Taliban neemt macht over na vernedering VS-imperialisme. Afghaanse massa’s betalen de prijs
Terwijl de imperialistische machten zich zorgen maken over de gevolgen die zij zullen ondervinden, negeren ze die van het Afghaanse volk grotendeels.
De twintig jaar durende bezetting van Afghanistan door Amerikaanse en geallieerde troepen was een ramp voor de mensen in het land. Ten minste een kwart miljoen mensen, zowel strijders als burgers, zijn gedood, waarschijnlijk nog veel meer. Corruptie viert hoogtij, van de regeringsleiders tot de politie, het leger en de rechtbanken. Terwijl de in drugshandel betrokken krijgsheren door omkoping aan boord werden gehouden, bleef het BBP per hoofd van de bevolking op minder dan 500 dollar per jaar steken. Miljoenen mensen wendden zich tot drugs om aan de realiteit te ontsnappen. Hoewel de positie van vrouwen in de steden enigszins verbeterde, werden de vrouwen op het platteland – de overgrote meerderheid – geconfronteerd met extreme armoede, dreiging van geweld en oorlog.
Dit is de zoveelste in een lange rij vernederende rampen voor het VS-imperialisme: Korea, Vietnam, Somalië, Syrië, Libië en nu Afghanistan. De beelden van duizenden mensen die via de luchthaven van Kaboel proberen weg te geraken, honderden die zich in het ruim van een Amerikaans transportvliegtuig verdringen en de schrijnende beelden van mensen die wanhopig proberen het land te verlaten door zich aan een vliegtuig vast te klampen, toonden op aanschouwelijke wijze hoe ernstig het prestige van het VS-imperialisme is aangetast. Deze beelden weerleggen de woorden van Joe Biden begin juli, toen hij in een verwijzing naar de gedwongen evacuatie uit Saigon (Vietnam) in 1975 zei: “Er zullen geen omstandigheden zijn waarin je mensen van het dak van een ambassade getild ziet worden.”
Dit is niet alleen een persoonlijke vernedering voor Joe Biden, nu hij de agenda voor het buitenlands beleid van Donald Trump voortzet, maar ook een enorme klap voor de belangen van de VS. De oorlog werd in 2001 werd gelanceerd als ‘Operation Enduring Freedom’, nadat de toenmalige Taliban-regering weigerde om de banden met al-Qaeda op te geven nadat die groep aanslagen op onder meer de Twin Towers in de VS had gepleegd. De oorlog werd aanvankelijk gesteund door een coalitie van veertig landen.
Deze oorlog heeft enorme menselijke en financiële middelen verslonden. Meer dan 100.000 Afghaanse troepen, hetzij regeringsgezind of pro-Taliban, hebben het leven verloren, terwijl meer dan 3.500 coalitiesoldaten en evenveel ‘contractanten’ (particulier ingehuurde strijders) zijn gedood. Tienduizenden Afghaanse burgers kwamen om.
Tegelijkertijd heeft de Amerikaanse regering meer dan 2,2 biljoen dollar aan de oorlog uitgegeven. De helft daarvan is opgeslokt door het ministerie van Defensie. Ongelooflijk genoeg is 530 miljard dollar naar de banken gegaan als rentebetalingen op het geld dat is geleend om de oorlog te betalen. Dit laatste bedrag torent uit boven het bedrag om de Afghaanse strijdkrachten op te leiden (100 miljard dollar) of dat is uitgegeven aan infrastructuurprojecten, meestal betaald aan westerse aannemers en NGO’s (144 miljard dollar). De VS zullen voor deze oorlog betalen in de vorm van vergoedingen en pensioenen voor veteranen en voortdurende rentelasten voor vele jaren.
Strategische concurrentie
Biden heeft de plotselinge terugtrekking gerechtvaardigd door te zeggen dat “Amerikaanse troepen niet kunnen en mogen vechten in een oorlog en sterven in een oorlog die de Afghaanse strijdkrachten niet voor zichzelf willen voeren.” Natuurlijk zullen velen een zekere sympathie hebben voor deze uitspraak, hoewel Amerikaanse en Britse veteranen al luidkeels hebben geprotesteerd. Een invalide expert inzake bomopruimingen twitterde: “Was dit het waard? Waarschijnlijk niet. Ben ik voor niets mijn benen kwijtgeraakt? Daar lijkt het wel op. Zijn mijn maten tevergeefs gestorven? Yep. Het is een erg sombere dag. Veel emoties gaan door mijn hoofd, woede, verraad verdriet om er een paar te noemen…”
Ondanks zijn pogingen om de terugtrekking te rechtvaardigen, is de realiteit dat Biden doorgaat met de ‘strategische concurrentie’-aanpak van Trump, bedoeld om de weg vrij te maken voor een open strijd met China. Maar de gebeurtenissen in Kaboel hebben het VS-imperialisme verzwakt en mogelijk de positie van zijn belangrijkste tegenstanders in de regio versterkt, in de eerste plaats China, maar ook Iran en Rusland. Zij zullen nu zeker aangemoedigd worden in hun acties.
Nu al waarschuwt het Chinese regime via zijn spreekbuis ‘Global Times’ dat “het feit dat Amerika Afghanistan na 20 jaar heeft verlaten een ‘voorteken’ is voor het ‘toekomstige lot’ van Taiwan.” Premier Su Tseng-chang reageerde met de stelling dat “Taiwan niet zal instorten zoals Afghanistan in het geval van een aanval.” Deze gebeurtenissen zullen echter de bezorgdheid aanwakkeren dat, in het geval van een Chinese aanval, de VS niet in staat of niet bereid zal zijn om het eiland te hulp te komen.
Waarom is het regime van Ghani zo snel ineengestort?
Veel internationale leiders geven de Afghaanse regering de schuld voor deze situatie. Zo stelde de secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, dat “het Afghaanse politieke leiderschap er uiteindelijk niet in is geslaagd de Taliban het hoofd te bieden en de vreedzame oplossing te bereiken die de Afghanen zo wanhopig wilden.”
Na twintig jaar en twee biljoen dollar zijn de imperialistische mogendheden, waaronder de NAVO die tot 2014 aan de oorlog deelnam, er niet in geslaagd een stabiel regime tot stand te brengen dat in staat is weerstand te bieden aan de Taliban. Het Pentagon houdt vol dat het Afghaanse leger en de Afghaanse politie met vier keer meer waren dan de Taliban, maar toch bezweken ze op enkele dagen.
De aanpak van de VS was vanaf het begin gebaseerd op illusies en wishful thinking dat zij Afghanistan konden onderwerpen. In 2006 verklaarde Donald Rumsfeld, minister van Defensie onder George W. Bush, dezelfde die het gebruik van foltering tegen Afghaanse gevangenen toestond: “Enkele jaren geleden terroriseerden Al Qaeda en de Taliban het Afghaanse volk. Vandaag zijn de trainingskampen voor terroristen gesloten, voetbalstadions worden gebruikt voor voetbal in plaats van executies. Dit is een eerbetoon aan het volk van Afghanistan.”
President Obama, met Joe Biden als vicepresident, beweerde dat zijn ‘troepeninzet’, de verdrievoudiging van de Amerikaanse troepen tot 100.000, een einde zou maken aan de oorlog tegen 2014, wanneer hij zou opkomen voor een tweede termijn. De troepeninzet werd afgebouwd toen delen van de Afghaanse strijdkrachten de Amerikaanse troepen begonnen aan te vallen – zogeheten ‘insider attacks’.
Ook Trump, die geloofde dat de Taliban door onderhandelingen in Doha konden worden gelegitimeerd, kondigde de troepenterugtrekking aan die nu door Biden is uitgevoerd. Er werd een beeld geschetst waarin de Afghaanse defensiemacht de Taliban zou tegenhouden. In het slechtste geval, zo schatte de VS, zou de opmars van de Taliban maanden duren.
Afghaanse leger: rot tot op het bot
Zelfs de West Point Academy van het Amerikaanse leger schat dat het aantal soldaten en agenten in Afghanistan fors overdreven wordt door het Pentagon. Bovendien gaat het om slecht opgeleide troepen. Corruptie aan de top is wijdverbreid, met het bestaan van vele ‘spooksoldaten’ die betaald worden om de zakken van de generaals te vullen. Veel soldaten zijn analfabeet en elk jaar deserteert ongeveer 25%. In deze situatie kon de aanpak van het Pentagon om het leger uit te rusten met hoogtechnologische drones terwijl het acties tegen de Taliban louter vanuit de lucht ondersteunde, niet aangehouden worden na de terugtrekking van Amerikaanse troepen. In mei beloofde Lloyd Austin, minister van Defensie van de VS, dat de luchtoperaties ondersteund zouden blijven door middel van “zoom conferencing” – een belachelijk idee in een land waar het internet nauwelijks functioneert. Alsof dit nog niet genoeg was, werd het grootste deel van het personeel van de defensiemacht tot voor kort betaald door het Pentagon en komen velen nu zonder loon te zitten. Het is niet verwonderlijk dat zij zo weinig weerstand bieden.
Het feit dat president Ashraf Ghani zo snel is gevlucht, zonder zelfs maar een poging te doen om weerstand te bieden aan de Taliban, geeft aan dat er geen sociale basis is voor zijn regime. De laatste presidentsverkiezingen waren zeer omstreden. Hoewel Ghani een meerderheid van de stemmen won, was de opkomst minder dan 20%. Volgens Ghani zelf heeft 90% van de Afghanen een inkomen van minder dan $2 per dag. Slechts 43% kan lezen en schrijven, terwijl 55% geen schoon water heeft en 31% geen sanitaire voorzieningen. Het BBP van het land bedraagt 20 miljard dollar, een bedrag dat minuscuul is vergeleken met de bedragen die de VS in 20 jaar hebben uitgegeven. Indien het imperialisme in plaats daarvan had geholpen bij de ontwikkeling van een behoorlijke economie, zouden velen van degenen die betrokken zijn bij de drugshandel of de smokkel (de belangrijkste bronnen van buitenlandse handel in Afghanistan) of die de Taliban om economische redenen steunen, vandaag maatschappelijk nuttig werk kunnen verrichten, en zou het fundamentalisme van een basis zijn beroofd.
Korte tijd leek het erop dat sommige plaatselijke krijgsheren, die enorme winsten maken met de opiumhandel en andere illegale activiteiten, in de veronderstelling verkeerden dat de Defensiemacht zich zou verzetten tegen de Taliban. Drie van de meest invloedrijke krijgsheren – Atta Muhammad Noor, Abdul Rashid Dostum en Haji Muhammad Muhaqiq – kwamen bijeen om een gezamenlijk front te vormen met het leger. Maar toen de steden snel in handen van de Taliban vielen, staakten zij de strijd en vluchtten naar het buitenland. Andere krijgsheren zullen tijdelijk hun lot aanvaarden en zich bij de Taliban aansluiten.
Reactie van de imperialistische mogendheden
Biden moest uiteraard reageren op de vernederende nederlaag voor het VS-imperialisme. Op televisie probeerde hij de schuld te ontlopen. De VS en andere imperialistische mogendheden zoals Canada, Duitsland, Australië en het Verenigd Koninkrijk evacueren zo snel mogelijk hun burgers, en een aantal Afghanen die voor hen hebben gewerkt als vertalers of in andere hoedanigheden. Ze doen dit vanuit de belegerde luchthaven van Kaboel. Iran, China, Rusland en natuurlijk Pakistan handhaven hun ambassades.
Bijna eensgezind zeggen de verschillende mogendheden dat ze afwachten of zij de Taliban-regering zullen erkennen. Boris Johnson verklaarde in het parlement dat de legitimiteit van een toekomstige Taliban-regering afhankelijk zal zijn van de naleving van internationaal overeengekomen normen inzake mensenrechten. De westerse imperialisten hebben op dit ogenblik echter weinig pressiemiddelen om ervoor te zorgen dat de nieuwe regering aan die normen voldoet.
De niet-westerse imperialistische machten China, Rusland en Iran zijn opmerkelijk gesterkt door deze gebeurtenissen. China was snel geneigd zich te verkneukelen over de nederlaag van de VS. Nieuwsagentschap Xinhua sprak over “de doodsteek voor de afnemende hegemonie van de VS” waarbij “het geluid van bulderende vliegtuigen en de zich haastig terugtrekkende menigten de laatste schemering van het imperium weerspiegelden.” Deze machten zien in de huidige situatie zowel kansen als bedreigingen.
De woordvoerder van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken, Zhao Lijian, zegt bijvoorbeeld dat China de Taliban pas diplomatiek zal erkennen na de vorming van de regering, die “open, inclusief en in ruime mate representatief” is.
Geconfronteerd met de dreiging van een golf van vluchtelingen heeft China stappen ondernomen om zijn 70 kilometer lange grens tussen de provincie Xinjiang en Afghanistan te versterken. Het regime vreest dat de overwinning van de Taliban de positie van de islamitische Oeigoeren zal versterken en dringt er bij de Taliban op aan de activiteiten van de etnische Oeigoerse ‘Islamitische Beweging van Oost-Turkistan’ en andere groeperingen aan banden te leggen.
In recente onderhandelingen met de Taliban heeft China de mogelijkheid geopperd van grote infrastructuurprojecten in het kader van de nieuwe zijderoute, Belt And Road Initiative (BRI), indien deze groepen in toom worden gehouden. Dergelijke projecten hebben echter alleen zin als zij China in staat stellen zijn corridor door Pakistan te verlengen. De BRI-initiatieven daar lijken echter vast te lopen als gevolg van lokale oppositie, waaronder terroristische aanslagen tegen Chinese werknemers, en het in gebreke blijven door Islamabad van de terugbetaling van schulden in verband met de BRI.
De Chinezen hebben al een geschiedenis in Afghanistan. Zelfs onder de Amerikaanse bezetting was China de grootste investeerder in het land, deels vanwege de relatieve stabiliteit. Er zijn bewezen voorraden ijzer, koper, talk en lithium met een geschatte waarde van meer dan 1 triljoen dollar. Vooral dit laatste is van groot belang voor de productie van elektrische voertuigen. Afghanistan wordt zelfs het ‘Saoedi-Arabië inzake Lithium’ genoemd. Hoewel de twee regeringen al in 2007 een overeenkomst sloten om koper te delven, is dit project tot stilstand gekomen.
Toekomstige investeringen zullen niet alleen afhangen van de vraag of de Taliban voor stabiliteit in het land zorgen, maar ook van de situatie in Pakistan, waar de overwinning van de Taliban de positie van islamitische groepen die tegen China zijn, zal versterken. Om deze redenen is China, evenals Iran, voorstander van onderhandelingen tussen de Taliban en andere groepen om een ‘inclusieve regering’ te vormen.
Rusland heeft niet dezelfde economische kracht als China, maar het heeft wel een machtig leger en een veiligheidsovereenkomst met Tadzjikistan en Oezbekistan – die beide lange grenzen hebben met Afghanistan. Turkmenistan, het ‘Noord-Korea van Centraal-Azië’, zal voor zijn eigen grenzen moeten zorgen, terwijl Turkije naar verluidt bezig is met de versterking van een muur om vluchtelingen te weren.
Het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken geeft blijk van zijn gebruikelijke cynische hypocrisie. Toen de Taliban de stad Kaboel overnamen, merkte de Russische ambassadeur op dat ze de controle over de stad “in de positieve zin van het woord overnamen. De Taliban handhaaft de wet en de orde.” Talibanstrijders beschermen nu de Russische ambassade in Kaboel.
Sinds de Taliban in 1999 strijders en steun stuurden naar Tsjetsjeense militanten, worden de Taliban in Rusland als een terroristische organisatie beschouwd. Dit heeft hen er niet van weerhouden in juli een delegatie te sturen om met de Russische regering te overleggen. Ook Rusland wil, in de woorden van minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov, “een regering met deelname van andere politieke krachten”, met “het begin van een allesomvattende dialoog met deelname van alle politieke en etnische groeperingen.” Ook Rusland wil garanties dat extremistische groepen niet in Centraal-Azië kunnen infiltreren en stabiliteit om massale vluchtelingenstromen te voorkomen. Rusland heeft al 7.000 manschappen gestuurd om de Tadzjiekse grens te versterken, verontrust door de informatie dat Tadzjiekse militanten die met de Taliban hebben gevochten, nu verantwoordelijk zijn voor de patrouilles aan de andere kant van de grens in het noordoosten van Badakhshan.
Verkeerde vergelijkingen
Het is begrijpelijk dat velen vergelijkingen maakten met de terugtrekking van de VS uit Saigon in 1975. We deden het zelfs in dit artikel. Maar de situatie was toen, op het hoogtepunt van de eerste Koude Oorlog, totaal anders. Toen ging de Koude Oorlog tussen twee rivaliserende politieke en economische systemen: het kapitalistische imperialisme en het niet-kapitalistische Stalinistische blok. De oorlog in Vietnam vertegenwoordigde het streven van een voormalig koloniaal volk om zich los te maken van het kapitalisme, en de overwinning op basis van massale boerenstrijd, landhervormingen en de invoering van elementen van een planeconomie was een overwinning voor de internationale arbeidersbeweging. De nederlaag van het VS-imperialisme heeft nu echter niet alleen de andere kapitalistisch-imperialistische macht – China – versterkt, maar heeft ook een reactionaire, religieuze en praktisch feodale macht aan de macht zien komen.
Anderen blikten terug op de vorige “vernederende terugtocht” uit Afghanistan, die van de Sovjet-Unie in 1989. Het Chinese regime heeft zich er deze week zelfs over verheugd dat Afghanistan het “kerkhof van de imperia” is, hoewel de Sovjet-Unie natuurlijk geen imperium was in de marxistische zin van het woord.
De terugtrekking van de Sovjet-Unie vond plaats in de context van de zich snel ontwikkelende ineenstorting van het Stalinistische blok. De aanvankelijke invasie van Afghanistan in 1979 door het Brezjnev-regime, ogenschijnlijk op ‘uitnodiging van de Afghaanse regering’, gaf de westerse imperialisten een propagandawapen in handen. Niettemin hielpen de Sovjettroepen het Najibullah-regime overeind te houden, de landhervormingen door te voeren en de gezondheidszorg en het onderwijs gedeeltelijk te verbeteren, waarbij vrouwen minstens formele gelijkheid kregen. Hun terugtrekking leidde drie jaar later tot de ineenstorting van het regime. Het was echter de steun van het VS-imperialisme in die tijd aan de mujahideen, onder meer via Osama bin Laden, door wapens en middelen te leveren om de Sovjettroepen te bestrijden, die verantwoordelijk was voor de opkomst van de Taliban, het Frankenstein-monster van de koude-oorlogsstrategie van het imperialisme.
Is de Taliban nu veranderd?
Na de val van de Najibullah-regering volgde een burgeroorlog waarbij de verschillende groepen elkaar bestreden. De Taliban ontwikkelde zich uit deze mujahideengroepen met steun van Pakistan. Velen werden opgeleid in de fundamentalistische madrassa’s van Saudi-Arabië. In 1996 veroverden zij Kaboel. Hun regime verbood alle oppositiegroepen, politieke partijen en vakbonden, maakte vrouwen vrijwel tot slaaf, stopte onderwijs voor meisjes, verbood vrouwen om te werken en verbood muziek, sport en spel. Overtreders van de sharia van de Taliban werden meedogenloos aangepakt. Overspel door vrouwen werd bestraft met steniging en homoseksuelen werden levend begraven. Een door de VN gefinancierd voetbalstadion in Kaboel werd gebruikt voor openbare executies.
Er wordt nu gediscussieerd over de vraag of de Taliban veranderd is ten opzichte van twintig jaar geleden. De tijd zal het leren. Er zijn aanwijzingen dat de Taliban gedwongen zullen worden hun aanpak te versoepelen. In de jaren negentig mochten aanhangers van de Taliban niet eens telefoneren, nu worden militanten in Kaboel gezien terwijl ze selfies nemen en twitter gebruiken. Op een fundamenteler niveau verzekeren de leidende figuren dat de rechten van vrouwen zullen worden gerespecteerd en dat er een vrije pers zal zijn, uiteraard binnen de ‘regels van de islam’. Zij beweren dat er amnestie zal worden verleend aan degenen die het vorige regime hebben gediend. Er zijn echter reeds talrijke voorbeelden van vrouwen die van hun werk zijn uitgesloten of verplicht zijn de hijab te dragen.
De Taliban blijft een in wezen op het platteland gebaseerde organisatie. In de laatste twintig jaar is de verstedelijking van het land toegenomen: Kaboel is gegroeid van 1,5 tot 4 miljoen inwoners. Het aantal stadsbewoners is gegroeid van 2,6 tot 10 miljoen. Bovendien is 46% van de bevolking jonger dan 15 jaar. Het is derhalve waarschijnlijk dat binnen de Taliban, die tot dusver verenigd waren in de strijd tegen een gemeenschappelijke vijand, de spanningen zullen toenemen tussen de Taliban in de achtergebleven, fundamentalistische plattelandsgebieden en de meer open stedelijke gebieden. Het bestaan van andere fundamentalistische groepen zal deze situatie nog verergeren. Het is echter ook mogelijk dat de Taliban, naarmate zij in de steden op groeiende tegenstand stuit, zich tot haar vroegere methoden zal terugtrekken.
Kunnen de Taliban een stabiele regering vormen?
De vorige Taliban-regering was aan de macht van 1996 tot 2001, toen zij door de VS-invasie ten val werd gebracht. In die periode controleerde zij nooit het hele land en stuitte zij op sterke tegenstand van onder meer de Noordelijke Alliantie, die destijds werd gesteund door Iran, India en Rusland. Zij ondervindt nu al enige weerstand met anti-Taliban-protesten die duizenden mensen op de been brachten in Jalalabad en mogelijk ook in de provincie Khost. Er zijn berichten over pogingen om een ‘Noordelijke Alliantie 2.0’ samen te brengen in de Panjshir-vallei.
Maar er zijn ook nieuwe krachten ontstaan in Afghanistan. Vrouwen, die de afgelopen tien jaar met solidariteit van de wereldwijde vrouwenbeweging enige vrijheden hebben gekregen, zullen nieuwe beperkingen waarschijnlijk niet zomaar accepteren. Ook de jonge bevolking, met haar internationale oriëntatie en moderne communicatiemiddelen, kan protesteren. De arbeidersbeweging is niet sterk, omdat de industrie zwak is, maar zij bestaat wel, en het belangrijkste vakbondsorgaan kreeg te maken met repressie onder het Ghani-regime.
De Taliban zullen bij hun pogingen om hun heerschappij te vestigen waarschijnlijk op veel moeilijkheden stuiten. Zullen de krijgsheren hun passieve steun behouden? Zal de Taliban zelf verenigd blijven? Zullen andere mogendheden zoals Iran, Rusland en China door hun interventies andere belangen steunen? Rusland voert naar verluidt reeds besprekingen met sommige krijgsheren.
Tegelijk dreigen er in Afghanistan zelf ernstige crisissen. Een derde golf van Covid zou het land overspoelen, ‘zou’ omdat er geen ernstige testinfrastructuur is. Volgens één onderzoek zou nu meer dan 40% besmet zijn. Toch hebben ziekenhuizen geen middelen om dit aan te pakken. Een arts zegt dat ze maar een derde van de zieken kunnen behandelen.
Na de ernstige droogte in 2018 merkte een boer op: “De hemel is opgehouden met regenen, de aarde is opgehouden met gras voor ons te laten groeien.” De komende maanden zullen naar verwachting nog erger zijn met 12 miljoen Afghanen, een derde van de bevolking, die naar verwachting te maken krijgen met “noodniveaus van voedselonzekerheid.”
De Taliban zullen de komende maanden zwaar op de proef worden gesteld om deze problemen aan te pakken, naast de economische ineenstorting, de vluchtelingenstromen, de grensoverschrijdende spanningen en de aanhoudende drugshandel.
Is er een uitweg?
Eén ding is duidelijk. De imperialistische interventie was een catastrofe. Het Taliban-bewind zal, indien het wordt voortgezet, een nachtmerrie worden. De door de Sovjet-Unie gesteunde regering Najibullah is er niet in geslaagd de Afghaanse samenleving om te vormen door de maatregelen die zij nam om de samenleving te moderniseren en de ondemocratische wijze waarop deze van bovenaf werden doorgevoerd. Alle fundamentele problemen van de samenleving, de verarming, het gebrek aan democratische rechten, de nationale onderdrukking, het religieus fundamentalisme en de sociale repressie blijven bestaan en kunnen niet worden opgelost op basis van het kapitalisme.
Wat nodig is, is de opbouw van een massabeweging in verzet tegen de Taliban en het imperialisme, waarin de arbeidersklasse, arme boeren, vrouwen, jongeren verenigd zijn in een strijd voor de vestiging van een democratische arbeiders- en arme-boerenregering. Dit kan natuurlijk alleen slagen als het gebeurt als onderdeel van een internationale strijd waarbij de arbeidersklasse van andere landen in de regio wordt betrokken en die de weg zou kunnen openen voor de oprichting van een echte, democratische en vrijwillige socialistische federatie in de regio.