep in handen van de conservatieven. Velen die de aanvankelijke doelstellingen hadden gesteund, verlieten de groep. Het duurde twee jaar vooraleer het ledenaantal terug op hetzelfde niveau stond. Als de groep van Hay was gebleven, had dit een aantrekkingskracht kunnen hebben op militante holebi’s. Nu verloor de beweging een decennium.
De oprichters van de MS stonden voor een vroege versie van “gay pride”, maar de nieuwe leiding weerspiegelde de sociale vooroordelen die bestonden tegenover holebi’s. De nieuwe voorzitter, Kenneth Burns, schreef: “We moeten de schuld voor ons lot bij onszelf zoeken… Wanneer zullen de homoseksuelen zich realiseren dat sociale hervorming pas effectief is als het voorafgegaan wordt door persoonlijke hervorming?”
De positie van de nieuwe leiding was dat holebi’s niet moeten strijden voor veranderingen in de Amerikaanse samenleving maar moeten zoeken naar “respectabele” dokters, psychiaters,… die deel uitmaken van het establishment en zo voor een positievere houding kunnen zorgen. De meeste leden van het establishment dachten echter nog steeds dat homoseksualiteit een ziekte was. Anti-holebi experts mochten van de nieuwe leiding artikels schrijven in de publicaties van MS, waarbij sommige artikels vandaag als verschrikkelijk zouden worden gezien door holebi-activisten.
Tegen het einde van deze periode was er een dergelijke expert, Albert Ellis, die op een conferentie van de MS stelde dat “de exclusieve homoseksueel een psychopaat is”. Iemand uit het publiek antwoordde: “Gelijk welke homo die bij jou voor een behandeling zou komen, moet wel een psychopaat zijn”.
De opkomst van een holebi-activisme
Heel wat holebi’s die nog niet uit de kast waren gekomen, namen deel aan de campagnes van de zwarten voor burgerrechten. In de jaren 1950 en 1960 nam de invloed van de burgerrechtenbeweging toe en dat had ook gevolgen binnen de beweging van homofielen. Het holebi-establishment rond figuren als Burns lagen steeds meer onder vuur van een nieuwe generatie van militante activisten.
Dit leidde ertoe dat de leiding van de Mattachine Society en een gelijkaardige conservatieve lesbische groep (DOB, Daughters of Bilitis) besloot om de nationale structuur op te doeken toen ze vreesden dat deze in de handen zou vallen van radicalen. Individuele leden en afdelingen van MS en DOB besloten om zich te blijven organiseren. Ook elders waren er nieuwe militante leiders die een meerderheid behaalden, vaak na serieuze strijd.
Een invloedrijke figuur in dit proces was de astronoom Frank Kameny die was ontslagen uit overheidsdienst tijdens de anti-holebi zuiveringen. Hij trok naar de rechtbanken, maar kreeg geen gelijk. Daarop kwam hij tot de conclusie dat de VS-regering hem “de oorlog had verklaard”, waarop hij voltijds actief werd als holebi-activist. Kameny was razend op de oude leiding van de homofiele beweging en hun onderdanigheid aan het medische establishment: “Een bevooroordeelde geest bevat geen informatie en kan niets worden geleerd”. De echte experts over homoseksualiteit, waren de holebi’s zelf. Dat was het standpunt van Kameny. Frank Kameny stelde over de organisaties van de zwarte burgerrechtenbeweging: “Ik zie de NAACP en CORE zich niet bezig houden met onderzoek naar het chromosoom of de genen die zorgen voor een zwarte huidskleur, of over de mogelijkheid om een zwarte af te bleken.” De strijd van de zwarten leidde tot slogans als “Black is beautiful”. Kameny speelde daarop in met de slogan “Gay is Good” en hij slaagde erin om de homobeweging deze slogan te laten overnemen in de aanloop naar Stonewall.
De militante activisten begonnen publieke campagnes met slogans en directe acties, wat leidde tot een offensief tegen de politie en de regering, het verbod op tewerkstelling en een reeks andere maatregelen. De conservatieve leiders van de MS en de DOB hadden hun leden aangeraden om afstand te houden van de holebi-bars in de arbeidersbuurten. Maar tegen de jaren 1960 werden de holebi-bars een centraal forum voor activisten om te recruteren voor holebi-activisten en om campagnes te organiseren. D’Emilio omschreef dit als “het samenkomen van de beweging en de sub-cultuur”.
Twintig jaar nadat Henry Hay voor het eerst het idee van de MS lanceerde, was de Amerikaanse samenleving sterk veranderd. De opkomst van de vrouwenbeweging (met een prominente rol voor lesbische activisten), het proces van de zwarte burgerrechtenbeweging die steeds meer een beweging van “black power” werd (waarbij delen van de beweging socialistische standpunten innamen), de revolte tegen de VS-oorlog in Vietnam op de Amerikaanse campussen (mee beïnvloed door mei 1968 in Frankrijk) en neveneffecten zoals de persoonlijke relaties in groepen als de hippies, zorgden er allemaal voor dat de holebi-campagnes een meer militante fase ingingen.
Eén van de stromingen binnen het Gay Liberation Front stelde dat er een revolutionaire strijd nodig was tegen het kapitalisme om te bouwen aan een socialistische samenleving om zo een einde te maken aan de onderdrukking van holebi’s.
Craig Rodwell kwam tot deze conclusie: “Er was een erg actief politiek gevoel, zeker onder jongeren… toen de nacht van de rellen van Stonewall plaatsvonden, kwam alles samen op hetzelfde ogenblik. Velen vragen zich af wat er zo speciaal was aan die nacht… Er was niet één specifiek punt speciaal. Het was alles dat samen kwam, één van die momenten in de geschiedenis waarvan je weet: dit is het, dit is waar we op hadden gewacht.”