Wereldrelaties: explosieve instabiliteit en de zoektocht naar een links alternatief
Eind juli vond de jaarlijkse zomerschool van het CWI plaats. Op deze zomerschool was er ruime aandacht voor de situatie in Griekenland, maar ook andere elementen kwamen aan bod. Vanaf vandaag publiceren we een reeks verslagen en artikels vanop de zomerschool. We beginnen met een uitgebreid verslag van de discussie over de wereldrelaties. Dit verslag is geschreven door Peter Delsing.
Tijdens de discussie over de wereldsituatie op de CWI zomerschool kwamen de crisis van het kapitalisme en de mogelijkheden voor linkse socialisten duidelijk naar voren. Werkenden en jongeren zinken weg in dalende koopkracht, massale werkloosheid in Zuid-Europa, armoede en barbarij in het Midden Oosten en Noord-Afrika. Het Chinese model staat, zoals voorspeld door de marxisten, op imploderen, wat de recente immense beurscrash nog eens in de verf zette. In Latijns Amerika zien we de ontgoocheling in centrum-linkse en links-populistische regimes, zoals belichaamd door Brazilië en Venezuela. Maar ook een nieuwe golf van strijd. De brutale ontnuchtering rond Syriza in Griekenland en het mislukken van links-reformistische regeringen, tonen dat discussies die gisteren “haarkloverij” leken voor velen, dat vandaag veel minder zijn. De beweging is niet alles. Discussies over programma, eisen, type van strijd en organisatie,… zijn essentieel om overwinningen te bekomen.
In haar rapport van eind juni stelt de Bank of International Settlements – de bank der centrale banken – dat het “in toenemende mate moeilijk is om te zeggen wat nu precies het probleem is met de wereldeconomie”. Het zakenblad The Economist meent dat “als een nieuwe recessie ontwikkelt, de heersers in een moeilijke positie zullen zitten om er iets aan te doen”. De kapitalisten hebben na de crisis van 2008 enorme stimulusplannen in de economie gepompt, maar met magere resultaten op het vlak van groei. De aandelenprijzen zijn wereldwijd verdubbeld sinds 2009, wat helemaal niet de groei van de reële economie weerspiegelt. Dit toont de enorme toename van fictief kapitaal, kredieten, via quantitative easing en de lage rentevoeten. Als Griekenland schuldig was aan door leningen gedreven groei, dan zijn alle kapitalistische klassen daaraan schuldig. Nochtans was de hoogste inflatie in Europa recent die in Oostenrijk, met slechts 1%.
De kapitalisten investeren nauwelijks in een economie getekend door overaccumulatie en dalende koopkracht voor de massa van de bevolking. De crisis van winstgevendheid van de jaren ’70 werd deels opgelost door een draai naar de neoliberale politiek: snijden in lonen, werkcondities en sociale zekerheid. Dit was geen willekeurige of “slechte” keuze, maar objectieve noodzaak voor het kapitaal. Maar dit ondermijnde de economische groei. Vandaag kopen multinationals hun eigen aandelen op, of keren hun winsten rechtstreeks uit aan de aandeelhouders, in de plaats van met hun winst massaal te investeren in jobs of technologie. Het kapitalisme heeft z’n historische missie uitgeput. In het bijzonder is het niet meer in staat om de belangrijkste productiekracht, de arbeidersklasse, te ontwikkelen. De wereldeconomie blijft gevoelig voor een nieuwe bankencrisis, een aandelencrash, of politieke crisissen zoals in de eurozone. De heersende elites leren niets en voorspellen niets. Het systeem bevindt zich in een faze van langgerekte doodsstrijd en we betalen een prijs als het niet vervangen wordt door democratische, socialistische planning van de productie.
Met de onderwerping van de Syriza regering worden methodes die voorheen gebruikt werden voor het disciplineren van neokoloniale landen ingevoerd in Europa. Latijns Amerikaanse levenscondities – een ineenstorting van gezondheidszorg en onderwijs, massale armoede en werkloosheid – doen in Griekenland hun intrede in de “ontwikkelde wereld”.
China: zeepbellen beginnen te barsten
Niet alleen de eurozone sleept zich van crisis naar crisis en stagneert. China, de tweede grootste economie ter wereld, is niet in staat om de reddingsboei voor de wereldeconomie te vormen. De recente beurscrash veegde een waarde weg die overeenkomt met de totale Duitse economie. De idee dat het Chinese regime “weet wat het doet”, is ernstig ondermijnd. Gedurende weken greep het regime naar steeds wanhopiger middelen, aanvankelijk zonder enig effect. De rente ging naar beneden, reserveratio’s van de banken werden verzwakt, er kwam een verbod op de verkoop van aandelen, met op een bepaald moment 90% van de aandelen die niet mochten worden verkocht. Tientallen miljoenen kleinere investeerders kregen een serieuze klap en verloren een pak spaargeld. Kleine en middelgrote bedrijven moesten reeds de deuren sluiten. In de plaats van bijna 7% ligt de reële groei wellicht meer rond de 3 à 4%.
China evolueerde van een stalinistisch naar een meer en meer staatskapitalistisch model. Het was een van de landen die het diepst in schulden wegzakten na de crisis van 2008. Die zeepbel ontploft nu in het gezicht van het regime. Het land kampt met overcapaciteit en steeds futielere infrastructuurwerken, die economisch geen oplossing meer bieden. De beursgang werd gepromoot naar bedrijven toe als alternatief op kredieten. Maar 25% van de aandelen in China werd gekocht op basis van leningen, tegenover 3% in de VS. Het centrale regime probeert de regionale regeringen nu onder controle te krijgen, die de schulden bleven opstapelen. Deze regionale regeringen zijn voor 46% van hun inkomsten afhankelijk van landverkopen. Maar er was een daling van deze landverkopen met 32%. Terwijl de regionale regeringen bijna de helft van de overheidsuitgaven, o.a. voor onderwijs, voor hun rekening nemen, wat leidt tot een drastische inkrimping van hun inkomsten.
De splitsing in het regime is het meest uitgesproken sinds de onderdrukking van de Tienanmenopstand. Verschillende fracties vechten om geld en invloed, maar zijn verenigd in hun harde hand tegenover de massa’s. Als één steen uit de dam wordt gehaald, kan de hele dam breken, redeneren de bureaucraten. Tegelijk zien ze enkel soelaas in pogingen om staatsgecontroleerde bedrijven open te stellen voor het financiekapitaal, om de groei gaande te houden, naast nog eens een ronde van schuldcreatie. Mogelijk ontstaat er een burgerlijk alternatief uit het huidige regime, eens de dam breekt, maar werkenden en jongeren zullen hun eigen, onafhankelijke massaorganisaties moeten opbouwen.
Revolutie en contrarevolutie
Het VS-imperialisme zag haar interventies ontaarden in gefaalde staten en sectair conflict. Miljoenen proberen de barbarij van staatsterreur, oorlog en reactionaire stromingen als IS in het Midden-Oosten en Noord-Afrika te ontvluchten. Het imperialisme kwam doelbewust militair tussen in Libië om het proces van revolutie en massabewegingen in de regio te doen ontsporen. Het hielp zo een eengemaakte beweging in Egypte, Tunesië, aanvankelijk in Syrië,… – samen met het ontbreken van eigen organisaties van de massa’s helaas – om te vormen tot etnische en religieuze conflicten, burgeroorlog en opkomend fundamentalisme. IS controleert grote delen van Irak en Syrië en beelden van haar terreur overspoelen de westerse media. Vele werkenden vragen zich terecht af hoe deze waanzin kan worden gestopt. De Koerden voeren een moedige strijd rond Kobane, met een sterke nadruk op de rol van vrouwen, waarbij elementen van zelfbeheer en een multi-etnische benadering in contrast staan met het sectarisme dat de regio overheerst. Het zal erop aankomen alle onderdrukten te verenigen in massale zelfverdedigingscomités, die openstaan voor alle stromingen in het verzet tegen het kapitalisme, een confederatie van de regio over de etnische grenzen heen, met de nood aan economische planning op een socialistische klassebasis.
De ontsporing in burgeroorlog, dictatuur of sectair conflict lag niet op voorhand vast. Ook in 1917 in Rusland boekten de werkenden en boeren aanvankelijk geen duidelijke overwinning. De massa’s waren tijdens de Februarirevolutie te weinig georganiseerd en klassebewust om de uitbuiters en kapitalisten volledig aan de kant te zetten. Een revolutionaire massapartij was nodig om alle lessen uit de beweging te trekken en de socialistische machtsovername door democratische raden in de bedrijven en kazernes op de agenda te zetten.
Ook in Latijns-Amerika zien we dat het niet doorvoeren van het revolutionaire proces tot zijn conclusie de contrarevolutie kansen geeft. In Griekenland, Venezuela of Brazilië: er bestaat geen tussenweg tussen kapitalisme en socialisme, dat wil zeggen: de democratische nationalisatie door de massa’s van de sleutelsectoren van de economie. In Venezuela is het chavistische tijdperk van socialistische frazen voorbij. Er werd nooit fundamenteel gebroken met het kapitalisme en de bureaucratie, wat leidde tot een verderzetting van alle kwalen van dat systeem en de mogelijkheid dat de rechtse oppositie de verkiezingen wint eind dit jaar. In Brazilië was er onder Lula eerder sprake van een neoliberalisme light, met hier en daar gerichte maatregelen naar de allerarmsten, toegang tot hoger onderwijs,… Vandaag met de wereldwijde groeivertraging, de crisis in China,… zit Brazilië met zijn ergste recessie in 25 jaar. De zakenwereld en topkringen binnen de PT zitten verwikkeld in het Petrobraz schandaal. Dilma voerde haar verkiezingscampagne op linkse thema’s, maar ging meteen over tot agressieve neoliberale aanvallen eens aan de macht. Haar populariteit nam een duik naar nog amper 13%. Grote protestbewegingen rond de Wereldbeker en vandaag onder meer in het hoger onderwijs – 50 van de 56 universiteiten staakten – zetten de toon van een hernieuwd, zij het dikwijls nog verward verzet. Dikwijls beschikken Brazilianen 2 of 4 uur per dag niet over elektriciteit. Er ontwikkelt ook een fundamentele crisis rond de toegang tot water, die 45 miljoen mensen raakt in een 900-tal steden. De linkse partij PSol, waarin onze zusterorganisatie een rol speelt, kan mogelijk een linkse aantrekkingspool worden in deze situatie, als alternatief op de gediskrediteerde PT.
Geopolitieke spanningen
De poging van het VS imperialisme om de krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten te veranderen met de Irak-oorlog ligt in duigen. Het plan om het leger in Irak herop te bouwen onder imperialistische controle is volledig mislukt. Sjiietische milities kwamen op, de onderdrukking van de soennieten in Irak dreef een deel van hen in de handen van IS. De bombardementen van het Assad regime in Syrië hadden soms hetzelfde effect. Maar IS kan zich in de gebieden die het domineert enkel handhaven op basis van methodes van repressie en terreur. De VS kon zich door de productie van eigen olie en schaliegas minder afhankelijk maken van olie uit het Midden-Oosten. Maar de opgang van IS dwingt hen om hun rol te versterken in de regio. De instabiliteit van uiteenvallende staten en de opkomst van IS is een bedreiging voor de olieproductie en handel.
De verdoken steun van de “westerse bondgenoot” Turkije aan de IS jihadisten toont de verraderlijke rol van het imperialisme voor veel werkenden en jongeren. De poging van de Turkse regering om een gedemilitariseerde bufferzone te creëren in Syrië is vooral bedoeld om de invloed van de Koerdische organisaties en de PYD in te dijken. Maar de verschrikkelijke terroristische aanslag in Suruc toont het failliet van Turkije’s Syriëpolitiek. Veel gewone Turken en Koerden verzetten zich tegen de oorlogstrom van Erdogan, omdat ze weten dat zij onder een militaire escalatie zullen lijden. Het ontwikkelen van de niet-sectaire massabetogingen tegen terreur en oorlog kan een uitweg tonen op klassebasis. Politiek is de alleenheerschappij van de heersende AKP reeds ernstig ondermijnd, door de opkomst van de linkse HDP. Het burgerlijke Turkse regime probeert via oorlog en nationalisme haar wegglijdende sociale basis te heroveren. Een oorlogsbeleid heeft echter de neiging om sociale en klassetegenstellingen op termijn nog scherper te laten uitbarsten.
Obama wil door de nucleaire deal met Iran allereerst de ontwikkeling van nucleaire capaciteit tegengaan. De VS-strategen hopen ook om een vijgeblad van een “positieve erfenis” in het verscheurde Midden-Oosten na te laten. De deal met Iran is mogelijk ook een poging om via Iran Rusland aan te zetten om druk te zetten op de Syrische dictator Assad. De Iraanse rechtse theocratie van haar kant had nood aan deze overeenkomst. Ze hoopt sociale onrust tegen te gaan, omwille van de stijgende prijzen en dalende levensstandaard. De Israëlische haviken zijn furieus over deze deal, maar westerse bedrijven krijgen het water in de mond van meer toegang tot de grote Iraanse markt. Delen van het regime, onder meer de Revolutionaire Wachten, kunnen hierin echter een bedreiging van hun economische positie zien en de uitvoering tegenwerken.
Ook het bloederige conflict in Oekraïne is een voorbeeld van de indirecte oorlogen die de grootmachten met elkaar uitvechten. Zowel in de Russische als Oekraïense pers wordt gesteld dat het Minsk vredesakkoord dood is. De vijandelijkheden rond Donetsk blijven doorgaan, met nieuwe incidenten ook in andere regio’s. Het conflict draait niet enkel om de nationale kwestie. Het is ook een strijd voor controle over het industrieel belangrijke oosten. We zien ook dat een Europees imperialisme probeert om de eigen crisis van overaccumulatie te bestrijden door markten open te breken en economisch te koloniseren. De Oekraïnse regering stemde in met een massaal privatiseringsprogramma van een 300-tal bedrijven, in ruil voor westerse leningen. In de Krim gebruikt het Russische imperialisme de wortel en de stok: lokale Tartaarse bureaucraten worden lastiggevallen of gearresteerd, maar er zijn ook investeringen om de eigen invloed op te bouwen.
In Rusland kromp de economie reeds met 5%, in de autoindustrie zelfs met 30%. Langs beide kanten wordt de Oekraïense oorlog gebruikt om de bevolking de broeksriem te laten aanhalen. Dat Poetins autoritaire regime “stabiliteit” bood, is door de gedaalde koopkracht niet langer vol te houden. Repressie zal het deksel niet eeuwig op de ketel kunnen houden, als de economie verder verzwakt. De Russische onafhankelijke vakbonden zullen nood hebben aan een meer strijdbare leiding, als ze een rol willen spelen in toekomstige massabewegingen.
Gezien de verzwakte invloed in het Midden-Oosten en met het Oekraïense conflict in het achterhoofd, wil de VS zich in Azië op een agressieve manier doen gelden. Het probeert China als opkomende macht economisch en politiek te omsluiten. China richtte de Asian Investment Bank op met 57 andere landen, zelfs met enkele Europese. Het wil als een lokaal IMF de eigen economische expansie ondersteunen, maar zal daarmee vooral ook de eigen schuldenproblematiek exporteren naar andere Aziatische landen. Daartegenover duwt de VS haar eigen handelsakkoord door, het Trans Pacific Partnership, dat de liberalisering van de landbouw in Japan en Taiwan doordreef. China bouwt militaire basissen in de regio, terwijl Japan pacifistische wetten afschaft. Obama en de VS strategen spelen met vuur door het Japanse nationalisme aan te wakkeren. Betogingen van 100.000 mensen in Japan tonen aan dat de rol van de arbeidersklasse verre van is uitgespeeld, tegenover alle kapitalistische oorlogsstokers in de regio.
Nieuwe strijd en linkse formaties
De barbarij van een organisatie als IS wordt breed uitgesmeerd in de westerse media. Strijd en stakingen van werkenden en jongeren in de wereld krijgen zo’n forum niet. Nochtans ligt daar de kiem van een oplossing voor de kapitalistische en reactionaire barbarij.
In Irak waren er protesten tegen onbetaalde lonen en privatiseringen. In Egypte werd er ondanks de repressie en nieuwe dictatuur gestaakt door secties van de arbeidersklasse. In Israel werd een algemene staking gepland door de Histadrut vakbond tegen onderaanneming, die op het laatste moment werd afgeblazen. In Nigeria werd gestaakt in de openbare diensten en ook in Zuid-Afrika waren er verdere woelingen in de mijnindustrie. In Hong Kong zagen we de geweldige paraplu revolutie losbarsten tegen een door China opgelegde dictatuur. In China zelf is er een opmars van door het regime opgetekende sociale “incidenten”. De Indische arbeidersklasse organiseerde massieve stakingen tegen de dreiging van privatiseringen.
In de VS groeide de 15 dollar beweging – voor 15 dollar minimumloon – uit tot een nationale beweging met protesten van de meest onderdrukte en laagst betaalde arbeiders. In Latijns Amerika is er een nieuwe periode van strijd die aanbreekt in Brazilië, Argentinië en Chili. In veel landen, onder meer ook in Europa, is de basis strijdbaarder dan de leiding van de vakbonden, die het valse idee dat “er geen alternatief is” volledig heeft doorgeslikt. Ze huiveren ervan, geïntegreerd in het systeem of zonder enig politiek alternatief, dat algemene stakingen de kwestie van de machtsovername door de werkende klasse zullen stellen.
In Chili beïnvloedde de strijd van de studenten tegen de massieve ongelijkheid in het onderwijs het bewustzijn van de gehele bevolking. De burgerlijke partijen genieten er nauwelijks een sociale basis in de maatschappij. 52% van de arbeiders in Chili – een voormalig neoliberaal “model” – verdient minder dan 420 euro per maand. De centrumlinkse Bachelet werd verkozen met slechts een opkomst van 41%. De illusies die bestonden in haar smolten als sneeuw voor de zon, toen ze een neoliberale agenda begon te volgen. Haar populariteit kelderde van 54% naar 24% in juni van dit jaar. Lokaal werden honderden collectieven gevormd om te strijden tegen de neoliberale afbraak. Het zal erop aankomen die te verenigen op nationaal vlak en een partij van de massa’s uit te bouwen, waarin de strijd van de studenten samenvloeit met die van de werkende bevolking. Helaas is een antipolitiek gevoel een rem op dit proces.
Dat antipolitieke gevoel – ook een kenmerk in de ontwikkelde landen – werd in Argentinië deels overstegen door de recente verkiezingsoverwinning van een aantal, zich op het trotskisme beroepende groepen. De massa’s ontwikkelden van een verzet tegen elk idee van een “partij” naar een steun voor linkse fronten in de verkiezingen. De uitdaging zal zijn, en helaas vertrekken deze trotskistische partijen niet van zo’n overgangsbenadering, om het volledige potentieel te benutten door de creatie van een nieuwe, brede arbeiderspartij. Binnen zo’n partij die frisse lagen kan activeren, zouden marxisten de basis leggen voor een stevige revolutionaire stroming, die zou opkomen voor een volwaardig socialistisch programma.
In Zuid-Afrika werken leden van onze zusterorganisatie mee in een taskforce voor een nieuwe arbeiderspartij, opgezet door de metaalvakbond Numsa. De alliantie van het ANC met de vakbondskoepel Cosatu en de Communistische Partij zit in een diepe crisis. Dit vloeide voort uit de beslissing van het ANC om enkel de miserie, tekorten en corruptie van het kapitalisme te gaan beheren. Zuid-Afrika is vandaag een van de meest ongelijke landen ter wereld. De Numsa brak met Cosatu, wat potentieel een zeer belangrijke stap is. De Numsa leiding sprak zich uit voor een nieuwe arbeidersformatie en voor “socialisme”, maar aarzelt helaas bij het in de praktijk zetten van stappen in deze richting. Er bestaat een gevaar dat meer opportunistische krachten, zoals de Economic Freedom Fighters rond ex-ANC’er Malema, zich in het vacuüm nestelen.
Ideologisch heeft de post-stalinistische periode zijn sporen nagelaten. De val van het stalinisme eind jaren ’80-begin jaren ’90 luidde een periode van burgerlijk triomfalisme in, waarbij vakbondsleiders, leiders van sociaaldemocratische partijen en intellectuelen overstag gingen voor de neoliberale en kapitalistische propaganda. Maar de ervaring zelf van een kapitalisme in uitzichtloze crisis zal leiden tot een snel uittesten van reformistische, links-reformistische en soms centristische krachten. In Griekenland werd op enkele maanden tijd de kwestie uitgeklaard wat een linkse regering zou betekenen, die geen breuk maakt met het kapitalisme. De marges voor toegevingen zijn, tenzij als bijproduct van klassenstrijd en revolutionaire mobilisatie, wel zeer klein geworden.
Doorheen massale strijd zal onder jongeren en werkenden een nieuw socialistisch bewustzijn groeien, met democratisch socialisme en rationele planning als alternatief op het inefficiënte en chaotische kapitalisme. Ondertussen gaan de voormalige bureaucratische arbeidersstaten met hun top down benadering en eenpartijstaten richting historische uitgang. Cuba’s planeconomie, hoewel gedomineerd door een eenpartijregime, weerstond lang de historische zwaartekracht, temidden van een wereldwijde neoliberale golf. De massa’s zullen niet gemakkelijk afstand doen van de verworvenheden in onderwijs en gezondheidszorg, maar het regime van Raul Castro gaat steeds verder in de richting van markthervormingen. Dit zal de reeds bestaande armoede nog doen toenemen. Castro probeert te decentraliseren en zo de economie open te breken voor buitenlandse investeringen. Maar veel buitenlandse bedrijven hebben de stap nog niet gezet, omdat de juiste investeringsvoorwaarden voor hen nog niet aanwezig zijn. Deze tegenhervormingen staan nu wel op papier maar moeten nog door het apparaat geraken, waarbij sommige delen – deels onder druk van de massa’s – kunnen obstructie plegen. Deze processen zullen tot oproer leiden in de Cubaanse samenleving. In een tijdperk van kapitalistische crisis is niet “meer markt” de oplossing, maar een ontwikkeling en heropbouw van de planeconomie, doorheen de strijd voor echte, pluralistische arbeidersdemocratie en internationaal socialisme.
Socialisme zal nodig zijn om onze sociale rechten veilig te stellen en democratie in de werkplaats te vestigen. Maar ook om de planeet en onze natuurlijke omgeving van kapitalistisch wanbeleid te redden. Het milieuthema, de gevolgen van de opwarming van de aarde,… kunnen aanleiding geven tot massale en radicale eisen voor verandering. Slechts 2% van alle openbare onderzoek gaat naar hernieuwbare energie. De burgerlijke partijen leveren lippendienst aan het milieu, maar elke internationale klimaattop toont aan dat een systeem gebaseerd op competitie, nationale belangen en het winststreven van multinationals niets kan oplossen. De klimaattop in Parijs in december zal een kans zijn voor honderdduizenden mensen om hun stem te laten horen aan de elites die onze planeet naar de vaantjes helpen. De secties van het CWI zullen mee mobiliseren en een socialistisch antwoord naar voren brengen op de genadeloze kapitalistische destructie van de natuur.
Amerikaanse arbeidersklasse – de reus begint zich op te richten
Obama is slechts een meer handig uithangbord van het Amerikaanse imperialisme. In de realiteit bouwde hij verder op de ondermijning van burgerrechten door Bush. De kloof tussen blank en zwart werd groter onder zijn bewind. Net als de ongelijkheid tussen de armste 90% en de rijkste 1%. Als er door het bescheiden herstel jobs bijkwamen, dan vooral onzekere en laag betaalde jobs. Deze ontwikkeling gaf mee een impuls aan de prachtige 15 dollar beweging. Onze zusterorganisatie Socialist Alternative drukte met de socialiste Kshama Sawant in de gemeenteraad van Seattle als eerste deze verhoging van het minimumloon door. Niet door het beleefd te vragen, maar door een klassenstrijd van onderuit. Socialist Alternative trapte de deur open, waarna de beweging nationaal een impuls kreeg. In Seattle kost de 15 dollar 3 miljard aan de grote bedrijven: een “tax shift” in de zakken van 100.000 gewone werkenden. Ondertussen werd de verhoging naar 15 dollar ook in Los Angeles, Oakland, New York,… doorgevoerd. Zonder Socialist Alternative was deze beweging er ook gekomen, maar we hebben het proces versneld en versterkt.
De Black Lives Matter beweging is de belangrijkste beweging tegen racisme in de VS in 40 jaar. Er is een bijna permanente mobilisatie telkens er weer een racistisch incident plaatsvindt, in verschillende Amerikaanse steden. Het zal erop aankomen de jongeren te richten op een radicaal alternatief uit de arbeidersklasse, in de plaats van een “identiteitspolitiek” zonder klassewortels.
Slechts 5% van de Amerikanen heeft er een vertrouwen in dat de huidige politici bekwaam zijn. Tegen die achtergrond is het niet verwonderlijk dat de campagne van Bernie Sanders als een komeet omhoog schiet. Sanders noemt zich socialist maar komt op bij de big business partij van de Democraten. Hij roept openlijk op voor een “politieke revolutie” tegen de miljardairs, ondersteunt de 15 dollar minimumloon, gratis hoger onderwijs en universele gezondheidszorg. Lokale groepen die zijn campagne ondersteunen, schieten uit de grond. Zijn meetings brengen tienduizenden enthousiaste Amerikanen op de been.
Socialist Alternative verwelkomt de campagne van Sanders en gaat ermee in dialoog, maar roept hem op om als onafhankelijke kandidaat op te komen, tegen de met big business vervlochten Democraten. In Seattle nemen we deel aan de stuurgroep van de Bernie Sanders campagne en discussiëren we mee over de invulling van het programma. Socialist Alternative is de enige radicaal linkse organisatie die op een niet-sectaire manier de dialoog met Sanders aangaat en nieuwe frisse lagen probeert te overtuigen van een onafhankelijke klassepolitiek. We denken dat Sanders niet moet oproepen voor establishment kandidate Hilary Clinton, als hij de primaries verliest, maar met de tienduizenden op zijn meetings een nieuwe socialistische beweging zou moeten lanceren in de VS, waaraan Socialist Alternative zou meewerken. Socialist Alternative is momenteel de snelst groeiende marxistische partij in de VS. De herverkiezing van Sawant – tegen een frenetieke campagne van de Democraten en grote bedrijven in – zou historisch zijn, een herverkiezing op basis van haar verwezenlijkingen als marxiste in de gemeenteraad. Het zou ook mee de basis kunnen leggen voor de verdere uitbouw van het nationale profiel van Sawant en Socialist Alternative. De uitbouw van een socialistische stroming in de VS, in het hol van de kapitalistische en imperialistische leeuw, is een teken aan de wand voor potentieel een van de rijkste samenlevingen ter wereld. Het is ook een stevig hart onder de riem voor werkenden, jongeren en onderdrukten wereldwijd, in de extreem turbulente periode die het wereldkapitalisme nu ingaat.