Koude Oorlog tussen VS en China: dreigt een nieuwe wereldoorlog?
Onderstaand artikel is gebaseerd op een toespraak op de internationale winterschool van International Socialist Alternative op 30 januari.
De nieuwe Koude Oorlog tussen de twee grootste supermachten, China en de Verenigde Staten, is een cruciaal aspect van onze marxistische analyse en perspectieven voor de wereldeconomie, de politiek en de klassenstrijd. Hij verschilt van de oude Koude Oorlog, die ging tussen twee onverenigbare sociale stelsels: de stalinistische bureaucratische planeconomie versus het kapitalisme.
In de nieuwe Koude Oorlog zijn China en de VS rivaliserende kapitalistische grootmachten, zij het met een verschil in de vorm van kapitalisme. Veel gevestigde commentatoren schrijven de nieuwe Koude Oorlog toe aan het ‘America First’-nationalisme van voormalig president Donald Trump. Met de komst van Biden hoopten sommigen op een einde van het conflict en een terugkeer naar de ‘normaliteit’ van voor Trump.
Trump heeft het proces van het conflict tussen de VS en China zeker versneld toen hij in juli 2018 een grote handelsoorlog begon alsook door zijn veelvuldige gebruik van racistische anti-China retoriek om het nationalisme op te zwepen als een manier om zijn populistische basis op te bouwen. Maar hij is het proces niet begonnen, en daarom zal het niet met hem eindigen.
In de voorgaande periode voerden de Amerikaanse regeringen een beleid van strategische betrokkenheid ten aanzien van China, dat terugging tot Nixon meer dan 40 jaar geleden. De heersende klasse in de VS zag China eerst als een bondgenoot tegen de Sovjet-Unie in de Koude Oorlog, om de twee grootste stalinistische dictaturen tegen elkaar op te zetten. De Chinese Communistische Partij (CCP) speelde een zeer belangrijke rol in de ineenstorting van het stalinisme op wereldschaal, vooral door haar rol in proxy-oorlogen zoals de oorlog in Afghanistan in de jaren tachtig, die een aderlating werd voor de grondstoffen van de Sovjet-Unie.
In de jaren 1980 steunden de VS het beleid van de CCP van ‘hervormingen en openstelling’, waarmee elementen van kapitalisme werden ingevoerd en het mogelijk werd om de enorme markt en de goedkope arbeidskrachten te exploiteren. Zelfs het bloedbad op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 kon deze hechte relatie niet stoppen. De VS protesteerden symbolisch na de moorden in Peking, maar wilden dat de CCP aan de macht bleef om de “stabiliteit” te handhaven en de enorme Chinese arbeidersklasse onder controle te houden, zodat Amerikaanse bedrijven de niet-georganiseerde arbeidskrachten vrij konden uitbuiten.
Strategische scheiding
De betrekkingen tussen de VS en China begonnen echter een beslissende wending te nemen na de ‘Grote Recessie’ van 2008. Deze legde de diepe crisis van het Amerikaanse kapitalisme bloot. Het demoraliseerde de pro-Amerikaanse ‘liberale’ geledingen van de CCP en overtuigde de meest nationalistische hardliners, zoals de fractie van de huidige heerser Xi Jinping, ervan dat China de rem op de economische liberalisering moest zetten en zich in plaats daarvan moest richten op zijn eigen kenmerkende regeringsmodel, gebaseerd op een vorm van staatskapitalisme met een onversneden autoritair bewind.
Dit proces van strategische “scheiding” werd duidelijker in de tweede ambtstermijn van de regering-Obama. In 2010 initieerde Obama het Trans-Pacific Partnership (TPP), een door de VS geleid handelspact, en in 2012 de “draai naar Azië” die inhield dat 60% van de militaire macht van de VS naar Azië werd verplaatst. Deze strategieën waren duidelijk gericht op het tegengaan van de invloed van China in Azië.
Wat veroorzaakte deze verandering in de verhouding tussen de VS en China? In 2010 haalde China Japan in als de tweede economie ter wereld. Vervolgens begon de Chinese heersende klasse haar eigen imperialistische agenda te onthullen met de door Xi Jinping in 2013 gelanceerde ‘nieuwe zijderoute’ (Belt and Road Initiative, BRI) om de Chinese investeringen en invloed wereldwijd te versterken, en het programma ‘Made in China 2025’ dat in 2015 werd genomen om de hightech productiecapaciteit van China te versnellen. Vanaf eind 2013 begon China zijn controle over de Zuid-Chinese Zee te doen gelden door kunstmatige eilanden te bouwen en deze betwiste wateren effectief te militariseren. Deze wateren zijn ook het voorwerp van overlappende territoriale claims door zes andere landen – Brunei, Indonesië, Maleisië, de Filipijnen, Taiwan en Vietnam.
Deze ontwikkelingen schokten de heersende klasse in de VS. Zij vrezen het verlies van hun wereldwijde hegemonie, te beginnen met het verlies van Azië. Zoals Trotski in het Manifest van de Vierde Internationale over Imperialistische Oorlog stelde: “Het imperialisme verafschuwt van nature elke machtsdeling.”
Wij beschreven de nieuwe zijderoute als “imperialisme met Chinese kenmerken.” De opkomst van China als imperialistische macht heeft niet in de eerste plaats te maken met de persoonlijke ambities van Xi Jinping, maar is een gevolg van de kapitalistische tegenstellingen in China. Hoewel China relatief beter uit de crisis van 2008-2009 is gekomen dan het Westen, was het herstel van het land gebaseerd op een ongekende kredietverlening voor mega-infrastructuur en investeringsprojecten. Dit leidde tot de daaropvolgende massale accumulatie van schulden en overcapaciteit, die tot op de dag van vandaag niet is opgelost. In het eerste kwartaal van 2020 bereikte de totale schuldquote van China 317 procent.
“Dubbele circulatie”
Vandaag spreekt Xi Jinping over de noodzaak om de “dubbele circulatie” van de economie te versterken, die verwijst naar de interne en externe economie. Deze term is in feite een herverpakking van de oude poging om de binnenlandse consumptie van China te stimuleren. Nu de economische ontkoppeling van de VS en de westerse landen de trend van de ontwikkelingen wordt, tracht China zijn afhankelijkheid van het Westen te verminderen en de economische druk van het VS-imperialisme te weerstaan door de binnenlandse consumptie op te voeren. Maar de lage lonen, het gebrek aan openbare gezondheidszorg en sociale bescherming, plus de hoge schuldenlast van de gezinnen door de hoge vastgoedprijzen, betekenen dat de Chinese arbeidersklasse weinig te besteden heeft, zodat dergelijke pogingen grotendeels vruchteloos zijn gebleken.
De consumptie van Chinese huishoudens was in 2019 goed voor 38,8% van het nominale bbp. Daarmee komt het na India en Indonesië. Er was slechts een stijging van 0,1% tegenover 2018. Dit was vóór de pandemie, die ervoor zorgde dat de consumentenbestedingen in 2020 met 4% daalden. Anderzijds bedraagt de schuld van de huishoudens nu 128% van het huishoudinkomen, wat een hogere ratio is dan in de VS en Japan. De schuldquote is nu vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten van voor de crisis van 2008. En dat in een land waar bijna de helft van de bevolking, 600 miljoen mensen, moet rondkomen van ongeveer 152 dollar per maand.
Daarom moet China zich richten op de andere kant van de dubbele circulatie: de export van kapitaal en de opbouw van China’s eigen economische invloedssfeer, wat in feite neerkomt op imperialisme. Dit wordt nog dringender met de verwachte toename van de ontkoppeling van de economieën van China en de VS. De BRI was het begin van dit proces, waarvan we in het verleden hebben uitgelegd dat het China’s poging was om kapitaal, overcapaciteit en schuld naar andere landen te exporteren.
De recente ondertekening van het RCEP, een handelsakkoord tussen 15 landen dat door China wordt gedomineerd, wordt gezien als een rivaal voor het TPP, dat vroeger door de VS werd geleid. Trump trok zich in 2017 terug uit de TPP (nu omgedoopt tot de CPTPP – Comprehensive and Progressive Agreement for Trans-Pacific Partnership), maar Biden treedt mogelijk opnieuw toe. Vorig jaar heeft het Zuidoost-Aziatische blok ASEAN de EU ingehaald als China’s grootste handelspartner. We zien dus de contouren van een door China geleid economisch blok, zij het een instabiel blok met veel interne conflicten.
De rivaliteit tussen de VS en China begon al voor Trump en zal zeker niet ophouden met Biden. Deze strijd ging nooit over democratie of mensenrechten. Dit weerspiegelt een bredere politieke verschuiving binnen de heersende klasse in de VS en een overeenkomstige verschuiving in de heersende klasse in China. Veelbetekenend is dat de Democraten zich niet hebben verzet tegen het brede China-beleid van de regering-Trump. Biden’s nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Tony Blinken, zei vlak voor Biden’s inauguratie: “Trump had gelijk met zijn hardere aanpak van China.” En nog: “het basisprincipe was het juiste” en het was “nuttig voor ons buitenlands beleid.”
In feite verkoos Xi’s regime Trump boven Biden. Trump gaf de voorkeur aan een handelsakkoord dat zijn kansen zou vergroten om herkozen te raken. Hij toonde een brutale minachting voor de mensenrechtenkwesties in Xinjiang, de regio van China met het grootste aantal moslims, of tegenover de repressie van het protest in Hongkong. Vanuit het oogpunt van de CCP was het waarschijnlijker dat Trump zich zou laten afkopen met economische concessies. Zij vrezen dat de regering-Biden ‘ideologischer’ zal zijn, dat wil zeggen bedrevener in het manipuleren van zaken als democratie en mensenrechten als dekmantel voor de doelstellingen van het VS-imperialisme. Het team van Biden legt meer nadruk op het herstellen van de banden met de traditionele bondgenoten van de VS, in de hoop een stabieler blok tegen China te creëren. Het Amerikaanse beleid om China in te dammen zal consequenter en strategischer zijn dan onder Trump.
Hardhandig optreden in Hongkong
Het Chinese regime is zeer nuchter dat dit conflict niet zal matigen onder Biden. Begin januari begon Peking met een grootscheepse massa-arrestatie van 53 politici van de oppositie in Hongkong op beschuldiging van “subversieve activiteiten” in het kader van de wet op de nationale veiligheid. Daaronder bevond zich ook een Amerikaanse advocaat – de timing was precies gekozen om de politieke wanorde in de VS uit te buiten. Het doel van dit laatste optreden in Hongkong was de oppositie weg te vagen voor het geval de uitgestelde parlementsverkiezingen van 2020 later dit jaar alsnog zouden plaatsvinden.
Het regime van Xi is ook bezorgd dat de westerse economieën zich tegen de tweede helft van dit jaar sterker zullen herstellen van de pandemie, op basis van de massale vaccinatieprogramma’s in veel van deze landen. Zowel wat het aandeel van de gevaccineerde bevolking als de gerapporteerde doeltreffendheid van de westerse versus de Chinese vaccins betreft, is Peking nerveus dat zijn relatieve voordeel als “enige grote economie die in 2020 groeide”, zou kunnen verdampen. Oplevende westerse economieën zouden de druk op het Chinese regime opvoeren wat betreft economisch beleid, Hongkong en Xinjiang. De massa-arrestaties in Hongkong kwamen ook een week na de ondertekening van een belangrijk investeringsakkoord tussen China en de EU, nog een slimme zet van Beijing om een wig te drijven tussen de VS en de EU op een wijze die aan de ‘drie koninkrijken’ doet denken: een periode van 60 jaar in de Chinese geschiedenis toen drie staten elkaar bevochten om de suprematie.
Het is onwaarschijnlijk dat Biden alle tarieven van Trump zal schrappen, omdat deze kunnen worden gebruikt om druk te blijven uitoefenen op het Chinese regime [Noot van de redactie: sinds dit werd geschreven, heeft Biden’s minister van Financiën Janet Yellen bevestigd dat alle tarieven van Trump “voorlopig” zullen blijven]. Biden kan in de toekomst aanbieden om enkele van de tarieven te schrappen als onderhandelingstactiek. Hij zal echter zowel door de Democraten als de Republikeinen onder druk worden gezet als hij als ‘soft’ tegen China wordt gezien.
De nieuwe Koude Oorlog is geen tijdelijke fase; het zal de trend zijn van het mondiale kapitalisme in de volgende historische periode. Zoals Lenin het formuleerde, is imperialisme het hoogste stadium van het kapitalisme, waarin het kapitalisme een periode ingaat van rivaliteit tussen grote mogendheden in de strijd om markten en grondstoffen. Met andere woorden: imperialistische conflicten zijn het onvermijdelijke gevolg van het kapitalisme, vooral in een tijdperk van crisis.
De aard van de nieuwe Koude Oorlog is meer verwant aan de periode vlak voor WO I, toen de imperialistische machten Groot-Brittannië en Duitsland rivaliserende allianties sloten. De voornaamste redenen waarom we niet met een nieuwe “grote oorlog” tussen de twee grootmachten worden geconfronteerd, zijn enerzijds het bestaan van kernwapens en anderzijds het feit dat geen enkele heersende klasse zich veilig voelt in haar macht; zij vreest massale opstanden als zij een grote oorlog begint.
Daarom zien we ook enkele kenmerken die lijken op die van de vorige Koude Oorlog – de meeste inter-imperialistische conflicten die we zullen zien, worden niet uitgevochten met militaire middelen, maar met economisch, handels- en technologisch beleid, zelfs indien ze gepaard gaan met een wapenwedloop. Wanneer er open conflicten – ‘hete’ oorlogen – ontstaan, zal dit voornamelijk in de vorm van proxy-oorlogen zijn. Dit is de komende jaren mogelijk in de Zuid-Chinese Zee of in de Straat van Taiwan. Zelfs een ‘kleine’ oorlog zou zeer destructief kunnen zijn, gevaarlijk ook voor het kapitalistische systeem, en zou enorme politieke gevolgen hebben. Dit zou internationaal een massale anti-oorlogsbeweging kunnen uitlokken.
Hoewel we in de komende periode misschien duidelijkere regionale blokken zullen zien ontstaan, zullen de nieuwe allianties waarschijnlijk instabiel zijn. Dit geldt vooral voor de regio Azië-Stille Oceaan, die de dominante en grootste regio is voor het wereldkapitalisme. Een topdiplomaat uit Singapore zei dat de meeste Zuidoost-Aziatische landen niet “monogaam” zijn in hun diplomatie.
Geen verschillende systemen
In vergelijking met de oude Koude Oorlog zijn de blokken en allianties van vandaag niet gebaseerd op fundamenteel verschillende systemen, maar veeleer een afspiegeling van de burgerlijke nationale belangen van de verschillende landen, belangen die kunnen veranderen. Sommige regeringen zullen proberen een evenwicht te vinden tussen China en de VS, of hebben zelfs hun eigen concurrerende regionale imperialistische agenda’s. Zo zijn bijvoorbeeld zeven landen, Australië, Brunei, Japan, Maleisië, Nieuw-Zeeland, Singapore en Vietnam, lid van zowel het door China geleide RCEP als het rivaliserende CPTPP, dat was opgezet als een anti-Chinees blok.
Met het RCEP en de overeenkomst tussen China en de EU, en de schijnbaar onstuitbare uitbreiding van de macht van de CCP in Hongkong, lijkt China de afgelopen periode indrukwekkende diplomatieke en economische overwinningen op de VS te hebben geboekt. Het gaat hier wellicht evenwel meer om symboliek dan om inhoud. Met de toenemende economische tegenstellingen en spanningen in de volgende periode kunnen deze “overwinningen” snel worden vergeten en plaatsmaken voor nieuwe conflicten.
De nieuwe Koude Oorlog kan ook gevolgen hebben voor massabewegingen in de wereld. Bij gebrek aan een sterke stempel van de arbeidersklasse in sommige bewegingen, kan de dynamiek van de ‘Koude Oorlog’ die op wereldschaal speelt, illusies wekken in één van de twee imperialistische blokken als tegenwicht tegen wat wordt gezien als de meest directe vijand. Dit wordt weerspiegeld in sommige van de politiek verwarde ideeën rond de zogenaamde Milk Tea Alliance, met online jongerenactivisten in Hong Kong, Taiwan en Thailand (nu aangevuld met jongeren in Myanmar) die samenwerken om elkaars strijd aan te moedigen, tactische ervaring te delen, maar ook kijken naar de ‘democratische’ VS als een bondgenoot tegen de CCP-dictatuur en de Thaise en Myanmarese militaire regimes.
De context is belangrijk: pro-CCP Chinese internet trollen waren actief tijdens de Thaise massaprotesten vorig jaar, steunden het Prayut regime en beschimpten de betogers voor democratie. Dit leidde tot een reactie op de sociale media van Thaise jongeren en jongeren uit Hongkong die beïnvloed werden door een pro-westers verhaal.
Tijdens WO1 ontwikkelden sommige Ierse nationalisten die tegen de Britse overheersing vochten, illusies in het Duitse imperialisme als een mogelijke “redder”. Net als in de imperialistische WO1 mag de arbeidersklasse niet aan een kant van het imperialistische conflict staan en moet zij in plaats daarvan een onafhankelijke positie innemen. In de nieuwe Koude Oorlog verzetten wij ons zowel tegen het Chinese als tegen het Amerikaanse imperialisme. Wij steunen de internationale strijd en solidariteit van de arbeidersklasse om het kapitalisme te verslaan.
De Chinese staat is niet langer een bureaucratisch vervormde arbeidersstaat, noch is er een planeconomie om te verdedigen. China’s autoritaire door de staat geleide kapitalisme vertegenwoordigt geen progressiever alternatief voor het Westerse kapitalisme. Het RCEP en de investeringsovereenkomsten tussen China en de EU die door Xi’s regime worden verdedigd, zijn neoliberale overeenkomsten die een enorme aanslag betekenen op arbeiders, boeren, de natuur en democratische rechten.
De arbeidersklasse is de enige kracht die de strijd voor een werkelijk vreedzame wereld kan leiden, door het stoppen van het systeem dat eindeloze oorlogen en conflicten voortbrengt, ecologische of virologische vernietiging, namelijk het kapitalisme en het imperialisme.