Geen vrede zonder massale strijd tegen bezetting, armoede en kapitalistische overheersing
In mei zag de hele wereld vol afgrijzen hoe de Israëlische staat, de op drie na grootste militaire macht ter wereld, een bloedige aanval uitvoerde op Gaza. Op 11 dagen zijn naar schatting 242 inwoners van Gaza gedood. Het schouwspel van deze oorlogsmisdaden is maar al te vertrouwd: dit is de vierde dergelijke aanval sinds 2009.
Artikel door Clement (Luik) voor de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’
Het staakt-het-vuren dat bij het ter perse gaan van deze krant werd bereikt, maakt een einde aan de bombardementen van de regering-Netanyahu op Gaza. De aanvallen van de Israëlische politie rond de al-Aqsa Moskee illustreerden echter dat het geweld en het systematisch racisme tegen de Palestijnen in andere vormen onverminderd zullen voortduren.
Op 11 dagen werden honderden gebouwen verwoest, waaronder het al-Rimal ziekenhuis (met het enige Covid-laboratorium in de Gazastrook) en het gebouw waarin de kantoren van Al Jazeera en Associated Press waren gevestigd. Luchtaanvallen troffen het overvolle vluchtelingenkamp al-Shati, waarbij een tiental mensen omkwamen. Aan de andere kant van het hek werden 12 mensen gedood door raket- en antitankraketvuur, waaronder verscheidene Palestijnen uit Israël (die ongeveer 20% van de bevolking uitmaken) en een Indiase arbeider.
Wij zijn solidair met de miljoenen gewone arbeiders en armen die lijden onder de terreur van bombardementen en raketbeschietingen aan beide zijden van het hek. Wij verzetten ons tegen het beleid van staatsterreur van de Israëlische regering. Terwijl we de totale wanverhouding erkennen tussen de agressie tegen een enclave die geblokkeerd wordt door één van de best uitgeruste legers ter wereld en de beschietingen vanuit de Gazastrook, worden die laatsten door de regering-Netanyahu gebruikt om de steun voor haar oorlogszuchtige politiek te versterken.
Politieke instabiliteit als achtergrond
Na de val van de vorige regering, die er niet in slaagde een begroting voor het jaar 2020 goed te keuren, werden op 23 maart vervroegde verkiezingen gehouden in Israël. Dit is de vierde opeenvolgende vervroegde verkiezing in minder dan twee jaar. 70% van de Israëli’s denkt dat er in 2021 nieuwe vervroegde verkiezingen komen. Sinds juni 2020 waren er regelmatig betogingen waarin de aanpak van de Covid-crisis en de gevolgen daarvan werden aangeklaagd. Het protest richtte zich rechtstreeks tegen premier Benjamin Netanyahu, die wegens corruptie in staat van beschuldiging is gesteld.
Als reactie op deze instabiliteit heeft de voorlopige regering van Netanyahu, gesteund door de traditionele media, haar reactionaire campagne opgevoerd om de nationale verdeeldheid aan te wakkeren en een sfeer van een ‘belegerde citadel’ te stimuleren. Netanyahu heeft zich aldus openlijk geallieerd met de Kahanistische partij, een gewelddadige, racistische extreemrechtse partij waarvan de milities vrij spel hebben om razzia’s uit te voeren in Palestijnse wijken in Jeruzalem. Het beleid van zogenaamde ‘Judaïsering’ – een latente etnische zuivering – van Oost-Jeruzalem wordt versterkt door de verdrijving van Palestijnse gezinnen ten gunste van kolonisten. Palestijnse betogingen worden systematisch met geweld onderdrukt.
Reactionaire golf lokt reactie uit van Palestijnen in Israël
Op 13 april hadden de politie en het leger de arrogantie om te verhinderen dat Palestijnse jongeren zich bij de Damascuspoort verzamelden om te socialiseren. Gedurende meer dan tien dagen waren er betogingen waaraan duizenden mensen deelnamen. Door de hardnekkigheid van de betogers moest de politie ze uiteindelijk gewoon doorlaten.
Deze overwinning heeft het vertrouwen van de jonge Palestijnen in Israël versterkt. Na de Damascuspoort werd de wijk van Sheikh Jarrah, waar 10 families met uitzetting werden bedreigd, het brandpunt van verzet in Oost Jeruzalem.
De strijd tegen de tien uitzettingen in de wijk kwam in een stroomversnelling terecht en werd een algemene strijd tegen de uitzettingen van arme Palestijnse gezinnen en tegen de overname van de wijk door joodse kolonisten. Palestijnen uit Israël en uit de bezette gebieden kwamen betogen, terwijl ze gezinnen in de buurt hielpen bij het organiseren van maaltijden bij het breken van het vasten ‘s avonds. Onder druk werd de zitting van het Hooggerechtshof die over de uitzettingen moest beslissen, uiteindelijk verdaagd.
De politie ging op 7 mei over tot verdere provocaties. De betogingen werden nog steeds gewelddadig onderdrukt. Daar kwam echter bij dat geprobeerd werd om te verhinderen dat duizenden moslims zouden deelnemen aan de gebeden op één van de laatste avonden van de Ramadan. Die brengen elk jaar tienduizenden gelovigen naar de al-Aqsa moskee. De politie schoot zelfs met traangas naar het terrein van de moskee. Dat gaf aanleiding tot nieuwe betogingen en rellen, ook in andere steden zoals Haifa, Jaffa, Lydda, Nazareth …
Tegelijkertijd waren er acties op de werkplekken en in de scholen. Deze toonden een solidariteit tussen Arabieren en Joden. In Tiberias legden de chauffeurs van de Superbus-maatschappij het werk neer. Joodse chauffeurs begeleidden hun Arabische collega’s naar hun huizen. Op het Bezalel College werd een proteststaking van Palestijnse studenten beantwoord met een solidariteitsverklaring van de faculteit. De vakbond van sociaal werkers verklaarde dat ze “alle maatschappelijk werkers in Israël vertegenwoordigt, van alle nationaliteiten en religies, en van een verscheidenheid aan wereldvisies. Deze vakbond strijdt, handelt en roept op tot vrede en een einde aan het geweld.”
In het tijdperk dat volgt op het vertrek van de regering-Trump en de politieke crisis in Israël, verliest een nieuwe generatie Palestijnen de angst en durft ze steeds meer de confrontatie met het Israëlische establishment aangaan. Het is in essentie een eerste opstand voor de bevrijding van nationale onderdrukking, onteigening, armoede en leed. Het draagt een algemene ideologische uiting van Palestijns nationalisme in zich, helaas zonder duidelijke politieke doelen of belangrijke organisaties.
Militaire manoeuvres houden de status quo in stand
Toen Hamas en de Islamitische Jihad besloten het initiatief te nemen door raketten (eerder projectielen) af te vuren “uit solidariteit” met de beweging tegen de repressie, greep de rechtse regering van Israël dit aan om met militair geweld de situatie opnieuw onder controle te krijgen. De brutaliteiten van de aanvallen door het regime van Netanyahu onderstrepen het recht van de Palestijnen om te protesteren, zich te organiseren en zich te verdedigen, ook door middel van gewapende strijd. De willekeurige beschieting van de burgerbevolking met raketten is echter geen verdediging van de Palestijnen en wordt op cynische wijze misbruikt om bloedvergieten te rechtvaardigen waarvoor het regime van Netanyahu verantwoordelijk is.
De politieke crisis en de zwakte van Netanyahu, die vecht voor zijn politieke overleven, spelen een sleutelrol in de dynamiek van de militaire escalatie. De militaire manoeuvres van het regime zijn niet bedoeld om de Israëlische bevolking te beschermen. Het tegendeel beweren is ofwel naïef ofwel bedrieglijk. Deze militaire manoeuvres zijn bedoeld om de kapitalistische status quo van bezetting, belegering, nederzettingen, nationale discriminatie, verdeel-en-heers en armoede in stand te houden.
Eenheid van werkenden en onderdrukten in strijd voor bevrijding
De Israëlische militaire operaties maakten geen einde aan het protest. Naast de betoging van meer dan 10.000 mensen in de stad Sakhnin is het meest in het oog springende voorbeeld natuurlijk de algemene staking van de Israëlische Arabieren op 18 mei. Ondanks oproepen van extreemrechtse parlementsleden om de stakers als terroristen te behandelen en hen te ontslaan, werd de staking op grote schaal opgevolgd. De doorgaans drukke straten waren door de sluiting van de winkels leeg. Honderden truckers legden het werk neer. Volgens de Israëlische bouwvereniging gingen slechts 150 van de 65.000 Arabische bouwvakkers aan het werk, met een verlies van 40 miljoen dollar tot gevolg. De tegenreactie liet niet op zich wachten: honderden stakers kregen via sms hun ontslag.
De gebeurtenissen weerleggen de valse propaganda over vrede die gepaard ging met de normalisatieakkoorden die onder Netanyahu en Trump met een aantal Arabische oligarchen werden gesloten. Deze acties vormen een nieuwe fase in de Palestijnse opstand. Zij wijzen de weg naar een krachtsverhouding waarmee rechts en extreemrechts kunnen verslagen worden. In sommige steden zijn tijdens de protesten actiecomités opgezet. Deze kunnen dienen als basis voor het organiseren van betogingen en stakingen en het beschermen van gemeenschappen, maar ook als basis voor de ontwikkeling van een nieuwe, onafhankelijke, niet-sektarische politieke leiding die een alternatief biedt voor de strategische impasse van Hamas en Fatah. Dat vereist een strategie van nationale bevrijding en sociale emancipatie als onderdeel van een socialistische verandering in de regio.