Opstand in Tibet. Brutale repressie door Peking

Duizenden agenten en soldaten werden ingezet in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa na de ernstigste rellen sinds zowat 20 jaar. Er kwamen meer dan 80 mensen om en er vielen honderden gewonden volgens Tibetaanse ballingen. De Chinese autoriteiten houden het op 16 doden, waaronder 3 Tibetaanse jongeren die omkwamen toen ze “van een dak sprongen”.

De protestacties begonnen meer dan een week geleden en hebben geleid tot ernstige rellen in de Tibetaanse hoofdstad op 14 maart. Volgens officiële bronnen werden daarbij 300 huizen en winkels in brand gestoken. Op zondag en maandag verspreidde het protest zich naar de Tibetaanse regio’s in de buurprovincies Sichuan, Qinghai en Gansu. Er was zelfs een zitactie van zo’n 100 Tibetaanse studenten in een park van het Haidian district in de Chinese hoofdstad Peking.

Minder dan vijf maanden voor de Olympische spelen koos de Chinese dictatuur ervoor om het protest in Tibet snel neer te slaan. Er wordt van uit gegaan dat Westerse mogendheden slechts beperkt zullen reageren en meer rekening houden met hun economische banden met China. Vanuit de VS, EU en andere regeringen kwamen er standaardverklaringen dat men “bezorgd” is. Tegelijk werd duidelijk gemaakt dat de houding van China tegenover de Tibetanen de verhoudingen met China niet in het gedrang brengt. In de regio hebben de regeringen van India en Nepal protestacties van Tibetanen gewelddadig aangepakt. In Lhasa waren er huiszoekingen om “relschoppers” te zoeken. De officiële media heeft het over een “oorlog” tegen de separatisten. Er is een noodtoestand uitgeroepen in Lhasa en andere Tibetaanse gebieden. In de regio Aba in de provincie Sichuan zouden volgens onbevestigde berichten eveneens acht Tibetaanse doden zijn gevallen afgelopen zondag.

In plaats van de “stabiliteit” te herstellen, leidt de nieuwe rond van staatsgeweld misschien wel tot “vrede” in Tibet voor de Olympische Spelen, maar het verergert intussen enkel maar een situatie die al explosief is. De Tibetaanse jongeren, waaronder velen die van het platteland komen waar drie vierden van de bevolking wonen, hebben een wanhopig bestaan in Lhasa en andere steden waar ze werk zoeken en te maken krijgen met discriminatie, politiegeweld en slecht betaalde jobs. Ondanks een enorme toename van de bouwsector en een economie die vorig jaar met 13,8% groeide, is er in de Tibetaanse regio één van de grootste kloven tussen rijk en arm van heel China. Terwijl rijke Chinezen rondrijden in dure buitenlandse wagens, komen veel jongeren in de criminaliteit of prostitutie terecht om te overleven. In de landelijke gebieden van Tibet bedragen de gemiddelde inkomens slechts een derde van het algemene Chinese gemiddelde. De toevloed van rijke Chinese investeerders werd versterkt toen twee jaar geleden een nieuwe spoorlijn werd geopend. Officieel bestaat de bevolking nog uit 78% etnische Tibetanen, maar met migrante arbeiders uit andere provincies, soldaten en rijke investeerders meegerekend is er in de realiteit al een overwicht van Han Chinezen in de Tibetaanse hoofdstad.

Onder leiding van de “kliek” rond de Dalia Lama?

Het is moeilijk om een gedetailleerd beeld te krijgen van wat er momenteel gebeurt in Tibet. Het regime beperkt de mogelijkheden voor de media en er is een informatiestop. Buitenlandse journalisten moesten het gebied verlaten. Televisieploegen uit Hong Kong en Macau werden eveneens uit het gebied gezet en hun filmmateriaal werd in beslag genomen. De Hong Kongse journalistenassociatie heeft reeds geprotesteerd bij de Chinese autoriteiten. Een aantal journalisten werden urenlang vastgehouden voor ze werden vrijgelaten. De censuur strekt zich ook uit over het internet. Buitenlandse sites zoals YouTube zijn geblokkeerd, maar ook nieuwssites zoals pakweg de Britse Guardian werden geblokkeerd. Met Chinaworker.info ondervinden we ook regelmatig dat we geblokkeerd worden. Op Chinese blogs en fora wordt onmiddellijk gecensureerd als er verwezen wordt naar Tibet. Op het Chinese internet heeft Tibet opgehouden te bestaan.

Het regime van Peking voert een propagandaoorlog om haar versie van de gebeurtenissen te verspreiden in China en de rest van de wereld. De uitwijzing van alle onafhankelijke getuigen, met inbegrip van toeristen die massaal worden terug gestuurd, toont echter aan dat de versie van het regime weinig geloofwaardig is. De staatsmedia brengt bizarre verhalen van erg brutale aanvallen op Han Chinezen in Tibet. Het regime wil bovendien een kloof slaan tussen de Tibetaanse bevolking en andere onderdrukte groepen, de arbeiders die zich verzetten tegen bedrijfssluitingen, activisten die ingaan tegen vervuiling, boeren in actie tegen grondonteigeningen,… Deze strijdbewegingen krijgen een zelfde antwoord van de Chinese overheid. Als de officiële versie ook maar een beetje met de realiteit overeenstemde, dan zou het regime er net voor zorgen dat er zeker buitenlandse journalisten aanwezig zijn om verslag uit te brengen. Nu is het duidelijk dat het Chinese regime iets te verbergen heeft.

Peking beschuldigt de “kliek rond de Dalai Lama” ervan dat ze tot de protestacties hebben aangezet. De Boeddhistische religieuze leider bevindt zich met zijn regering in ballingschap in India. Het is duidelijk dat de Dalai Lama niet achter de acties zit, zijn entourage staat voor een toenadering tot Peking in de hoop dat Tibet een vorm van autonomie binnen China zou kunnen krijgen naar het model van Hong Kong. Die strategie wordt door de Dalai Lama de “middenweg” genoemd. Deze “middenweg” wordt steeds meer verworpen door een meer radicale laag van de Tibetaanse bevolking en zeker de jongeren. Net zoals de Israëlische bezetting en repressie de leiding van de meer ‘gematigde’ (namelijk pro-kapitalistische organisaties) heeft ondermijnd, is ook de huidige explosie van Tibetaanse woede een uitdrukking van een verzwakking van de politieke autoriteit van de Dalai Lama en zijn regering in ballingschap. Deze “leiders” hebben hun strategie gebaseerd op het zoeken van steun bij buitenlandse regeringen, de VN en andere kapitalistische instanties om zo druk te zetten op Peking. Dit heeft gefaald aangezien veel regeringen en bedrijven zoveel mogelijk op een goed blaadje willen staan met de Chinese dictatuur in ruil voor economische voordelen.

De splitsingen binnen de Tibetaanse beweging zijn is nu open gebarsten. Een woordvoerder van het Tibetaanse Jongerencongres stelde dat de Dalai Lama niet op de hoogte is van wat leeft onder de Tibetanen toen hij zich weigerde uit te spreken voor een boycot van de Olympische Spelen en toen hij het geweld verwierp. Een Tibetaanse leraar in Dharamsala in India (de zetel van de regering in ballingschap) stelde aan persbureau AFP: “Op dit ogenblik komt de Dalai Lama niet voor in het verhaal. Het gaat om een beweging van het Tibetaanse volk.” Een aantal lagen van Tibetaanse jongeren kijken steeds meer naar het voorbeeld van de guerrillastrijd in Nepal. Nochtans was het een massale beweging in de steden met een algemene staking in april 2006 die een einde maakte aan de monarchie in dat land.

Dat is de achtergrond van de nieuwe opgang van protest. Het komt voort uit de aanhoudende dagelijkse vernederingen, een gevoel van verraad door de buitenwereld en een gevoel dat de leiders in ballingschap niets doen. Meer radicale delen van de Tibetaanse beweging hopen gebruik te maken van de aandacht voor de Olympische Spelen om hun zaak in de aandacht te brengen. Ze hadden hun hoop gevestigd op 10 maart, de herdenking van de mislukte opstand van 1959 tegen het Chinese bewind. Tibetanen in Noord-India organiseerden twee betogingen met als bedoeling om de grens over te steken naar Lhasa. Deze betogingen werden hard aangepakt door de Indische veiligheidstroepen. De acties kregen wel een echo in Tibet waar jongeren, met inbegrip van jonge lama’s (monniken) op straat kwamen voor vreedzame betogingen.

Propaganda-oorlog

De protestacties liepen vrijdag uit de hand toen er op grote schaal rellen, plunderingen en brandstichtingen plaatsvonden. Er zouden daarbij ook aanvallen geweest zijn op Chinezen, brandweermensen en ook op etnische Tibetanen. De door de media gecontroleerde media heeft veel aandacht gegeven aan interviews met slachtoffers van dit geweld. In een beweging zonder organisatie en leiding is het mogelijk dat een laag van vervreemde jongeren deelnamen aan racistisch geïnspireerd geweld. Wij zijn geen voorstander van dat soort acties, het is algemeen geweten dat de politie provocateurs inzet en probeert om verwarring en chaos te creëren om de beweging te discrediteren en een rechtvaardiging te vormen voor een brutale onderdrukking. We zagen hetzelfde in Birma vorig jaar. Militaire adviseurs van het Chinese leger gaven toen tips aan de dictators van Birma over hoe ze een massabeweging konden aanpakken. Bij protestacties in China gebeurt het vaak dat er aanvallen zijn op politievoertuigen en gebouwen van de regering. Dat gebeurt als de woede overkookt en er bij gebrek aan democratische organisaties om de strijd te voeren, geen gedisciplineerde en effectieve strijdmethode wordt vooropgesteld.

Het Chinese regime wentelt de verantwoordelijkheid voor het geweld af op de betogers en stelt de acties voor als racistische anti-Chinese uitbarstingen van geweld. Dat beeld moet dienen om de nationalistische verontwaardiging in andere delen van China te versterken en de kritiek op het repressief beleid in Tibet in de kiem te smoren. Een editoriaal in het door het regime gecontroleerde dagblad Tibet Daily stelde dat dit een “strijd om leven en dood is”. Daarbij wordt gesteld dat er een “oorlog” is tegen het separatisme. De medialeugens uit Peking moeten ook de internationale kritiek beperken. “Kan een democratisch land dat een rechtsstaat is zo’n geweld tolereren?”, vroeg de voorzitter van het regionale parlement in Tibet, Qiangba Puncog, zich af.

De brutale methoden van de veiligheidstroepen in Tibet zijn echter dezelfde die worden toegepast tegen Chinezen als die het aandurven om in actie te komen tegen hun onrechtvaardige positie. Arbeiders en socialisten moeten opkomen voor een einde van de repressie in Tibet, het opheffen van de noodtoestand en het terugtrekken van de paramilitaire politie en het leger. De tragedie van de situatie in Tibet, net als elders in China, is de afwezigheid van onafhankelijke arbeidersorganisaties (vakbonden en partijen) die over de etnische grenzen heen verdedigingscomités zouden kunnen vormen om hun woningen en levens te beschermen, terwijl tegelijk een gezamenlijke strijd wordt opgezet van Tibetaanse en Chinese arbeiders en armen tegen de problemen waarmee ze allemaal worden geconfronteerd: stijgende voedselprijzen, een gebrek aan betaalbare huisvesting, een gebrek aan jobs voor jongeren, openbare diensten die ineenstorten,…

De weg vooruit

Onder de Tibetaanse jongeren is er een gevoel van dringendheid – “er moet iets gebeuren” – zonder duidelijkheid over wat er moet gebeuren. Socialisten verdedigen het recht van de Tibetanen om over hun eigen toekomst te beslissen, met inbegrip van het recht op onafhankelijkheid met garanties en rechten voor de Chinese minderheid en andere etnische groepen binnen Tibet. Om te komen tot een succesvolle beweging in Tibet, moeten lessen getrokken worden uit de eigen geschiedenis maar ook uit andere bewegingen voor nationale bevrijding en tegen despotische regimes. In de regio is duidelijk gemaakt dat nationale onafhankelijkheid op kapitalistische basis de kwestie van armoede onder de massa’s niet oplost. Kijk maar naar de in woorden onafhankelijke staten Bhutan en Nepal. Die staten worden gecontroleerd door buitenlandse machten, de armoede is er schrijnend en het regime is er in handen van ondemocratische en racistische elites. Zelfs deze vorm van “onafhankelijkheid” staat echter niet op de agenda zoals de huidige dictatuur aan de macht is in China. De gematigde voorstellen van de Dalai Lama zullen niet worden toegepast door het Chinese regime omdat dit een domino-effect zou kunnen teweegbrengen van discussies in andere delen van China. Om hun prestige en macht te behouden, kunnen de Chinese leiders de Tibetaanse opstand niet belonen.

Om iets te kunnen inbrengen tegen een dergelijke machtige staat die bovendien gesteund wordt door andere kapitalistische mogendheden, moeten de Tibetaanse massa’s hun strijd verbinden met de strijd voor democratische rechten en tegen de extreme uitbuiting van de Chinese arbeiders. De Tibetaanse jongeren moeten aansluiting zoeken bij strijdbewegingen van Chinese arbeiders en jongeren die in verzet komen tegen de zelfde onderdrukker. Samen moeten ze opkomen voor een einde van het politiegeweld, vrijheid van bijeenkomst en meningsuiting, godsdienstvrijheid, het recht om zich te organiseren en een einde van de klassenuitbuiting door de socialisatie van de industrie onder democratische arbeiderscontrole en arbeidersbeheer. Een echt democratisch socialisme heeft niets gemeen met de éénpartijsystemen van Mao of Stalin, maar ook niet met het huidige neoliberale “communisme”’ in China. Door de strijd van de onderdrukte massa’s in de Himalaya-gebieden en India te verenigen, zou de strijd van het Tibetaanse volk als socialistische en anti-imperialistische strijd een voorbeeld kunnen vormen en het begin kunnen vormen voor een regionale beweging voor een socialistisch alternatief.

 


Lees ook

>Engelstalig dossier over de nationale kwestie in Tibet

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel