Ierland. Verwerp de besparingen, stem tegen het Verdrag!
Het “Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie” is een verdrag dat een algemeen besparingsbeleid doorheen Europa wil opleggen en daarbij ook een aantal democratische rechten op de helling zet. Momenteel wordt in Ierland campagne gevoerd naar aanleiding van een referendum over het al dan niet ratificeren van dit verdrag. Europarlementslid Paul Murphy en de Socialist Party voeren intensief campagne om “Neen” te stemmen.
Als dit verdrag wordt doorgevoerd, zal het leiden tot een verdere aanval op de levensstandaard van de werkende bevolking en zal het de economische crisis verdiepen. De belangrijkste reden waarom dit een ‘Besparingsverdrag’ is, vinden we in de regels waaraan de begroting van de lidstaten moet voldoen. Het “jaarlijks structureel saldo” van de begroting van de lidstaten mag niet lager zijn dan een tekort van 0,5% voor een land met een publieke schuld van meer dan 60% van het bbp. Voor de andere landen is de benedengrens op -1% vastgelegd. Als het tekort groter is, wordt automatisch een “correctiemechanisme” in werking gesteld. Dat betekent concreet besparingen en extra belastingen.
Het “structurele saldo” is een manier om het begrotingstekort te becijferen zonder rekening te houden met eenmalige uitgaven en met cyclische bewegingen van de economie. Deze omschrijving heeft tot heel wat debat geleid onder economen, waardoor verschillende instellingen met erg uiteenlopende cijfers komen. Het IMF schat dat Ierland in 2006 een structureel tekort van 5,4% van het BBP kende, de Europese Commissie daarentegen houdt het op een overschot van 2,2%! Het ‘structurele saldo” gebruiken, is eigenlijk enkel achteraf mogelijk als er een groter overzicht van feiten beschikbaar is. De schattingen van de structurele tekorten kunnen erg ver uit elkaar lopen.
Landen die hulpmaatregelen krijgen, moeten pas op het einde van die maatregelen aan de normen voorzien. Voor Ierland is dat voorzien in 2014. Het ministerie van financiën schat dat Ierland in 2015 een structureel tekort van 3,7% zal kennen. Om dat tot 0,5% terug te brengen, zou er minstens 5,7 miljard aan bijkomende besparingen en belastingen nodig zijn. Wellicht zal de Commissie Ierland een aantal jaren extra tijd geven. Maar zelfs indien de 0,5%-norm pas in 2017 behaald moet worden, dan betekent dit slechts dat de besparingsoperatie over een langere tijd wordt gespreid. Het zou neerkomen op 2 miljard euro extra besparingen per jaar. Die besparingen zullen het BBP verder onder druk zetten, wat meteen leidt tot de nood van nog meer besparingen.
Als dit Verdrag erdoor komt, zal het niet leiden tot stabiliteit en groei in Europa. Het zal integendeel rampzalige gevolgen hebben. Het besparingsbeleid slaat al hard toe in Europa met onder meer de Griekse economie die in vrije val zit of de aanhoudende inkrimping van de Portugese economie. Ook in Ierland is er negatieve groei, het is het eerste land in de EU waar er zes opeenvolgende jaren zijn waarin de binnenlandse vraag is afgenomen.
Volgens de Europese Commissie zullen er in 2013 maar liefst 18 van de 25 lidstaten een structureel tekort hebben dat groter is dan hun doelstelling. Het gemiddelde tekort zou 2,6% bedragen. Om dat tot de doelstelling te herleiden, zou er doorheen Europa in 2013 minstens 166 miljard euro moeten worden gevonden aan extra besparingen en belastingen. Dat zou een vernietigende impact hebben op de Europese economie. Als de Commissie de timing bijstuurt, betekent dat louter dat hetzelfde besparingsbeleid over meer jaren wordt gespreid.
Artikel 4 vereist van landen met een overheidsschuld van meer dan 60% van het bbp om die schuld jaarlijks met een twintigste van het stuk boven de 60% te verminderen. Er zijn in theorie twee mogelijkheden om de schuldenratio te verminderen. Dat kan door een toename van het bbp of door een vermindering van de schulden. Gezien het besparingsbeleid dat in artikel 3 wordt opgelegd, is groei van het bbp echter zo goed als uitgesloten.
Het artikel stelt in de praktijk voor dat er een massale terugbetaling van de overheidsschulden aan de obligatiehouders komt. In de Eurozone bedraagt de schuldenratio 85%. Als dat naar 60% moet worden terug gebracht zonder dat er een groei van het bbp is, dan moet er 2,3 triljoen euro aan schulden worden afbetaald. Dat is een recept voor nog meer besparingen die leiden tot een verdere ineenstorting van de economie doorheen Europa.
De Ierse schuldenratio zal tegen 2015 wellicht ongeveer 120% bedragen. De schuld jaarlijks met een twintigste van het stuk boven 60% verminderen, komt neer op 4,5 miljard euro per jaar afbetalen. Dat komt bovenop de 9 miljard euro per jaar aan intrestkosten. Deze schuld zal enkel kunnen terug betaald worden op basis van harde besparingen voor de werkende bevolking.
Beperkingen voor publieke investeringen
Artikels 3 en 4 vormen samen de basis voor een hard besparingsbeleid dat enkel de belangen van de aandeelhouders en speculanten dient. Dit is niet gewoon een voorstel tot besparingen, het is een poging om het wettelijk op te leggen met “bindende bepalingen die van permanente aard zijn”. Dit betekent dat een fiscaal beleid van investeringen in de praktijk illegaal wordt.
Het kan nuttig zijn dat een land een structureel evenwicht kent, maar het kan even goed nuttig zijn dat een land geld leent om op basis van een begrotingstekort te investeren in werkgelegenheid en om de economie te ontwikkelen. De nood aan massale publieke investeringen wordt wel erg duidelijk in Ierland. Er zitten 450.000 mensen zonder werk. De investeringen door de private sector zijn volledig in elkaar gestort. Ondanks een toename van de winsten in de private sector (in 2010 stegen de winsten van de niet-financiële bedrijven met 2,6 miljard euro), blijven de investeringen verder afnemen. Sinds 2007 zijn de investeringen met 30 miljard euro afgenomen. Op basis van afhankelijkheid an de private sector, is het een illusie te denken dat de financiële middelen samen met de aanwezige talenten en arbeidskrachten zullen ingezet worden om jobs en welvaart te creëren.
Dat is waarom er nood is aan een massaal programma van investeringen door de publieke sector. Dat is de basis waarmee mensen aan een job kunnen worden geholpen, waarmee de infrastructuur kan verbeteren en de economie kan ontwikkelen. Als de grote bedrijven niet willen investeren, dan moeten de sleutelsectoren van de economie uit de private handen worden gehaald en onder democratisch publiek bezit komen met een democratische planmatige ontwikkeling waarbij de publieke sector massaal investeert.
Democratische rechten bedreigd
Het Fiscaal Verdrag is onderdeel van een proces waarbij er van de economische crisis gebruik wordt gemaakt om de democratische rechten binnen de EU op de helling te zetten. Zo is er een groeiende macht voor de onverkozen Europese Centrale Bank. De ECB stuurde de Italiaanse regering een gedetailleerd besparingsplan op. De onverkozen Europese Commissie speelde een centrale rol in het afzetten van de democratisch verkozen regeringen in Italië en Griekenland om deze te vervangen door bankiersregeringen. Dit verdrag is een nieuwe aanval op het democratische recht om een regering te kunnen kiezen die zelf beslist over de economische strategie en de begroting.
Dat gebeurt enerzijds door de toekomstige regeringen verplicht het besparingsbeleid voort te zetten. Neoliberalisme en besparingen worden in de praktijk verplicht. Regeringen mogen immers geen structurele tekorten hebben, ook niet om te investeren in belangrijke publieke werken of diensten. Is het dan geen democratisch recht dat de mensen bij verkiezingen ook mogen stemmen voor een ander economisch beleid?
Dit komt niet uit de lucht vallen. Het is een onderdeel van de ontwikkeling waarbij het economische beleid wordt “getechnocratiseerd”. Dat is een bewuste poging om de crisis – een crisis van het kapitalisme veroorzaakt door speculanten, bankiers, neoliberalisme en deregulering – aan te grijpen om iedere democratische discussie over het economische beleid onmogelijk te maken. Het economische beleid wordt steeds meer voorgesteld als een zuiver technische aangelegenheid. Het neoliberalisme wordt op die manier niet voorgesteld als een beleidskeuze, maar als ‘verantwoord gedrag’.
Een tweede wijze waarop de democratische rechten worden beperkt, vinden we in het mechanisme dat wordt toegepast bij landen die de normen niet naleven. Artikel 5 van het verdrag bepaalt dat landen die onderworpen worden aan een “buitensporigtekortprocedure” een “budgettair en economisch partnerschapprogramma” moeten instellen met een “gedetailleerde beschrijving van de structurele hervormingen” die worden genomen om tot een “effectieve en duurzame correctie van haar buitensporige tekort” te komen. Deze programma’s moeten goedgekeurd worden door de Europese Commissie en de Raad. Op die manier wordt de beslissingsmacht over de begroting uit handen gegeven aan de Commissie en de Raad. Hierdoor zullen niet enkel in de landen die nu hulp krijgen zoals Ierland, Griekenland en Portugal, maar ook elders begrotingen worden opgemaakt door de Europese instellingen.
Een neoliberaal Europa
De economische crisis heeft een laatste genadeslag toegebracht aan de door de zogenaamde ‘sociaaldemocraten’ gepromote illusies over een ‘sociaal Europa’. Die illusies werden ingehaald door de realiteit van het neoliberale Europa. Dit Verdrag gaat verder op deze weg met een beperking van de democratische rechten om een Europa te creëren waarin de belangen van de bankiers en miljardairs zonder enige tegenspraak centraal staan. Dit Verdrag legt het economisch beleid wettelijk vast om de belangen van de rijken te dienen. Het gaat ten koste van de overgrote meerderheid van de bevolking die onder het besparingsbeleid gebukt gaat. Wij roepen op om Neen te stemmen in het Ierse referendum, gecombineerd met eengemaakte arbeidersstrijd doorheen Europa.