De bakermat van de beurs: hoe in het 17de eeuwse Amsterdam de moderne aandelenhandel ontstond

We trappen een open deur in met de stelling dat de gebeurtenissen op de financiële markten een forse impact hebben op onze woon- en werkomstandigheden. Honderden miljoenen mensen worden erdoor geruïneerd, uit hun huizen gedreven, van hun inkomen beroofd en tot de bedelstaf veroordeeld. De slachtoffers zijn vooral gewone mensen die nooit een voet gezet hebben op de beursvloer. Ze ondergaan het beursgeweld, zonder dat ze er ooit om gevraagd hebben. Zelfs gehaaide speculanten geraken nauwelijks nog wijs uit de ingewikkelde mathematische modellen waarmee ze hopen snel rijk te worden, laat staan doorsnee beursleken zoals jij en ik.

De beste manier om de werking van om het even welk instrument te doorgronden, bestaat erin terug te gaan naar de oorsprong. Niet dat je begrijpt hoe je een TGV moet besturen als je de werking van de stoommachine ontleed hebt, maar het helpt ongetwijfeld wel. De werking van de wok uit onze keuken wordt ook al een stuk duidelijker als men weet dat het gebrek aan hout de bevolking van de Aziatische steppe dwong met weinig energie in reepjes gesneden voedsel in een warmtehoudende wok snel te bereiden. In zijn “Het Kapitaal” getroost Marx zich de moeite gedurende enkele hoofdstukken de koopwaar te ontleden tot haar naakte bestaan als gebruikswaarde en ruilwaarde, als aanloop om meer ingewikkelde economische begrippen als arbeidsdeling en meerwaarde op een bevattelijke manier voor te stellen.

‘De Bakermat van de Beurs’ doet zoiets voor de financiële markten. Lodewijk Petram begint zijn boek met het inschrijvingsregister in het kapitaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), opgericht in 1602 met een Octrooi van de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Doorwinterde liberalen zullen het niet graag horen, maar dat octrooi verleende de Compagnie een monopolie op de handel met alle gebieden ten oosten van Kaap de Goede Hoop en voorbij de straat van Magallanes. Het was niet zomaar een commercieel bedrijf, maar een verlengstuk van de staat dat de belangen van de Republiek in Oost-Indië vertegenwoordigde. In tegenstelling tot andere compagnieën, die doorgaans al na 3 of 4 jaar ontbonden werden, waarna de aandeelhouders werden uitbetaald, kreeg ze onmiddellijk een octrooi voor een termijn van 21 jaar en zou ze bijna 200 jaar bestaan.

Zonder die voorwaarde had de aandelenhandel nooit zo een vaart kunnen nemen. Doorheen het boek beschrijft Petram het ontstaan van de eerste beurshandel, van termijncontracten, de huidige forwards of futures, en van contamineurs, handelaars die speculeren op een dalende koers, de zogenaamde baissiers of speculanten à la baisse. Ook toen al werd ’kort gegaan’, wat men vandaag short selling noemt. Al in februari 1610 werd een plakkaat uitgevaardigd, een verbod op blanco verkopen, het verkopen van aandelen die men niet in bezit heeft, wat men vandaag naked short selling noemt. Ook toen al kon niet iedereen weerstaan aan de verlokking van fraude. Zo werd in maart 1610 een registratieplicht van aandelentransacties ingevoerd nadat bleek dat de boekhouder van de Amsterdamse kamer van de VOC betrokken was bij fraude. Aanvankelijk werden de bewindvoerders van de VOC, vandaag het directiecomité, veroordeeld wegens nalatigheid. Maar in beroep werden ze vrijgesproken. Net zoals Nick Leeson van Barclays of Jerôme Kerviel bij de Société Générale, werd ook toen de boekhouder als zondebok opgeofferd. Klassenjustitie was al volop aan gang. Pogingen om handel met voorkennis aan banden te leggen, bleven trouwens even vruchteloos als dat vandaag het geval is.

Tussendoor beschrijft Petram de rol van Hoekmannen in het standaardiseren van aandelen en de tulpengekte van de jaren ’30 die in februari 1637 abrupt eindigde. Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw domineren Portugese joden de aandelenhandel. Zij waren in grote immigratiegolven aanbeland in de republiek. Eerst nadat ze verdreven werden door de Reconquista op het einde van de 15de eeuw, de christelijke verovering van het Iberisch schiereiland. Nadien toen Portugal zich in 1640 losmaakte van de Spaanse kroon en de handel tussen Portugal en de Republiek opnieuw mogelijk werd. En tenslotte na het vredesverdrag van Munster in 1648 met Spanje. De Republiek was een aantrekkelijk vestigingsoord omwille van de relatieve tolerantie van godsdienstvrijheid. Omdat ze in de meeste beroepen niet toegelaten werden, moesten de Portugese joden wel kiezen voor beroepen die niet in gilden georganiseerd waren, ze werden diamantenbewerker of gingen in geldhandel.

De diaspora van de Joodse bevolking zorgde voor een uitgebreid netwerk van contacten met vlotte toegang tot politieke en economische informatie, een aanzienlijk voordeel voor de beurshandel. De komst van joodse handelaren wekte echter wantrouwen. Zullen ze hun verbintenissen wel nakomen? Dat werd opgelost door de bemiddeling van tussenpersonen of makelaars die vergoed werden met een courtage. In tegenstelling tot de koopmannen die in de jaren ’40 de markt domineerden, hanteerden de Portugese joden doorgaans geen buy-and-hold strategie, investeren met een lange termijn horizon, maar kochten en verkochten ze met de bedoeling kleine winsten te boeken op talloze transacties. In 1652 brak de eerste Engels Nederlandse oorlog uit en in 1665 opnieuw. Dat zorgde voor belangrijke schommelingen in de koers van het VOC aandeel, met grote risico’s dat handelaren hun verplichtingen zouden verzaken. Om dat te vermijden begon men steeds meer in besloten clubs te verhandelen. Op het einde van de maand werden dan alle verrichtingen verrekend op een rescontre, een daarvoor bedoelde bijeenkomst. Wie niet kon betalen, kon in ruil voor een rentevergoeding prolongeren of als het niet anders kon een aandeel in onderpand geven bij een kredietverlener in ruil voor een lening. Men moest dan doorgaans wel een haircut aanvaarden. Tegenwoordig noemen aandelenbeleningen repo’s (repurchase agreement).

Vandaag vindt alle aandelenhandel plaats in besloten circuit. Je kan niet zomaar de beurs binnenlopen en beginnen handelen, dat gebeurt via een door de beurs geaccrediteerde tussenpersoon. Tot het einde van de 19de eeuw bleef het echter mogelijk aandelen te verhandelen in een openbaar toegankelijke beurs. Om de risico’s in te dekken, begon men termijncontracten met een contingent claim te verhandelen. Dat betekent dat de verkoop slechts doorgaat als een bepaalde gebeurtenis plaats grijpt, bijvoorbeeld het sluiten van en vredesverdrag. Opties, waarbij de koper in ruil voor een premie het recht verwerft aan een bepaalde prijs op een bepaalde datum een aandeel te kopen (voor Europese opties, bij Amerikaanse opties kan het recht gedurende de hele looptijd worden uitgeoefend – beide bestonden toen al), maar ook om eventueel van dat recht af te zien, en putopties, waarbij de verkoper datzelfde recht verwerft, eveneens in ruil voor een premie, werden eveneens gebruikt om het risico in te dekken. Er waren zelfs straddles die het recht om op een bepaalde datum aan een bepaalde prijs te verkopen (put) combineren met het recht om te kopen (call). Ook alle derivaten uit het 17de eeuwse Amsterdam – opties, termijncontracten en repo’s – werden echter meer gebruikt om aan leverage (hefboomeffect) te doen, dan om risico’s in te dekken. Men kon immers zijn positie op die manier vergroten zonder onmiddellijk geld te moeten leveren, in de hoop op grotere winst, maar ook op het gevaar af van gigantisch verlies.

“Of ze nu hedge funds heten, of investment trusts, of private equity, verzekeraars of pensioenfondsen: als ze te lang mooie winsten boeken, zullen ze uiteindelijk al te graag deelnemen aan een zeer gemakkelijk spelletje: de handel in gebakken lucht.” Schreef De Tijd in september 2008 in volle financiële crisis in een vlaag van tijdelijke verlichting die intussen al lang over is. Dat was in de 17de eeuw niet anders. We verwezen al naar de tulpengekte, die in 1637 gecrasht was. In 1672 deed zich een “rampjaar” voor, waarbij de koers van het VOC aandeel daalde van 500 naar 290 op een jaar tijd. Volgens Petram vertoonde die crash gelijkenissen met de banken die elkaar tijdens het dieptepunt van de kredietcrisis in 2008 en 2009 niet meer durfden lenen. In 1688 kelderde de koers opnieuw met 26%, deze keer door de vrees van oorlog met Engeland. Na iedere val zal de beurs onvermijdelijk weer overeind kruipen. Maar dat gebeurt ten koste van sociale en economische catastrofes en ligt aan de basis van hongeropstanden en massale bewegingen. Vandaag leggen de markten hun dictaat op aan regeringen en worden democratisch verkozen politici opzij geschoven en vervangen door technocraten als de markten dat vereisen. Maar ook in de 17de eeuwse republiek schrokken de heersers er niet voor terug politieke gebeurtenissen te provoceren in de hoop op financieel profijt.

Petram eindigt zijn zeer vlot geschreven, uitermate goed gedocumenteerd en bijzonder instructief werkje met wat sommigen een anticlimax zouden noemen. Hij vertelt ons dat derivatenhandel van enige betekenis buiten Amsterdam afwezig was. Pas rond 1690 begon men ermee in London. “Amsterdam”, schrijft hij, “staat daardoor met recht te boek als de stad waar de eerste aandelenbeurs tot ontwikkeling kwam. De stad kan hier trots op zijn, maar heeft ze er ook enig economisch voordeel van gehad? Het korte antwoord op deze vraag is ietwat teleurstellend: nee, als de aandelenhandel niet tot ontwikkeling was gekomen, waren Amsterdam en de Republiek net zo rijk geworden…. De aandelenhandel werkte, met andere woorden, niet waarde vermeerderend. In de zeventiende eeuw werd zo nu en dan zelfs geopperd dat de aandelenhandel negatieve gevolgen had voor de welvaart van de Republiek. Kooplieden zouden veel te veel tijd en geld aan de handel in aandelen besteden; tijd en geld die zij beter aan een meer reële handel, met meer toegevoegde waarde voor de economie, hadden kunnen besteden. De criticasters hadden niet helemaal ongelijk.” Londen kende trouwens rond 1720 haar South Sea Bubble, die weldra eveneens uiteen zou spatten. Wie een beter begrip wenst over de financiële markten kan ik dit boek, dat nochtans geen positie inneemt tegen beursverrichtingen of kapitalisme, enkel warm aanbevelen.

 

Recensie door Eric Byl

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel