De werkende klasse centraal zetten, ook in de strijd voor verandering!

Recensie van ‘Ze zijn ons vergeten’ van Peter Mertens

Zeven maanden gezondheidscrisis toonden dat gewone werkenden alles doen draaien. Dat zorgt voor een groter klassenbewustzijn. Het boek van Peter Mertens speelt daarop in. Het vertrekt vanuit het leven en werk van de helden, de werkende klasse. Het is bovendien een aanklacht tegen de kapitalistische klasse die wil dat dit collectief bewustzijn van de werkende klasse zo snel mogelijk vergeten raakt.

Een essentiële reminder

De werkenden moesten alles doen draaien, maar het waren niet hun belangen die centraal stonden bij de maatregelen. Er was een criminele tegenstelling tussen de individuele lockdown maatregelen en de onaantastbare economische belangen. Mertens heeft het terecht over twee maten en twee gewichten. “De regels gelden voor iedereen, behalve als het gaat om versnellingsbakken te maken. Dat mag wel”, schrijft hij in zijn voorwoord. Alles moet wijken in het belang van de winsten.

Het boek herinnert er ons aan dat het de werkenden zelf en hun vakbonden waren die een deel van de niet-essentiële productie tot stilstand brachten en die veiligheidsmaatregelen afdwongen. “Hoe sterker de vakbond op zijn strepen staat, hoe veiliger de werkplaats”, vat Mertens samen.

Dat kon trouwens wel wat sterker: nu kwamen de initiatieven bijna steeds van onderuit, terwijl de leiding afwezig leek. Bijvoorbeeld in de saga rond de mondmaskers hadden de vakbondsleidingen de eis voor het opvorderen van productielijnen en stocks kunnen propageren en er campagne rond voeren. Toen het actienetwerk ‘De Zorg in Actie’ het initiatief nam om de sociale strijd uit de lockdown te halen, hadden de vakbondsleiders daar een nationaal voorbeeld van kunnen maken.

Desalniettemin werd in de gezondheidscrisis de rol van de arbeidersklasse aangetoond. Dat willen de gevestigde politici en media het liefst zo snel mogelijk wegmoffelen want het vormt een gevaar voor hun beleid. Jaren van fanatieke en rampzalige besparingszucht hebben de gevolgen van de crisis erger gemaakt. De afgelopen jaren voerden de bazen op succesvolle wijze klassenstrijd om hun materiële belangen, hun winsten, te verdedigen. Als hun tegenstander, onze klasse van werkenden, dat begint te beseffen, is dat voor hen een probleem.

Massale publieke investeringen zijn nodig. Hoe dat te doen?

Dat er nood is aan massale publieke investeringen wordt steeds duidelijker. Verschillende kapitalistische regeringen beseffen dit en komen met relanceplannen. Doorgaans zijn die rechtstreeks gericht op de belangen van de grote bedrijven, zelfs indien er af en toe ook wat extra koopkracht in die plannen zit. Marxisten vertrekken vanuit een andere logica: van wat nodig is voor de meerderheid van de bevolking.

In zijn boek stelt Peter Mertens zijn Prometheusplan voor, een plan dat vier Europese publieke consortia zou oprichten om te investeren in energie, zorg, vervoer en digitale ontwikkeling. Dit zouden publieke samenwerkingsverbanden zijn om economische activiteit en jobs te ontwikkelen op basis van publieke investeringen die bovendien op Europees niveau zouden gebeuren. Hoe dit plan zou moeten gerealiseerd worden, is minder duidelijk in het boek. Denkt Peter Mertens dat het establishment kan overtuigd worden met goede argumenten? Of dat de nieuwe linkse formaties in Europa plots zo sterk zullen staan dat ze het kunnen afdwingen en zelfs de onvermijdelijke chantage van big business kunnen weerstaan? We vrezen daarvoor: heel wat nieuwe linkse formaties in Europa gingen helaas snel door de knieën zodra ze op tegenstand botsten. Dat zagen we met Syriza in Griekenland of nog met Corbyn in Groot-Brittannië.

Het neemt niet weg dat een uitgebreid plan van publieke investeringen erg belangrijk en noodzakelijk is. Mertens verwijst naar de Green New Deal van Alexandria Ocasio-Cortez in de VS, een ambitieus plan waar groot enthousiasme voor is. Tegelijk is het duidelijk dat het afdwingen van dergelijke maatregelen harde strijd vergt en dat het botst op de belangen van big business. Zolang de sleutelsectoren van de economie in private handen zijn en ze op basis van winst en concurrentie worden bestuurd, zal er hevig verzet zijn door big business. De grote energiemultinationals zullen de concurrentie door een publiek energieconsortium niet zomaar aanvaarden. Langs de andere kant zou een publiek energiebedrijf in een door multinationals gedomineerde markt hun spelregels moeten volgen om te overleven.

Voor de financiering van het Prometheusplan kijkt Peter Mertens naar de miljonairstaks, maar dan op Europees niveau. Zo’n vermogenstaks zou zeer welkom zijn, maar het vereist de opheffing van het bankgeheim, een sluitend vermogenskadaster en de mogelijkheid om te onteigenen om sabotage tegen te gaan.

Waarom niet de productiecapaciteit die door de werkende klasse is opgebouwd onder de controle en het beheer van die werkende klasse en de gemeenschap brengen? Dan wordt het mogelijk om op democratische wijze te beslissen en productie te plannen op basis van de behoeften.

Het kapitalisme temmen?

De sleutelsectoren van de economie in publieke handen brengen in de opbouw van een planeconomie, vormt een breuk met het kapitalisme. Op een ogenblik dat het kapitalisme zijn falen zo sterk aantoont, moet de linkerzijde openlijk en offensief opkomen voor socialistische maatschappijverandering.

Het is een illusie te denken dat het kapitalisme kan getemd worden. Zelfs indien vooruitziende verdedigers van dit systeem beseffen dat het soms noodzakelijk is om de overheid een sterkere rol te laten spelen en de ongelijkheid wat aan banden te leggen. Het doel daarbij is niet om de noden van de massa’s centraal te stellen, maar wel om het kapitalisme te verdedigen en te behoeden voor revolutie.

Dat is het standpunt van de liberale econoom Paul De Grauwe, die heel wat lof heeft over het boek van Peter Mertens en die één van de sprekers was op de lancering ervan. In De Morgen stelde hij het zo: “Als je het kapitalisme gewoon aan zichzelf overlaat, zonder een overheid die sterk tussenkomt, dan zal de ongelijkheid blijven toenemen.” En verder, “als je dan geen overheid hebt om dat systeem te stutten, kan het kapitalisme imploderen.” De Grauwe was vroeger een voorvechter van het neoliberalisme, maar beseft dat de neoliberale logica vandaag het kapitalisme in gevaar brengt. Als alternatief verwijst De Grauwe vaak naar de hoge belastingtarieven op grote vermogens in de VS in de jaren 1950 en 1960, een uitzonderlijke periode van economische groei in een context van Koude Oorlog en een goed georganiseerde arbeidersbeweging.

Verwijzingen naar zowel de New Deal van Roosevelt als de belastingvoeten in de jaren 1950 en 1960 worden vaak gedaan om aan te tonen dat een ander beleid mogelijk en haalbaar is. Zeker op een ogenblik van verhoogd klassenbewustzijn is het echter problematisch als daarbij niet gekeken wordt naar de context van klassenstrijd. Het was om een verdere ontwikkeling van arbeidersstrijd te vermijden dat Roosevelt in zijn tweede New Deal meer sociale toegevingen deed. Zelfs dat volstond uiteindelijk niet om de crisis te stoppen. Dat gebeurde pas met de oorlog.

Werkende klasse kan verandering bekomen door ervoor te strijden

In ‘Ze zijn ons vergeten’ benadrukt Peter Mertens de centrale rol van de werkende klasse in de strijd tegen het coronavirus en in de productie van onze welvaart. Het is diezelfde werkende klasse die essentieel is om maatschappelijke verandering te bekomen.

Volgens Peter Mertens is er een “geestbeving” nodig. Daarmee lijkt hij de illusie te wekken dat het volstaat om goede voorstellen te doen en mensen daarvan te overtuigen, op basis van dat draagvlak zullen de kapitalisten deze wel moeten aanvaarden. Is dat geen onderschatting van onze tegenstander? Goede ideeën volstaan niet op een ogenblik dat de overkant op succesvolle wijze klassenstrijd voert.

Doorheen de geschiedenis is gebleken dat sociale verworvenheden en vooruitgang telkens bekomen werden door klassenstrijd. De enige kracht die in staat is om in te gaan tegen de diepgewortelde weerstand van de grote bedrijven, is een massabeweging die zich baseert op de sociale en economische macht van de werkende klasse. Zo’n beweging en strijd begint op het nationale niveau, maar kent zeker vandaag snel uitbreiding naar het internationale terrein. Dat is belangrijk en noodzakelijk: een socialistische samenleving uitbouwen kan immers niet in één geïsoleerd land. Internationale solidariteit in de strijd voor maatschappijverandering is essentieel.

Dit vind je misschien ook leuk...