Postuum. Gilles Perrault (1931-2023)
Op donderdag 3 augustus overleed de Franse auteur en activist Gilles Perrault (echte naam: Jacques Peyrole) op 92-jarige leeftijd in zijn geliefde Sainte-Marie-du-Mont. Perrault was een sociaal bewogen journalist en auteur van heel wat avonturenromans. Hij was actief in de strijd tegen extreemrechts als medeoprichter van Ras l’front in 1990. Eerder wierp hij zich op als actief tegenstander van de doodstraf met het controversiële boek ‘Le Pull-over rouge’ uit 1978 over Christian Ranucci, één van de laatste Fransen die ter dood veroordeeld werd waarbij de straf effectief uitgevoerd werd. Hij schreef in 1990 een spraakmakend boek over de brutale rol van het regime van de Marokkaanse koning Hassan II.
Wij zullen Perrault vooral herinneren voor zijn uitstekende boek ‘Het Rode Orkest’ uit 1967 over het leven van Leopold Trepper, een antifascistisch verzetsman die een netwerk van sovjetspionnen organiseerde. Het Rode Orkest was een heldhaftig spionagenetwerk dat tot in de hoogste regionen van het nazi-apparaat informatie verzamelde en doorspeelde aan Moskou. Zo zorgde de groep er bijvoorbeeld voor dat Moskou op de hoogte was van de nakende Duitse inval. Het netwerk botste helaas niet alleen op meedogenloze vervolging door de nazi’s, maar ook op de kortzichtige eigenbelangen van de stalinistische bureaucratie in de Sovjet-Unie, die een obstakel vormde voor bredere en militaire inzichten en haaks stond op de belangen van de arbeidersklasse. De tragedie werd compleet toen de centrale voortrekker van het Rode Orkest, Leopold Trepper, na de oorlog jarenlang in Russische goelags werd opgesloten.
Het is de verdienste van Perrault dat hij het verhaal van Trepper uit de vergetelheid haalde. Trepper werd pas twee jaar na de dood van Stalin vrijgelaten waarop hij zich in Polen terugtrok. Daar ontmoette hij Gilles Perrault aan wie hij zijn verhaal deed. ‘Het Rode Orkest’ werd een bestseller en nadien schreef Trepper zelf zijn levensverhaal in het eveneens uitstekende boek ‘Het grote spel’.
Net als veel andere activisten van het Rode Orkest was Trepper een militant met Joodse achtergrond. In de jaren 1920 en 1930 was er een radicalisering onder jongeren met Joodse roots. Ze richtten zich op de arbeidersbeweging en raakten vaak betrokken bij de communistische beweging. Deze militanten braken met het ‘links-zionisme’ waarin ze hun eerste politieke stappen zetten, in Palestina zagen ze hoe de onderdrukking waartegen ze in verzet kwamen gewoon doorgezet werd tegen de lokale Palestijnse bevolking. Bewuste communisten zoals Trepper keerden terug om in Europa te strijden tegen het fascisme. Velen trokken midden jaren 1930 naar Spanje om te vechten tegen Franco. Onder hen de Antwerpse stakingsleiders Piet en Emiel Akkerman, die eveneens van Joodse afkomst waren en in Spanje om het leven kwamen. Emiels vrouw, Vera Akkerman, was tijdens de oorlog samen met Trepper actief in de verzetsgroep die door de nazi’s met de naam ‘rode orkest’ werd bedacht.
Trepper en co waren actieve communisten in de jaren 1930. Het waren de hoogdagen van het stalinisme waarbij elke kritische stem letterlijk de mond gesnoerd werd. Agenten van Stalin sloegen toe over de hele wereld, tot in Mexico waar ze de Russische revolutionaire leider Trotski vermoordden. Toch zou Trepper achteraf in zijn boek beschrijven hoe de trotskisten als enigen waardig en voorbeeldig ingingen tegen het stalinisme. “Nu hebben de trotskisten het recht de mensen te beschuldigen die vroeger huilden met de wolven in het bos. Laten ze echter niet vergeten dat ze op ons het geweldige voordeel hadden een samenhangend politiek systeem te bezitten dat het stalinisme zou kunnen vervangen, en waaraan ze zich konden vastklampen in de diepe ellende van de revolutie die verraden was. Zij ‘bekenden’ niet, want ze wisten dat hun bekentenissen noch de partij, noch het socialisme dienden.”
In de opmerking van Trepper over de trotskisten zit een belangrijk element om de moed van het Rode Orkest te begrijpen: het ging om politiek inzicht in noodzakelijkheid. Dat leverde de leden van het orkest een enorm voordeel op waaraan ze zich vastklampten, zelfs indien hun stem in Moskou niet altijd gehoord werd.
Dit politieke aspect is cruciaal om een evaluatie te maken van het Rode Orkest. De afgelopen jaren waren er verschillende strekkingen in de literatuur over deze verzetsgroep. Sommigen, zoals de Franse auteur Guillaume Bourgeois, brengen het als een spectaculair spionageverhaal waarin de politieke context een verwaarloosbaar detail is. Op die basis wordt verwarring gezaaid over de exacte rol van Trepper die op gelijke hoogte wordt gesteld met figuren die niet zo standvastig waren in hun verzet tegen het nazisme.
Toen Anne Vanesse in 2021 een boek uitbracht over Sophia Poznanska, een Belgische activiste in het Rode Orkest, vroeg ze me om een voorwoord over het Rode Orkest te schrijven. De tekst van dat voorwoord kan je via de link hieronder lezen.
Lees ook:De moed van het Rode Orkest toont dat antifascisme sterker staat met een politiek alternatief
Gilles Perrault las het boek en was enthousiast. Hij schreef een lovende brief aan Anne en zei over het voorwoord: “Terwijl sommige historici, waarvan Guillaume Bourgeois het prototype is, van de leden van het Rode Orkest zielloze radertjes maken, louter robots zoals die in slechte spionageromans voorkomen, geeft Geert Cool hen hun overtuigingen, hun idealen en hun eminente kwaliteit als militanten terug.”
Het Franstalig boek van Anne Vanesse is hier te koop: https://fr.marxisme.be/produit/anne-vanesse-sophia-poznanska-du-parti-communiste-palestinien-a-lorchestre-rouge/
We zullen Gilles Perrault herinneren als een militante schrijver die opkwam voor gerechtigheid en daarbij niet bang was om tegen heilige huisjes te schoppen. Hij heeft een moedige episode van het antifascistisch verzet wereldwijd op de kaart gezet op een ogenblik dat dit niet evident was. Als militant herkende hij het belang van het verhaal van Leopold Trepper. Gilles Perrault zorgde ervoor dat ook toekomstige generaties antifascisten nog zullen opkijken naar de antifascistische moed van Trepper en zijn ‘rode orkest’.