Hamas van binnenuit bekeken. Het verhaal van de militanten, martelaren en spionnen

De journalist Zaki Chehab schreef vorig jaar het boek “Inside Hamas”. Dat boek brengt een fascinerend beeld van Hamas, de Palestijnse islamitische beweging die de controle heeft over de Gazastrook. Als Palestijnse journalist heeft Chebab de opkomst van Hamas de afgelopen 20 jaar van nabij gevolgd. Vandaag is Hamas de belangrijkste rivaal van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) en Fatah (de organisatie van president Abbas).

Chehab begint bij de overwinning van Hamas in de verkiezingen voor de Palestijnse Wetgevende Raad op 25 januari 2006. Hamas won toen 74 van de 132 zetels, Fatah 45, het PFLP (Volksbevrijdingsfront Palestina) 3, DFLP en Derde Weg elk 2 en dan nog een aantal onafhankelijken.

Het resultaat kwam niet overeen met wat in de peilingen werd voorspeld. Ook de Israëlische geheime dienst had een ander resultaat verwacht. Dat leidde tot enig ongenoegen in de Israëlische media: “Als ze niet weten wat er gaande is in de Palestijnse gebieden, hoe kunnen we hen dan vertrouwen om te weten wat er in Iran gebeurt?”, vroeg het dagblad Yedioth Ahronoth. Het onderzoek van de geheime diensten had vooral bestaan uit het bekijken van het internet.

Hamas had de vorige verkiezingen van 1996 geboycot als protest tegen de vredesakkoorden van Oslo die waren ondertekend door de PLO en de Israëlische regering in 93 en 94. Nu besloot Hamas echter negen maanden op voorhand om toch op te komen bij de verkiezingen. De electorale naam die werd gebruikt door Hamas kan vertaald worden als “Voor verandering en hervorming”. Hamas legde nadruk op het falen van Fatah in haar aanpak van armoede, werkloosheid en corruptie. Volgens Chehab verwijderde Hamas alle verwijzingen naar de doelstelling om Israël te vernietigen, en was er zelfs een opening voor enige toenadering. Hamas staat dan wel voor de invoering van de sharia wetgeving en de vernietiging van de Israëlische staat, maar dat staat tussentijdse akkoorden blijkbaar niet in de weg.

Op 26 januari 2006 waren er overal in Gaza stad groene vlaggen met als opschrift: “islam is de oplossing”. De nieuwe regering werd koel onthaald door de VS en binnen de twee maanden had de Israëlische staat reeds tien ministers van Hamas opgepakt, naast 24 parlementsleden en verschillende gemeenteraadsleden.

De leiding van Hamas aanvaardde het idee van een coalitieregering met Fatah. Er kwam een document met 18 punten (geschreven door gevangenen) waarbij de Palestijnse Autoriteit een mandaat kreeg om te onderhandelen. Het document werd op 26 mei 2006 ondertekend door gevangen genomen leiders van Fatah, Hamas, PFLP, DFLP en het islamitische Jihad. In het document werd opgeroepen tot de vorming van een onafhankelijke Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever, Gaza en Oost-Jeruzalem en voor het recht op terugkeer van alle vluchtelingen. De bedoeling was om de militaire fracties te verenigen onder één koepel. Er was ook een voorzichtige vermelding van het bestaansrecht van Israël.

Het akkoord tussen Hamas en Fatah hield niet lang stand. Er kwamen snel confrontaties tussen de gewapende vleugels van beide groepen. De Gazastrook werd overgenomen door Hamas en wordt momenteel economisch, diplomatiek en militair belegerd door de Israëlische staat en de “internationale gemeenschap” onder leiding van de VS. Fatah controleert de Westelijke Jordaanoever en onderhandelt met de Israëlische regering.

Het verhaal van de opkomst van Hamas is opvallend. Het is een verhaal van armoede, wanhoop, onderdrukking, vastberadenheid, organisatie en charismatische leiders. De belangrijkste leider va Hamas was Sjeik Ahmed Yassin. Die was geboren in 1938 en moest in 1948 verhuizen naar een vluchtelingenkamp in de buurt van Gaza stad. Tegen de jaren 1960 had hij een grote aanhang die wekelijks kwam luisteren naar zijn preken.

Op dat ogenblik stond Gaza onder Egyptische controle. In 1966 werd Yassin samen met anderen opgepakt in een operatie tegen het Moslim Broederschap. Omwille van zijn zwakke gezondheid werd Yassin onder huisarrest geplaatst met de voorwaarde dat hij geen preken mocht houden. Yassin brak die voorwaarde onmiddellijk.

De Zesdaagse oorlog in juni 1967 leidde ertoe dat Israël de controle over de Gazastrook overnam van Egypte, de Westelijke Jordaanoever van Jordanië en tevens werd de Golan hoogte bezet (voorheen was dat Syrisch grondgebied). De PLO groepeerde verschillende organisaties die militaire operaties uitvoerden tegen de Israëlische staat en Joodse kolonisten. De PLO beschikte over trainingskampen in Syrië en Jordanië.

De belangrijkste invloed op Yassin en vele andere islamisten kwam van de Moslim Broederschap, een groepering die in 1928 was opgezet in Egypte door Hassan al-Banna die zich wou organiseren tegen de opkomst van seculiere opvattingen en tegen de verwestering van Egypte na de val van het Ottomaanse rijk. Het werd in 1936 een politieke organisatie met groepen in Palestina, Jordanië en Syrië. Onder het regime van Gamal Nasser in Egypte werden duizenden activisten van de Moslim Broederschap gevangen genomen en vermoord. De beweging moest ondergronds gaan. In de jaren 1950 en 1960 stonden, volgens Chehab, vooral de Arabische nationalisten, communisten en andere linkse stromingen sterk.

Er waren heel wat elementen die hiertoe hadden geleid. Na de tweede wereldoorlog waren er massabewegingen in heel de wereld: van Cuba tot Algerije, Frankrijk en Tsjechoslovakije, Vietnam en Mozambique. Er was een algemene aanvaarding van het feit dat er een geloofwaardig alternatief bestond op het kapitalisme, het socialisme. Zelfs indien de enige bestaande modellen zich baseerden op de stalinistische voormalige Sovjetunie. Ondanks de repressie en het economisch mismanagement door de top-down bureaucratische ‘planning’, stonden de stalinistische staten ver op het vlak van gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur. De Sovjetunie wierp zich op van arme afhankelijke staat tot een supermacht.

In de periode na de oorlog was er een linkse radicalisering onder de arbeiders en armen. Deze bewegingen slaagden er echter niet in om het leven van de massa’s fundamenteel te verbeteren. Dit zorgde voor een vruchtbare voedingsbodem voor een latere opkomst van de rechtse politieke islam. De regimes werden steeds meer autoritair en de leef- en werkomstandigheden gingen er op achteruit. Toen het stalinisme ten val kwam eind jaren 1990 werd het einde van het socialisme uitgeroepen. Het is in dat politieke vacuüm dat de islamisten konden groeien.

Yassin zette in 1976 een islamitische organisatie op als onderdeel van een koepel waarvan hij voorzitter was tussen 1978 en 83 (toen hij gevangen werd genomen). Chehab maakt duidelijk hoe de Israëlische staat mee verantwoordelijk was voor de groei van Hamas: “De Israëlische regering dacht dat haar belangrijkste vijand de nationalistische en seculiere PLO was. Door islamitische rivalen te laten opkomen, dacht Israël dat de Palestijnse groepen elkaar zouden bestrijden zonder actieve Israëlische betrokkenheid”.

Tegen begin jaren 1980 waren de islamisten de grootste organisatie in Gaza. Bij het begin van de eerste intifada in december 1987 stonden de groepen die Hamas zouden vormen al vrij sterk. De intifada brak uit in het vluchtelingenkamp Jabaliya waar zo’n 60.000 mensen leefden in een stedelijk gebied ten noorden van Gaza stad. Op 8 december was er een begrafenis van vier Arabische arbeiders. Dit leidde tot een confrontatie met de Israëlische veiligheidstroepen (IDF). De verschillende Palestijnse groepen beweren dat zij de intifada begonnen, maar in feite begon het als een spontane opstand.

Hamas werd opgezet op 8/9 december op een noodbijeenkomst waar de situatie werd besproken. De eerste verklaring van Hamas kwam er op 14 december met een oproep om de acties uit te breiden over heel de Gazastrook. De groep kreeg de naam “Islamitische Verzetsbeweging” (Harakat al Mokawama al Islamiya).

Hamas telt verschillende vleugels: politiek, communicatie, veiligheid, jongeren, intifada, gevangenen,… De jongerenvleugel bestaat vooral uit jonge mannen onder de 18 jaar. Deze mobiliseren voor betogingen, plaatsen graffiti, organiseren onderwijs voor uitgesloten studenten,… De voorloper voor de militaire vleugel (die nu bekend staat als de al-Qassam brigades) werd opgezet door Yassin en staat onder leiding van Salah Shehada.

Yassin werd opnieuw opgepakt op 18 mei 1989 en er volgde een proces dat een jaar duurde en een immense publiciteit opleverde voor Hamas. Yassin werd ervan beschuldigd een mujahedeen organisatie te hebben opgezet die als doel had om Israël van de kaart te vegen en te vervangen door een islamitische natie. Yassin werd veroordeeld tot levenslange opsluiting, maar hij kwam vrij op 1 oktober 1997 in ruil voor twee agenten van Mossad (de Israëlische geheime diensten) die betrokken waren bij een moordpoging op een andere leider van Hamas, Khalid Mishal.

De eerste zelfmoordenaar, Raed Zakarneh, sloeg toe op 6 april 1994. Daarbij kwamen acht Israëli’s om bij een bushalte. Deze aanslag was een reactie op een aanslag door Baruch Goldstein die 29 gelovigen had vermoord in de al-Ibrahimi moskee in Hebron.

Tegen oktober 1994 was Hamas’ explosievenexpert Yehia Ayyash reeds verantwoordelijk voor het ombrengen van 70 Israëlis en 400 gewonden. Zijn familieleden werden vervolgd en gemarteld. De elektriciteit in zijn dorp werd afgesloten als vorm van collectieve straf. Ayyash werd vermoord met explosieven in zijn GSM op 5 januari 1996. Kamal Hammad, een informant die de Israëli’s naar Ayyash bracht, kreeg naar verluidt een miljoen dollar en een nieuwe identiteit en veilige woning in Israël.

Salah Shehada werd vermoord toen een Israëlische F16 een “slimme” bom dropte op het appartement waar hij zich bevond. Er vielen zestien burgerslachtoffers, waaronder negen kinderen. De toenmalige premier, Sharon, beschouwde dit als een succes. Yassin zelf kwam om bij een aanslag met camerageleide raketten op 22 maart 2004. Hij werd vervangen door Abdoel Aziz al-Rantisi, een dokter die opgroeide in een vluchtelingenkamp in Gaza. Hij lag mee aan de basis van de islamitische beweging op Gaza en stond in 1981 onder huisarrest omdat hij weigerde belastingen te betalen en de dokters opriep om te staken. De Israëlische staat verkocht zijn gereedschap en medicijnen. In 1986 werd het hem verboden om nog langer als dokter te werken omwille van zijn politieke activiteiten.

Rantisi was de eerste Hamas-leider die werd opgepakt op 15 januari 1988. Hij werd gedurende 21 dagen gevangen gezet omdat hij de IDF-soldaten probeerde tegen te houden toen ze zijn appartement binnen vielen. Op 4 maart begon hij aan zijn 2,5 jaar durende gevangenisstraf die hem werd opgelegd omdat hij Hamas mee had opgericht en de eerste publieke verklaring van de groep had geschreven. Hij werd vrijgelaten op 4 september 1990 maar drie maanden later werd hij opnieuw opgepakt en een jaar gevangen gezet. In december 92 werd hij gedeporteerd naar Libanon waar hij de coördinatie verzorgde tussen de ballingen en de aanhangers van Hamas in Gaza.

Rantisi werd op 17 april 2004 vermoord toen zijn wagen geraakt werd door raketten van een Israëlische helikopter. Khalid Mishal, voorzitter van het politiek bureau van Hamas in Damascus, nam de controle over.

Het uitwijzingsbeleid van Israël heeft de invloed van Hamas helpen verspreiden. Vanaf eind 1999 werden zowat 500 Hamasleden uitgewezen naar zuid-Libanon. Chehab stelde vast dat de situatie in de kampen veranderde: “Voorheen werd de PLO bewonderd omdat het veel geld besteedde aan gemeenschapsprojecten, maar na de eerste Golfoorlog (toen Irak Koeweit binnenviel) werd de PLO door de Golfstaten gestraft voor haar steun aan Irak. De PLO kreeg niet langer de financiële middelen waarover het beschikte sinds de jaren 1960. Islamitische liefddadigheidsgroepen in de Golf begonnen hun financiële steun meer te richten op Hamas.”

Het was niet makkelijk om de cohesie in de beweging te behouden, zeker niet op een ogenblik dat de internationale gemeenschap heel wat druk zette. Toen Yassin in 1997 werd vrijgelaten, begon hij onmiddellijk aan een tournee langs de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte, Iran, Koeweit, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika, Soedan, Syrië en Jemen.

Hamas haalde voordeel uit de wrijvingen tussen het Iraanse regime van Ayatollah Khomeini en Arafat. De PLO probeerde tussen te komen in de gijzelingscrisis in de VS-ambassade in Teheran in november 1979. Nadien steunde de PLO Irak in de oorlog tussen Iran en Irak, een oorlog die uitbarstte op 22 september 1980. In november 1994 was er in Teheran een betoging voor de Palestijnse ambassade waarbij de Iraanse Revolutionaire Garde het gebouw binnenviel om te eisen dat de PLO-personeelsleden zouden worden vervangen door aanhangers van Hamas. De Iraanse media omschrijft de PLO als “agenten van Israël en de VS”. De PLO verloor ook alle contacten met het Syrische regime, op een ogenblik dat Hamas een bureau opende in Damascus.

De banden tussen Hamas en de Moslim Broederschap vertroebelden wel de verhoudingen met het regime in Egypte. Jordanië probeert een moeilijk evenwicht te vinden tussen akkoorden met Israël, geografische, culturele en economische banden met de Westelijke Jordaanoever en tegelijk goede banden met de Moslim Broederschap dat het regime mee had verdedigd tegen een poging van linkse Palestijnen om de monarchie omver te werpen in de jaren 1970.

Het boek van Chehab eindigt met een samenvatting van zijn benadering: “De feiten op het terrein geven aan dat, welke politieke koers het ook vaart, Hamas niet zomaar naar de achtergrond zal verdwijnen. Ook militaire acties zullen niet volstaan om het te bestrijden. Hamas is geen vreemde guerrilla kracht. Het wordt gevormd door iemands broer, buur of man die geld geeft aan het onderwijs van je kinderen. Zolang deze mensen de Palestijnse bevolking vertegenwoordigen na verkiezingen, zullen het westen en gelijk welke Palestijnse Autoriteit dit moeten aanvaarden en onderhandelingen starten met Hamas.”

Dat kan een normaal en redelijk standpunt lijken, maar er is een onoverbrugbare kloof tussen de door de VS gesteunde Israëlische staat en Hamas. De enige betekenisvolle discussies zullen pas plaatsvinden als de Palestijnse en Israëlische arbeiders samenkomen om de kwesties van economische ontwikkeling aan te pakken naast het bespreken van de grondstoffen en de grenzen.

Dat staat jammer genoeg ver af van de realiteit op dit ogenblik. Er zou massa-actie en democratische controle op de beweging nodig zijn, wat niet het geval is met kleinschalige terroristische aanslagen zoals zelfmoordacties. Dit soort acties versterkt de greep van de Israëlische staat op haar eigen inwoners en het geeft een excuus om huizen te verwoesten en burgers te vermoorden. Er is nood aan een klassenstandpunt om in te gaan tegen armoede en uitbuiting.

De wanhopige situatie van de Palestijnen wordt weerspiegeld in hun strijd. Zij zagen vredesakkoorden komen en gaan. De vraag is niet zo zeer of ze volledig achter Hamas staan, maar wel welk alternatief er is? Het beleid van de Israëlische staat is gericht op aanhoudende vernederingen en criminalisering van de Palestijnse bevolking. Chehab vat de huidige impasse goed samen: de pogingen van Israël om de Palestijnen in getto’s terug te dringen, doet de bevolking radicaliseren. De wil tot wraak en de daaruit volgende bloedige cyclus, is een ideale voedingsbodem voor Hamas.

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel