Waarom is het in Wallonië en Brussel niet tot progressieve coalities gekomen?
Ondanks de belangrijke campagne van het Waalse ABVV voor “linkse coalities waar deze mogelijk zijn,” zijn alle onderhandelingen voor gemeentelijke coalities tussen PS en PTB op de klippen gelopen. De vakbond verzette zich tegen coalities van PS en MR door te pleiten voor “progressieve meerderheden” van PS, PTB en Ecolo tegenover het besparingsbeleid van de rechtse regering.
Slecht toneel van de PS in Luik en Charleroi
Willy Demeyer, de PS-burgemeester van Luik, gaat in zee met de MR en maakte een einde aan de gesprekken met de PTB. Hij zei: “De PTB was niet in staat om de haalbaarheid en de financiering van haar voorstellen aan te tonen. De oplossingen bestonden hierdoor uit meer schulden, massale belastingen en een opstand tegenover andere beleidsniveaus.” Hetzelfde argument viel bij Paul Magnette in Charleroi te horen: het programma van de PTB zou van elke inwoner van Charleroi 2.000 euro extra taksen vereisen. Op hetzelfde ogenblik voerde Magnette de echte onderhandelingen met Ecolo.
In Luik en Charleroi voerde de PS een slecht toneel op om de PTB te dumpen. De onderhandelingen hadden niet als doel om een akkoord te sluiten, maar om aan te tonen dat de PTB niet in staat is “om haar verantwoordelijkheid te nemen” en om te bewijzen dat het programma van de PTB “onbetaalbaar” is. Deze georkestreerde campagne van de PS heeft als doel om een stem voor de PTB in mei 2019 als ‘verloren’ voor te stellen. De PS doet hiermee het werk van rechts bij de verdediging van TINA: ‘There is No Alternative’ op het besparingsbeleid.
En in Molenbeek?
Was dit ook het geval in Molenbeek of in andere gemeenten waar de PTB noodzakelijk was om de MR naar de oppositie te verwijzen? We hebben daar onze twijfels over, zelfs indien achteraf elke partij stelde dat de andere niet tot een akkoord wilde komen. Jammer genoeg trok de PTB in Molenbeek de stekker uit de gesprekken nadat Ecolo was vertrokken. Het leek alsof het vooral ging om de verdeling van de schepenposten. Dat is een fout: het discussiepunt moest het programma zijn. Catherine Moureaux beweert dat ze geen enkel punt uit de onderhandelingsnota van de PTB heeft afgewezen.
Los van die discussie is het duidelijk dat de PTB geen onderhandelingsnota had waarin de lat te hoog lag. Er was een programma van 5,3 miljoen euro uitgaven en bijkomende inkomsten voorzien: 1.000 sociale woningen op zes jaar (terwijl er 17.000 gezinnen op de wachtlijst staan), een gratis schoolkit bij de start van het schooljaar, opnieuw gratis naschoolse kinderopvang (de vorige coalitie van MR, CDH en Ecolo had dit betalend gemaakt), de aanwerving van 20 personeelsleden in de gemeentelijke scholen en een sport- of cultuurcheque voor adolescenten.
Dit alles zou betaald worden door de lonen van de schepenen te beperken tot 6.000 euro bruto, het schrappen van een schepenpost en de verhoging van een reeks taksen, niet op alle inwoners van Molenbeek maar op kantoorruimtes, GSM-masten, reclame, zelfscankassa’s van supermarkten, leegstaande woningen, braakliggende terreinen, de oppervlakte en parkings van grote winkels en bedrijven.
De val van onderhandelingen in achterkamers vermijden
De PTB had vergaderingen kunnen organiseren waarop de bewoners en personeelsleden van de gemeente uitgenodigd werden. Daar had de discussie kunnen gevoerd worden over wat een sociaal noodplan in Molenbeek moet inhouden. Het had ook een goede manier geweest om zich niet te laten opsluiten in een agenda van geheime onderhandelingen en om een actieve mobilisatie rond het sociaal noodplan voor te bereiden, een noodzakelijke stap om een gunstige krachtsverhouding op te bouwen.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft in Brussel een actieplan voor het personeel van de gemeenten, OCMW’s en publieke ziekenhuizen. Daarmee eist het een loonsverhoging van 10%, arbeidsduurvermindering met behoud van loon en bijkomende aanwervingen, een campagne van statutaire benoemingen, … Deze eisen zullen aan elk nieuw gemeentebestuur voorgelegd worden. Ze hadden een nuttige basis kunnen vormen voor gelijk welke onderhandeling over een progressief gemeentebestuur.
De PS verklaarde voorstander te zijn van een vierdagenwerkweek en een verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur. Op 8 november passeerde een betoging van het Brussels vakbondsfront langs de kantoren van de PS, waar Laurette Onkelinx naar buiten kwam en verklaarde de looneisen van de vakbonden te steunen. De PS dwingen om deze beloften te concretiseren in Molenbeek, had duidelijk kunnen maken hoe de PTB voor het verschil zorgt. Het zou niet volstaan om alle sociale problemen aan te pakken, maar het zou enthousiasme in de arbeidersbeweging creëren over de mogelijkheid van een breuk met het besparingsbeleid van de regering-Michel in de verkiezingen van mei. Als de PS niet bereid was om dit op lokaal vlak te concretiseren, was eens te meer duidelijk gemaakt dat het om holle beloften gaat.
Een front van rebelse gemeenten
In de gemeenten en op alle andere machtsniveaus is er een nooit geziene desinvestering. Dit zorgt overal voor tekorten: in de sociale huisvesting, kinderopvang, scholen, … Molenbeek is de voorbije jaren bijzonder hard geraakt. De gemeente werd onder financiële voogdij van het Brussels Gewest geplaatst dat een drastisch besparingsbeleid oplegde. Er kwam geen enkele nieuwe job bij en wie vertrok, op pensioen of voor andere redenen, werd niet vervangen. Het Brussels Gewest trad tegenover de gemeente Molenbeek op zoals de Europese Unie dit tegenover het Griekse volk deed.
Er is nood aan een massale publieke investering. Dat vereist het stopzetten van de transfer van publieke middelen naar de winsten van de bedrijven en naar de superrijken. De fiscale middelen van de gemeenten zijn beperkt. Op lokaal vlak moet het financieel keurslijf doorbroken worden. Daartoe is er nood aan een front van rebelse gemeenten tegenover de hogere overheden. Dat is hoe we ons strijdprogramma met Gauches Communes in Sint-Gillis opgebouwd hadden. De PTB nam deze benadering niet op, terwijl het noodzakelijk is om de bevolking voor te bereiden op de onvermijdelijke aanvallen na de gemeenteraadsverkiezingen.
In de onderhandelingsnota van de PTB in Charleroi stonden heel wat maatregelen die gelijklopen met de voorstellen in Molenbeek, maar aangepast aan de situatie in Charleroi. Het is positief dat er in deze nota ook elementen stonden die ingaan tegen het besparingstraject dat door hogere overheden aan de gemeenten wordt opgelegd. De PTB stelde dat een progressieve meerderheid in Charleroi het voortouw kon nemen van een reeks steden en gemeenten die samen opkomen voor een verhoging met 15% van de toelagen van het Waals Gewest aan de gemeenten.
Dat is het startpunt van rebelse linkse meerderheden die ingaan tegen het financiële keurslijf door te bouwen aan een krachtsverhouding. Jammer genoeg kwam deze “opstand tegen andere beleidsniveaus” niet aan bod bij de onderhandelingen in Molenbeek of Zelzate. Is het omdat er daar echt geprobeerd werd om tot een akkoord te komen? Links mag zich niet beperken tot enkele welkome maatregelen in de marge, het moet gaan voor echte verandering.
De rechterzijde en de werkgevers zijn blij dat er geen progressieve meerderheden komen in Wallonië en Brussel. De campagne om links voor te stellen als rampzalig voor de economie is al opgestart. In de verkiezingen van mei kunnen we stemmen voor een regering van de miljonairstaks. Een perspectief van zo’n regering zou op een harde reactie van de kapitalisten botsen. Een miljonairstaks zou tot sabotage in de vorm van kapitaalvlucht leiden. We moeten nu al duidelijk maken dat er voor zo’n maatregel een socialistisch programma nodig is met de niet-betaling van de publieke schulden, de nationalisatie van de banken en meer algemeen het inzetten van het wapen van de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie als antwoord op de patronale reactie.