Zuid-Afrika. Barbarij van het kapitalisme komt tot uiting in geweld tegen migranten, een waarschuwing voor de arbeidersbeweging

De golf van xenofoob geweld in de zwarte wijken rond Gauteng in Zuid-Afrika heeft de afgelopen dagen minstens 30 levens gekost, meer dan 10.000 mensen zijn dakloos geworden en zoeken toevlucht in politiekantoren, kerken en huizen van sympathisanten. Zimbabwanen organiseren bussen om uit deze hel weg te trekken en terug te keren naar een andere hel: de catastrofale omstandigheden in Zimbabwe waar de economie in elkaar gestort is en het geweld van het regime Mugabe aan de macht moet houden. Er werden speciale treinen ingezet om de migranten naar Zimbabwe en Mozambique te brengen.

De aanvallers richtten zich tegen zwarte Afrikaanse migranten uit Zimbabwe, Mozambique, Somalië, Malawi, Zambia of Nigeria. Ze werden aangevallen met machetes, messen, hamers,… in een barbaarse uitbarsting van woede en haat. In één van de meest verschrikkelijke incidenten kwam een migrant uit Malawi om toen hij levend werd verbrand, een methode die doet denken aan het geweld dat soms plaatsvond tijdens de anti-apartheidsstrijd tegenover collaborateurs die met het blanke minderheidsregime samenheulden. In meer dan 10 voorsteden (townships) werden krotten, gekraakte huizen en geïmproviseerde winkels (“spaza”-winkels) vernield. Het feit dat arme Afrikanen zich zijn gaan richten tegen andere arme Afrikanen, heeft ervoor gezorgd dat veel migranten alles wat ze hadden zijn verloren.

De meerderheid van de zwarte arbeidersklasse is het niet eens met de xenofobe gevoelens die hebben geleid tot dit geweld. Zelfs de minderheid die de aanwezigheid van concurrenten voor laag betaalde jobs concreet ervaart, is afgeschrikt door dit geweld. Het dominante gevoel onder de arbeiders is er één van afkeer en afschuw tegenover het geweld en de horror. De realiteit is echter ook dat er tot nu toe geen georganiseerd verzet was, geen tegenbetogingen en geen georganiseerde verdediging van de migranten.

Snelheid van het geweld

Het gebrek aan reactie kwam deels door de snelheid waarmee het geweld zich heeft verspreid. Het lijkt er steeds meer op dat er een zekere organisatie zat achter de uitbarsting van geweld, ook al is het duidelijk dat er onder de meest armoedige en wanhopige delen van de arbeidersklasse een immens ongenoegen is dat zich kan uiten in geweld tegenover migranten. Dit gevoel komt voort uit de condities van armoede en wanhoop. Het wordt gebruikt door bewuste politieke opportunisten die alles willen aangrijpen om zichzelf op te werpen als krijgsheren. Sommigen politieke partijen willen enerzijds de voordelen genieten van regeringsdeelname, maar zijn tegelijk ook betrokken bij criminele activiteiten zoals het stelen of verkrachten.

De context voor de uitbarsting van geweld wordt gevormd door de volledige demobilisering van de arbeidersklasse, zeker in de townships, wat heeft geleid tot een lager bewustzijn. Dat ging samen met een scherpe bocht naar rechts bij het ANC en een morele en politieke degeneratie van de elite. Strijdorganen die vroeger bestonden, zoals “locals” (groepen in de townships opgezet door Cosatu in de strijd tegen de apartheid en het kapitalisme in de jaren 1980), zijn grotendeels verdwenen. Heel wat activisten van toen zijn nu actief voor de regering of werken in parastatalen (bedrijven die geheel of deels door de overheid worden gecontroleerd) of private bedrijven. In de afdelingen van het ANC werden arbeiders aan de kant geschoven door carrièristen en opportunisten. Conflicten binnen het ANC worden nu opgelost door massaal binnen te vallen op bijeenkomsten of vergaderingen. Tijdens het provinciale congres van de Noordwestelijke afdeling van de ANC Jongerenliga, werden flesjes gevuld met urine gegooid naar tegenstanders. Bij de begrafenis van een corrupte ANC-leider in Limpopo werd gevochten.

De regering beantwoordt deze situatie met een geheel van verwarring en onbegrip over de oorzaken van het geweld. Justitieminister Nosiviwe Mapisa-Nqacula (de vrouw van voormalige voorzitter van de Communistische Partij die nu minister van veiligheid is, Charles Nqacula) stelde eerst dat er hulp zou geboden worden aan alle migranten om terug te keren naar hun eigen land. Enkele dagen later beloofde ze alle migranten dat ze voor het einde van de week terug naar hun huizen in Zuid-Afrika zouden kunnen gaan.

Het ministerie van binnenlandse zaken zorgde er zelf (samen met de politie) voor dat er een negatieve sfeer was tegenover de migranten. Een regering die beweert op te komen voor een zogenaamde “heropstanding” en een “Afrikaanse eeuw” onder leiding van de filosoof-president Mbeki, kwam terug op de intrekking van de wet op de controle van vreemdelingen die in 1991 werd afgeschaft. De krant “Post of Zambia” stelde dat deze wet een “archaïsch onderdeel van de apartheidswetgeving” is, “in strijd met de internationale normen van de mensenrechten en de Zuid-Afrikaanse grondwet.”

Onverschilligheid en ontkenning

De boodschap van geweld en haat tegen de migranten, leidde enkel tot onverschilligheid en zelfs de ontkenning van de systematische aanvallen op migranten in Western Cape vorig jaar en in Pretoria eerder dit jaar. Er is van de regering een vijandigheid tegenover het geven van politiek asiel aan vluchtelingen uit Zimbabwe. Er wordt een kunstmatig onderscheid gemaakt tussen politieke en economische vluchtelingen. Daarnaast loopt de asielprocedure lange vertragingen op.

Tegelijk was er een toename van willekeurige arrestaties en geweld van de politie tegen wie een zwarte huid heeft. Een aantal blanke Afrikaner boeren in de buurt van de grens met Zimbabwe wilden uiteraard niet onderdoen en gingen over tot een macabare sport: het jagen op migranten die proberen voorbij de grens te raken als waren dit wilde dieren.

De elite van het ANC – wat geldt voor zowel de fracties rond Mbeki als deze rond Zuma – is enkel bezig met een obsessieve poging tot zelfverrijking. Daartoe wordt beroep gedaan op de grote bedrijven en de banken die steeds meer ieder aspect van het politieke en economische leven controleren. Dit heeft de laatste resten van politieke en morele autoriteit van de ANC-leiding ondergraven.

Niets is nog veilig voor het beleid van de regering. Het schandalige beleid tegenover HIV en Aids zorgt ervoor dat de begrafenissector een sterke groei kent met 1.000 doden per dag. In Lindelani werd een privaat gesloten centrum voor illegale migranten opgezet, tienduizenden worden ieder jaar gedeporteerd vanuit deze gevangenis die gekend staat voor zijn onmenselijke omstandigheden en politiegeweld. Een kleine groep zwarten haalt hier voordeel uit, vaak dezelfden die tijdens de strijd tegen de apartheid beroep moesten doen op de gastvrijheid in de buurlanden naarwaar de illegalen nu worden gedeporteerd.

De ANC-leiding heeft het geweld veroordeeld, maar probeert tegelijk te ontkennen dat het geweld iets te maken heeft met de armoede en werkloosheid. Er wordt enkel gesteld dat het werk is van criminelen of machinaties van “rechtse populisten”. Alsof ze op een andere planeet leven, maakten ANC-leiders pamfletten over hoeveel de regering heeft bereikt op het vlak van de bouw van huizen, het voorzien van elektriciteit, water, sanitair,…

Gevolgen van het neoliberaal beleid

Het neoliberaal beleid heeft geleid tot 40% werkloosheid en een scherpe kloof tussen arm en rijk. De werkenden worden steeds armer en kennen meer schulden. Een kleine zwarte elite, de zogenaamde “zwarte diamanten”, wordt intussen steenrijk. Deze rijkdom wordt op een arrogante wijze tentoon gespreid vanuit het idee dat de arme massa’s maar geduldigd moeten zijn en wachten tot ze ook rijk worden.

Het ANC heeft niets gedaan aan de gebrekken van het openbaar vervoer in de townships (waar de zwarten werden gedumpt door het apartheidsregime). De regering voorziet wel in nieuwe spoorlijnen voor de rijken met speciale zakentreinen tussen Soweto en Johannesburg of Pretoria, met op de trein zelfs gratis exemplaren van zakenkranten. Deze treinen zijn niet betaalbaar voor arbeiders. Het prestigieuze en erg dure project van een ondergrondse trein komt er niet vanuit de townships naar de stadscentra, maar vanuit het zakencentrum naar de luchthaven.

Toen recent de elektriciteit meermaals uitviel en de voedselprijzen sterk stegen, stelde de minister van energie dat het beter was indien iedereen wat vroeger zou gaan slapen. Dan heb je geen licht nodig en je wordt er nog slimmer van ook, aldus de minister. De minister van financiën stelde dat de stijgende voedselprijzen de mensen ertoe zullen aanzetten om meer eigen groenten te kweken in hun tuin. Het is uit de grote vijver van ongenoegen tegen de sociale omstandigheden en het gebrek aan politieke antwoorden, dat de reactionaire elementen de xenofobe aanvallen konden vissen.

Het was te verwachten dat het ANC geen leiding zou geven aan deze crisis, maar nog opvallender is de afwezigheid van een sterk antwoord van de georganiseerde arbeidersklasse en in het bijzonder Cosatu. De vakbondsfederatie riep op tot een betoging tegen de aanvallen op migranten, maar er kwam geen campagne en de betoging was amper bekend waardoor er slechts 300 aanwezigen waren. Cosatu sprak zich uit tegen het geweld en riep op tot “Afrikaanse eenheid”. Als arbeidersorganisatie wordt ook verbaal ingegaan tegen het patronaat. Tegenover de regering is er slechts bedekte kritiek. Cosatu wil de arbeiders niet mobiliseren rond deze kwestie omdat er te snel vragen zouden komen over het verband tussen het geweld en het beleid van regering en patronaat.

Weinig kritiek van Cosatu op ANC

De leiding van Cosatu is vastberaden om te blijven deelnemen aan de Tripartite Alliantie met de Communistische partij en het ANC. De leiding van Cosatu is blij dat het in de strijd voor het ANC-voorzitterschap op de conferentie in Limpopo erin geslaagd was om Mbeki te verslaan en hun eigen man, Zuma, in het zadel te heffen. Hierna was de leiding van Cosatu nog terughoudender voor eventuele kritieken op het ANC. Hierdoor begint Cosatu ook steeds meer haar onafhankelijke klassenpositie op te geven.

Ondanks de bocht naar rechts en het verdwijnen van de ideologische basis van de leiding van Cosatu, blijft de arbeidersklasse potentieel de sterkste kracht in de samenleving. Een militante arbeidersleiding zou het verzet organiseren tegen het beleid van het ANC en de aanvallen op migranten, door bijvoorbeeld tegenbetogingen op te zetten naast verdedigingsgroepen of stakingsacties.

De beweging moet zich baseren op het mooie voorbeeld van internationale arbeiderssolidariteit dat werd gegeven door de Transport and General Workers Union (TGWU) toen de dokwerkers weigerden wapens voor Zimbabwe te lossen van een Chinees schip. De vakbond ging daarmee in tegen het beleid van de regering die reeds toelating had gegeven voor het wapentransport. Afgelopen jaar zagen we ook de grootste staking van de openbare diensten uit de geschiedenis van het land. Dit jaar was er voor het eerst een nationale staking van de mijnwerkers rond de kwestie van de veiligheid.

Geweld is waarschuwing voor arbeidersklasse

De week van geweld is een waarschuwing voor de arbeiders. Indien het politieke vacuüm niet wordt gevuld door een arbeiderspartij met een socialistisch programma, zullen er nog pogingen zijn om het ongenoegen (zeker onder de allerarmsten) te misbruiken. Tegen de achtergrond van een slechter wordende economische situatie, zal de objectieve situatie kansen bieden voor rechtse populisten, demagogen en criminelen. Bij de vorige verkiezingen was er al een poging van de Anti-Immigratie Partij, dit soort initiatieven kan groeien indien er geen antwoord komt.

Het aantal xenofobe gewelddaden kan blijven toenemen, ook binnen het ANC is er een toename van spanningen tussen verschillende groepen. Zuma en Mbeki baseerden zich op chauvinistische elementen in hun strijd en dat aspect kan sterker op de voorgrond komen naarmate de splitsing in het ANC dieper wordt.

Komende zaterdag is er opnieuw een betoging van de groep Sociale Bewegingen Indaba, een amalgaam van one-issue campagnes en organisaties zoals het Anti-privatiseringsforum. Cosatu doet vooralsnog niet mee aan deze acties, ook al waren er pogingen om hen zo ver te krijgen.

In de toekomst zijn racistische aanvallen onvermijdelijk indien er geen antwoord komt op de tekorten van het kapitalisme. Daartegenover is er nood aan arbeiderseenheid via een arbeiderspartij met een socialistisch programma.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop