Wereldcongres van het CWI. Opbouw van onze organisatie
Het wereldcongres van het CWI werd afgesloten met een verslag van de opbouw van onze werking doorheen de wereld. De betrokkenheid van onze organisatie bij strijd bleek ook tijdens deze sessie. Zo kregen we een bijna live verslag van de jongerenbetogingen in Londen op dezelfde dag. Er waren 35.000 betogers en de actie werd mee opgezet door onze kameraden.
Een aantal jongere Engelse aanwezigen op het congres waren al vroeger vertrokken om er mee tussen te komen op de betoging in Londen. De gebeurtenissen in Groot-Brittannië vormen een uitdrukking van de veranderingen in de internationale politieke situatie. Die veranderingen vormden de rode draad doorheen het acht dagen durende wereldcongres van het CWI. Alle discussies over perspectieven, programma en strategie voor de wereldwijde beweging voor socialisme vonden plaats tegen deze achtergrond.
De laatste twee dagen van het congres stonden in het teken van de uitdagingen in de opbouw van de nationale afdelingen van het CWI en de uitbreiding van onze krachten in andere landen. De afgelopen maanden zijn we actief geworden in enkele nieuwe landen, waardoor er intussen een aanwezigheid is in 47 landen op alle continenten. Op dit congres werden vier nieuwe afdelingen met stemrecht op het congres erkend: Venezuela, Bolivia, Italië en Taiwan/Hong Kong. Er waren ook aanwezigen van groepen die als sympathiserende afdelingen werden erkend: Argentinië, Quebec, Spanje, Portugal en Maleisië.
De discussie werd ingeleid door Stephan Kimmerle en afgerond door Clare Doyle. Zowat alle afdelingen proberen om te gaan met de snelle veranderingen en de overschakeling van stimulusmaatregelen naar harde besparingen. De klassentegenstellingen worden dieper en dat opent een nieuwe fase die wordt gekenmerkt door massabewegingen van arbeiders en jongeren. In een aantal landen stelt dit meteen ook nieuwe uitdagingen voor de opbouw van het CWI, zeker waar we een rol spelen in massastrijd.
Vooruitgang in Azië
De Europese arbeiders en jongeren zijn op de voorgrond getreden doorheen de strijd. Dat is voor ons van groot belang omdat de krachten van het CWI het sterkste zijn in Europa. Het is ook van belang omwille van de economische positie van Europa. Maar tegelijk is er de afgelopen jaren een sterke opmars geweest van de Aziatische economieën wat meteen de cruciale kwestie van de rol van de omvangrijke Aziatische arbeidersklasse in de strijd voor internationaal socialisme stelt.
Tegen deze achtergrond was het een hoogtepunt voor het congres dat belangrijke vooruitgang kon worden gemeld van onze werking doorheen Azië. Onze kameraden spelen er een inspirerende rol en dat vaak ondanks repressie vanwege de overheid.
In het olierijke Kazachstan, de grootste economie van Centraal Azië, staan onze leden vooraan in de leiding van de groeiende oppositiebeweging tegen de dictatuur van Nursultan Nazarbajev. Er is een brede oppositiegroep “Kazachstan 2012” dat solidariteitsacties opzet voor stakingsacties en daarbij steeds meer wordt gezien als de leidende kracht van de arbeidersbeweging. Onze kameraden zitten in de leiding van Kazachstan 2012. Dat is “geen volledig socialistische organisatie, maar wij vormen er wel de kern van”, stelde een van de afgevaardigden uit Kazachstan. De website van onze afdeling in Kazachstan behoort tot de tien meest bekeken politieke sites in het land.
De kameraad stelde verder: “Dit heeft ons toegelaten om de basis te leggen voor een nieuwe nationale onafhankelijke vakbond. We zijn het land rond getrokken om vakbondsmilitanten te ontmoeten. Er blijven natuurlijk heel wat problemen overeind, onder meer door de repressie tegenover iedere nieuwe arbeidersleider die naar voor komt en de repressie tegen onze leden zelf uiteraard.”
Een indicatie van de groeiende invloed kwam er deze herfst toen CWI-lid en afgevaardigde op het wereldcongres, Ainur Kurmanov, voor het Europees parlement getuigde in de mensenrechtencommissie. Een oppositieblad in Kazachstan bracht dit op de voorpagina met twee foto’s: aan de ene kant Ainur en aan de andere kant Nazarabayev met daarboven een titel in vraagvorm: “wie zal wie verslaan?”.
In Pakistan zijn er enorme politieke spanningen en de gevolgen van de overstromingen laten zich voelen. Maar toch slaagt onze afdeling er in om te ontwikkelen. Omwille van visaproblemen waren er geen Pakistaanse afgevaardigden op het wereldcongres, maar er werd toch bericht over het werk van de Pakistaanse kameraden. Zo zijn ze betrokken bij het opzetten van een nieuwe vakbondsfederatie met 500.000 leden. In India is onze afdeling nog klein, maar zijn we er het afgelopen jaar in geslaagd nieuwe groepen op te zetten in delen van het land waar we nog niet aanwezig waren. De afgevaardigden brachten ook een levendig beeld van de algemene staking met 100 miljoen deelnemers in september.
Na de burgeroorlog in Sri Lanka blijft de repressie tegen de Tamil minderheid maar ook tegen alle andere oppositiekrachten voortduren. Ondanks deze moeilijke omstandigheden is de United Socialist Party het verzet aan het opbouwen in Singalees en Tamilgebied. We staan er vooraan in de strijd tegen de oorlog en de repressie. In Maleisië werd enkele jaren geleden een werking opgezet en hebben we nu afdelingen in drie steden.
Een belangrijke stap vooruit is de ontwikkeling van onze afdelingen in zowel Hong Kong en Taiwan. Er is ook aanhoudend solidariteitswerk met de arbeidersstrijd in China zelf. De recente stakingsgolf heeft de onstabiliteit van het regime aangetoond en de mogelijkheden voor de opbouw van onafhankelijke vakbonden en een bredere steun voor democratisch socialistische opvattingen.
Latijns-Amerika
Er waren heel wat tussenkomsten over de opbouw van onze werking in Latijns-Amerika. Afgevaardigden uit Argentinië, Brazilië, Chili en Venezuela kwamen in deze discussie tussen. De afgevaardigde van Bolivia raakte niet op tijd aan een visum. In Venezuela is er een groeiend ongeduld en ontgoocheling in het regime van Chavez. De hervormingenbleven binnen het kader van het kapitalisme en volstaan bijgevolg niet om de sociale voorwaarden te wijzigen. In deze context van groeiende frustratie en repressie tegen vakbondsmilitanten en linkse activisten, is er de roep naar een radicaler beleid. Dit heeft al geleid tot verschillende arrestaties. Wij voerden telkens campagne tegen de repressie, zelfs als dit leidde tot bedreigingen tegen onze leden en zelfs tot arrestaties.
In Brazilië hebben we een belangrijke stap vooruit gezet met een fusie vorig jaar. Onze Braziliaanse afdeling ging toen samen met een andere linkse groep om “Vrijheid, Socialisme en Revolutie” te vormen, de nieuwe CWI-afdeling in Brazilië die zowel geografisch als qua omvang een pak groter is. In Sao Paulo en Rio de Janeiro hebben we een sterke positie in de onderwijsstrijd, zowel onder studenten als personeel. We speelden er een leidinggevende rol in een staking van een maand aan de universiteiten.
In Minaes Gerais leiden CWI-leden de vakbond van arbeiders uit de drukkerijen. In de staat Goias nemen we deel aan het werk van de landloze boeren en zijn er verschillende langdurige bezettingsacties.
Europa in opstand
Toen de Britse jongeren voor het eerst op straat kwamen begin november, was de slogan “We zijn vandaag allemaal Fransen” erg populair. Het was een uitdrukking van het instinctieve klassenbewustzijn en het internationalisme dat ontwikkelt naarmate het verzet doorheen Europa groter wordt.
De vastberaden strijd tegen de pensioenhervormingen in Frankrijk bracht brede delen van de arbeiders en de jongeren samen in een krachtmeting tussen de klassen. Sarkozy was er uiteindelijk toe in staat om de hervorming door het parlement te jagen, maar de strijdbaarheid van de arbeiders en jongeren was niet gebroken. Dit zal ertoe leiden dat nieuwe massastrijd onvermijdelijk is. Gauche Révolutionnaire speelt een actieve rol in de strijd en kwam er versterkt uit, zeker onder de jongeren waar we in Rouen een belangrijke rol onder speelden.
Ondanks de opvallende economische groei in Duitsland, wat tijdelijk een rem zet op massastrijd, leiden de neoliberale hervormingen ook hier tot woede en verzet. De meest opvallende strijdbeweging was deze tegen het prestigeproject Stuttgart 21, een project dat algemeen wordt gezien als een verspilling van miljarden euro’s gemeenschapsgeld om enkele bouwbedrijven tevreden te stellen. Ursel Beck, een afgevaardigde van de Duitse afdeling uit Stuttgart, legde uit hoe wekelijks tienduizenden op straat komen. Op 30 september speelden onze jongeren een belangrijke rol in het organiseren van een scholierenstaking in de stad. De politie viel de jongeren aan, maar hierop ontstond een nog grotere protestbetoging met 100.000 aanwezigen!
In Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje (in de burgerlijke media omgedoopt tot de PIIGS) zijn de problemen vooral toe te schrijven aan de overheidsschulden. De strijd tegen het besparingsbeleid wordt hier op het scherpst van de snede gevoerd. Onze organisatie kan in deze landen belangrijke stappen vooruit zetten de komende maanden en jaren. De algemene stakingen in Spanje en Portugal dit najaar waren bij de grootste sinds het verdwijnen van het fascisme 35 jaar geleden. Het is het begin van een nieuwe periode op het Iberische schiereiland. Het CWI heeft nu al nieuwe groepen opgezet in Spanje en Portugal en wil deze verder ontwikkelen.
Het is ironisch dat de Italiaanse arbeidersklasse met de grote recessie wordt geconfronteerd op een ogenblik dat de eens zo sterke PRC (Rifondazione Comunista) compleet in de touwen hangt. De arbeiders hebben hierdoor geen duidelijke politieke vertegenwoordiging meer. Uit de crisis van de vertegenwoordiging van de arbeidersklasse, zullen heel wat vragen komen. Het CWI heeft alvast enkele belangrijke steunpunten voor haar opvattingen uitgebouwd in Italië.
Na verschillende jaren van discussie, heeft een linkse tendens uit de PRC, Controcorrente, op een conferentie beslist om de rangen van het CWI te vervoegen. Recent toonden verschillende andere afdelingen van de PRC interesse in discussie met Controcorrente. Gezien de complexe politieke situatie in het land, is er een groeiend anti-partij gevoel. Zeker onder de jongeren is dat het geval. Maar de politieke en economische crisis zet arbeiders en jongeren aan tot militante acties, wat ruimte biedt om een zekere steun te vinden voor echte marxistische opvattingen.
De historische aanvallen op de Griekse arbeidersklasse worden opgelegd onder het dictaat van het IMF en de EU. Dit heeft al geleid tot hard verzet met een reeks algemene stakingen en massale betogingen. Onze afdeling, Xekinima, speelt een actieve rol doorheen de strijd. We brengen een duidelijk programma met overgangseisen naar voor en een strategie waarmee stappen vooruit kunnen worden gezet. De vakbondsleiders beperken zich intussen tot acties die enkel dienen om “stoom af te laten”. De zogenaamde socialistische partij PASOK vormt de regering en maakt duidelijk dat het een betrouwbare vertegenwoordiger van het Griekse en het Europese financiekapitaal is. In deze context voert Xekinima campagne voor een verenigde linkerzijde rond een alternatief op het kapitalisme met eisen zoals de nationalisatie van de grote banken en de weigering om de schulden af te betalen, zowel op nationaal als op internationaal vlak.
Mogelijkheden in Ierland
Ierland is het tweede Europese land na Griekenland dat onder grote druk van de markten besliste om garanties van het IMF en de EU te aanvaarden en dit te koppelen aan een hard besparingsbeleid. Er zijn heel wat mogelijkheden voor een belangrijke politieke doorbraak van de linkerzijde in Ierland. Bij de komende verkiezingen zal de regeringspartij een zware nederlaag lijden en dat biedt mogelijkheden voor de linkerzijde om verschillende zetels in het parlement te veroveren. Met Joe Higgins als centrale publieke figuur is samen met andere socialisten in Ierland de United Left Alliance opgezet. Dit kan mogelijk een aantal zetels opleveren.
Het feit dat Joe eerder verkozen raakte in het Europese parlement heeft de Socialist Party een uitstekende positie opgeleverd om een leidinggevende rol te spelen in het verzet tegen de besparingen. Deze positie werd ook gebruikt om het idee van Europees verzet te verdedigen en te concretiseren met de Europese actieweek eind juni en het opbouwen van de steun voor de actiedag van de vakbonden op 29 september.
De electorale steun voor onze Zweedse partij hield goed stand bij de recente lokale verkiezingen, we behielden vijf gemeenteraadszetels. We hebben onze positie opgebouwd door onze betrokkenheid bij lokale strijd tegen besparingen en doorheen onze rol in de antiracismebeweging. Dat heeft onze steun binnen de migrantengemeenschap alvast versterkt. In Melbourne, Australië, slaagden we er dankzij onze betrokkenheid bij lokale strijd ook in om een electorale positie uit te bouwen en bij de recente regionale verkiezingen haalden we bijna 10% van de stemmen met onze kandidaat Steve Jolly en de steun van verschillende vakbonden.
Er is een nieuwe golf van strijd in Groot-Brittannië. De vastberadenheid van de jongeren en de studenten heeft de nieuwe regering verrast, het was bovendien een inspiratiebron voor bredere lagen van de arbeidersklasse. Met het voornemen om 20% doorheen de openbare diensten te besparen, is er een groter gehoor voor onze oproep voor een algemene staking in de publieke sector.
De Socialist Party heeft een sterke positie in de Britse arbeidersbeweging, we hebben 19 leden die verkozen zijn in de nationale besturen van de vakbonden. We spelen ook een belangrijke rol in het National Shop Stewards Network (NSSN) dat een nationale anti-besparingscampagne wil opzetten. Het NSSN was al in staat om regionale betogingen te organiseren met 4.000 aanwezigen in Londen, 2.000 in Bristol, 600 in Cardiff, 1.000 in Nottingham, 500 in Leicester en heel wat kleinere betogingen in andere steden. Deze betogingen zorgen samen met het jongerenverzet voor een groeiende druk op de vakbondsleiders om over te gaan tot massale acties.
Strijd tegen extreem-rechts
Sinds het begin van de economische crisis hebben verschillende verkiezingen doorheen de wereld het probleem van de vertegenwoordiging van de arbeidersklasse op politiek vlak getoond. Er is een massale woede en dat komt tot uiting in de verkiezingen met een afkeer tegenover de regerende partijen of zetelende verkozenen. Als er een duidelijk links alternatief bestaat, dan is het potentieel voor deze kracht groot. Maar indien er geen links alternatief aanwezig is, dan kan de populistische rechterzijde inspringen. Dat bleek onder meer met de opmars van de Tea Party in de VS.
Socialist Alternative, het CWI in de VS, heeft op voorhand voor dat gevaar gewaarschuwd. We stelden dat de arbeidersbeweging moest breken met de Democraten om een strijdbaar links alternatief naar voor te brengen, zoniet kon het rechtse populisme groeien. Wij hielden verschillende druk bijgewoonde publieke debatten met de Tea Party, waarbij we hun argumenten beantwoordden. Met het groeiende protest tegen schoolsluitingen en besparingen, wordt de kwestie van een politieke stem voor het verzet belangrijker.
Het gevaar van rechts-populisme en racistische partijen neemt internationaal toe naarmate de economische crisis ontwikkelt. In Oostenrijk zetten onze kameraden comités op “Handen af van mijn vrienden” om de deportaties van vluchtelingenjongeren tegen te gaan. In Rusland vormt anti-fascisme een centraal onderdeel van onze werking. In december betoogden nog 1500 fascisten door de Moskouse straten terwijl ze door de politie werden beschermd. Linkse socialisten lopen constant gevaar, zowel wegens geweld van de regering als vanwege rechtse krachten. Ondanks deze achtergrond slaagden we er wel in om succesvolle campagnes te voeren tegen geweld binnen het gezin en voor holebirechten.
Een nieuwe periode
De rode draad doorheen de verslagen was de vaststelling dat we in een nieuwe periode zitten en onze werking daaraan moeten aanpassen. Steeds meer wordt het kapitalisme in vraag gesteld en groeit de openheid voor socialistische opvattingen. Dat is een belangrijke ontwikkeling in het bewustzijn sinds het begin van de financiële crisis in 2008. Er is een groeiende lijst van landen waar er massale strijd wordt gevoerd. Er is een bereidheid om de strijd aan te gaan en een grote dorst naar ideeën over hoe dat het meest efficiënt kan gebeuren: met welk programma en welke strategie? Dat biedt voor ons mogelijkheden om een groter aantal leden en een grotere invloed op te bouwen.
Dit bleek nog uit dit verslag van een kleinere jongerenactie in Coventry tijdens het wereldcongres. Daar haalde een scholier die lid is van de Socialist Party 250 medeleerlingen uit de school om te betogen. Hij sprak de betogers toe en vroeg hen: “Zijn we tegen deze besparingen?” Iedereen riep luidkeels: “Ja!”. Daarop vroeg hij “Zullen we de strijd voort zetten?” De studenten antwoordden: “Ja!”. En toen vroeg hij: “Zijn we voor een andere samenleving en komen we op voor socialism?” Alle 250 scholieren en naar verluidt zelfs enkele politie-agenten, riepen eensgezind: “Ja”.
Verslag door Ty Moore