Massabeweging in de VS tegen racisme, politiegeweld en ongelijkheid

25 mei 2020 zal in het collectieve geheugen gegrift staan. Die dag werd in Minneapolis George Floyd op sadistische wijze vermoord door een politieagent. Niet veel later werden de Verenigde Staten overspoeld door massaprotesten tegen racisme en politiegeweld. In elke staat en in meer dan 2000 steden en dorpen kwamen mensen op straat. Black Lives Matter, ontstaan in 2013, kreeg een nieuwe impuls. De rest van de wereld volgde, in solidariteit en met lokale eisen.

Institutioneel racisme en politiegeweld

Afro-Amerikanen werden de VS binnengebracht als slaven. Na de afschaffing van de slavernij werden ze lijfeigenen, in het beste geval goedkope arbeiders, in een gesegregeerde en diep racistische samenleving waar willekeurige lynchpartijen geen uitzondering waren. Toen de burgerrechtenbeweging in de jaren ‘60 het einde van die apartheid afdwong, werd een groot aantal zwarte Amerikanen nog steeds uitgesloten van degelijke jobs, sociale zekerheid of de naoorlogse golf van suburbanisering. Het resultaat: de rijkdom van zwarte personen in de VS bedraagt vandaag 9% van de rijkdom van witte personen. De mediaan van de netto waarde van een zwart gezin bedraagt $12.920 tegenover $143.600 voor een wit gezin. Armoede, ongelijke toegang tot onderwijs, een gigantische gezondheidscrisis: Afro-Amerikanen zijn tweederangsburgers in een land waar 48 miljoen mensen in armoede leven.

De Amerikaanse kapitalistische elite heeft er alle belang bij om dat racisme in stand te houden. Een kleine elite van bedrijfsleiders en aandeelhouders vaart wel bij lage lonen, onmenselijke arbeidsomstandigheden en een quasi afwezigheid van publieke diensten. Elites proberen de witte arbeidersklasse wijs te maken dat gekleurde personen een bedreiging vormen voor hun levensstandaard, terwijl dat in realiteit een gevolg is van hun neoliberaal beleid. Een arbeidersklasse die intern verdeeld is tussen wit en zwart is minder in staat te vechten voor betere arbeidsvoorwaarden en degelijke publieke diensten.

Niet alleen duwt een lange geschiedenis van onderdrukking zwarte personen in armoede. Door die armoede en haar neveneffecten (druggebruik, kleine criminaliteit …) een raciale dimensie te geven en te criminaliseren, wordt de aandacht afgeleid van de echte redenen van armoede en sociale ellende in het land. Zwarte personen worden in een soort vicieuze zondebokcirkel geduwd. Dezelfde elite die structurele armoede voor Afro-Amerikanen creëert, gebruikt dat om armoede te framen als een zwart probleem. Zo blijft de echte oorzaak, het neoliberaal pro-Wall Street beleid, buiten schot.

Eén concrete manier waarop dat gebeurt, is het agressieve politieoptreden in gekleurde wijken. Het is een tactiek om gekleurde personen bijna letterlijk op te sluiten in krakkemikkige huizen en arme wijken zonder sociale voorzieningen, en elk verzet daartegen in de kiem te smoren. Gekleurde arrestanten krijgen disproportionele celstraffen en vullen private gevangenissen. 1 op 10 zwarte mannen in hun dertiger jaren zit in de cel, Afro-Amerikanen lopen 5 keer meer kans opgesloten te worden dan hun witte landgenoten. George Floyd was (een maand terug) het zoveelste dodelijke slachtoffer van racistisch politiegeweld. 24% van de slachtoffers van dodelijk politiegeweld in de Verenigde Staten is zwart, terwijl zij maar 12 à 13% van de bevolking uitmaken. Zwarte personen hebben ongeveer 2,5 keer meer kans om het slachtoffer te worden van dodelijk politiegeweld dan witte personen.

Massale beweging

Racisme is ingebed in het Amerikaans kapitalisme, en de strijd ertegen kent dan ook een lange geschiedenis: de slavenopstand van Nat Turner in 1831, de underground railroad, de strijd van onder andere de Amerikaanse autovakbond UAW tegen racisme, de burgerrechtenbeweging, Malcolm X, de Black Panthers, de opstand na het politiegeweld op Rodney King in 1991, de eerste Black Lives Matter revolte …

Numeriek is deze opstand groter dan eender welke van die momenten of bewegingen. Dat is geen toeval. Een huizencrisis, gezondheidscrisis, precarisering van arbeid teisteren de Amerikaanse arbeidersklasse sinds 2008 in versterkte mate. COVID 19 heeft die crises vele malen harder gemaakt. In de eerste weken van de lockdown verloren 50 miljoen Amerikanen hun job. Omdat zwarte personen over het algemeen behoren tot de socio-economisch meest kwetsbare laag raakt dit hen extra hard. Dit betekent ook dat zwarte personen 3 keer meer kans hebben besmet te worden met het virus dan witte personen. De woede hierover in combinatie met het aanhoudende en bloedige politiegeweld is een recept voor opstandigheid. Het kapitalistisch systeem is in vrije val, dit is een uiting hiervan.

De reactie van het establishment op de dood van George Floyd was dezelfde als altijd: holle frasen over het specifieke voorval om niets te moeten zeggen over systematisch en institutioneel racisme. Het leek er even op dat de moordenaars van Floyd er (zoals meestal in zo’n gevallen) met een berisping vanaf zouden komen. Pas onder druk van de massabeweging werden de agenten in kwestie opgepakt. De eerste tactiek was echter harde repressie. De politie zette alle middelen in om de beweging te stoppen: traangas, rubberkogels, knuppels … Er vielen vele honderden gewonden en zelfs enkele doden. Ondertussen blijft president Trump olie op het vuur gooien met statements als “when the looting starts, the shooting starts”. Voor hem kan de repressie niet hard genoeg zijn. Hij doet de protesten af als terrorisme, georganiseerd door antifa. Trumps extreemrechtse stoottroepen proberen eveneens om de beweging te breken.

Na twaalf jaar economische crisis is er voor gevestigde politiekers geen ruimte meer om betekenisvolle hervormingen door te voeren zonder te raken aan de belangen van hun sponsors: de rijkste bedrijfseigenaars en aandeelhouders. In eerste instantie wordt daarom de botte bijl van de repressie bovengehaald. De politie moet betogers terug in hun huizen knuppelen, zodat politici hun hand op de knip kunnen houden. Ze vervullen daarmee ten volle hun maatschappelijke rol: die van gewapende mannen in dienst van de heersende miljonairsklasse. De beweging moet zich daartegen verdedigen. Democratisch verkozen en gedisciplineerde ordediensten zijn nodig als antwoord op het geweld van extreemrechts en de politie.

Niet wachten tot presidentsverkiezingen, geen vertrouwen in de Democraten

Over het hele land ontkennen Democratische gouverneurs en burgemeesters het geweld van hun eigen ordediensten. Ze stellen avondklokken in en verspreiden leugens over de protesten. Bovendien zijn ze in bijna elke staat medeplichtig aan het asociale beleid dat het racisme versterkt. Zelfs de New York Times, bezwaarlijk een linkse krant te noemen, schreef in een editoriaal over de complete afwezigheid van politiehervormingen door burgemeester en prominent democraat Bill De Blasio. De Democratische partij heeft in de jaren ‘60 de burgerrechtenbeweging kunnen coöpteren door postjes uit te delen aan leidende figuren en organisaties in die beweging. De illusies in de Democratische Partij als een progressieve kracht zijn vandaag tanende. Daar waar linkse kandidaten als Alexandria Ocasio-Cortez (AOC) een andere stem laten horen, doen ze het goed. Zo haalde AOC in haar voorverkiezing 71% van de stemmen tegen een conservatieve Democratische tegenkandidaat. Vooral jongeren zien de Democraten voor wat ze zijn: een partij van Wall Street en big business.

Het is de schaal en volharding van de beweging die regeringen in steden en staten toch tot toegevingen dwingt, niet de plotse verlichting van een aantal zelfverklaarde progressieven. Uit angst voor verdere onrust werd in Minneapolis de ‘ontbinding’ van de politie aangekondigd (en meteen terug afgezwakt) en kon onze kameraad Kshama Sawant in Seattle het gebruik van traangas, pepperspray en wurggrepen door politie laten verbieden. Verschillende steden kondigden al besparingen op het politiebudget aan. Strijd loont!

Waar is Bernie? Een onafhankelijke politieke vertaling is nodig

Linkse figuren als Bernie Sanders, Ilhan Omar en AOC zijn los van enkele statements grotendeels afwezig gebleven in deze beweging. De keuze van Sanders om z’n verkiezingscampagne stop te zetten en loyaal te blijven aan de Democratische Partij heeft tot teleurstelling geleid. Hadden deze linkse figuren een nieuwe, echt linkse, partij gebouwd op de golf van enthousiasme en activisme van de Sanders-campagne dan had deze het voortouw kunnen nemen met een duidelijk programma en eengemaakte actie. Ze had de politieke uitdrukking kunnen zijn van de strijd op straat en ook op dat terrein een uitdaging kunnen vormen voor het establishment. In plaats van de beweging aan de basis te organiseren, zijn Sanders en co nu beperkt tot wetsvoorstellen, actes de présence en steunbetuigingen op sociale media. Een nieuwe arbeiderspartij is nodig.

Onze kameraden van Socialist Alternative proberen dit, op erg bescheiden schaal, te doen. Ze waren niet alleen aanwezig op straat, maar probeerden die ook een politiek verlengstuk te geven. Kshama Sawant, verkozen in de gemeenteraad van Seattle voor Socialist Alternative, dwong een verbod op traangas, pepperspray en wurggrepen af. Haar eis om het politiebudget te halveren en haar breed gedragen oproep tot het aftreden van de Democratische burgemeester Durkan omwille van het erg harde politiegeweld in de stad, gaven de beweging richting. Ze verdedigt CHOP (Capitol Hill Organized Protest) en opende de deuren van het gemeentehuis voor een vergadering van actievoerders. Dat is hoe socialisten verkozen posities gebruiken.

Democratische organisatie van de protesten

De protesten zijn qua methodes een pak radicaler dan wat we de laatste decennia zagen in de VS. In verschillende steden nemen ze de vorm aan van een opstand waarbij politiekantoren en pleinen worden bezet. In Minneapolis werd het politiekantoor van de moordenaar van George Floyd in brand gestoken. In Seattle is een zone in de stad afgezet. Ze is politievrij gemaakt en wordt gebruikt voor het organiseren en bediscussiëren van sociale actie. De beweging test verschillende methodes en hoewel de strijd zoals ze zich vandaag ontwikkelt onmiskenbaar een stap vooruit is tegenover de methodes van gisteren, ontbreekt het de protesten over het algemeen aan organisatie. Acties vinden plaats op heel spontane basis. Er is nood aan dagelijkse algemene vergaderingen in elke stad en na elke actie. Zo kan op een democratische manier worden gediscussieerd over de volgende stappen voor de beweging, hoe die te beschermen en over de eisen. Op termijn kunnen dat soort algemene vergaderingen zich ontwikkelen tot verkozen structuren die de beweging organiseren en vormgeven.

Enkel dergelijke structuren kunnen ervoor zorgen dat de beweging niet uitdooft. Ze kunnen plaats bieden om een opbouwend actieplan te ontwikkelen, waarin verschillende acties worden gecoördineerd en wordt opgebouwd naar nationale actiemomenten met een zo groot mogelijke impact. Een discussie over zo’n plan kan vermijden dat de beweging uitdooft wanneer het eerste momentum gaat liggen.

Democratische organisatie van de actievoerders kan ook discussies faciliteren over tactieken. de eerste protesten werden gekenmerkt door rellen. De woede achter die rellen is begrijpelijk. Enkele individuen maakten van de protesten gebruik om te plunderen, hoewel veel van de plunderingen ook gebeurden uit armoede en noodzaak. Het is aan de beweging zelf om haar actiemethodes te bepalen, maar dat kan enkel wanneer er een ruimte is om die te bediscussiëren.

Solidariteit

De protesten worden over het algemeen geleid door zwarte jongeren, maar zijn voor het overige enorm divers. Mensen van elke afkomst zien dit als hun strijd. Het gevoel van solidariteit is enorm. Een belangrijke stap in het uitbouwen van deze beweging is de steun van de bredere arbeidersklasse, in het bijzonder de vakbonden.

Heel wat vakbondsdelegaties spraken zich uit in solidariteit met de protesten. Personeel van geplunderde bedrijven stelde dat gebouwen hersteld kunnen worden, maar mensenlevens niet. Over het hele land zijn er werkonderbrekingen van 8 minuten 46 seconden – zo lang duurde de moord op George Floyd. Dokwerkersvakbond International Longshore and Warehouse Workers’ Union legde op 19 juni – Juneteenth, de dag dat de slavernij werd afgeschaft in de VS – 29 havens aan de westkust plat. Toch zijn er nog heel wat stappen te zetten.

Politievakbonden misbruiken de arbeidersbeweging om corrupte en moorddadige agenten te beschermen. Amerika’s grootste vakbondsfederatie, AFL-CIO, weigert politievakbonden uit de koepel te zetten. Het is nochtans erg belangrijk dat de georganiseerde arbeidersklasse klaar en duidelijk plaats neemt aan de zijde van de zwarte jongeren op straat.

Een golf van solidariteitsstakingen zou het establishment raken waar het echt pijn doet: hun portefeuille. Op die manier kunnen verregaande hervormingen worden afgedwongen. De beweging zelf kan, via eisen die de volledige arbeidersklasse aanbelangen, de steun en solidariteit versterken. Op dit moment zijn er heel wat stakingen, vooral in de gezondheidszorg als gevolg van het rampzalige COVID-19 beleid in verschillende staten. Eisen voor gratis gezondheidszorg en degelijke lonen en bescherming voor zorgpersoneel kunnen de brug slaan tussen beide bewegingen.

Wereldwijd heeft de Pride-beweging zich achter Black Lives Matter geschaard. Ook de LGBTQI+ beweging krijgt te maken met institutionele discriminatie en brutaal (politie)geweld. Op 27 mei werd Tony McDade, een zwarte transgender man, vermoord door de politie van Minneapolis. Eén beweging van verschillende onderdrukte groepen in strijd tegen het systeem is essentieel om tot overwinningen te komen.

Sociale eisen

De aanvankelijke eis was simpel: stop het racistisch politiegeweld. In de loop van de beweging werden die eisen verbreed en geconcretiseerd. Er werd opgeroepen om de politie af te schaffen of om het politiebudget te verlagen. Symbolen van institutioneel racisme (slavenhouders, geconfedereerden) werden neergehaald.

Het is duidelijk dat een politiehervorming in handen van de huidige machthebbers, of het neerhalen van standbeelden niet volstaat. Dit kan wel een belangrijk begin vormen. Het geld dat bij politiebudgetten wordt weggehaald, moet worden geïnvesteerd in armoedebestrijding. Elke politieman of -vrouw met een geschiedenis van racisme, seksisme of geweld moet onmiddellijk uit dienst worden gehaald. Het eisenpakket zou volgens ons ook investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en andere publieke diensten moeten bevatten. Zo wordt de basis voor racisme onderuit gehaald en de brug gemaakt naar de gehele arbeidersklasse.

Dergelijke hervormingen kunnen voor even belangrijk soelaas bieden, maar voor een definitief eind aan racisme en politiegeweld moet het hele systeem op de schop. Racisme kan enkel ophouden te bestaan wanneer er komaf wordt gemaakt met zij die er baat en belang bij hebben: de heersende klasse. Ongelijkheid zit in het kapitalistisch systeem, om er een einde aan te maken moeten we opkomen voor een andere samenleving: een socialistische maatschappij.

Hoe de beweging volgens ons stappen vooruit kan zetten:

  • Algemene vergaderingen en democratische structuren voor de beweging
  • Geen vertrouwen in de Democratische partij en establishmentfiguren, voor een nieuwe arbeiderspartij
  • Verdedig de beweging: organiseer ordediensten om betogingen te beschermen tegen de politie, extreemrechts en opportunisten
  • Organiseer solidariteit: strijd tegen discriminatie is vakbondsstrijd
  • Sociale eisen zijn nodig: publieke middelen voor openbare diensten en degelijke jobs om de voedingsbodem voor racisme weg te nemen
  • Om racisme te bestrijden, moeten we het kapitalisme bestrijden. Voor een socialistisch alternatief

Dit vind je misschien ook leuk...