IMF geeft toe dat neoliberalisme niet werkt
Als een fait divers passeerde het gisteren de Vlaamse media, het laatste statement van het Internationaal Monetair Fonds. De verontschuldigingen voor de rekenfouten vanuit het IMF hadden nochtans moeten inslaan als een bom. De belangrijkste financiële regulator ter wereld paste immers zijn modellen aan, nadat haar berekeningen fout bleken te zijn. De multiplicator van 0,5 werd als veel te laag ingeschat en zou volgens recente studies tussen de 0,9 en 1,7 liggen. Dit is bijzonder belangrijk, want indien de zogenaamde multiplicator boven 1 ligt, wil dat zeggen dat de hele logica achter het neoliberalisme op leugens en verzinsels gebaseerd is.
De Multiplicatoren waar we het over hebben zijn de zogenaamde multiplicatoren van de groei door overheidsinterventie in de Macro-economische theorie. Als de overheid geld uitgeeft, dan stimuleert dit de groei van de economie; door de toegenomen vraag, bijvoorbeeld door een bouw van infrastructuur, stijgt immers de werkgelegenheid en daarbij ook de koopkracht. Om dit geld echter te kunnen uitgeven moet de overheid het geld ergens gaan halen; dit doet ze door ofwel belastingen te heffen, ofwel door schulduitgifte. Hierdoor verdwijnt dus ook geld dat anders had kunnen geconsumeerd worden door mensen die belastingen niet zouden moeten betalen, of particulieren hadden kunnen lenen. De verhouding tussen het uitgegeven overheidsgeld en de veroorzaakte groei is de zogenaamde overheidsmultiplicator. Deze multiplicator is steeds voer geweest voor enorm debat tussen macro-economen.
Voor Keynesiaanse economen is deze multiplicator groter dan 1, dat wil zeggen, voor elke euro dat de overheid extra uitgeeft, zou er meer dan een euro groei veroorzaakt worden. Deze theorie legitimeerde op macro-economisch niveau de uitbouw van de welvaartstaat, die het resultaat was van een compromis tussen de sociale klassen en een zekere herverdeling van de rijkdom binnen het kapitalisme met zich meebracht.
De zogenaamde monetaristen echter, de macro-economische stroming achter het neoliberalisme, stelde dat de overheid onefficiënt zou zijn. Enkel de private markt, zou als gevolg van vrije concurrentie de meest efficiënte oplossing bieden. Elke vorm van overheidsinterventie zou dus schadelijk zijn voor de economie. De redenering ging als volgt. Voor elke euro dat de overheid wegneemt bij investeerders en consumenten, via schulduitgifte of belasting, zou deze minder efficiënt worden ingezet, dan door de eigen voorkeur van deze consumenten en investeerders in een vrije markt en concurrentie; het resultaat van één euro overheidsuitgaven zou dus een nettoresultaat genereren van minder dan 1 euro. Volgens deze stroming is de overheidmultiplicator dus kleiner dan 1.
Deze laatste theorie verdedigt dus zo klein mogelijke overheidsuitgaven, aangezien deze inefficiënt zouden zijn. Hoe meer de overheid teruggedrongen zou worden, hoe meer onrechtstreekse groei er zou zijn. De economie zou dan wel negatief groeien door dalende uitgaven van de overheid en dalende vraag; maar het vrijgekomen geld zou terug terecht komen bij consumenten en vooral investeerders, die een grotere meer efficiënte groei zouden garanderen. Het is deze laatste economische theorie die het neoliberalisme legitimeert, en sinds Thatcher en Reagan de dominante beleidslijn is geworden; als enige waarheid geldend binnen de klassieke economische opleidingen. Deze theorie heeft de afbraak van de welvaartstaat na de val van de Sovjet-unie en de verzwakking van de sociaal-democratie gelegitimeerd. Het is ook de economische theorie achter de recente besparingsplannen die door heel Europa worden opgelegd, in het bijzonder in Zuid-Europa.
Nu komt het IMF, ‘s werelds hoogste financiële instantie echter met een mea culpa. Volgens haar eigen recentste studies blijkt in periodes van laag-conjunctuur, van crises van het kapitalisme immers dat de multiplicator niet 0,5 bedraagt, maar 0,9 tot 1,7. Dit betekent dus dat het IMF toegeeft dat besparingsmaatregelen dus een netto negatief hebben op de economie, dat achteraf niet hersteld wordt. Hiermee beslechten ze eigenlijk met een eigen studie het ongelijk van het neoliberalisme en de ideologie dat ze zelf decennia verdedigd hebben en die miljoenen mensen de honger, miserie en dood hebben ingejaagd.
Hiermee weten we ook dat het IMF tenminste al beseft dat de huidige economische politiek nergens toe zal leiden en de instituties van het kapitaal met de handen in het haar zitten om de crisis op te lossen. Het betekent ook dat de weg open ligt voor echte alternatieven, alternatieven op het neoliberale kapitalisme.
Artikel door Jonas Van Vossole