Xi Jinping speelt Russische Roulette
“Iemand die niet bekend is met de plannen van zijn buren, moet geen allianties met hen aangaan.” Dit zijn de woorden van de legendarische militaire strateeg Sun Tzu meer dan 2000 jaar geleden. Xi Jinping heeft dit advies duidelijk niet opgevolgd toen hij bij de opening van de Olympische Winterspelen in Peking zijn historische ‘grenzeloze’ alliantie met Vladimir Poetin onthulde. Dit was slechts twintig dagen voordat de legers van Poetin Oekraïne binnenvielen.
Er wordt druk gespeculeerd over wat Xi en zijn omgeving eigenlijk wisten van Poetins oorlogsplannen. Werden ze in het ongewisse gelaten? Dat lijkt onwaarschijnlijk. Heeft Xi, net als Poetin, ingezet op een snelle en overweldigende Russische militaire overwinning? Dat lijkt zeer aannemelijk. Wist Xi meer, maar heeft hij verzuimd de rest van de top van de CCP in te lichten? Dat is mogelijk. Hoe het ook zij, beide dictators hebben zich ernstig misrekend. En zulke fouten kunnen uiteindelijk hun greep op de macht bedreigen.
Er is een nauwelijks verholen verdeeldheid in het regime van de CCP (de zogenoemde ‘Communistische’ Partij) en een aanzienlijke oppositie tegen de pro-Poetin-lijn van Xi, die tot op zekere hoogte wordt weerspiegeld in de tegenstrijdige boodschappen die uit Beijing komen. Zoals de ervaren China-analist Katsuji Nakazawa opmerkte zijn er meningsverschillen over de alliantie met Rusland binnen het zevenkoppige Permanent Comité van het Politburo, het leidende orgaan van de CCP: “De zeven zitten niet op dezelfde golflengte.” De verdeeldheid over de oorlog en het feit dat ook het economisch beleid van Xi deels op de helling is gezet, dreigen de interne machtsstrijd binnen de CCP aan te wakkeren.
Dit komt voor Xi op het slechtst mogelijke moment nu hij “stabiliteit” zoekt in de aanloop naar het 20e Congres en zijn Poetin-achtige kroning tot levenslang dictator. De anti-Xi factie van de CCP onder leiding van de aftredende premier Li Keqiang, die wordt gesteund door delen van de kapitalisten en gepensioneerde ambtenaren, is te zwak om Xi ten val te brengen, maar hun verzet tegen Xi’s beleid is openlijker geworden. Om in zo’n acute crisisfase beleid te kunnen voeren, moet het regime van Xi nog dictatorialer en centralistischer worden. Dit creëert een vicieuze cirkel van instabiliteit.
“Grote controverse”
“China kan niet aan Poetin worden gebonden en moet zo snel mogelijk de banden verbreken,” schreef Hu Wei, een politicoloog verbonden aan het Counselor’s Office van de Staatsraad (de regering onder premier Li Keqiang). Hu’s essay werd tijdens de “twee zittingen” (NPC en CPPCC) begin maart op grote schaal verspreid onder de hoogste leiders, en werd vervolgens van het internet verwijderd en door censoren geblokkeerd. Dit document is belangrijk omdat het ongewoon scherpe kritiek levert op het standpunt van Xi, uiteraard niet met naam en toenaam, en omdat de ideeën die erin naar voren worden gebracht klaarblijkelijk aanzienlijke steun genieten onder de topambtenaren. Hu zegt dat de oorlog “grote controverse in China” heeft veroorzaakt en dat de meningen “verdeeld zijn in twee onverbiddelijk tegenover elkaar staande zijden.” Hij waarschuwt: “Er is nog een periode van een of twee weken voordat China zijn speelruimte verliest,” om zich van Rusland te distantiëren. “China moet vastberaden handelen.”
Hu’s opmerkingen zijn de scherpste uiting tot nu toe van verdeeldheid binnen de Chinese heersende klasse over Xi’s nationalistische buitenlandse beleid, met de Xi-Poetin alliantie als het nieuwste en meest controversiële onderdeel ervan. Een aanzienlijk deel van het officiële CCP-leiding en de ermee verbonden kapitalistische belangengroepen zijn van mening dat de nationalistische lijn van Xi steeds meer contraproductief is geworden, de economie schaadt en het anti-China-verhaal van het VS-imperialisme versterkt. Nu Xi zijn persoonlijke stempel heeft gedrukt op de alliantie met Rusland, heeft het Chinese regime zichzelf in een hoek gedreven. Er zal hoogstens een verandering van toon zijn in plaats van inhoud. Poetin “de pas afsnijden”, zoals Hu Wei bepleit, zou een zware klap betekenen voor Xi’s imago van “sterke man”, dat de afgelopen tien jaar met veel toewijding is opgebouwd.
Hoe groot de moeilijkheden voor Beijing worden, hangt ook af van het verloop van de oorlog. Een lange oorlog, die zich maanden voortsleept met toenemende bombardementen op belegerde steden, is een nachtmerriescenario voor de CCP en zou het standpunt van ‘nepneutraliteit’ onmogelijk maken. Een nog slechter scenario voor Xi Jinping zou de val van Poetin zijn, hetzij door een volksopstand hetzij door een paleiscoup, wat een schokgolf door China zou veroorzaken. Om deze redenen zal het regime van Xi, terwijl het probeert te manoeuvreren en te verdoezelen, zijn uiterste best doen om Poetin aan de macht te houden.
De tegenstrijdige officiële ‘neutraliteit’ van het Chinese regime in deze oorlog heeft reeds schade toegebracht aan het gezag van Xi, die zich tracht voor te stellen als een nationalistische sterke man die het tegen de VS durft op te nemen. Naar buiten toe is de retoriek van de CCP ten aanzien van Biden vaag en diplomatiek en distantieert zij zich van Rusland, terwijl haar binnenlandse propaganda het nationalisme bevordert en sterk pro-Rusland is. Dit scherpe contrast is door een bepaalde laag van de massa opgemerkt, waardoor enerzijds Xi’s nationalistische propaganda wordt ondermijnd en anderzijds de hypocrisie van zijn imago van wereldomspannende “vredestichter” doorprikt wordt. Er is een “grote vertaalcampagne” georganiseerd, voornamelijk door overzeese Chinezen, om de arrogante nationalistische, racistische en seksistische commentaren van de door de staat gecontroleerde media en de sociale media in het Engels te vertalen. Deze campagne weerspiegelt de stemming van een laag Chinezen die walgen van de propaganda van de CCP.
Truman-doctrine
Voor Poetin en het Russische kapitalisme kan de Oekraïne-oorlog op één lijn worden gesteld met de rampzalige beslissing van het VS-imperialisme om Irak binnen te vallen in 2003. De VS onder Bush hebben het etno-politieke moeras waar ze in sprongen volledig onderschat. Poetin heeft alles verkeerd ingeschat, van de militaire capaciteiten van Rusland en de kracht van het Oekraïense verzet (hij laakt Lenins leer over de nationale kwestie en betaalt de prijs voor deze onwetendheid), tot de situatie in de wereld en de omvang van de reactie van het westerse imperialisme. Door zijn regime zo nauw en publiekelijk aan dat van Poetin te koppelen, heeft Xi Jinping China blootgesteld aan het risico van diplomatiek isolement en potentieel verwoestende economische kosten in de vorm van een versnelde westerse ontkoppeling. Dit kan gebeuren ongeacht of China officieel wordt bestraft met sancties als gevolg van zijn pro-Russische opstelling.
ISA heeft uitgelegd dat de oorlog in Oekraïne alles heeft veranderd. De Financial Times, die namens het Westerse kapitalisme een strategie uitstippelt, beschrijft dit moment als “een geopolitiek scharnierpunt” en dringt er bij Washington op aan een nieuwe versie van de Truman-doctrine uit 1947 af te kondigen (die landen verdeelde in “voor” of “tegen” het VS-imperialisme). Op korte termijn heeft de invasie van Rusland de westerse kapitalistische regeringen gesterkt. Ze gaan over tot militarisering in de stijl van de “shock doctrine”, tot ongekende staatsinterventies in de financiële markten (de sancties tegen Rusland), en ze boeken veel meer succes boeken bij het verpakken van hun beleid als een verdediging van de “democratie” tegen de “autocratie”.
De nieuwe Koude Oorlog tussen de VS en China, die zich al enkele jaren aan het ontwikkelen is, heeft sinds het begin van de Russische invasie dan ook een ‘Grote Sprong Voorwaarts’ gemaakt. Een snellere economische deglobalisering is nu onvermijdelijk. De invasie van Rusland heeft althans op korte termijn de interne verdeeldheid in het westerse kamp beperkt, tussen de EU enerzijds en het door de VS geleide Anglosfere blok anderzijds. De Japanse ex-premier Shinzo Abe heeft opgeroepen om Amerikaanse kernwapens in Japan te stationeren, terwijl Duitsland de op twee na grootste militaire geldschieter ter wereld wordt. De oorlog in Oekraïne heeft in één klap de overblijfselen van de wereldorde van na 1945 weggevaagd.
Rampenkapitalisme
Dit niveau van westerse cohesie is iets waar de Chinese diplomatie sinds de tijd van Obama en Trump hard aan heeft gewerkt om te voorkomen. De oorlog van Poetin heeft Biden’s strategie om een “democratische” imperialistische coalitie op te bouwen om China en Rusland terug te dringen enorm vergemakkelijkt. Xi’s de facto steun voor de Russische invasie heeft het voor het VS-imperialisme veel gemakkelijker gemaakt om onder de dekmantel van het conflict met Rusland een proxy-oorlog te voeren tegen China, als zijn belangrijkste langetermijndoelwit. De aard en de omvang van de Westerse sancties tegen Rusland zijn een cruciaal onderdeel van deze proxy-oorlog.
De sterke escalatie van het conflict met Rusland is onlosmakelijk verbonden met het conflict tussen de VS en China. Biden heeft aangedrongen op een sterker bondgenootschap met Europa, vooral via de NAVO, en heeft daarmee het isolationistische “America First”-beleid van Trump omgekeerd. Het doel is China te isoleren in de internationale politiek en de druk op China op te voeren in de betwiste gebieden in de Indo-Pacific, zoals de Zuid-Chinese Zee en Taiwan. Op lange termijn is Azië voor het VS-imperialisme van strategisch groter belang dan Oekraïne en Oost-Europa. Dit alles betekent dat de oorlog in Oekraïne een voorbode is van verdere wereldwijde conflicten die zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Socialisten verzetten zich tegen de Russische invasie en de imperialistische agenda’s van Poetin aan de ene kant, maar ook tegen die van de NAVO en het VS-imperialisme aan de andere kant. De afschuwelijke benarde toestand van het Oekraïense volk is een waarschuwing voor de verschrikkingen die de mensheid te wachten staan onder het ‘rampenkapitalisme’, dat naast de ineenstorting van het klimaat en dodelijke pandemieën nu ook het schrikbeeld opwerpt van militaire conflicten tussen kernmachten. We wijzen op de heroïsche anti-oorlogsprotesten in Rusland en de noodzaak van internationalisme van de werkende klasse, in de eerste plaats in solidariteit met de Oekraïense massa’s, gekoppeld aan strijd tegen het militarisme en asociale beleid van alle kapitalistische regeringen.
De acties en uitspraken van alle imperialistische machten zijn cynisch en oneerlijk. Poetin ontkent op flagrante wijze het recht van Oekraïne om als natiestaat te bestaan. Wang Yi vertelt de wereld dat China “sterk voorstander is van het respecteren en beschermen van de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle landen,” maar de Chinese media zenden alleen Russische verslagen van het conflict uit en weigeren het woord “invasie” te gebruiken. Biden, Johnson en Scholz worden niet gedreven door bezorgdheid voor het Oekraïense volk, maar door het behalen van maximaal geopolitiek voordeel uit Poetins problemen. Jaren van politiek gemanoeuvreer door de VS en de NAVO, met de rechtse kapitalistische regering van Oekraïne als nuttige pion, hebben bijgedragen tot het zaaien van oorlogszucht. Nu is de NAVO bereid te “vechten tot de laatste Oekraïner”, juicht zij de moed van het verzet toe, maar probeert zij het conflict te lokaliseren en in te dammen – zoals blijkt uit de saga van de “ongewenste” Poolse gevechtsvliegtuigen.
China als supermacht
Dit is de ernstigste internationale crisis voor het CCP-regime sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie en de stalinistische dictaturen in Oost-Europa dertig jaar geleden. Dit is de eerste dergelijke crisis met China als de op één na grootste supermacht, die de VS op de voet volgt als imperialistische macht met mondiale invloedssferen, gigantische bedrijven en enorme investeringen die verdedigd moeten worden. In 1992 behoorde China niet eens tot de tien grootste economieën ter wereld. Het was een toeschouwer met een laag profiel die zich concentreerde op zijn eigen interne problemen (het voltooien van het herstel van het kapitalisme na het neerslaan van de massale opstand van 1989). Vandaag is China, als tweede grootste economie, veel meer geïntegreerd in het mondiale financiële en handelssysteem dan Rusland, de elfde grootste economie. Voor het Chinese kapitalisme is de dreiging van uitsluiting van de westerse markten door sancties veel groter dan voor Rusland.
Socialisten verzetten zich tegen de sancties, die een instrument zijn van het financieel kapitaal in de machtigste kapitalistische staten en die in de toekomst tegen arbeiders en de socialistische strijd kunnen worden gebruikt. In Hongkong en Xinjiang heeft ISA zich verzet tegen de westerse sancties, met de waarschuwing dat deze geen einde zouden maken aan de Chinese staatsrepressie, maar eerder de massale strijd zouden verzwakken en demobiliseren. De sancties tegen Rusland zijn onmetelijk veel krachtiger. Ons verzet is echter niet gebaseerd op de intensiteit van de sancties, maar eerder op de vraag welke klasse deze macht hanteert, om welke doelen te bereiken.
5,5 procent groei van het BBP?
Terwijl Oekraïne brandt, zal China enorme economische verliezen lijden, zelfs als de diplomatieke acrobatie van de CCP (die de vrede met woorden steunt en Poetin met daden beschermt) het land weet te beschermen tegen de sancties van de VS en het Westen. China is ‘s werelds grootste olie-importeur en importeert 70 procent van zijn olie en 40 procent van zijn gas. De olieprijzen zijn in 2021 al met 60 procent gestegen en de prijs van olie is met 11 procent gestegen sinds het Russische leger Oekraïne is binnengetrokken. Een toenemend gebruik van steenkool en een nog snellere vernietiging van het klimaat zullen het gevolg zijn.
De Chinese minister van Landbouw waarschuwde in maart dat de tarweoogst van dit jaar “de slechtste uit de geschiedenis” zou kunnen zijn als gevolg van hevige regens. Het land zal zijn invoer met ongeveer 50% moeten verhogen, terwijl de tarweprijzen sinds de invasie wereldwijd met 50% zijn gestegen tot recordhoogten. Rusland en Oekraïne zijn samen goed voor een kwart van de wereldwijde tarwe-export, maar door de sancties en de oorlog is deze aanvoer van de wereldmarkten afgesneden. De torenhoge voedselprijzen dreigen in veel ontwikkelingslanden tot massale honger en “broodrellen” te leiden.
De dreiging van secundaire sancties – meegesleurd worden in het door de VS geleide sanctieweb dat rond Rusland is gesponnen – kan echter de zwaarste slag aan de Chinese economie toebrengen, zeker op een ogenblik van teruglopende binnenlandse groei. Op het Nationale Volkscongres van 5 maart heeft de regering een BBP-doelstelling van 5,5% voor 2022 bekendgemaakt, de laagste doelstelling in bijna drie decennia. De meeste economen betwijfelen of dit doel kan worden gehaald. Het cijfer lijkt meer een “aankondiging om vertrouwen te wekken” dan een echt streefcijfer. Het IMF voorspelt samen met anderen een groei van 4,8% dit jaar, maar als de regering iets lager dan 5% had goedgekeurd, zou dat een nederlaag zijn geweest, met reële gevolgen.
Zelfs zonder de gevaarlijke economische gevolgen van de oorlog had de Chinese economie te kampen met ernstige problemen: de langzame ineenstorting van de vastgoedsector, de stijgende werkloosheid, de comateuze consumentenbestedingen en de ontwrichting van de bevoorradingsketens als gevolg van de lockdowns die in hele steden worden opgelegd om de verspreiding van Omicron tegen te gaan. Het regime van Xi is vastbesloten zijn “dynamisch nul-Covid”-beleid voort te zetten, ondanks het feit dat deze methode mislukt is in Hongkong, dat nu meer dan een miljoen gevallen van Covid heeft en het hoogste sterftecijfer per hoofd van de bevolking van alle landen in de pandemie. Morgan Stanley voorspelt nulgroei in het eerste kwartaal als gevolg van Omicron. China’s belangrijkste motor van de economische groei, de huizenmarkt, krimpt al zes maanden in (zowel wat de prijzen als de verkoopvolumes betreft), ondanks een bocht van de regering waarbij de kredietcontroles werden versoepeld, het monetaire beleid werd versoepeld en de plannen voor een onroerendgoedbelasting, waarvoor Xi zich sterk had gemaakt, werden opgegeven.
De CCP had de oorlog van Poetin niet verwacht of gepland. De precieze redenen waarom het regime van Xi op zo’n cruciaal moment in de Chinees-Amerikaanse Koude Oorlog de aandacht volledig verloor, onthullen veel over de zwakke punten en interne tegenstrijdigheden van het regime. De eerste uitbraak van Covid-19 in Wuhan, de massale opstand in Hongkong in 2019, de handelsoorlog van Trump in 2018 – Xi werd elke keer overrompeld. In het licht van wat er sindsdien is gebeurd, komt het 5.000 woorden tellende gezamenlijke communiqué van 4 februari, waarin een verbeterd strategisch partnerschap met Rusland werd aangekondigd – “meer dan een alliantie” in Xi’s woorden – tegen een hoge prijs voor Xi. Het was eerder de Chinese leider dan Poetin die het initiatief nam voor de nieuwe overeenkomst, vooral om zijn eigen gezag op te krikken op het podium van de Olympische Winterspelen van Beijing, die grotendeels werden gemeden of geboycot door wereldleiders (slechts 21 namen deel, vergeleken met 68 in 2008). Voor Xi, die zich volledig richt op de uitbreiding van zijn heerschappij tijdens het 20e Congres later dit jaar, waren de Olympische Spelen het equivalent van een verkiezingsbijeenkomst in een burgerlijke democratie – één en al vuurwerk en patriottisme.
“Als twee broers”
“Het is veelzeggend dat de hoogste leiders het strategische partnerschap van de twee naties voorstellen als ‘rug-aan-rug’, wat betekent dat de twee landen, net als twee broers, op de andere rekenen om hen in de rug te dekken,” merkte de Global Times van de CCP op (13 februari). Dergelijke retoriek is niet goed verouderd. China’s diplomaten proberen zich nu in bochten te wringen om te voorkomen dat zij als “medeplichtige” van Poetin worden getroffen door westerse sancties. De overeenkomst van 4 februari bevat niet zo veel nieuwe inhoud – wat herverpakking en uitbreiding van bestaande energie- en technologie-overeenkomsten tussen de twee landen. Het doel was vooral berichtgeving: een gemeenschappelijk front tegen de VS. Maar nu Poetin de grootste Europese oorlog in 80 jaar ontketent, was de zet van Xi spectaculair slecht getimed.
Xi gokte erop dat zijn regime baat zou hebben bij de militaire spanningen in Europa, die de regering-Biden zouden dwingen haar aandacht te verleggen van de Indo-Pacific en China. Net als Poetin heeft Xi waarschijnlijk ingecalculeerd dat de verdeeldheid tussen het VS-imperialisme en de EU, met name Duitsland, groter zou worden. Bovendien liet hij zien dat de twee dictators geen ‘broeders’ zijn en dat hun alliantie er eigenlijk één van tactisch gemak is. Xi zag voordelen in de toegenomen afhankelijkheid van Rusland van China als dominante partner, een omkering van de situatie in de Koude Oorlog van de jaren vijftig, toen China als stalinistische dictatuur zeer sterk de ondergeschikte partner van de Sovjet-Unie was. Als Poetins agressieve diplomatie en dreigementen tegen Oekraïne waren geslaagd en alleen op protesten van het westerse kapitalisme hadden gestuit (zoals het geval was met Xi’s hardhandige optreden in Hongkong), zou dat de plannen van de CCP met Taiwan een impuls hebben gegeven.
Om deze redenen, of Xi nu volledig op de hoogte was van de plannen om Oekraïne binnen te vallen of niet, zal hij wellicht hebben genoten van een situatie waarin China toekeek terwijl Poetin problemen veroorzaakte voor het Westen. Op 24 februari veranderden al deze vermeende pluspunten echter in minpunten.
Xi riskeert de Chinese leider te worden die “Europa heeft verloren.” Pogingen om door middel van handelsdiplomatie en het prijzen van Europa’s “soevereiniteit” de EU, en vooral Duitsland, met zijn grote afhankelijkheid van de Chinese economie, los te weken van Biden’s anti-China strategie, zijn een belangrijk kenmerk geweest van de Chinese diplomatie. Dit stuitte het afgelopen jaar op ernstige tegenslagen (de ineenstorting van de CAI-deal, Xinjiang-sancties, het aftreden van Angela Merkel, het “Litouwse incident”) maar de Oekraïne-oorlog en China’s relatie met Poetin zouden de laatste nagel aan de doodskist kunnen worden. Het VS-imperialisme werkt daar natuurlijk actief aan, met veel meer succes in de schaduw van de oorlog.
Imperialistische verdeeldheid
Biden’s gesprek met Xi Jinping op 18 maart was deels geënsceneerd voor Europese oren – waarbij beide presidenten hun opmerkingen op maat maakten voor Brussel en vooral Berlijn. Biden waarschuwde voor “consequenties” als China militaire steun aan Rusland zou verlenen, of het land zou helpen bij het omzeilen van westerse sancties, en beweerde over inlichtingenrapporten in die zin te beschikken. De VS leggen dus in feite een “rode lijn” voor China vast, en verhogen de druk op Europa om deze te steunen. De ernstige gevolgen van de sancties in Rusland maken deze dreiging voor Beijing zeer reëel.
De EU is al verdeeld over het verscherpen van de sancties tegen Rusland. Een EU-diplomaat vertelde de Times dat zich drie kampen hebben gevormd. Er zijn de hardcore zogenaamde “sanctionistas” zoals Polen en de Baltische staten, die het dichtst bij de oorlog staan en het meeste risico lopen op een militaire escalatie. Zij zijn voor nog strengere sancties, zoals een totaal verbod op de Russische export van energie. Aan de andere kant staan de “contra’s”, Duitsland gesteund door Italië, Hongarije, Griekenland en Bulgarije, die zich verzetten tegen strengere sancties. En dan is er nog de rest.
Deze interne verdeeldheid komt grotendeels overeen met eerdere verdeeldheid over China – het Hongarije van Orban zit in het pro-China kamp, net als van oudsher Duitsland (China was goed voor 38 procent van de verkoop van Duitse autobedrijven in 2021), terwijl aan de andere kant Litouwen verwikkeld is in een ‘David vs. Goliath’ strijd met China die vorig jaar uitmondde in een bredere handelscrisis. De oorlog in Oekraïne heeft diep ingegrepen in het “Belt and Road”-initiatief (BRI). Net als de sancties en andere gevolgen van de oorlog, kan de schade blijvend zijn en nog lang na de oorlog aanhouden. Oekraïne is een belangrijk BRI-land, net als Rusland natuurlijk. Polen, Hongarije, Roemenië en Slowakije zijn BRI-leden die Oekraïne steunen, terwijl BRI-lid Belarus in de oorlog aan de kant van Rusland staat. Hoe ironisch dat de CCP de BRI heeft opgezet als een kracht voor ‘vrede en samenwerking’.
Dit zal Beijing dwingen tot een ingrijpende herevaluatie van de BRI als geheel, die al met aanzienlijke problemen, vastgelopen projecten en geschillen te kampen had, als gevolg van de groeiende schuldencrisis in veel BRI-landen. In Oost-Europa staan miljarden dollars aan Chinese investeringen nu op de tocht door de oorlog van Poetin, met alleen al in Oekraïne voor bijna 3 miljard dollar aan bouwprojecten. China’s 17+1 groep van Oost-Europese landen, een forum voor Chinese investeringen dat overlapt met de BRI, kan ook uiteenvallen. Litouwen heeft de groep vorig jaar verlaten, en de dominante Westerse machten binnen de EU hebben de 17+1 groep altijd beschouwd als een Chinese binnendringer in hun ‘achtertuin’. Dit zou kunnen leiden tot een krachtiger verzet tegen China en druk op de kleinere nationale “schaakstukken” om hun banden met de groep te verbreken.
Taiwan en Oekraïne
De toekomst van Taiwan is verbonden met het conflict in Oekraïne, maar niet op de manier die Xi Jinping oorspronkelijk voor ogen stond. De Chinese diplomatie heeft er altijd op gehamerd dat Oekraïne en Taiwan “niet hetzelfde” zijn, waarbij zij zich concentreert op kwesties van wettigheid en “soevereiniteit”, die, zoals Poetin heeft aangetoond, uiteindelijk geen barrière vormen tegen een hongerig kapitalistisch regime. Taiwan is geen “land” zegt de CCP, terwijl ze het met Poetin oneens is over de vraag of Oekraïne dit onderscheid verdient.
De houding van socialisten wordt gevormd door veel fundamentelere overwegingen: nationaal bewustzijn (dat zowel in Oekraïne als Taiwan duidelijk van toepassing is), democratische aspiraties, angst voor autoritair bewind en militaire agressie. Onder het systeem van kapitalisme en imperialisme zitten de massa’s van beide landen helaas gevangen tussen grotere machten wier agenda’s de verwezenlijking van echte vrede of democratie uitsluiten. Meer over het conflict in Taiwan, zie het artikel: “Komt er een oorlog in Taiwan?” (zie: https://nl.marxisme.be/2021/09/05/komt-er-een-oorlog-om-taiwan/)
Xi Jinping geloofde misschien dat het Oekraïne-conflict hem zou versterken in de Straat van Taiwan door Amerikaanse militaire middelen naar Europa af te leiden en door grotere druk op Japan uit te oefenen via zijn alliantie met Rusland. Mogelijk hoopte hij dat bij een snelle en overtuigende Russische overwinning het Westen zou worden ontmaskerd als een papieren tijger. Dit is niet gebeurd. Eerder gebeurt het omgekeerde en Xi’s strategie van ‘hereniging’ met Taiwan lijkt problematischer dan ooit. Dit betekent echter niet dat een Taiwan-oorlog of een Chinese aanval op lange termijn uitgesloten is, zoals sommigen ten onrechte denken. Tot die laatsten behoort een kleine groep die vorig jaar ISA in Taiwan verliet, die de dreiging van een Chinese militaire actie nu afdoet als “bluf” en vanuit die naïeve conclusie niet langer de noodzaak ziet om de onafhankelijkheidsstrijd te koppelen aan het socialisme en gezamenlijke strijd met de Chinese arbeidersklasse.
De miserabele uitvoering van Poetins invasie tot nu toe, en de mogelijk zware Russische verliezen (onbevestigd), moeten de hardliners in het Volksbevrijdingsleger wakker schudden en duidelijk maken dat een aanval op Taiwan wel eens slecht kan aflopen. Het Russische leger is veel meer gehard in de strijd dan dat van China, en een invasie over land in Oekraïne is eenvoudiger dan een aanval over zee op Taiwan, die volgens militaire deskundigen minstens even moeilijk zou zijn als de landingen in Normandië in 1944. Xi Jinping zal geen oorlog riskeren tenzij hij zeker is van de overwinning, omdat een militaire nederlaag het einde van zijn regime zou kunnen betekenen. Maar Poetin was ook vol vertrouwen. Daarom zal de oorlog in Oekraïne zorgen voor twijfels en een belangrijke strategische herevaluatie in Chinese militaire kringen.
Als Poetin van plan is om Oekraïne te bezetten, een doel dat vandaag steeds minder realistisch lijkt, zullen de VS en de NAVO waarschijnlijk reageren door een rechtse Oekraïense opstand te financieren. Dit zou er, na verscheidene jaren en tegen een verwoestende menselijke prijs, in kunnen slagen de vastberadenheid van Moskou te verzwakken, maar ook de neiging hebben de echte massastrijd te doorkruisen en te doen ontsporen. Ook dit scenario zou ongemakkelijke vragen oproepen bij de Taiwan-haviken van de CCP. Zelfs in de veronderstelling dat het Volksbevrijdingsleger een succesvolle invasie van Taiwan kan uitvoeren, zou de controle over een eiland waarvan de 23 miljoen inwoners in overgrote meerderheid niet door Beijing geregeerd willen worden, na verloop van tijd leiden tot uitputting en desintegratie van de bezettingsmacht.
Toenemend nationalisme
De opleving van het nationalisme aan beide zijden van de Straat van Taiwan maakt de situatie nog onstabieler. De toegenomen vrees in Taiwan dat de agressie van Poetin zijn ‘beste vriend’ Xi ertoe kan aanzetten het eiland aan te vallen, heeft de steun voor de DDP-regering van Tsai-Ing Wen en haar pro-VS-doctrine inzake militarisering versterkt.
Uit een opiniepeiling van de Taiwan International Strategic Study Society van maart bleek dat 70,2% van de Taiwanezen “bereid is ten strijde te trekken” om het eiland tegen China te verdedigen, vergeleken met slechts 40,3% in een peiling van december. Net als andere regeringen gebruikt de DDP de crisis om “nationale eenheid” te creëren als middel om de klassenstrijd te smoren, en om aan te dringen op meer pro-kapitalistische handelsovereenkomsten met de VS en Japan in ruil voor hun “bescherming”. Tsai wil ook de wapenuitgaven verhogen en de dienstplicht verlengen.
Aan Chinese zijde is het luidruchtige online-nationalisme, dat tegenwoordig ook verweven is met Poetinverering en steun voor Rusland, jarenlang door de CCP gecultiveerd, maar nu dreigt het uit de hand te lopen. De online nationalisten, waarvan sommigen dicht bij het fascisme staan, zijn zo fel en zelfverzekerd geworden dat hun venijn niet langer alleen gericht is tegen homoseksuelen, feministen, Taiwanese ‘separatisten’ en Hongkongers, maar zelfs tegen voormalige topnationalisten van de CCP, zoals het geval was met de voormalige redacteur van de Global Times, Hu Xijin, die vorig jaar is opgestapt. Het wordt steeds moeilijker voor Beijing om met deze nationalistische druk om te gaan, omdat het land het risico loopt nog meer ‘speelruimte’ te verliezen en zo nodig een pragmatischer buitenlands beleid te kunnen voeren.
Voor de arbeidersklasse in Azië, Europa en de rest van de wereld opent de oorlog in Oekraïne de deur naar een nog gevaarlijker en tumultueuzer periode van kapitalistische wanorde. Om een einde te maken aan deze en toekomstige oorlogen moet de arbeidersklasse afrekenen met het kapitalisme en het imperialisme. Betogen en zich organiseren tegen de oorlog is een goed begin, maar het is op zichzelf niet genoeg. De situatie vereist meer dan oproepen en druk uitoefenen op regeringen om hun beleid te veranderen. Het vereist dat de arbeidersklasse haar gebrek aan organisatie, haar gebrek aan stem, haar gebrek aan macht overwint. De taak om opnieuw een krachtige socialistische arbeidersbeweging tegen kapitalisme en militarisme op te bouwen is dringender dan ooit.