Handelsoorlog tussen de VS en China: een langdurig conflict?
De handelsoorlog tussen Washington en Peking is aan het escaleren. De regering-Trump wil nogmaals douanetarieven opleggen voor zowat 200 miljard dollar aan Chinese goederen die ingevoerd worden. Dit zou de grootste zet zijn in het al drie maanden durende conflict en het volgt op de heffingen die in juli opgelegd werden op 50 miljard dollar aan Chinese goederen. Een verdere escalatie kan volgens de Amerikaanse econoom Stephen Roach leiden tot een “lange en bittere strijd.” Analyse door Vincent Kolo, Chinaworker.info
De bewering van Trump dat handelsoorlogen “gemakkelijk te winnen zijn”, werd door Gideon Rachman, een columnist van de Financial Times, vergeleken met de erg foutieve inschatting van de Britse heersende klasse in augustus 1914 dat de eerste Wereldoorlog zou “over zijn tegen kerstmis.”
Er is zelfs een grote onzekerheid over welke strategie de regering-Trump eigenlijk volgt, als die er al is. Verschillende delen van de regering, van de hardleerse tegenstanders van China tot meer ‘pragmatische’ vertegenwoordigers van Wall Street, komen met tegenstrijdige signalen. Delen van de Amerikaanse kapitalistische klasse, hun Chinese en wereldwijde tegenhangers, houden de adem in om te zien of het conflict onder controle kan blijven of dat het escaleert met mogelijk ernstige gevolgen voor de wereldeconomie. Die wereldeconomie kent al ernstige turbulentie, zeker in de ‘opkomende markten’.
De gemengde signalen van Washington blijken uit het recent voorstel van de Amerikaanse minister van begroting, Steven Mnuchin, die voorstelde om een nieuwe ronde van handelsoverleg met China op te starten. Dit zorgde in september voor een sprankeltje hoop op de Aziatische en andere beurzen. Maar Trump distantieerde zich van de aankondiging van Mnuchin. Hij tweette dat er “geen enkele druk is om tot een akkoord te komen.” Eerdere onderhandelingen mislukten, ook al kwamen er van Chinese kant significante toegevingen. Het resultaat is een groeiende bezorgdheid bij het regime van Xi Jingping. Daar wordt gevreesd dat er langs Amerikaanse kant stappen zullen blijven komen, zelfs indien Peking grotere toegevingen doet.
De instabiliteit van de regering-Trump maakt de kwestie nog moeilijker. Er zijn de onderhandelingen rond ‘Russiagate’, tal van interne crisissen en de peilingen voorspellen een Democratische ‘blauwe golf’ waarmee de Republikeinse controle op het Congress in de verkiezingen van november kan verdwijnen. Maar de oorsprong van de handels- en economische conflicten zit veel dieper, namelijk in het fundamentele falen van het globale kapitalisme om de samenleving en de economie vooruit te brengen.
Imperialistische conflicten
Hoe meer de handelsagenda van Trump uitgerold wordt, hoe duidelijker het is dat China het belangrijkste doelwit is. De regering kam tot een akkoord met de EU in juli en met Mexico in augustus. Beide akkoorden verhoogden de druk op Peking. Het is ook duidelijk dat dit conflict slechts deels over handel gaat. Er zijn bredere geopolitieke en strategische kwesties: het VS-imperialisme probeert zijn positie als sterkste wereldmacht te verdedigen tegenover de belangrijkste rivaal.
Zoals een Chinese fondsenhandelaar stelde in The Economist: “De Amerikanen willen geen akkoord. Ze willen ons bedotten.”
Aanvankelijk werd door de woordvoerders van Trump vooral gewezen op het grote onevenwicht in de handelsbalans tussen de VS en China, maar nu ligt de nadruk steeds meer op technologie en het moderniseringsplan ‘Made in China 2025’ van Peking.
“Ik denk niet dat het Amerikaans-Chinese conflict echt om de handelsbalans gaat,” stelde Stephen Roach op een conferentie in Hong Kong. “Ik denk dat het eerder een strategische confrontatie is rond innovatie en technologie – de heilige graal van de economische welvaart van elk land.”
Amerikaanse politici spreken nu bovendien over de ‘structurele problemen’ van de Chinese economie. Er wordt steeds meer gericht op het staatskapitalistisch economisch model: een grote staatssector en meer overheidstussenkomsten dan wat het geval is in het ‘normale’ vrijemarktkapitalisme. De VS en de multinationals willen de beschermde staatssector openbreken en klagen dat de Chinese benadering neerkomt op “bedrog.” Xi is bereid om toegevingen te doen, maar niet rond wat centraal is om met de dictatoriale macht te behouden met dit regime.
Trump beweert dat zijn heffingen “heel goed” werken tegen China. Er is een mengeling van zelfverheerlijking, het aannemen van een harde koers om zijn binnenlandse positie te versterken en ook een gebrek aan begrip van de kwestie door de president.
Het Amerikaanse handelstekort met China en de rest van de wereld is er sinds de eerste heffingen groter op geworden. Het handelstekort (voor de handel in goederen) met China is in juli opgelopen tot 36,8 miljard dollar. Het totale handelstekort van de VS bedroeg 50,1 miljard dollar. Dat is niet meteen een bewijs dat het beleid van Trump werkt. De hogere waarde van de dollar, een neveneffect van het beleid van Trump, is de belangrijkste reden voor het grotere handelstekort. Het maakt de import van buitenlandse goederen immers goedkoper voor Amerikaanse consumenten.
Grootste economieën
Kapitalistische commentatoren zijn steeds meer bezorgd over de mogelijke impact van een volledige handelsoorlog tussen de twee belangrijkste economieën ter wereld, die samen goed zijn voor 40% van het wereldwijde BBP en 53% van de wereldwijde groei. Dit kan de wereldeconomie uiteindelijk naar een nieuwe recessie brengen.
Het zou een gecoördineerd internationaal antwoord op een nieuwe financiële crisis veel moeilijker maken. Deze mogelijkheid kan niet uitgesloten worden, geen enkele van de fundamentele oorzaken van de vorige crisis in 2008 werd aangepakt. Ze hebben integendeel een meer extreem niveau bereikt: schulden, financiële speculatie en zeepbellen. Tegelijk heeft het beleid om de vorige crisis ‘op te lossen’ volgens de South China Morning Post geleid tot “de grootste transfer van rijkdom van de have-nots en de have-littles uit de hele geschiedenis.” Ondanks populistische retoriek heeft het beleid van Trump dit proces enkel versterkt en tegelijk gezorgd voor meer instabiliteit in de Amerikaanse en de wereldpolitiek.
Bovenop de heffingen op 200 miljard dollar aan Chinese goederen die goedgekeurd zijn door Washington maar nog niet ingevoerd, dreigde Trump met bijkomende heffingen op 267 miljard dollar aan Chinese import. Hierdoor zou er een ‘Trump taks’ zijn op alles wat China naar de VS exporteert.
De Chinese kant nam tegenacties bij de eerste lading van Amerikaanse heffingen. Dit gebeurde volgens het principe van ‘dollar tegen dollar’. Maar de Chinese import uit de VS bedraagt slechts 129 miljard dollar, tegenover een export van 505 miljard dollar in de andere richting (cijfers uit 2017). Peking kan geen dollar-voor-dollar acties blijven nemen als het conflict escaleert. Er zijn andere opties om druk te zetten, zoals Amerikaanse diensten onder vuur nemen (toerisme is een evident voorbeeld) of maatregelen tegen Amerikaanse multinationals die in China actief zijn.
Een recent onderzoek door de Amerikaanse Kamer van Koophandel in China toonde aan dat drie kwart van de Amerikaanse bedrijven actief in China een daling van de winsten en de omzet voorspellen als gevolg van de heffingen. In plaats van deze bedrijven aan wraakacties te onderwerpen, probeert Peking hen te lijmen met toegevingen. Het is geen toeval dat er nog geen oproepen tot een boycot van de VS zijn in China. Nochtans gebeurde dit eerder – grotendeels op aansturen van de autoriteiten – tegen Japan, Zuid-Korea en de Filippijnen.
Alle mogelijke antwoorden van Peking hebben beperkingen. Dat is evident indien elke heffing wordt beantwoord met een tegenheffing, waarbij het politieke prestige van de regeringen voorgaat op de negatieve economische impact. Het regime van Xi wil geen escalatie van het conflict, maar het kan daar zelf niet volledig over beslissen. Er waren slechts beperkte tegenmaatregelen en tegelijk wordt de eigen media aan banden gelegd om al te openlijke nationalistische en oorlogszuchtige uitbarstingen te vermijden.
Economische problemen in China
De heersende elite van China is enorm bezorgd over de kwetsbare staat van de economie. Deze problemen dateren van voor Trump en zijn ‘America First’ beleid, maar een handelsoorlog kan de situatie erger maken.
Het op schulden gebaseerde Chinese groeimodel verliest snelheid. Het ongenoegen neemt toe en de sociale ongelijkheid bereikt een alarmerend niveau. De regering staat voor een dilemma: doorgaan met het aanpakken van de schulden om een financiële crisis te vermijden of terugkeren naar met schulden aangedreven stimulusmaatregelen om een scherpe vertraging of recessie te vermijden. Het antwoord op de handelsoorlog bestaat uit een moeilijke evenwichtsoefening in de hoop dat dit Trump niet zal ‘provoceren’ en in de hoop dat het regime niet zwak overkomt.
De neergang op de Chinese beurzen – de koers verloor 25% sinds januari – is slechts een symptoom van de groeiende economische problemen. De totale marktkapitalisatie is ongeveer gehalveerd sinds de beurzencrash van 2015: de waarde zakte van 10 biljoen naar 5,7 biljoen dollar. China verloor niet alleen de plaats van de tweede grootste beurs ter wereld aan Japan, maar met de huidige waardering van de volledige beurs is het volgens Bloomberg “slechts vijf Apples” waard. (De Amerikaanse technologiegigant Apple is op de beurs 1,08 biljoen dollar waard).
De directe schade aan de Chinese economie door de handelsoorlog is tot hiertoe eerder beperkt. De totale export naar de VS is slechts goed voor 4% van het Chinese BBP. Maar achter dit cijfer schuilt een veel groter probleem. De Chinese export is essentieel in een uitgebreid systeem van wereldwijde productieketens waarbij grondstoffen uit Azië en daarbuiten uiteindelijk leiden tot afgewerkte goederen voor de VS en andere kapitalistische markten.
Hoe langer de handelsoorlog duurt, hoe groter het gevaar dat bedrijven – zowel buitenlandse als Chinese – verhuizen naar andere landen die buiten de handelsoorlog staan. Dit proces is nu al bezig, vooral met bedrijven die klagen over de ‘hoge lonen’ in China en daarom naar landen als Vietnam, Cambodja en Indonesië trekken, waar de lonen amper een derde van het niveau in China halen. Het Zuid-Koreaanse Samsung bijvoorbeeld kondigde al aan dat het de productie van smartphones in China beperkt, een deel van de productielijnen wordt verhuisd naar India en Vietnam.
Als Trump doorzet en heffingen invoert op alle Chinese import, kan dit volgens Haibin Zhu, de econoom die China opvolgt voor JP Morgan Chase in Hong Kong, leiden tot het verlies van 5,5 miljoen jobs.
Waarschuwing van financiële crisis
Er kan indirect een veel grotere dreiging opduiken, met name een kettingreactie waarbij het vertrouwen onder kapitalisten instort. Dit kan een grote impact hebben op de overgewaardeerde Chinese financiële goederen, waaronder eigendom, aandelen, financiële producten en allerhande exotische financiële instrumenten. De waarde hiervan steeg de afgelopen jaren als gevolg van de tsunami aan kredieten tot onwaarschijnlijke niveaus. Er was een gelijkaardig proces in andere ‘opkomende markten’ zoals Turkije, Argentinië en Zuid-Afrika, waar eens te meer een crisis dreigt. De kapitalisten en speculanten dumpen financiële producten uit opkomende markten en vluchten voor hogere resultaten naar de VS.
De gevaren werden bevestigd door de voormalige centrale bankier Zhou Xiaochuan die stelde dat de Amerikaanse heffingen op zich “niet significant” zijn. Maar hij waarschuwde: “De mensen kunnen zenuwachtig worden. Niemand weet het. Plots is er een handelsoorlog. Ze kunnen hun mening over investeringen op de beurs veranderen. Dit soort gedrag gaat verder dan de reële [economische] impact.” De waarschuwingen van Zhou moeten gezien worden in het kader van zijn eerdere opmerking dat China een ‘Minsky moment’ kan kennen, het uitbarsten van een financiële zeepbel zoals in de Amerikaanse economie in 2008 of de Aziatische tijgers in 1997. Zhou weet wellicht beter dan wie ook dat de nooit geziene schuldenniveaus en de zeepbellen op vlak van immobiliën en investeringen grote risico’s vormen voor de economie.
De meeste commentatoren lijken de conclusie te trekken dat de handelsoorlog gunstig uitdraait voor Trump, maar dat is bijzonder kortzichtig. De Amerikaanse economische groei van dit jaar is mogelijk al over zijn piek, terwijl er donkere wolken samentrekken boven de wereldeconomie, onder meer als gevolg van het beleid van de regering-Trump. Zowel China als de VS zullen verliezen door deze confrontatie, en jammer genoeg zal de arbeidersklasse in beide landen de hoogste prijs betalen met collectieve afdankingen en inflatie.
Socialisten zijn geen voorstander van kapitalistische ‘vrijhandel’, waarbij de uitbuiting van armere economieën door sterkere wordt verborgen. We zijn evenmin voorstander van kapitalistisch protectionisme, gericht op de verdediging van de winsten van de ene groep kapitalisten tegenover de andere. De huidige handelsoorlog is een waarschuwing die de dringendheid aantoont van de opbouw van een socialistisch alternatief dat een einde kan stellen aan het toxische kapitalisme.